Nieuwegein in de tweede wereldoorlog

advertisement
Nieuwegein in de tweede wereldoorlog
Fiets- wandeltocht
16 km
Zie ook onze app.
1.
Start bij het monument
Op het monument staan de namen van de slachtoffers van het schietincident in de
Herenstraat. Meer daarover bij (4). Hier vindt elk jaar de 4 mei-herdenking van
Nieuwegein plaats.
Ga richting het water en neem de eerste weg links, de Monseigneur G.W. van
Heukelumstraat. Volg deze weg tot de begraafplaats aan de achterkant van de Nicolaaskerk.
2.
Graf Jopie Hoveling.
Jopie was een jongetje van 8 en woonde aan de Wilhelminastraat. In de
oorlogsjaren heette was deze straat bekend als de Wilhelminastraat. Zijn
vader was bezig op het land en Jopie hielp hem daarbij. Het einde van
de oorlog is in zicht en er is weinig voedsel. Hoe meer korenaren Jopie
en zijn vader op tafel kunnen krijgen, hoe beter. Helaas komt Jopie nooit
bij zijn ouderlijke woning aan. Plots klinkt er een explosie. Verderop
stortte een vliegtuig neer. De vleugel van het vliegtuig raakt los en Jopie
wordt dodelijk getroffen. Hij ligt op het kerkhof naast de Nicolaaskerk
begraven.
Vervolg de straat tot het einde en sla rechts af de Buxtehudelaan in. Aan het einde weer
rechtsaf de Herenstraat in.
3.
De evacués van Jutphaas
In 1940 en 1944 werden in Jutphaas grote groepen
vluchtelingen ondergebracht. De mensen kwamen vooral
uit het oosten van ons land. Uit Veenendaal, waar de
mensen moesten vluchten voor de slag om de Grebbeberg
en uit de streek rond Arnhem. In 1944 start de strijd van de
geallieerden met de Duitsers om de grote rivieren en de
mensen die in de dorpen wonen, worden slachtoffer van
het oorlogsgeweld. Ze moeten vluchten en kunnen vaak niet veel meer meenemen dan een
kar met wat spullen. Sommigen bezitten vaak niet meer dan wat ze aan hebben.
Fietsroute 4 en 5 mei comité Nieuwegein
1
De vluchtelingen kwamen te voet, soms konden ze fietsen
en een enkele keer kwamen ze met de boot. In oktober
1944 kwamen de meeste mensen, vanuit de streek rond
Arnhem. De dagen zijn guur. De vluchtelingen werden in
de RK-jongensschool opgevangen, vlakbij de Nicolaaskerk.
De huisarts zorgde voor de eerste hulp en kreeg daarbij
hulp van de nonnen van het klooster. De mensen worden
gastvrij ontvangen, ze krijgen te eten en de mensen
worden vaak bij boeren nabij Jutphaas ondergebracht.
De meeste evacués bleven tot in de zomer van 1945 bij
hun gastgezinnen. Na de bevrijding vertrokken ze weer naar huis of wat daar nog van over
was. Vaak hielden de families nog contact met elkaar.
4.
Het schietincident op de Herenstraat
7 mei 1945 Nederland net weer vrij, maar van een rustige situatie is allerminst sprake, het
gezag is nog niet hersteld en de bezettingstroepen lopen vaak nog gewapend rond. In de
Jutphase Herenstraat vindt een incident plaats tussen Duitse militairen en de leden van de
Binnenlandse Strijdkrachten. Wat er precies zich heeft afgespeeld is tot op heden onduidelijk
gebleven. Er bestaan verschillende versies van dit verhaal. Feit is wel dat er een explosieve
stemming heerste.
De bevolking van Jutphaas was op straat te vinden en
stond te wachten op de komst van de Canadese
bevrijders. Rond elf uur ’s ochtends zou een dronken
Duitse officier gedreigd hebben om met zijn motorfiets het
publiek in te rijden. Hij speelde daarnaast met zijn
geweer. Hij is vervolgens door leden van de Binnenlandse
Strijdkrachten neergeschoten, die hem probeerde te
ontwapenen.
De Duitsers wanen zich nog de machthebbers en
reageren furieus. De leden van de BS verscholen
zich in een huis aan de Herenstraat en de
Duitsers schuwden het geweld niet, volgens
ooggetuigen vlogen de kogels in het rond. Aan
het eind van de middag kwam er een eind aan
de situatie, een Canadese patrouille kwam in het
dorp aan en besloot de boel te sussen. Er vielen
vijf Nederlandse slachtoffers; twee leden van de Binnenlandse strijdkrachten en drie
burgerslachtoffers. Daarnaast zouden ook twee Duitse soldaten zijn gesneuveld.
Dit incident wordt op 4 mei jaarlijks herdacht. Na de dienst in de Nicolaaskerk loopt men, in
stilte, naar het monument vlak bij de Nederlands Hervormde Kerk.
Fietsroute 4 en 5 mei comité Nieuwegein
2
5.
Naar school in de Tweede Wereldoorlog
Het was niet gemakkelijk om een kind te zijn in oorlogstijd. Al helemaal niet in het voormalig
Nieuwegein, wat strategisch lag. Er was continu een dreiging voor bombardementen, zeker
in het laatste deel van de Tweede Wereldoorlog.
De scholen bleven in het eerste deel van de oorlog
open. Bij luchtaanvallen moesten de kinderen onder
de banken gaan liggen. Vanaf 1943 worden steeds
meer scholen gesloten, in 1944 gaan alle scholen in
Jutphaas dicht. De tocht naar school is voor veel
kinderen te gevaarlijk geworden. De gebouwen
worden voor andere dingen gebruikt: in de
jongensschool werden soldaten, maar ook evacués
ondergebracht.
De meisjesschool werd gebruikt om dwangarbeiders
te huisvesten. In de nacht van 12 november 1944 werden 200 mannen uit het Rotterdamse
door de Duitsers in de meisjesschool ondergebracht. Hun boot was op een mijn gelopen en
de mannen waren door en door nat. Ze konden in de meisjesschool op krachten komen en
sommigen wisten zelfs te ontsnappen. In de laatste fase was de meisjesschool een Duits
veldhospitaal en na de bevrijding logeerden er gevangen uit het kamp Amersfoort.
Vervolg de Herenstraat tot het bruggetje links, ga het bruggetje over, langs Landgoed
Rijnhuizen, tot het einde van de weg.
6.
Het commandocentrum van het Fort Jutphaas
Op Rijnhuizen waren Duitse officieren ingekwartierd. Eén ervan zou tijdens het schietincident
zijn omgekomen en op het landgoed begraven. De plek van het graf is niet precies bekend.
Het fort van Jutphaas werd tijdens de oorlog door de
Duitsers als zend- en luisterpost voor de Deutsche
Kriegsmarine. (de Duitse marine in het Nazitijdperk)
ingericht. De Duitsers gebruikten het gebouw als zend en
ontvangstation. Vooral de onderzeeërs werden
hiervandaan gecoördineerd. De commandant van de
Kriegsmarine en later de opvolger van Hitler was admiraal
Dönitz. Er wordt gesuggereerd dat hij regelmatig op het fort
verbleef om de coördinatie in de gaten te houden. Hij zou
zich niet op zijn gemak hebben gevoeld. Slapen deed hij bijvoorbeeld nauwelijks.
De geallieerden wisten dat en proberen in gedurende de oorlog het Fort te raken. Het zou
een precisiebombardement moeten worden, maar dat werd het allerminst. De Nicolaaskerk,
het klooster (nu het partycentrum Lantaern) liepen schade op nadat een bombardement het
fort grotendeels gemist had. De bomscherven en de luchtdrukgolven brachten de gebouwen
schade toe. Tijdens dit soort bombardementen werd het fort soms geraakt, maar liep het
weinig schade op en kon na de oorlog weer opgebouwd worden.
Ga naar rechts “Rond het fort” tot je rechts een fietspad kunt nemen richting Plettenburg.
Aan het einde ga je links de Edisonbaan in. Neem vlak voor de bocht de Wattbaan naar
rechts. Bij de Perkinsbaan ga je links en steek je over bij de verkeerslichten.
Fietsroute 4 en 5 mei comité Nieuwegein
3
7.
De neergeschoten Poolse piloot.
20 september 1944. Het vliegtuig waarmee Jopie Hoveling dodelijk getroffen werd was een
Britse mustang. De piloot heette Tadeusz Jankowski. Deze Poolse vliegenier keerde terug
van een missie tijdens operatie Market Garden. Nabij Jutphaas werd zijn toestel geraakt door
luchtafweer vanaf de grond.
Het luchtafweergeschut
bevond zich langs het
Amsterdam-Rijnkanaal. De piloot kon zijn
vliegtuig niet
meer in de lucht houden en met een
lange glijvlucht
dook de Mustang in de moerassige
grond. Volgens
verschillende bronnen is het vliegtuig
neergestort op
de plek waar het Meandergebouw staat, in de wijk Plettenburg. Dit gebouw deed korte tijd
dienst als het gemeentehuis van de gemeente Nieuwegein. Ook Tadeusz Jankowski komt
om het leven.
Ga verder op de Martinbaan. Ga met de bocht mee naar links de Structuurbaan op tot de
tweede weg rechts ‘Groenendael” en ga die in tot het einde. Neem daar het kleine paadje
naar het kanaal, langs het hek en ga links over het Schipperspad.
8.
De Plofsluis
De plofsluis of keersluis bij Jutphaas is een onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
De plofsluis diende om bij oorlogsdreiging snel het
Amsterdam-Rijnkanaal af te dammen om te voorkomen
dat het water uit de omliggende gebieden bij inundatie
via het kanaal zou wegstromen. In 1934 begon met de
bouw van het Amsterdam-Rijnkanaal, dat een
verruiming en gedeeltelijke vervanging van het
Merwedekanaal inhield. Men zocht voor dit hiaat in de
waterlinie een oplossing die aan de ene kant het
scheepvaartverkeer niet zou hinderen, en aan de andere kant het kanaal snel zou kunnen
afsluiten.
De plofsluis is in principe een bijzondere keersluis. Boven het Amsterdam-Rijnkanaal ligt een
reeks van vijf betonnen compartimenten met een relatief zwakke bodem. In de bakken kon
ongeveer 40.000 ton zand, grind of puin worden opgeslagen. Bij oorlogsdreiging werd de
bodem opgeblazen, waardoor de inhoud in het Amsterdam-Rijnkanaal zou storten. Het
kanaal werd hierdoor afgesloten en het inundatiewater kon niet wegstromen. De sluisfunctie
kon dus slechts geactiveerd worden door de plofsluis op te blazen; een actie die maar
eenmalig mogelijk was.
De sluis is ongeveer 70 m lang, 40 m breed en 8,5 m
hoog. De bodem lag circa 6 meter boven het
kanaalpeil. Het bouwwerk kent één centrale,
langgerekte, afgeronde betonnen brugpijler met aan
weerszijden een doorvaartopening en eveneens zware
Fietsroute 4 en 5 mei comité Nieuwegein
4
betonnen landhoofden. In 1937 werd met de bouw van deze sluis begonnen, maar deze was
nog niet voltooid toen de Tweede Wereldoorlog in Nederland uitbrak. Bij de plofsluis werden
vier gietstalen koepelkazematten met afwachtingsruimte en een wanddikte van 17 cm
gebouwd voor de verdediging van het werk.
uit Wikipedia
Vervolg het Schipperspad en ga aan het einde onder de weg door en neem het pad omhoog
naar de dijk.
9.
De Beatrixsluizen
Het huidige Nieuwegein lag erg strategisch door de vele
waterwegen en de forten die in de omgeving gebouwd
waren. De Beatrixsluizen waren erg nieuw, in 1938 was
de bouw klaar en
doordat het
aanvoerroutes met
elkaar verbond was het
erg waardevol voor de
Duitsers. Het werd dan ook erg goed bewaakt.
In de meidagen van 1940 was er een peloton luchtdoel
mitrailleurs gelegerd en er vinden gevechten plaats tussen
Nederlandse en Duitse
militairen. Nadat Duitsland
Nederland veroverd had
begonnen de Duitsers het
sluizencomplex goed te
bewaken, er werd gevreesd
dat het verzet de sluizen op
zou blazen. In 1943 besluiten
de Duitsers dat men niet
meer zonder vergunning op
de sluizen mag komen. Op
het sluizen complex vonden
geen schermutselingen
plaats. Beide partijen gaan
hun eigen gang.
Een Duitse legereenheid laat bij vertrek een lading springstof achter. Die mag alleen tot
ontploffing worden gebracht als luitenant Slimmering, de bevelvoerder van Vreeswijk, het
bevel geeft. Hij doet dat niet, laat de springstof weer verwijderen en bedankt de
sluiswachters voor de prettige samenwerking.
Ga verder over de Voorhavendijk tot even voorbij de bocht.
10. Kazematten
De kazematten in Nieuwegein aan de Lekdijk
(Kazemat is een Nederlands woord voor bunker),
meestal Vreeswijk Oost, Vreeswijk West en Vreeswijk
Midden genoemd, zijn bijzondere verdedigingswerken.
‘Vreeswijk Midden’ is van een bijzonder type, omdat
het om een
dubbele kazemat
gaat: het zijn als
het ware twee
kazematten in één.
Het gaat om een uniek type waar van er maar één in
Nederland is gemaakt. V.I.S. kazematten zijn kazematten
die zijn gebouwd naar aan leiding van een voorschrift uit
januari 1928. Dit voorschrift heet no. 77, Voorschrift
Inrichten Stellingen. Dit type kazematten moet niet gezien
worden als op zichzelf staande objecten: de V.I.S.
Fietsroute 4 en 5 mei comité Nieuwegein
5
kazematten vormen samen met bijvoorbeeld gietstalen koepelkazematten, betonnen
groepsschuilplaatsen en wegversperringen, één verdedigbare linie.
Vervolg de weg tot de bebouwing en sla rechts af Frederiksoord in. Neem de eerste weg
rechts, de Gildeborglaan, tot de begraafplaats.
11. Het graf van korporaal Hooper
Frederick Henry Hooper was een korporaal bij het South
Staffordshire Regiment. De slag om Arnhem was negen dagen
bezig, toen hij het bevel kreeg om samen met zijn kameraad bij
Oosterbeek de omsingeling van de Duitsers te verbreken. Dat moest
allemaal in het geheim gebeuren en ook nog eens ’s nachts.
Hooper stond bekend om zijn goede zwemkwaliteiten. Op 26
september 1944 ging hij het water in, maar hij raakte op 15 meter al in moeilijkheden. Hij
zwom door en raakte in een sterke stroming terecht, raakte onder water terecht en verdronk.
Zijn lichaam werd door de Lek meegevoerd, waarna hij bij Vreeswijk is aangespoeld. Hooper
werd 22 jaar. Hij werd begraven op het Hervormde Kerkhof aan de Gildenborglaan.
Leerlingen van de Willem Alexanderschool verzorgen zijn graf.
Vervolg de weg en sla rechts af. Ga het terrein van het fort op.
12. Fort Vreeswijk: de mobilisatie van 1939 en voorbereiden op dat wat komen gaat
Het fort Vreeswijk maakt deel uit van de Oud
Hollandse Waterlinie, een stelsel van vestingwerken
dat de hoofdstad Amsterdam moest beschermen. In
1939 beginnen de spanningen toe te nemen en de
Nederlandse regering kondigt een algehele
mobilisatie af. Fort Vreeswijk wordt de thuisbasis van
143 manschappen en 15 (onder) officieren. Later komen er ook nog 15 matrozen bij.
Vreeswijk lag in de gevarenzone. Het dorp was ingedeeld in gevarenklasse 2. Dat betekende
dat Vreeswijk grote kans had om
vanuit de lucht getroffen te worden.
De bewoners kregen voorlichting
over wat te doen bij eventuele
bombardementen. Wanneer dat zal
gebeuren zullen de kerkklokken van
de Barberakerk en de Hervormde
Kerk aan de Molenstraat hun kerkklokken luiden.
Er hebben zich echter nooit gevechtshandelingen voorgedaan. De Duitse troepenmacht was
nog niet tot onze streek opgerukt. In 1944 en 1945 was er evenmin sprake van
gevechtshandelingen.
Ga terug de Wierselaan in en vervolg de weg via de Oude Sluis. Ga aan het einde rechts af
over de brug. Direct naar links en aan het einde van de weg
(lopend) het voetpad op langs het water tot het parkje.
13. De bommen op de Lekbrug
Doordat Vreeswijk aan de Lek ligt is het een strategisch
doelwit voor zowel Duitse als Geallieerde vliegtuigen. In het
eerste deel van de Tweede Wereldoorlog staat de brug nog
overeind, maar als de geallieerden oprukken slaat het
noodlot toe. Vanuit Antwerpen rukken enkele vliegtuigen op
Fietsroute 4 en 5 mei comité Nieuwegein
6
om de Lekbrug te vernietigen. Dat lukt in eerste instantie niet helemaal, de eerste pogingen
mislukken. Dat kwam omdat de vliegtuigen op een andere manier volgen dan normaal; op
het overeind stond luchtafweergeschut opgesteld en die konden de vliegtuigen natuurlijk uit
de lucht schieten. Op 7 januari was het alsnog raak. Een afgedwaalde bom ging door het dak
van de Barbarakerk. Gelukkig zonder te exploderen.
Vervolg de Kade tot de Molenstraat en ga naar rechts. Vlak voor de brug linksaf de
Dorpsstraat in.
14. De twee Joodse Meisjes
De Nederlands
Hervormde Kerk aan de
Dorpsstraat is een van
de oudste kerken van
Nieuwegein. In de
Tweede Wereldoorlog
zaten hier twee Joodse
meisjes ondergedoken.
Er is weinig bekend
over deze twee meisjes. Wel weten we dat ze uit Amsterdam afkomstig
waren. De kinderen gaan naar de School met den Bijbel, om zo min
mogelijk argwaan te wekken. Ze wonen bij mevrouw van Lieshout, die
een winkeltje heeft. Op een dag merkt een caféhouder dat iemand de
meisjes op het spoor is en verzint een list. Ze worden bij Van Lieshout
opgehaald en naar de Hervormde Kerk gebracht. Achter het orgel liggen
twee matrassen. Daar brengen de meisjes de nacht door. In de vroege
morgen vertrekken de kinderen met een kolenschip naar Groningen. Hoe
dit verhaal afloopt is niet bekend.
Aan het einde van de Dorpsstraat linksaf de Koninginnenlaan in. Over de
brug naar rechts. Ga na de brievenbus links de Noorderstraat in. Ga die uit en vervolg de
weg op het fietspad onder de weg door. Vervolg over de Helmkruid de weg tot de grote weg
en ga daar rechts het fietspad op. Bij het park neem je het eerste fietspad naar rechts en blijf
dat volgen.
15. Oudegein, toevlucht voor onderduikers
In de oorlog bevond zich tussen de kernen Jutphaas
en Vreeswijk een landelijk gebied met rietlanden,
boerderijen, boomgaarden en grienden. Dit alles
behoorde bij het landgoed Oudegein. Ridderhofstad
Oudegein is één van de oudste kastelen van Jutphaas
en van de gehele Nedersticht van Utrecht. De
geschiedenis voert terug tot in
de twaalfde eeuw toen op
deze plek een toren werd
gebouwd om het
handelsverkeer van de stad Utrecht en de bisschop te beschermen
tegen vijandelijke aanvallen. Bovendien werd er tol geheven. Het
landgoed, dat vroeger uitstrekte van Hoogzandveld tot Jutphaas, is
sinds 1773 in bezit van de familie de Geer. In 1973 werd een
belangrijk deel van de landerijen verkocht aan de toen nieuw
gevormde gemeente Nieuwegein. Het deel rond het kasteel bleef
echter in het bezit van de familie. Om het kasteel en landgoed voor
Fietsroute 4 en 5 mei comité Nieuwegein
7
de toekomst te bewaren werd in 1985 de Stichting Oudegein opgericht. In de oorlog werden
in het kasteel en bij behorende boerderijen een aantal onderduikers opgenomen, die vaak
meehielpen met de werkzaamheden op het landgoed. Onderduikers waren mensen uit de
omgeving, die niet te werk gesteld wilden worden in Duitsland of vliegeniers die in de buurt
gestrand waren. Omdat het voor de Duitsers belangrijk was dat de opbrengsten van de
boerderijen goed waren, konden de onderduikers daar redelijk rustig het werk doen. Bij de
razzia’s die plaatsvonden, verstopten de onderduikers zich wel in het water tussen het riet, of
deden of ze gewond waren.
Blijf het fietspad volgen. Aan het einde ga je naar links en volg je het fietspad langs het water
onder de viaduct door tot de drukke Zuidstedeweg. Ga naar links over de brug en dan direct
naar rechts de weg over de Herenstraat in.
16. Fabriek als gevangenis
Deze foto werd in 1958 genomen van de Jutphase IJsselsteinse weg. Nu is dat de
Herenstraat. Het grote vierkante gebouw is de
vroegere rijst-stijfselfabriek. Daar werd tot in het jaar
van de oorlog stijfsel geproduceerd. De Duitsers
gebruikten de
fabriek daarna
als gevangenis
voor
onderduikers
en mensen die
tijdens razzia's
waren opgepakt. Die werden over het naast gelegen
water per schip op transport gesteld.
Vervolg de Herenstraat voorbij het sluisje en ga links de Vredebestlaan in. Vervolg de weg
over de Professor Doctor Claylaan tot je rechtsaf kunt Kerkveld in. Bij het pleintje zie je links
de ingang van de begraafplaats.
17. Kerkveld oorlogsgraven
Bij het schietincident komen o.a. twee verzetsmannen en drie inwoners van het dorp om het
leven. De slachtoffers zijn jonge mannen: Theo Hanselaar, Aart Kros, Willem Spies, Jan
Streefkerk en Frans Luiten. In het kleine dorp waar vrijwel iedereen zo ongeveer iedereen
kent, en vaak bij elkaar op school had gezeten, heeft dit een grote impact. Frans Luiten werd
begraven op de RK begraafplaats van het dorp naast de Nicolaaskerk. De vier anderen zijn
begraven op de Algemene Begraafplaats aan het Kerkveld. Zij liggen bij elkaar begraven in
een grafmonument. Dit monument, in het zuidwestelijke
gedeelte van de begraafplaats, is eenvoudig te vinden door
direct bij de ingang het pad aan de rechterkant te volgen. In
het zelfde graf ligt ook verzetsman Johan van EE, kapper van
beroep, begraven. Hij overleed op 27 november 1944 op 38
jarige leeftijd in het concentratiekamp Neuengamme. Het is
een eenvoudig grafmonument in de vorm van een gemetseld
stenenmuurtje met daarop een stenenkruis. In de stenenmuur zijn de namen van de vier
omgekomen inwoners gebeiteld. De naam van Van Ee staat op een kleine witte steen die in
het midden van het grafmonument ligt.
Vervolg Kerkveld en sla aan het einde rechtsaf de Nedereindseweg in. Vervolg de weg to je
terug bent bij het monument.
Fietsroute 4 en 5 mei comité Nieuwegein
8
1
17
2 3
4
5
6
8
7
16
15
9
12
14 11
10
13
Fietsroute 4 en 5 mei comité Nieuwegein
9
Download