Startdocument programmalijn 1; toepassen light versie van de redeneertrant. Waarom uitvoering van de light versie van de redeneertrant bij Programmalijn 1 van de SAZ+? De redeneertrant is ontwikkeld om de gevolgen van extreme weersituaties te minimaliseren. De aanleiding om in kort tijdsbestek een light versie van de redeneertrant uit te voeren voor alle kernen in Zeeland komt voort uit de behoefte om: 1) Op korte termijn de (globaal) benodigde investeringen in beeld te krijgen om de Zeeuwse kernen waterhuishoudkundig toekomstbestendig te maken, dit in relatie met de besparingsopgave van de SAZ+; 2) Onnodige financiële uitgaven te kunnen beperken door middel van het verkrijgen van inzicht in de totale opgave voor het toekomstbestendig maken van de waterhuishouding in bebouwd gebied. Op voorhand multidisciplinair agenda’s kunnen afstemmen is de grote winst om werk met werk te kunnen maken en kosten te reduceren. 1. Investeringen Investeringen in beeld brengen van de mogelijke maatregelen om de kernen waterhuishoudkundig toekomst bestendig te maken. In verband met de financiële besparingsopgave voor de SAZ+, is het van belang te weten wat gemeentes en waterschap uit zouden kunnen geven om de Zeeuwse kernen waterhuishoudkundig toekomst bestendig te maken. Daartoe worden per kern/wijk de kwetsbare gebieden in kaart gebracht, worden oplossingsrichtingen voor robuustheid in kaart gebracht en van een benodigde investering voorzien, op basis van ervaring en kengetallen. ( Er zal daarbij een schatting worden gemaakt van het deel van die investeringsbedragen dat ten laste komt van de ‘riolering’ en van het deel dat ten laste komt van andere sectoren). Die investeringsbedragen per kern/wijk zijn vervolgens nodig om één nieuwe betaalbare investeringsstrategie voor verbeteringen, vervangingen en renovaties op hoofdlijnen voor de samenwerkende partijen in Zeeland te genereren. Die strategie zal er dan voor zorgen dat we in Zeeland een toekomstbestendige waterhuishouding en een continu goed functionerend afvalwatersysteem hebben , waarbij de kosten niet boven de € 70 miljoen zullen stijgen. 2. Visievorming Het resultaat van het toepassen van de light versie van de redeneertrant per kern/wijk is dat er in een relatief kort tijdsbestek een globaal beeld gevormd kan worden van (toekomstige) knelpunten in de waterhuishouding en van de mogelijke oplossingsrichtingen. Figuur 1: kwetsbare gebieden met oplossingsrichting in de wijk Griffioen te Middelburg. Het detailniveau is lager dan wanneer de volledige redeneertrant per kern/wijk wordt toegepast, maar het voordeel is dat er op voorhand rekening gehouden kan worden met nieuwe ontwikkelingen die (op korte termijn) plaats gaan vinden. Het resultaat per kern wordt in een korte memo en op een kaartje (het zogenaamde “bollenkaartje”) weergegeven. Kleur en grootte van het bolletje geven dan urgentie en omvang van de waterhuishoudkundige problemen met oplossingsrichting weer en ook het benodigde investeringsbedrag krijgt op het kaartje zijn plek. Voorbeeld: Gemeente X wil iedere kern gedetailleerd uitwerken en kan in verband met de benodigde tijd maar een paar kernen per jaar doen. Als dan in 2022 de laatste kern wordt uitgewerkt en er blijken maatregelen noodzakelijk aan het wegprofiel op een locatie waar in 2017 is herbestraat, dan is dat een gemiste kans. Met het uitvoeren van de LIGHT versie krijgt men voorkennis over (toekomstige) knelpunten welke men vervolgens kan gebruiken bij het opstellen van een overlappende planning met andere disciplines binnen de gemeente als ook met het waterschap. De verdere detaillering van de uit te voeren maatregel kan t.z.t. worden uitgewerkt door het toepassen van de volledige redeneertrant met de betreffende partijen. De verzameling van kaartjes en memo’s( ruim 150 stuks) worden door de werkgroep op 1 grote verzamelkaart Zeeland weergegeven en bijgehouden. In het hierna weergegeven stappenplan staat de voorgestane werkwijze van de werkgroep Programmalijn 1 SAZ+ Bij stap 1 en2 in het stappenplan wordt de hieronder in rood weergegeven informatie (cursief) aan de rioleringsbeheerder gevraagd en de overige informatie wordt door de werkgroep verzorgd. - Rioleringsmodel (rekenmodel) en/of overzicht riooltekening (ook met uitlaten en drempelhoogtes etc.) Info klachtenregistratie Info/kennis oppervlaktewateren Depressiekaart / AHN hoogtekaart Waterstanden T=10 en T=100 (PWO) Kaart met bodemlagen/soorten Kaart met grondwatertrappen Kaart met kans op verzilting Stap 1 PL1 maakt afspraak met de rioleringsbeheerder en stuurt de lijst met benodigde informatie op. Stap 2 De rioleringsbeheerder coördineert het verzamelen van de benodigde gegevens voor zover mogelijk. Stap 3 Er vind overleg plaats tussen PL1 en de rioleringsbeheerder (en/of mensen naar keuze). Hierbij worden de bedoeling en de verwachtingen besproken en wordt de beschikbare informatie gecontroleerd. Daarnaast wordt besproken wie er betrokken moeten worden in stap 5. Stap 4a PL1 lid verricht voorwerk Stap 4 PL1 verricht voorwerk voor de analyse Stap 4b PL1 lid bespreekt voorwerk met rioleringsbeheerder Stap 5 Het voorwerk uit stap 4 wordt als input gebruikt om samen met de rioleringsbeheerder en andere disciplines per kern na te gaan wat de (toekomstige) knelpunten zijn in de waterhuishouding en welke mogelijke oplossingen er zijn. Aan de maatregelen worden op basis van ervaring en kengetallen investeringsbedragen verbonden. Stap 6 PL1 schrijft in samenwerking met de rioleringsbeheerder de resultaten van het overleg in stap 5 beknopt in een memo met bijbehorend ‘bollenkaartje’. Stap 7 De memo zal als input worden gebruikt bij het opstellen van het Zeeuws Plan Afvalwaterketen op hoofdlijnen.