- Scholieren.com

advertisement
Samenvatting: Kanttekeningen bij Hitler. Van Sebastiaan Haffner
Over de auteur:
Sebastiaan Haffner is een pseudoniem voor Raimond Pretzel (1907-1999).
Hij was een Duitse publicist, jurist en historicus.
In 1938 vluchtte hij naar Engeland, samen met zijn joodse (zwangere) vriendin. In Engeland koos hij
voor het pseudoniem Sebastiaan Haffner, om zijn achtergelaten familie in Duitsland niet in gevaar te
brengen.
Kantekeningen bij Hitler of Anmerkungen zu Hitler (1978 eerste uitgave) was zijn bekendste werk.
Over het boek:
Het boek is verdeeld in zeven hoofdstukken: leven, prestaties, successen, vergissingen, fouten
misdrijven en verraad.
In het boek van 2014 is nog een extra ‘hoofdstuk’ toegevoegd: Het ongelijke duel tussen Haffner en
Hitler, door Frits Boterman.
Leven
Dit hoofdstuk begint met een korte persoonlijke biografie. Volgens Haffner is Hitler altijd al een
mislukkeling geweest (wat betreft zijn persoonlijke leven). Hitler is niet te vergelijken met Mao, Lenin,
Bismarck of Napoleon, want zij kende allemaal liefde en hadden een beroep en opleiding gehad. En
daarbij wist Hitler ook niet wat het was om vader te zijn.
Volgens Haffner kwam Hitlers antisemitisme uit Oost-Europa en niet uit Duitsland. In Oost-Europa was
het antisemitisme van een andere aard dan in het westen. In het oosten bestond het antisemitisme uit
complottheorieën over joden die de wereld over wilde nemen.
Vervolgens gaat Haffner over tot een politieke biografie, die hij in zeven sprongen verdeeld:
1. De vroege concentratie op politiek als levensvervulling.
2. De eerste (nog persoonlijke) politieke actie: de emigratie van Oostenrijk naar Duitsland.
3. Het besluit om politicus te worden.
4. De ontdekking van zijn hypnotiserende vaardigheden als massaredenaar.
5. Het besluit om de Führer te worden.
6. Het besluit om zijn politieke tijdschema ondergeschikt te maken aan zijn persoonlijke
levensverwachting. (Dit is tegelijk het besluit om oorlog te voeren.)
7. Het besluit tot zelfmoord.
De laatste twee beslissingen zijn in alle eenzaamheid genomen.
De revolutie van 1918 maakte het voor Hitler mogelijk om politicus te worden, net zoals Napoleon een
product was van de Franse Revolutie. Overeenkomst: beide herstelden ze niets dat tijdens de
revolutie was afgeschaft.
Nooit meer een november 1918 hield volgens Haffner een 9 stappen stappenplan in, met als stap 9 de
uitroeiing van alle joden.
Volgens Haffner lag het binnenlandse politieke programma van Hitler al vast op het moment dat hij de
politiek in ging.
Op 24 februari 1920 ontdekt Hitler zijn redenaarskunst tijdens zijn eerste toespraak  dit is volgens
Haffner geen redenaarskunst, maar hypnotiserend talent.
Hitler voelde zich uniek en besloot de Führer te worden. Hij wilde ‘alles’ tijdens zijn nog korte leven
bereiken (punt 6 van politieke biografie). Hij weigerde verder dan zijn eigen leven te kijken. Dit geeft
Hitler toe in de dictaten aan Bormann.
Hitler dreigde vaker zelfmoord te plegen, bijv. na de mislukte coup in 1923.
Prestaties
De eerste zes jaar van zijn twaalfjarige heerschappij wekt Hitler veel bewondering bij velen. Niemand
had verwacht dat hij naast een goede spreker ook een efficiënt leider kon zijn.
Hitler had een organisatietalent, hij maakte van de NSDAP een sterke partij en de SA sturmabteilung
overtrof alle andere paramilitaire groepen.
Haffner heeft het over ‘de goede nazi jaren’, hiermee bedoelt hij 1935-1937. Tot 1935 was er veel
terreur, maar dit werd minder in de goede nazi jaren bijv. door minder mensen in concentratiekampen,
hierdoor bleef het volk achter hem staan.
Twee prestaties
1. Wirtschaftswunder: term die pas na de Tweede Wereldoorlog werd gegeven, het economisch
wonder. Dit is Hitlers populairste prestatie.
 Hitler was zelf geen econoom, maar wel slim genoeg om de economie te verbeteren. Hij liet
qua economie Hjalmar Schacht alles regelen.
 In drie jaar tijd wist Hitler (dankzij Hjalmar) het land van extreme werkloosheid om te zetten
naar banen voor iedereen.
 Het economisch wonder werd ook mede mogelijk gemaakt door Hitlers dictatuur. Vakbonden
waren verboden en staken ook, dus men moest wel werken zoals Hitler het wilde.
2. Remilitarisering en intensivering van de bewapening van het Duitse leger: In 1933 nog een klein
leger, zonder moderne wapens en zonder luchtmacht. In 1938 sterkste land- en luchtmacht van
Europa.
Drie aspecten van bewapeningspolitiek:
1) de militarisering van Duitsland was niet de oorzaak van het Wirtschaftwunder. De
militarisering verschafte wel banen, maar lang niet alle banen er was wel degelijk sprake van
een economisch wonder, los van de militarisering.
2) buitenwerkingstelling van Verdrag van Versailles was een politieke overwinning op
Engeland en Frankrijk.
3) Hitler was niet het enige brein achter dit succes, maar hij heeft wel zelf één belangrijke
militaire keus gemaakt, tegen de adviezen van beroepsmilitairen in, die van doorslaggevend
belang bleek te zijn de eerste twee jaar van de oorlog.
 hij wilde namelijk geïntegreerde zelfstandige opperende pantserdivisies en -legers creëren.
Dit zorgde echter niet voor populariteit bij de militairen.
Resultaat van zijn prestaties:
In 1938 wist hij de meerderheid van de tegenstanders uit 1933 voor zich te winnen. Ze konden niet op
tegen de feiten, Hitler had nu de economie en het leger hersteld. Op zijn hoogtepunt stond 90% van
de Duitse bevolking achter hem.
Drie grote maatschappelijke processen, die in het late Keizerrijk ontstonden en zich tijdens Hitler en
de DDR verder ontwikkelden:
1. democratisering en egalisering van de samenleving.  Hitler was eigenlijk voor een ‘klasseloze’
samenleving, maar noemde dit de ‘volksgemeenschap’. Zo waren Hitlers officieren in het begin nog
vaak van adel, maar deze verving hij met mensen zonder titel.
2.revolutie in seksuele moraal.  raszuivere moesten zich voortplanten.
3. vrouwen emancipatie.  vrouwenemancipatie werd verbaal door de partij afgewezen, maar
vrouwen werden op grote schaal ingezet bij het mannenwerk tijdens de Tweede Wereldoorlog.
 Deze ontwikkelingen zijn niet aan Hitler toe te schrijven, want ze zijn al eerder begonnen.
Wat Hitler wel begon en wat werd voorgezet in de DDR was het socialiseren van de mensen.
 socialisme is niet het tegenovergestelde van kapitalisme, maar van individualisme.
 mensen moesten weer onderdeel uit gaan maken van de gemeenschap.
 zowel in het Derde Rijk als in de DDR zaten mensen bij verenigingen.
Wat als Hitler in 1938 zou zijn gestorven?
- 1938 was Hitlers hoogtepunt. Volgens historicus Joachim Fest, zou hij herdacht kunnen worden als
geweldige staatsman. Volgens Haffner is dit zeer onwaarschijnlijk, want Hitler was uit op oorlog en dat
wilde de meeste Duitsers helemaal niet.
- Als hij was gestorven, dan was er niemand (en geen grondwet) om hem op te volgen, waardoor er
chaos zou ontstaan, chaos die Hitler gecreëerd had. Ook dit was een van zijn prestaties, Duitsland
afhankelijk van hem maken.
Waarom Hitler niet te vergelijken in met Bismarck of Napoleon
Bismarck: hij werd een vredespoliticus, iets wat Hitler absoluut niet wilde.
Napoleon: veel van zijn prestaties bleven bestaan, maar die van Hitler niet. Hitlers prestaties waren
ook niet voor de eeuwigheid bedoeld, slechts om tijdens zijn eigen leven te presteren  Hitler was
nooit een staatsman.
Successen
Het verschil tussen prestaties en successen.
Prestaties: horen bij één persoon.
Successen: zijn altijd twee partijen bij betrokken, het succes van de een is de mislukking van de
ander.
De successen van Hitler vallen binnen 1930-1941. De eerste tien jaar (1920-1930) was hij een
mislukking, daarna had hij twaalf jaar ondoorbroken succes, daarna weer vier jaar een mislukking en
tot slot de catastrofe.
Dit patroon komt nergens anders voor in de geschiedenis, dus dit moet verklaard worden.
- het komt niet doordat Hitler veranderde, want dat deed hij niet. Lichamelijke of geestelijke
achteruitgang geven geen verklaring.
- aanval op Rusland was geen overmoed, maar weloverwogen besluit.
- politiek van Hitler was van 1925-1945 hetzelfde gebleven.
Antwoord: niet de verandering in Hitler, maar de verandering in verzet en tegenstanders veroorzaakte
dit. Zijn successen zijn dan ook te danken aan tegenstanders die geen verzet wilde bieden.
Hitlers grootste concurrenten waren niet de socialisten of communisten, maar de conservatieven (zij
vonden Hitler veel te links of niet rechts genoeg).
Hitler was geen fascist, want fascisme is klassenpolitiek en Hitler was geen klassenpoliticus.
Succes vanwege zwakke tegenstanders in buitenlandse politiek:
Verdrag van Versailles wordt door Hitler steeds weer geschonden. Reactie van Engeland 
appeasement politiek.
Hitler maakte hier gebruik van, niet in het teken van verzoening, maar alsof hij het had afgedwongen
van de vijand.
Het bezetten van Europa kan gezien worden als een succes, maar ook als een fout, want hiermee
zette hij de hegemonie van Duitsland op het spel.
De Franse veldtocht was Hitlers grootste succes. Frankrijk stond echter als op het randje van verval
en Hitler gaf slechts een ‘duw’. Hitler had hier een neus voor, voor dingen die al op instorten stonden.
Vergissingen
Er zijn twee soorten politici:
1. politieke agnosten: zij die niet geloven in het nastreven van grote doelen.
2. politici die theorie in praktijk proberen te brengen.
Hitler valt onder de 2e, een ‘programmatiker’ zoals hij het zelf noemde. Hij wilde niet alleen de
bedenker van het ideaal zijn, maar ook de uitvoerder/politicus. Hitler bedacht zijn eigen wereldbeeld,
als het ware had hij zijn eigen mislukking hiermee ook voorgeprogrammeerd.
Het hitlerisme:
 volken voeren instinctief een strijd voor behoud van eigen ras.
 de staat is slechts een middel tot dit doel.
 alle volken willen Lebensraum d.m.v. oorlog.
 de sterkste moeten overleven en de zwakke moeten worden vernietigd.
 strijd om wereldheerschappij.
+ antisemitisme
- het ras of volk waar Hitler het over heeft is onduidelijk. Gaat het om Duitsers? Ariërs? Alle blanken
behalve de joden?
- ‘ras’ wordt gebruikt als begrip bij rasverbetering, zoals door sterilisatie en ‘fokprogramma’s’. Ook
wordt ras alf begrip gebruikt ter onderscheiding van verschillende soorten bijv. Ariërs, Germanen,
Romanen etc.
Hitlers antisemitisme:
 Rassenstrijd gaat niet over blank, zwart of geel, maar binnen het witte ras, tussen Ariërs en
joden.
 Joden verpesten het blanke ras door zich opzettelijk met Ariërs te mengen.
 Hitlers antisemitische theorie was een van zijn vergissingen.
Drie vragen:
1. Wat zijn de joden in Hitlers ogen? Religie? Volk? Ras?
2. Wat doen de joden dat hen zo gevaarlijk maakt en dat zij zo’n verschrikkelijk lot verdienen?
3. Hoe laat zich Hitlers leer over de eeuwige strijd tussen de joden en alle andere verenigen met zijn
leer over de eveneens eeuwige onderlinge strijd tussen alle volken?
Antwoorden:
1. Joden zijn géén geloofsgemeenschap. Hitler noemt het eerst lange tijd een ras  later een volk.
2. Joden zijn internationaal, kapitalisme, communisme, pacifisme, parlementarisme en democratie zijn
allemaal bedacht door de joden om Ariërs te verzwakken om zelf de wereldheerschappij te kunnen
krijgen.
3. Joden moeten eerst weg en daarna kunnen de overige volken verder strijden.
Overeenkomst tussen marxisme en hitlerisme, de wereldgeschiedenis vanuit één punt verklaren. De
tweede vergissing van Hitler was dat volkeren langer in vrede hebben samen geleefd dan in strijd.
 Er werd al 1500 jaar niet meer om levensruimte oorlog gevoerd.
 Vergissing: lebensraum is sinds de Industriële Revolutie niet meer belangrijk, dat is
technologie en kapitaal, niet grondbezit.  een groot land kan ook een handicap zijn, kijk bijv.
naar Rusland. Een klein land kan juist weer voordelen hebben zoals rijkdom en veiligheid.
 Hitlers Lebensraumgedachte hing samen met het verlangen naar de pré-industriële
samenleving.
Ook zou zijn ‘rassenverbetering’ generaties lang duren, tijd die Hitler niet had, terwijl hij wel alles
tijdens zijn eigen leven wilde bereiken.
Hij vergiste zich in het antisemitisme, het was niet overal op de wereld hetzelfde:
 In Oost-Europa beruste het op complottheorieën  met als oplossing uitroeiing.
 In de rest van de wereld had het antisemitisme een religieuze grondslag  met als oplossing
bekering.
Twee vormen van antisemitisme:
1. sociaal antisemitisme  jood als geldschieter (iemand die grote bedragen geld leent)
2. concurrentie-antisemitisme  door emancipatie in de 19e eeuw hadden veel joden leidende
functies verworven.
Het jodendom is sowieso niet één ras:
Het jodendom bestaat uit verschillende rassen. De meerderheid van de joden die Hitler heeft laten
vermoorden waren niet eens Semieten, maar een Turks volk.
Joden zijn ook geen volk of natie:
 ze hebben geen gemeenschappelijk taal.
 ze hebben wel een solidariteitsgevoel, vooral doordat ze eeuwen lang zijn opgejaagd.
Joden waren in Hitlers tijd alles behalve verenigd (zoals Hitler beweerde) en Hitler maakte hier gebruik
van.
Fouten
twee hindernissen bij het onderzoeken van Hitlers fouten:
1. dat men snel de neiging heeft om alles wat Hitler heeft gedaan als ‘fout’ te bestempelen.
2. dat je als historicus objectief moet blijven en dus niet kunt spreken van goed of fout. Historici willen
geschiedschrijving als exacte wetenschap laten lijken.
Uiteindelijk heeft Hitler met zijn fouten bereikt wat hij juist niet wilde bereiken, bijv. de staat Israël, de
VS en SU als grootmachten en de dekolonisatie.
Eerste fout van Hitler: het nastreven van doelen
Hitler streefde twee doelen na, de hegemonie van Duitsland op Europa en de uitroeiing van de joden,
dat is één doel te veel.
 Daarbij waren de meeste joden pro-Duits, dus Hitler maakte van vrienden vijanden, wat
dubbel telt.
 Niet alleen joodse wetenschappers verlieten Duitsland, maar ook niet-joodse.
 Hitlers antisemitisme was zijn handicap.
 De duitse hegemonie had voor eenwording in Europa kunnen zorgen, uiteindelijke leidde de
Tweede Wereldoorlog alleen tot een opsplitsing van Europa door de Verenigde Staten en de
Sovjet-Unie.
Tweede fout van Hitler: de gemiste kans op vrede
Hitler zei ooit: ‘Ik was Europa’s laatste kans’  dit klopt misschien, maar dit verpeste hij ook.
 Hitler miste twee eigenschappen: staatsmanskunst/staatsbouwkunst en geduld.
o Staatsmanskunst: hij bouwde zijn rijk niet op met bijvoorbeeld een nieuwe grondwet.
o Geduld: hij wilde te snel oorlog (het liefst nog in 1938)  zo was de invasie van
Engeland niet voorbereid.
 Frankrijk bood in 1940 vrede aan, maar dit weigerde Hitler. Als hij dit had geaccepteerd, had
dit de oorlog met Engeland kunnen beeindigen, omdat zij dan niet meer op hoefden te komen
voor hun bondgenoot Frankrijk. Wat Hitler wel wilde was vrede met Engeland sluiten, wat
natuurlijk niet gebeurde, want hier geen Engeland niet mee akkoord.
Iets wat Hitler niet inzag was dat oorlog altijd tot vrede moet leiden.
Derde fout van Hitler: de oorlog met Rusland
Toen Hitler na de winter van 1941-1942 wist dat de oorlog niet meer te winnen viel, ging hij de oorlog
met de VS aan. Waarom hij dit deed blijft een mysterie. Haffner geeft de volgende verklaring hiervoor:
hij wist dat hij niet meer kon winnen, dus daarom maakte hij alles maar kapot.
Na 1941, wanneer hij weet dat hij de oorlog niet meer kan winnen, focust hij zich niet meer op alle
twee zijn doelen, maar slechts op één: het uitroeien van de joden.
Misdrijven
Waarom Hitler een misdadiger is en bijvoorbeeld Alexander de Grote en Napoleon niet, is omdat hij
talloze onschuldige mensen heeft laten vermoorden.
 Hij was een massamoordenaar
 Morden waren geen krijgshandelingen  hij gebruikte de oorlog om moorden te kunnen
uitvoeren.
 Concentratiekampen etc. waren juist tijdrovend en niet handig voor de oorlog  hier moesten
veel SSers en materieel voor worden ingezet, wat niet kon worden ingezet voor de oorlog.
Het Neurenbergproces was volgens Haffner een ongelukkig gebeuren. Het ging vooral over Hitlers
oorlogsmisdrijven, maar oorlogsmisdrijven zijn aan beide kanten gepleegd. Om Hitlers misdrijven goed
te onderzoeken moet er onderscheid gemaakt worden tussen de oorlogsmisdaden en zijn eigen
misdrijven.
Misdrijven tegen de vrede:
 De aanvalsoorlog/veroveringsoorlog van Hitler  werd als misdrijf gezien  volgens Haffner
niet juist, want was het innemen van Oost- en West-Europa door SU en VS ook niet een
veroveringsoorlog?
5 Misdrijven:
1. het massaal doden van zieken in Duitsland vanaf 1939  100.00 doden
2. het massaal doden van zigeuners vanaf 1939  500.000 doden
3. het massaal doden van intelligentia en leidende klasse in Polen + het dom houden van de kinderen
door het schoolsysteem extreem te versimpelen.
4. massamoord op de Russen  hiervoor werden Einsatzgruppe ABCD ingezet.
5. de massamoord op de joden vanaf 1941 in Polen en SU en vanaf 1942 in de rest van Europa en
Duitsland.
 Volgens historicus David Irving wist Hitler hier niks van en was dit allemaal Himmlers idee 
onmogelijk volgens Haffner.
Over zijn laatste misdrijf lichte hij zijn volk niet in. Hij had het Duitse volk twee keer getest, tijdens de
joden boycot en tijdens de Kristallnacht, het volk deed hier niet enthousiast aan mee. Hitler gaf het
volk dus de mogelijkheid om te kunnen zeggen dat ze er niks van wisten.
Verraad
Hitler heeft het Duitse volk de meeste schade bezorgd  7 miljoen doden, op de Russen na de
meeste slachtoffers. Hitler werd in zijn laatste maanden de verrader van Duitsland. Volgens de
‘legendes’ was hij ontoerekeningsvatbaar, volgens Haffner is dit onzin en was hij juist in topvorm.
In drie fasen de slotfase van Hitler:
1. augustus- november 1944  Hitler verhinderde een einde van de oorlog.
2. november-februari 1945  laatste uitval: naar het westen.
3. februari-mei 1945  totale vernietiging van Duitsland met dezelfde energie als zijn veroveringen en
de uitroeiing van de joden.
Fase 1: Hitler verhinderde een einde van de oorlog
Vergelijkbaar met 1918 toen Ludendorff de oorlog liet beëindigen  Hitler doet het tegenovergestelde
hij wilde door vechten ‘tot vijf voor twaalf’. Duitsers die niet meer in de overwinning geloofden liet hij
vermoorden.
Fase 2: laatste uitval naar het westen
Hitler begint een nieuw offensief tegen het westen  op 16 december 1944 het ‘Ardennenoffensief’.
Volgens Haffner heeft Duitsland zijn latere grenzen aan dit offensief te danken, daarbij was dit ook
een keerpunt voor Hitler  na dit offensief keerde hij zich tegen Duitsland (volgens Frits Boterman
had hij zich allang tegen Duitsland gekeerd).
Door zich op het Ardennenoffensief te storten werd Duitsland niet meer beschermd tegen de Russen
 het Ardennenoffensief mislukte en de Russen marcheerden richting de Oder (rivier tussen
Duitsland en Polen).
Het Ardennenoffensief was compleet Hitlers idee, hij was hier niet meer van af te brengen, ondanks
dat het gedoemd was te mislukken.
Volgens Haffner deed Hitler dit, om Duitsland een bevrijding van het Westen te ontnemen en de
Sovjet-Unie de kans te geven om wraak te nemen op het Duitse volk.  Het Duitse volk wilde en
dacht niet meer hetzelfde als Hitler en daarom moesten ze dood, dit was Hitlers laatste besluit.
Fase 3: De totale vernietiging van Duitsland
Oost-Duitsers vluchtte naar het Westen en West-Duitsers hingen witte lakens uit de ramen. Hitler
reageerde hier fel op, ze moesten allemaal worden afgemaakt  het Nero-bevel van 19 maart 1945,
een bevel van Hitler om alle Duitse industriële infrastructuur te vernietigen.
Volgens Hitler was zijn volk het zwakkere gebleken, dus dit moest vernietigd worden, zodat een
sterker volk kan voortleven.
 De Duitsers deden hetzelfde als de Polen, ze deden niet waarvoor ze ‘gemaakt’ waren, dus Hitler
keerde zich tegen hen.
Het ongelijke duel tussen Haffner en Hitler, door Frits Boterman
Haffner was ook journalist en misschien daarom ook wel zo’n goede schrijver. Haffner bestudeerde
bronnen en deed literatuuronderzoek, maar verwees in zijn boek niet naar deze bronnen. Volgens
Haffner zou er zonder Hitler ook een oorlog zijn uitgebroken, maar geen Holocaust.
Haffner behoort tot de intentionalisten  zij zien een directe lijn tussen Mein Kampf en Auschwitz.
Tegenover de intentionalisten staan de functionalisten, dat het juist een escalatie was.
Het boek van Haffner had veel succes, dit komt waarschijnlijk door de periode waarin het boek werd
uitgebracht, dit boek zorgde voor een afsluiting van een woelige periode. Ook was dit boek mogelijk
door de afname van het socialisme. Wat Haffner rond 1980 deed, het benoemen van Hitlers prestaties
was tot dan toe ‘not done’.
Haffner heeft nooit mee gedaan aan de historikerstreit (198601988) (een pennenstrijd tussen Duitse
intellectuelen over de oorsprong en plaats in de geschiedenis van de holocaust en het
nationaalsocialisme) aan de ene kant omdat hij te oud was en aan de andere kant omdat hij er de zin
niet van in zag.
Het Madagaskarplan wordt in dit boek niet genoemd.
Wat volgens Frits Boterman ontbreekt in het boek is antwoord op de vraag waarom zoveel Duitsers
achter Hitler aanliepen en hoe zo’n mislukkeling het zo ver kon schoppen.  Boterman geeft aan dat
dit in zijn boek ‘Het verhaal van een Duitser’ wel veel meer naar voren komt.
Download