Beeldvorming over Stalin in de Nederlandse illegale pers tijdens de

advertisement
Artikel: ‘Het is Stalin die hem mogelijk heeft gemaakt’. Beeldvorming over Stalin in de
Nederlandse illegale pers tijdens de Duitse bezetting, 1940-1945
Auteur: Ingrid de Zwarte
Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 34.3 (Herfst 2012) 144 -156.
© 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam
ISSN 0165-7518
Abstract:
During the German occupation of The Netherlands (1940-1945), the Dutch
illegal press published extensively on the role played by Soviet leader Joseph Stalin in creating
the horrific conditions of war and occupation. The newspapers’ attitude towards Stalin changed
inevitably after the German invasion in the Soviet Union on 22 June 1941. However, as Ingrid
de Zwarte states in this article, the images of Stalin as portrayed in the Dutch illegal press during
the German occupation did not fit within the dichotomy of enemy or ally. Illegal newspapers
like Trouw and Het Parool remained suspicious of Stalin’s intentions in Europe and expressed
their mistrust regularly. These sentiments paradoxically increased as Stalin’s military strength
grew and the chances of winning the war improved. Due to his initial alliance with Hitler’s
Germany, Stalin remained one of the most important symbols of the outbreak of the war.
According to the Dutch illegal press, Stalin therefore shared responsibility for the German
occupation of The Netherlands.
Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van
de uitgever.
Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar
verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele
historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder
publiek te presenteren.
Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het
machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de
redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar
bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief.
Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam •
www.skript-ht.nl • [email protected]
‘Het is Stalin die hem mogelijk
heeft gemaakt’
Beeldvorming over Stalin in de Nederlandse
illegale pers tijdens de Duitse bezetting,
1940-1945
Ingrid de Zwarte
Gedurende de Tweede Wereldoorlog zag de Nederlandse illegale pers
zich herhaaldelijk genoodzaakt haar houding tegenover de SovjetUnie opnieuw te definiëren. Want wat doe je als je vijand plotseling
een kameraad wordt? Ingrid de Zwarte onderzoekt in dit artikel de
beeldvorming over Stalin als personificatie van de Sovjet-Unie in de illegale
pers gedurende de oorlogsjaren. Ze komt tot de conclusie dat Stalin in de
kranten niet eenduidig als vijand of bondgenoot werd bestempeld, maar
dat deze beeldvorming complexer was en per fase van de oorlog verschilde.
Over het algemeen vertrouwden de ‘ondergrondse’ redacteuren Stalin
echter niet, en men worstelde met de vraag of Stalin met het MolotovRibbentroppact eigenlijk niet de oorlog medemogelijk had gemaakt.
De aanval van nazi-Duitsland op Nederland op 10 mei 1940 en de daaropvolgende
vijf jaar van bezetting hadden logische consequenties voor de verhouding van
ons land ten opzichte van de Sovjet-Unie. Het ondertekenen van het MolotovRibbentroppact op 23 augustus 1939 – het niet-aanvalsverdrag tussen Duitsland
en de Sovjet-Unie – had de inval in Polen op 1 september van dat jaar, en daarmee
het begin van de Tweede Wereldoorlog, eenvoudiger gemaakt. Zo werd de SovjetUnie voor sympathisanten van nazi-Duitsland feitelijk een bondgenoot en aan
de andere kant van het spectrum een collaborateur van de grootste vijand die
Nederland in lange tijd had gekend. Met de inval van Duitsland in de SovjetUnie op 22 juni 1941 draaiden de rollen om: ineens waren de strijders van het
tweede front in het oosten een hoop voor overwinning op de Duitsers, en werden
de bolsjewieken een van de grootste vijanden van Hitlers regime. Het uitdragen
van deze gevoelens vond een platform in de Nederlandse kranten, die – hetzij
gelijkgeschakeld, hetzij illegaal – uitvoerig over de Sovjet-Unie schreven.
In dit artikel zal ik de beeldvorming over de Sovjet-Unie tijdens de Duitse
bezetting op een nieuwe manier benaderen, door te kijken naar de specifieke rol
die Stalin in de illegale pers kreeg toebedeeld. De vraag die centraal zal staan is
op welke manier er in de Nederlandse illegale pers tijdens de Duitse bezetting van
1940-1945 over Stalin gepubliceerd werd, en hoe deze berichtgeving over Stalin
moet worden begrepen. De doelstelling van dit onderzoek is om niet slechts te be-
144
34.3.indd 144
21-9-2012 10:55:21
lichten wat er over Stalin en zijn beleid werd geschreven, maar om meer specifiek
te focussen op welke momenten en met welke terminologie Stalin werd besproken.
Dit is nog niet eerder gedaan, hetgeen de reden is dat een historiografisch kader in
dit artikel grotendeels ontbreekt. Gezien de bovengenoemde betrekkingen tussen
Nederland en de Sovjet-Unie tijdens de Duitse bezetting van 1940-1945 zou men
een representatie van Stalin als ofwel vijand ofwel bondgenoot kunnen verwachten. Met dit onderzoek, dat hoofdzakelijk op primaire bronnen is gebaseerd, tracht
ik echter aan te tonen dat de beeldvorming over Stalin tijdens de Duitse bezetting
gevarieerder en complexer was dan een dergelijke dichotomie veronderstelt.
Om dit onderzoek te begrenzen, beperk ik mij tot de analyse van de grote
landelijke bladen en kranten. De selectie vond plaats op basis van representativiteit (oplage) en beschikbaarheid. De almaar uitbreidende digitale selectie krantenartikelen van de Koninklijke Bibliotheek is hierbij van grote waarde geweest.
Uiteindelijk is mijn onderzoek gebaseerd op vier grote illegale bladen en kranten:
Nieuwsbrief van Pieter ’t Hoen, later verder onder de naam Het Parool (oplage per nummer: op zijn laagst per editie 6.000 exemplaren, op het hoogtepunt
60.000 exemplaren), Vrij Nederland (130-100.000 exemplaren) en Trouw (8.000145.000 exemplaren).1 Het tevens invloedrijke Oranje-bulletin (10.000-50.000
exemplaren) ontstond uit een samenwerking van bovenstaande kranten en was
hoofdzakelijk gericht op binnenlands nieuws, hetgeen de reden is dat deze krant
niet in het onderzoek is meegenomen.2 Vanwege de communistische inslag van
de grote krant De Waarheid, en het voorspellende karakter van de berichtgeving
over Stalin, is ook deze niet in het onderzoek betrokken. Voordat op basis van de
bovengenoemde kranten de beeldvorming over Stalin op chronologische wijze zal
worden geanalyseerd, zal ik eerst de algehele ontwikkeling van de Nederlandse illegale pers tijdens de Duitse bezetting uiteenzetten.
De Nederlandse illegale pers
Op de dag van de Nederlandse capitulatie (15 mei 1940) verscheen direct het eerste
illegale blad onder de Duitse bezetting: Geuzenactie. De illegale pers kwam vanaf
dat moment snel op gang en ontwikkelde zich spoedig van gestencilde bladen naar
gedrukte kranten. Deze eerste illegale (‘ondergrondse’) bladen, die zich openlijk
tegen de Duitse bezetter keerden en hierdoor vanzelfsprekend verboden waren,
hadden in eerste instantie als hoofddoel zich negatief uit te laten over de recente
ontwikkelingen in het land. Een belangrijke rol voor de dagelijkse berichtgeving
in het land was vanaf toen weggelegd voor deze bladen, die door het Nederlandse
verzet werden geschreven, gedrukt en gedistribueerd. Men bood op deze manier
tegenwicht tegen de pro-Duitse berichten die door de gelijkgeschakelde pers werden
verspreid. Daarnaast wilde de illegale pers het volk waarschuwen voor de negatieve
gevolgen van de voortschrijdende binnenlandse nazificering, en burgers op te roepentot acties tegen de bezetter. Afhankelijk van de aard en het doel van de bladen varieerden ze inhoudelijk, waarbij sommige sterk activistische opiniestukken plaatsten
en andere een meer beschrijvende buitenlandse berichtgeving hanteerden.
Skript Historisch Tijdschrift 34.3
34.3.indd 145
145
21-9-2012 10:55:21
Op 10 juli 1940 bracht journalist F.J. Goedhart de eerste Nieuwsbrief van Pieter ’t Hoen uit, waarmee hij in Amsterdam een belangrijke voorman van de illegale
pers werd. Dit blad, dat verwees naar de gelijknamige achttiende-eeuwse literator,
journalist en patriot, riep op tot strijd tegen de Duitsers. Goedhart ging hierna
samenwerken met A. Althoff (voormalig redacteur Het Volk), Koos Voorink (voorzitter sdap), J. Warendorf (uitgever), J. Vaz (voormalig redacteur het anp, dat nu
gelijkgeschakeld was) en M. Kann (voormalig voorzitter De Groene Amsterdammer), die na zijn arrestatie werd vervangen door H. Wiardi Beckman (voormalig
hoofdredacteur Het Volk). Samen werkten zij aan nieuwsbrieven, die vanaf 10
februari 1941 onder de naam Het Parool werden uitgebracht.3
Vrij Nederland werd op 31 augustus 1940 opgericht, aanvankelijk om antiDuitse pamfletten en gedichten onder de aandacht te brengen. Vanaf het einde van
dat jaar werd het een volwaardig berichtenblad, dat zich net als de Nieuwsbrief
van Pieter ’t Hoen in de berichtgeving sterk anti-Duits en pro-activistisch uitliet.
In deze eerste maanden van de bezetting was het namelijk nog mogelijk openlijk
kritiek te uiten op de Duitse bezetter; daarna waren de bladen gedwongen de illegaliteit in te gaan. In totaal waren er na zes maanden van bezetting ongeveer
zestig illegale bladen, met een totale oplage van circa 57.000 gedrukte, gestencilde
of geschreven exemplaren. 4 Gedurende deze eerste fase trachtten de Duitsers vanzelfsprekend de Nederlandse pers spoedig onder algehele controle te krijgen. Op 8
augustus 1940 verschenen de eerste instructies aan de Nederlandse persredacties
waarin werd vermeld wat verboden was te publiceren. Een exemplaar kwam terecht bij de redactie van de Nieuwsbrief van Pieter ’t Hoen, die het publiceerde in
de editie van 9 september. Vanaf toen werd het alle bladen verboden te publiceren
over aanvallen op het Duitse Rijk en overheidsinstanties en over veranderingen in
de infrastructuur. Ook werd bijvoorbeeld het gebruik van het woord ‘Koninklijke’
verboden.5
Met de komst van het nieuwe illegale blad Het Parool in 1941 groeide het verzet verder. De aanvankelijk ‘coulante’ houding van Rijkscommissaris Seyss-Inquart
bleek ineffectief, en toen Duitsland Rusland binnenviel werd de nazificatie in het
persbeleid volledig afgedwongen. Naast de eerder genoemde verboden verschenen
er gedwongen ook steeds meer voorgeschreven berichten in de legale pers.6 Ook de
communistische bladen werden streng verboden en communisten werden op grote
schaal vervolgd. Het vallen van de eerste slachtoffers binnen de ondergrondse beweging en het verbieden van legale bladen die niet positief genoeg tegenover de
bezetter stonden, vormden een enorme stimulans voor de illegale pers. Het tweede
oorlogsjaar kende dan ook twee keer zoveel uitgaven dan het eerste bezettingsjaar,
namelijk 120 verschillende bladen.7
Vanaf 1943 groeiden de taken en de invloedssfeer van de illegale pers. Op
15 mei van dat jaar werd bekendgemaakt dat alle radio´s moesten worden ingeleverd. Door dit bevel werden de illegale kranten op slag het enige nieuwsorgaan
voorhanden dat niet door de Duitse bezetter werd gecontroleerd en beïnvloed. De
illegale pers begon toen onderling ook steeds meer verschillen te tonen. Trouw
scheidde zich in dit jaar af van Vrij Nederland wegens meningsverschillen tussen
de hoofdredactie en de topfiguren van de bladenverspreiding omtrent de politieke
146
34.3.indd 146
21-9-2012 10:55:21
lijn. Trouw kreeg een christelijk-nationalistisch karakter, terwijl Het Parool de oprichting van een ‘progressieve volkspartij’ nastreefde. Naast de berichtgeving over
de huidige internationale oorlogssituatie en de politieke en sociaal-maatschappelijke toestand van het land, ontstonden er ook steeds meer vragen over hoe de naoorlogse samenleving eruit zou moeten komen te zien. De vraag wie er schuldig en/
of verantwoordelijk was voor het creëren van de bezettingssituatie werd al tijdens
de oorlog een steeds belangrijker onderwerp in de Nederlandse illegale pers. Als
voormalig officieel bondgenoot van nazi-Duitsland bleef Stalins aandeel hierin niet
onbesproken.8
Vijand in de oorlog
Officieel was de overeenkomst die op 23 augustus 1939 werd getekend niet meer
dan non-agressiepact tussen Duitsland en Rusland. In een geheim protocol dat
de Duitse- en Sovjet ministers van Buitenlandse Zaken Joachim von Ribbentrop
en Vjatsjeslav Molotov opstelden werden echter ook de invloedssferen in OostEuropa bepaald. Daarmee was Duitsland enkele dagen later verzekerd van een
vrije inval in Polen.9 Toen Nederland eenmaal (ongewenst) ook in de oorlog werd
betrokken, was het dan ook niet verwonderlijk dat de Nederlandse illegale pers
zich een negatieve houding aanmat tegenover Stalin, Rusland en het communisme
in het algemeen.
Gedurende deze beginperiode van de Duitse bezetting van Nederland, waarin Rusland nog min of meer aan de kant van nazi-Duitsland stond, werd Stalin
in de illegale pers altijd als personificatie van Rusland en het Russische leger
neergezet. Wanneer er werd gewezen op de zwakte van Rusland, dan was dit
vaak zeer persoonlijk op Stalin gericht. In de meeste artikelen die Stalin expliciet noemden werd deze zwakte ingezet om twijfel aan te wakkeren over zijn
kracht en invloed in de oorlog (‘als hij nog troeven heeft’).10 Hierbij moet worden opgemerkt dat Stalin geen uitzondering vormde wat betreft op de persoon
gerichte politieke uitspraken. Over het algemeen gebruikten de geanalyseerde
Nederlandse illegale kranten vrijwel altijd de achternaam van de politieke leider van een land om de gehele positie van het desbetreffende land te bespreken.
De oorlogsontwikkelingen werden gekoppeld aan personen. Het artikel ‘Het is
Roosevelt die Stalin heeft doorzien’ biedt een mooi voorbeeld: ‘Stalin is evenzeer
de man, dien Roosevelt in het politieke steekspel wil overwinnen, als Hitler dat
is.’11 Deze persoonlijke berichtgeving over Stalin beperkte zich overigens tot hem
als personificatie van Rusland en diens leger. Er was dus enkel aandacht voor zijn
functie als militair en politiek leider.
Zoals de afbeelding op de volgende pagina aantoont was het niet zeldzaam
dat Stalin als politiek leider expliciet medeverantwoordelijk werd gehouden voor
de Nederlandse bezetting door nazi-Duitsland. De Nieuwsbrief van Pieter ’t Hoen
was een van de bladen die aanvankelijk een zeer anticommunistische houding aannam. Dit beperkte zich niet alleen tot het Sovjet-communisme, maar besloeg alle
binnenlandse aspecten die daarmee waren verbonden: de Communistische Partij
Skript Historisch Tijdschrift 34.3
34.3.indd 147
147
21-9-2012 10:55:21
‘Februari-stakers’, prent in Vrede en Vrijheid ter aanmoediging van de Februaristaking in 1941
(bron: Beeldbank van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis)
148
34.3.indd 148
21-9-2012 10:55:22
van Nederland (cpn), het bolsjewisme en communisme, lokale communistische
initiatieven, et cetera. Na de capitulatie bleef de cpn onder leiding van Paul de
Groot nog altijd wijzen op belang bij vriendschap en vrede met het Duitse volk.
De Groot sprak over het strategische belang van Stalin, en dus alle communisten,
om tijd te winnen in de oorlog. Het zou een tactische zet van de communisten zijn
geweest om met de nationaalsocialisten samen te werken.12 Zoals de Nationaal
Socialistische Bond (nsb) verbonden was met Hitler, zo werd de cpn verbonden
met Stalin. Tijdens een demonstratieve bijeenkomst van schrijvers en prominente
joden op 1 april 1940 veroordeelde Koos Vorrink, voorzitter van de sdap en later
verbonden aan Het Parool, deze politieke uitingen openlijk: nu Hitler en Stalin ‘samenspanden’ stond het behoud van de gehele westerse cultuur op het spel.13 In de
illegale pers uitte dit zich door korte verwijzingen als ‘de communisten, d.w.z. de
agenten van den Russischen staat en het stalinistisch imperialisatie [imperialisme,
idz]’ of de ‘illegale publicaties van Stalinknechtjes in Nederland’.14 Stalin werd
dus niet enkel als hoofd van communistisch en vijandig Rusland gezien, maar ook
aangewezen als politiek leider van het binnenlandse communisme. Als vijand in
de oorlog werd Stalin tevens de personificatie van het kwaad in de Nederlandse
samenleving: Vrij Nederland noemde Anton Mussert een ‘kleine Stalin’, omdat hij,
toen hij van de Duitse autoriteiten een lijst mocht indienen met mensen die voor
de rechter moesten komen, voormalig leden van de nsb voordroeg in plaats van
de verwachte joden en communisten.15
Aan het einde van de eerste oorlogswinter van 1940/41 werden deze anticommunistische sentimenten enkel sterker en werden negatieve gevoelens minder
verbloemd gepubliceerd. Inmiddels was de Nieuwsbrief van Pieter ’t Hoen verder
gegaan onder de naam Het Parool. Hierin stond op 25 februari 1941 een artikel
dat zonder twijfel Stalin aanwijst als medeverantwoordelijke voor de oorlog en
dus ook de Nederlandse bezetting door nazi-Duitsland:
Het is ongetwijfeld Hitler die dezen oorlog heeft ontketend, maar het is Stalin die hem
mogelijk heeft gemaakt. Wat was het doel van deze z.g. communistischen Czaar? Daar
is maar één antwoord op: Macht!. Kan die macht niet in innerlijke kracht gevonden
worden (en dat kan op dit oogenblik niet) dan in relatieve kracht.16
Naast het feit dat Stalin als schuldige werd aangewezen voor het mogelijk maken
van de oorlog, probeerde dit artikel ook zijn zwakte naar voren te brengen. Als
machtsbeluste leider probeerde hij zijn gebrek aan feitelijk kracht te compenseren
door ‘relatieve kracht’. Het sluiten van een bondgenootschap geschiedde dus niet
zozeer om eigen macht te vergroten, maar tevens om deze te behouden in de
context van een sterk verzwakte staat, aldus Het Parool.
Deze twijfel over het bondgenootschap tussen Hitler en Stalin werd in de
illegale pers vaker geuit. Volgens de Nieuwsbrief van Pieter ’t Hoen van 8 augustus 1940 had deze namelijk zeker niet het ‘vriendschappelijke’ karakter dat het
pretendeerde te hebben. Het sluiten van een pact zou puur uit zelfbehoud hebben
plaatsgevonden:
Skript Historisch Tijdschrift 34.3
34.3.indd 149
149
21-9-2012 10:55:22
Het [Kremlin] sloot dit verdrag met Hitler niet uit liefde voor het Duitsche fascisme,
maar integendeel uit angst. Stalin wilde zelfs ten koste van een wereldoorlog met Hitler tot overeenstemming komen en de Duitsche speerpunt van Rusland afwenden,
omdat de chaotische toestanden in het Sovjetrijk en de gebrekkige organisatie van het
land een grooten oorlog voor Rusland de eerste tien jaar onmogelijk maken.17
Ook hier wees het blad, vroeg na de Duitse bezetting van Nederland, op de angst
en zwakte van Stalin en zijn onvermogen in een oorlog deel te nemen. In de editie
van 31 januari 1941 werd de twijfel over de aard van het vijandig bondgenootschap nogmaals aangegeven. Hierin waarschuwde de auteur voor de gevolgen die
een eventuele mislukte aanval van Duitsland op Engeland zou kunnen hebben: ‘op
dat oogenblik zullen de Russische horden zich op het land storten en zal Stalin
probeeren een groot deel van het Duitsche rijk onder de macht van de bolsjewistische Khans […] brengen.’18 Meerdere berichten stelden dus dat Duitsland en
Rusland geen solide bondgenootschap hadden, maar dat deze was gesloten uit
opportunisme, zelfbehoud en angst. Over het algemeen werd Stalin neergezet als
een opportunist die de zijde koos die hem het beste uitkwam. In deze periode was
dat nog binnen een ‘gestoorde Russisch-Duitsche verstandhouding’, maar dit zou
snel veranderen.
De sinds eind 1940 duidelijk aanwijsbaar gespannen relatie tussen Duitsland
en Rusland vond dus uitdrukking in de illegale pers, die hier graag aandacht aan
besteedde. De aanvankelijke twijfel over de staat van de relatie tussen de twee
landen werd bevestigd door het bevel van 4 december 1940, waarmee de dagbladen werd verboden berichten van het Russische Tass-agentschap te publiceren.19
Vrij Nederland schreef in mei 1941 – een maand voor de inval in Rusland – dat
een aanval op Rusland door Duitsland voor voedsel en grondstoffen reeds lang
besloten was. Op de vraag wat Stalin in dit geval zou doen was het antwoord:
‘Wanneer Rusland vecht, zal Stalin vernielen wat hij vernielen kan.’20 Stalin werd
nu neergezet als een agressieve vijandige macht, maar hij werd niet meer in het
kamp met Hitler geplaatst. Men zou zich hebben kunnen laten leiden door vals
optimisme, waarbij de verdeeldheid tussen de twee machten als een positief vooruitzicht in de oorlog tegen beiden werd gezien. Het zou echter net zozeer een realistische weergave van de verhoudingen tussen beide grootmachten kunnen zijn,
want de situatie was immers gespannen. Het feit dat de Nederlandse illegale pers
bekend was met de almaar verslechterende relatie tussen Duitsland en Rusland,
maakt Stalins (te) late besef van het dreigende vijandschap van nazi-Duitsland des
te opvallender.21
Omgaan met een nieuwe bondgenoot
Volgens historicus Timothy Snyder was de inval in Rusland op 22 juni 1941 een
van de belangrijkste dagen in de Europese geschiedenis: ‘Operation Barbarossa
was much more than a surprise attack, a shift of alliances, or a new stage in a
war. It was the beginning of a calamity that defies description.’22 Deze inval had
150
34.3.indd 150
21-9-2012 10:55:22
als gevolg voor Nederland dat het land om moest zien te gaan met een nieuwe
bondgenoot, die zij tot dan toe altijd als vijand had gezien. De illegale pers zag
dit bondgenootschap aanvankelijk dan ook tegemoet met ambivalente gevoelens.
Het eerste artikel dat Het Parool over Stalin publiceerde na de inval van
nazi-Duitsland in Rusland dateert van 10 juli 1941. De algehele toon was nog
steeds negatief, maar de auteur probeerde in deze krant wel voor het eerst de
‘zogenaamde “consequente vredespolitiek”’ van Stalin te beredeneren. Het artikel
zette uiteen waarom Stalin, als leider van het socialisme, liever niets met een ‘kapitalistenconflict’ tussen Duitsland en Engeland te maken wilde hebben. In lijn met
de berichtgeving van voor de inval werd er wederom impliciet op de zwakte en
onmacht van Stalin gewezen: ‘Het is voor Stalin, die tot het uiterste is gegaan om
met Duitschland op goeden voet te blijven, onmogelijk gebleken om met Hitler tot
overeenstemming te komen.’23 Stalin was door Hitler verraden, maar had zelf de
omstandigheden gecreëerd die dit mogelijk hadden gemaakt. In de maanden na de
grote omwenteling in de oorlog verschenen er meerdere artikelen die op dezelfde
manier probeerden te verklaren waarom Stalin in de oorlog terecht is gekomen:
‘Ook nu nog ware hij uit zelfbehoud het liefst buiten de oorlog gebleven.’24 De
agressie van nazi-Duitsland maakte dit ‘zelfbehoud’ echter onmogelijk. Al deze
berichten zijn direct op de persoon Stalin gericht; er wordt niet gesproken van
Rusland, of de leider van Rusland, maar alleen van Stalin of ‘hij’.
De berichtgeving veranderde toen het bondgenootschap eenmaal afgesloten
was en Rusland een geallieerde macht in de oorlog tegen nazi-Duitsland werd.
Stalin werd als militair leider van Rusland een belangrijke speler in de oorlog, en
degene die de overwinning – en dus de bevrijding van Nederland – zou kunnen
bewerkstelligen. Vrij Nederland schreef op 15 december 1941 (enkele dagen na de
aanval op Pearl Harbor en vlak nadat Amerika aan de oorlog ging deelnemen):
De positie van Duitschland in Italië is niet rooskleurig. De overwinning der geallieerden wordt met den dag zekerder en [...] de oorlog heeft de langste tijd geduurd. Stalin heeft hierop gezinspeeld in zijn belangrijke rede van 6 november, hij voorziet of in
het voorjaar of in het najaar ’42 de ineenstorting der Duitsche legers.25
De woorden van Stalin werden nu als waarheidgetrouw beschouwd. Waarschijnlijk had dit eerder te maken met het optimisme dat hieruit sprak, hetgeen van groot
belang was voor de ondergrondse beweging en het lezerspubliek, dan dat men
Stalin vertrouwde. In de huidige historiografie wordt Stalin het mislukken van de
vroege acties in de oorlog namelijk vaak persoonlijk verweten, zoals de getoonde
zwakte tijdens Operatie Barbarossa, de omsingeling van Leningrad, het bijna verliezen van Moskou en het desastreuze tegenoffensief in midzomer 1942. Pas in de
tweede helft van 1942 leek er een omslag te komen, met als absoluut hoogtepunt
de Slag bij Stalingrad (23 augustus 1942 – 2 februari 1943), toen het Rode Leger
de Wehrmacht versloeg.26 De positieve berichtgeving hing dus niet noodzakelijk
samen met de militaire successen van Stalin. Toch kwam het optimisme over Stalins tegenoffensief in de nummers daarna nog vaker terug, altijd in combinatie met
het naderende einde van de oorlog.27 De pogingen om in de beeldvorming de kan-
Skript Historisch Tijdschrift 34.3
34.3.indd 151
151
21-9-2012 10:55:22
sen van Stalins Rusland te versterken, moesten onder de Nederlandse bevolking
voor optimisme over de oorlogskansen zorgen, of dit nu realistisch was of niet. Als
een (plotseling) sterk militair leider werd Stalin de aangewezen bondgenoot voor
de uiteindelijke verlossing.
In 1942 verschenen steeds meer artikelen die niet alleen een optimistisch
beeld gaven van de militaire capaciteiten van Stalin in de toenmalige situatie,
maar tevens aandacht besteedden aan het realiseren van rehabilitatie van de
beeldvorming van Stalins politiek voor juni 1941. In de zomer van het grote
tegenoffensief in 1942 publiceerde Het Parool een artikel van maar liefst drie
pagina’s waarin werd getracht het imago van de communistische bondgenoot
op te krikken. Een van de argumenten hierbij was dat de Duitse propaganda
valse informatie zou hebben verstrekt over de Sovjet-Unie, het bolsjewisme en
Stalin in de vroege jaren van de oorlog. De ‘Duitsche leugen’ dat de Sovjet-Unie
Europa wilde binnenvallen werd afgedaan als onzin. Het bericht ging zelfs een
stap verder door Stalins buitenlandse politiek te verdedigen, verwijzend naar het
feit dat iedere actie en reactie beschouwd kon worden als ‘de nawerking van de
geweldige sociale revolutie die zich in dat land heeft voltrokken’.28 Ook verwijzingen als ‘het dappere Roode Leger’ werden ineens niet meer geschuwd. Naast
Het Parool keerde ook Trouw zich in het voordeel van Stalin en Rusland en tegen
de Duitse oorlogspropaganda: ‘Men tracht door sterk sprekende leuzen, door
plaatjes en praatjes den menschen te suggereeren, dat er geen ander gevaar dreigt
dan het Bolsjewisme.’ En om dit vervolgens in het diskrediet te brengen: ‘Streed
Duitschland tegen het Bolsjewisme, toen Hitler probeerde goede vriendjes te
worden met Stalin? Laat U niet bedriegen.’29 De lezer werd gevraagd in Stalin de
bondgenoot te zien, zij het vaak met kanttekeningen over de buitenlandse politieke objectieven van Stalin in Oost-Europa. Dit plotselinge apologetische aspect
van deze nieuwe oorlogsberichtgeving is natuurlijk opvallend: alles wat Stalin en
de Sovjet-Unie voorheen ‘fout’ hadden gedaan werd nu als ‘logisch’ verklaard.
Daarnaast kwam er aandacht voor de vooruitgang in het land en de lange weg
die het Russische volk had moeten afleggen. Een zekere mate van optimisme over
toekomstige samenwerking en afspraken deed zijn intrede.30
Alhoewel Stalin in veel artikelen nog steeds expliciet werd genoemd, werd er
in deze periode relatief gezien meer over Rusland en minder over Stalin geschreven. De Sovjet-Unie werd neergezet als een sterk bondgenoot en de krachtigste
landmacht ter wereld. Hierbij werden de termen ‘Rusland’ en ‘Sovjet-Unie’ volstrekt willekeurig ingezet en zelfs door elkaar gebruikt, als synoniemen. Stalin
werd in deze periode neergezet als de krachtige legerleider van een belangrijk
bondgenoot in tijden van oorlog. Stalin was altijd onderwerp van de zin (‘hij’);
degene die alle militaire acties organiseerde en leidde. Hij werd in de tweede helft
van het jaar 1943 bijna verheerlijkt als militaire leider: ‘De drie doeleinden, die
Stalin zich voor deze zomer had gesteld werden volledig verwezenlijkt’.31
Vanaf het voorjaar van 1944 werd niet alleen geregeld geschreven over de
relatie met nazi-Duitsland, maar ook over de spanning tussen Rusland en Japan.
Hoewel Rusland en Japan op dat moment nog niet in een feitelijk conflict met
elkaar waren verwikkeld (officieel pas vanaf 8 augustus 1945), maar juist een niet-
152
34.3.indd 152
21-9-2012 10:55:22
aanvalsverdrag hadden, vermoedde Het Parool wegens de jubileumredevoering
van Stalin van november 1944 een herziening van ‘hun dubbelzinnige verhouding
tot Tokio’. De krant toonde begrip voor Stalins houding ten opzichte van Japan
zoals die in de rede naar voren kwam. Hierin trok Stalin een parallel tussen de
Duitse en de Japanse agressie, waarbij hij de wens uitsprak de verliezen van de
Russisch-Japanse oorlog van 1905 te vereffenen.32 Ook Trouw koos in een mogelijk conflict met Japan uiteraard de kant van Stalin en Rusland. De macht van
Japan ten opzichte van Rusland werd in het voorjaar van 1944 kleiner, aangezien
Japan toen inmiddels moest gedogen dat de Sovjet-Unie Noord-Sachelin terugnam en dat Stalin via Japanse wateren Amerikaans oorlogsmateriaal naar Rusland
voerde. Het vooruitzicht van een ‘driefronten-oorlog’ voor Duitsland was hierbij
van groot belang.33 Stalin was hier nog duidelijk een sterk bondgenoot. Het verwijzen naar de redevoering van Stalin duidt op het onderschrijven van hem als een
slagvaardige leider, die aan dezelfde kant stond als het ‘westen’. Opvallend genoeg
was in hetzelfde blad enkele maanden later een veel grotere ambivalentie en beginnend wantrouwen te vinden.
Groeiend wantrouwen
Ondanks het feit dat Stalin als een sterk militair leider werd gezien, werd er een
duidelijk onderscheid gemaakt tussen het bondgenootschap met Rusland en met
de andere geallieerde landen, zoals Engeland en Amerika. In een artikel waarin de
vraag centraal stond hoe het met Duitsland verder moest gaan als de oorlog door de
geallieerden zou worden gewonnen, schreef Trouw over de barmhartigheid jegens de
‘gewone’ Duitse bevolking van de verschillende leiders van de bondgenoten. ‘Zelfs
Josef Stalin stelt de vernietiging van Duitschland niet als oorlogsdoel.’34 Het woord
‘zelfs’ wijst op een onderscheid en een andere positie dan die van andere landen. In
een artikel uit juli 1944, dat een lofzang bevatte over Winston Churchill, de Engelse
leider en belangrijkste bondgenoot, werd de relatie tussen de bondgenoten duidelijk.
Churchill wordt hier geprezen om zijn samenwerking met Amerika en Rusland, dat
hij een bezoek bracht om ‘Stalin van de oprechte bedoelingen en samenwerking der
democratieën te overtuigen’.35 Stalin was wel een bondgenoot, maar deze samenwerking was niet om dezelfde redenen bewerkstelligd als het bondgenootschap met
landen als Amerika en Engeland. Het was enkel gesloten vanwege de gemeenschappelijke doelstelling: het verslaan van Hitlers nazi-Duitsland. De berichtgeving over
de conferentie van Jalta van 4-11 februari 1945 (in de pers meestal ‘Krim-conferentie’ genoemd), waar de drie geallieerde leiders Churchill, Roosevelt en Stalin bijeenkwamen om het lot van Europa te bespreken, moet ook in dit licht worden gezien.
Er werd geenszins negatief over Stalin of over zijn bedoelingen geschreven, maar er
sprak uit deze berichtgeving ook zeker geen vertrouwen in een gemeenschappelijke,
vriendschappelijke toekomst na het einde van de oorlog.36
Aan deze verschuiving in de beeldvorming ging vanzelfsprekend een verschuiving in de oorlogssituatie vooraf. De geallieerden wonnen steeds meer terrein en langzaam begonnen de kansen voor Nederland, en daarmee het einde van
Skript Historisch Tijdschrift 34.3
34.3.indd 153
153
21-9-2012 10:55:22
de bezetting, toe te nemen. De berichtgeving in de Nederlandse pers was vanaf
eind 1943 dan ook steeds meer gericht op het naderende einde van de oorlog.
Dit werd enorm versterkt door de onjuiste berichtgevingen, die ervoor zorgden
dat op Dolle Dinsdag (5 september 1944) de Nederlandse bevolking in de veronderstelling was dat ze ieder moment door de geallieerden van de Duitse bezetting
zou worden bevrijd.37 Met het einde van de bezetting ‘nabij’ speelde de vraag wat
er dan van de relatie met Stalins Rusland zou komen. Dit uitte zich onder andere
in een twist tussen de communistische krant De Waarheid en Trouw over het
karakter van de oorlog van Russische zijde. De eerstgenoemde beweerde dat de
oorlog draaide om imperialistische belangen die waren omgeslagen in een strijd
om vrijheid toen Duitsland Rusland binnenviel in juni 1941. Trouw beweerde
daarentegen dat de strijd niet puur was ontstaan uit ‘reactionair-militaire [in de
zin van: reactief, idz] drijfveren’, maar eerder uit eigen imperialistische beweegredenen en opportunisme. Het Parool beschreef deze kwestie en leek het met De
Waarheid eens dat de machteloze politiek van het eigen land uiteindelijk medeverantwoordelijk was voor de oorlog. Net als Trouw wees Het Parool nogmaals
op het Molotov-Ribbentroppact van augustus 1939: ‘En waarom stelt men het in
communistische kringen toch altijd voor alsof de dingen van karakter en inhoud
zouden veranderen, zoodra Stalin ze met zijn tooverstaf heeft aangeraakt?’38 De
hele kwestie werd aangegrepen om kritiek te geven op de communistische uitlatingen van De Waarheid en diens aanhangers. Stalin werd ook nu weer – net
als aan het begin van de Duitse bezetting – gebruikt in de binnenlandse politieke
strijd tussen de communisten en de andere linkse groeperingen die de illegale
pers onder controle hadden.
Het naderende einde van de oorlog gaf het denken over de toekomst een
nieuwe impuls en creëerde twijfels over het bondgenootschap met Stalins SovjetUnie. Paradoxaal genoeg waren de positieve ontwikkelingen in de oorlog en
de hiermee samenhangende kansen voor een ‘vrij’ Nederland reden om Stalins
motieven in twijfel te trekken. In tijden van nood was Stalin een sterk militair
leider, maar nu het tij was gekeerd werd hij weer als een onbetrouwbare macht
beschouwd. Het aanvankelijke wantrouwen richting Stalin, dat tijdens de momenten van politieke overmacht van nazi-Duitsland had plaatsgemaakt voor optimisme en een verering van zijn militaire capaciteiten, keerde in de Nederlandse
illegale pers halverwege 1943 weer terug. Daarbij werd constant verwezen naar
de politieke beslissingen waardoor de oorlog had kunnen uitbreken en Nederland
later bezet zou worden: het sluiten van het niet-aanvals- en vriendschapspact tussen Hitlers Duitsland en Stalins Sovjet-Unie in 1939. Trouw schreef dat het ‘begrip tonen’ van Stalin niet alleen had voorkomen dat beide grootmachten toen
tegenover elkaar waren komen te staan, maar dat dit er tevens voor had gezorgd
dat Hitler Polen kon vernietigen en vervolgens ‘rugdekking’ had toen hij zich op
het Westen richtte.39 De beeldvorming over Stalin en zijn aandeel in de oorlog
komt dus overeen met die van voor de inval in Rusland: Stalin als medeverantwoordelijke voor de Tweede Wereldoorlog.
154
34.3.indd 154
21-9-2012 10:55:22
Conclusie
Het Europa dat was gecreëerd door het Molotov-Ribbentroppact en dat standhield
tussen augustus 1939 en juni 1941 betekende bezetting of verlies van territorium
voor niet alleen Nederland, maar ook voor België, Denemarken, Estland, Finland,
Frankrijk, Letland, Litouwen, Luxemburg, Noorwegen, Polen en Roemenië.40 Een
analyse van de Nederlandse illegale kranten gedurende ‘onze’ bezetting toont dat
men zich gedurende deze periode steeds bleef bezighouden met de vraag hoe Stalin een bondgenootschap met Hitler had kunnen sluiten. Stalin werd persoonlijk
medeverantwoordelijk gehouden voor het uitbreken van de oorlog, zowel voor
de inval in Rusland als in de functie van geallieerde bondgenoot in de resterende
bezettingsperiode. Hij was daarmee zowel de personificatie van Rusland, als van
het Rode leger en het communisme.
Naast deze aantoonbare continuïteit in de beeldvorming over Stalin tijdens
de Duitse bezetting, heeft dit onderzoek duidelijk een aantal sterk verschillende
fases hierbinnen aangetoond. Gedurende de periode dat Stalin voor Nederland
een vijand in de oorlog was werd hij vaak als personificatie van Rusland en als een
zwak leider omschreven, die zich door Hitler had laten misleiden tot een bondgenootschap. Toen na de inval in Rusland op 22 juni 1941 de relaties veranderden,
en Rusland een lotgenoot en later bondgenoot in de oorlog tegen nazi-Duitsland
werd, moest ook de beeldvorming in de illegale pers worden aangepast. Toen de
kansen er slecht voorstonden, werd Stalin ineens ingezet als een sterk militair leider: de grote hoop voor het eindigen van de oorlog en het verslaan van naziDuitsland en daarmee Hitler. Zijn eerdere misstappen werden geweten aan het
Duitse propaganda-apparaat en de invloed hiervan op de bezette Nederlandse
maatschappij. Toch hielden kranten als Trouw en Het Parool hun twijfels over de
aard van het bondgenootschap met de Sovjet-Unie en Stalins intenties jegens het
toekomstig bevrijde Europa. Deze twijfels uitten zich in het teruggrijpen naar eerdere beschuldigingen in tijden van vijandschap, namelijk het sluiten van een pact
met Hitler. Stalin was dan wel een bondgenoot, maar zeker geen betrouwbare ‘kameraad’. Zeer opvallend is dat deze ommezwaai in de beeldvorming plaatsvond
op het moment dat Stalin niet alleen een belangrijk bondgenoot was, maar ook
zorgde voor grote militaire successen in de oorlog tegen nazi-Duitsland.
Er was tijdens de Duitse bezetting dus geen sprake van een beeldvorming van
Stalin die eenduidig past binnen het beeld van de vijand of van de bondgenoot.
Stalins opportunisme bleef niet onopgemerkt en daarmee groeide het wantrouwen richting hem toen zijn macht toenam en zijn rol in de oorlog groter werd.
Ondanks het feit dat Stalin militair een belangrijk bondgenoot was, is hij nooit
een democratische coalitiepartner geworden. Uiteindelijk stond Stalin tijdens de
Duitse bezetting van Nederland symbool voor het uitbreken van de oorlog: eerst
als onbetrouwbare vijand en later als onbetrouwbare bondgenoot.
Skript Historisch Tijdschrift 34.3
34.3.indd 155
155
21-9-2012 10:55:22
Noten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
L. Winkel, De ondergrondse pers, 19401945 (’s Gravenhage 1989) 197, 247, 277.
Ibidem, 188.
Ibidem, 21-23.
Ibidem, ‘De ondergrondse pers 19401945’ (1989), http://kranten.kb.nl/,
geraadpleegd 20 januari 2012.
‘Het toezicht op “onze” pers’,
Nieuwsbrief van Pieter ’t Hoen, 9
september 1940, 2.
R. Vos, ‘De pers onder Duitse bezetting
1940-1945’ (2010), http://kranten.
kb.nl/, geraadpleegd 20 januari 2012.
Winkel, ‘De ondergrondse pers 19401945’.
Ibidem.
T. Snyder, Bloodlands: Europe between
Hitler and Stalin (Londen 2010) 116.
‘Het is Roosevelt die Stalin heeft doorzien’, Het Parool, 25 februari 1941, 4.
Ibidem.
C. van der Heijden, Grijs verleden.
Nederland en de Tweede Wereldoorlog
(Amsterdam 2001) 135.
P. de Rooy, G. Meershoek, D. Bosscher,
Geschiedenis van Amsterdam. Tweestrijd
om de hoofdstad 1900-2000
(Amsterdam 2007) 231-235.
‘Het Derde Rijk en de communisten’,
Nieuwsbrief van Pieter ’t Hoen, 25
januari 1941, 4.
‘De kleine Stalin’, Vrij Nederland, 15
mei 1941, 9.
‘Dit aspect van de politiek van Stalin’,
Het Parool, 25 februari 1941, 6.
‘Oorlogsvooruitzichten’, Nieuwsbrief
van Pieter ’t Hoen, 8 augustus 1940, 3.
‘En als de aanval mislukt?’, Nieuwsbrief
van Pieter ’t Hoen, 31 januari 1941, 3.
‘Het botert niet tusschen Berlijn en
Moskou’, Nieuwsbrief van Pieter ’t
Hoen, 14 december 1940, 4.
‘Oorlogsoverzicht’, Vrij Nederland, 10
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
mei 1941, 2.
K. McDermott, Stalin (Basingstoke
2006) 122-124.
Snyder, Bloodlands, 155.
‘De Duitsche opmarsch tegen Rusland’,
Het Parool, 10 juli 1941, 2.
‘Hitlers kruistocht tegen het
bolsjewisme’, Het Parool, 26 juni 1941, 4.
‘Buitenlandsch overzicht’, Vrij
Nederland, 15 december 1941, 3.
McDermott, Stalin, 128.
Zie bijvoorbeeld ‘Buitenlandsch
overzicht’, Vrij Nederland, 19 februari
1942, 2-3.
‘Het valsche schrikbeeld’, Het Parool, 17
juni 1942, 1-3.
‘Duitschland strijdt tegen het
bolsjewisme’, Trouw, 8 april 1943, 4.
Zie bijvoorbeeld in het uitvoerige artikel
‘De Duitsche opmarsch in den
Kaukasus’, Het Parool, 21 augustus
1942, 1-2, ‘De Sowjet-Unie en de
democratieën’, Het Parool, 25 juni 1943,
1 of in ‘De oorlog’, Trouw, 3 juni 1943,
7.
‘Russische en Angelsaksische strategie’,
Het Parool, 30 oktober 1943, 7.
‘Keert Rusland zich nu tegen Japan?’,
Het Parool, 21 november 1944, 4.
‘Duitschland geïsoleerd’, Trouw, midden
mei 1944, 8.
‘Vergelding’, Trouw, 18 oktober 1943, 3.
‘Het historische werk van Churchill’,
Trouw, midden juli 1944, 4.
‘De Krim-conferentie en de bevrijde
volkeren, Trouw, eind maart 1945, 3.
P. de Rooy (et al), Tweestrijd om de
hoofdstad 1900-2000, 304-305.
‘De communisten en de Sovjet-Unie’,
Het Parool, 23 januari 1945, 3.
‘Begrip tonen’, Trouw, 19 augustus 1943,
5.
Snyder, Bloodlands, 155-156.
156
34.3.indd 156
21-9-2012 10:55:22
Download