Religie in de antieke wereld de Romeinen

advertisement
De Bongard, Simpelveld
26 januari 2016
Koos Linders
750 – 500 AC: koningstijd
500 – 27AC: republiek
27AC - 313: ‘voor-christelijke’ keizertijd (vanaf
Octavianus Augustus)
313 - 476: ‘christelijke’ keizertijd, einde WestRomeinse rijk
Latijn: religare: ‘verbinden’
Relegere: herlezen, nauwgezet in acht nemen (Cicero, -106 tot -43)
Religio : nauwgezet rekening houden met hogere machten
Het numen (mv. numina, ‘goddelijke machten,’) is een
onpersoonlijke hogere macht die zich niet alleen
manifesteert in alle levende wezens, maar ook in
gebeurtenissen en handelingen. HET ZIJN MACHTEN DIE HET
LEVEN BEHEERSEN: VRUCHTBAARHEID, VRIJHEID (libertas),
PLICHTSBESEF (pietas), HOOP (spes), MOED (virtus),
EENDRACHT (concordia).
•
•
Oorsprong: agrarische vruchtbaarheidscultus.
Goden als personificaties van de numina in een
uitgebreid pantheon.
• Riten en sacrale hiërarchisering van de
samenleving om de relatie tussen goden en
mensen te regelen.
Agrarische vruchtbaarheidsculten en –goden vormen de
oorsprong van de Romeinse religie. Natuurgoden als Flora,
Abundantia, Vesta, Janus.
Gepersonifieerde numina als Pietas, Justitia, Clementia,
Libertas, Spes
Goden ter bescherming van huis en haard: Lares en Penates
Oudste triade: Mars was de voornaamste god, naast Jupiter
en Quirinus.
Aeneas
Aeneas, Anchises en
Ascanius.
Aeneas is een
voorbeeld van pietas:
geloof in de goden,
trouw aan het
vaderland en respect
voor de (voor)ouders.
Pietas is een van de
belangrijkste numina.
Pietas
Een munt met aan de
voorzijde een buste
van Flavia Maximiana
Theodora (echtgenote
van Constantinus I
Chlorus) en de legende
FL MAX THEO DORAE
AVG en aan de
keerzijde Pietas die de
borst geeft aan een
kind met de legende
PIETAS ROMANA en in
de afsnede •TRS• (voor
april 340, geslagen in
Trier).
Justitia en
Clementia
De godin Justitia is de
personificatie van de
numen gerechtigheid.
De godin Clementia
(goedertierenheid), is een
personificatie van de
numen, hier ook de
deugd van de clementie,
die vooral vanaf de
keizertijd met beelden en
altaar zou worden geëerd
te Rome.
Fides
De numen Fides is de
personificatie van de
trouw, de loyaliteit
aan de familie en aan
de staat.
Hier afgebeeld op
een munt, met
korenaren en een
mand met fruit in de
hand.
Abundantia
Flora
Romulus en
Remus
Lupa capitolina
In vergelijking met de
Grieken hebben de
Romeinen een
beperkte ‘eigen’
mythologie.
‘Stamvaders’ van de
Romeinen.
Romulus eerste
koning van Rome.
Beschermgeesten van huis en haard, velden, wijnbergen en
wegen.
Lares familiares: familie beschermgeesten; oorsprong op
platteland
Lares compitales: openbare beschermgeesten
Penates privati: familie beschermgoden
Penates publici: openbare beschermgoden
Penates
De met laurier gekroonde
hoofden van de penates publici
met D.P.P. (= Dei Penates Publici)
in de afsnede en aan de keerzijde
twee rechtopstaande Romeinse
generaals, die een lans in de
linkerhand houden en de rechter
uitsteken, alsof het gaat om de
sluiting van een akkoord, boven
een zeug met dertig zogende
biggetjes en opschrift
C.SV(LP)ICI.C.F. (= Gaii Sulpicii Gaii
Filii) (denarius van een lid van de
gens Sulpicia, ca. 94 AC).
Lares
Lararium uit een
latere periode, met in
het midden keizer
Augustus (Pompeii).
Een dame van
aanzien, getuige de
‘inrichting’ van de
askist en de lage stoel
naast haar, waarop
mensen
‘aan haar voeten’
konden plaatsnemen.
‘Hiernamaals’: de overledenen leefden als geesten(di manes)
voort in een geesteswereld waarin zij noch verdriet, noch
vreugde kenden. Zij kregen de noodzakelijke
gebruiksvoorwerpen mee voor het leven in het geestenrijk.
Dis Pater (Hades, Pluto)
• Gepersonifieerde numina als Pietas, Justitia, Clementia,
Libertas, Spes
• Natuurgoden als Flora, Abundantia, Bona Dea, Ceres,
Vesta, Janus.
• Oudste triade: Jupiter – Mars – Quirinus, later vervangen
door Jupiter, Juno en Minerva.
Vesta
Beschermgodin van
huis en haard en,
daarvan afgeleid, ook
van de eenheid en de
veiligheid van de
staat.
Haar tempel stond op
het Forum Romanum,
aan de voet van de
Palatijn.
Sacerdotes Vestales: de Vestaalse maagden
Ingevoerd aan het begin
van de koningsperiode.
Aan het hoofd stond de
Virgo Vestalis Maxima. Zij
waren aangesteld om het
vuur van Vesta brandende
te houden, om onheil af te
wenden en weg te
houden.
Triade
Mars, god van
vruchtbaarheid en
oorlog, was de vader
van Quirinus, de
vergoddelijkte
Romulus. Soms
worden ze met elkaar
geïdentificeerd.
Triade
Jupiter
God van de
donder en
bliksem, vooral
van de regen.
Later
vereenzelvigd met
Zeus.
‘Do ut des’
Verrichten van de juiste handelingen, zingen van de juiste
hymnen, nauwgezet in acht nemen van de cultische
gebruiken zoals vooral offers en vertellen van de juiste
mythen om de ‘Pax deorum’ in stand te houden:
orthopraxie.
Een kwestie van geven en nemen: goden worden geacht het
hunne te doen zolang zij van de mens het respect ontvangen
dat hen toekomt.
‘Vader Mars, ik bid en vraag u, dat gij welwillend en goedgunstig zijt
jegens mij, mijn huis en ons personeel; omwille waarvan ik heb
bevolen mijn akker, grond en landgoed rond te gaan met een zwijnschaap-stierenoffer; opdat gij zichtbare en onzichtbare ziekten,
verweesdheid en verwoesting, rampspoed en noodweer
tegenhoudt… en opdat gij gewassen, granen, wijngaarden … laat
gedijen en goed uitlopen; herders en kudden behoudt en bewaart,
en goede redding en gezondheid schenkt aan mij, mijn huis en ons
personeel.’
Cato (234-149 AC), De agricultura
Parentalia: feesten ter ere van de geesten van de
overledenen.
Lupercalia: vruchtbaarheidsfeesten.
Floralia: lentefeest, met aparte dag voor de Bona Dea.
Saturnalia: zonnewendefeest eind december.
Er bestaat een lijst van 49 een- of meerdaagse feesten.
Hoogste ambt: Pontifex Maximus, daterend uit de
koningstijd toen de koning q.q. dit ambt droeg, vanaf de
Republiek een apart ambt, later overgenomen door de
keizers, later door...
Flamen: tempelpriester
Flamines majores: flamen Dialis (Jupiter), flamen Martialis
(Mars), flamen Quirinalis (Quirinus)
Ambten: augur
De augur was de
bemiddelaar tussen
goden en mensen. Aan
de hand van de vlucht
van de vogels (auspicia:
avis=vogel;
spicere=zien) en hun
geschreeuw of
gekwaak bepaalde hij
de wil van de goden.
Ambten: haruspex
Haruspex: persoon die de
bedoelingen van de goden
kon opmaken uit bepaalde
kenmerken van
ingewanden van een
offerdier.
(Etruskisch hira (lever) of
haruga (oferdier), samen
met spex, afgeleid van
spicere, zien (?).
Ambten: haruspex
De "Lever van Piacenza"
is een levensgroot,
gestileerd model van een
schapenlever in brons.
Binnen de segmenten zijn
inscripties aangebracht,
alle namen van figuren
uit de Etruskische
mythologie. Het is
daarom waarschijnlijk
een instructiemodel voor
haruspices geweest.
Periode van verstedelijking: de stedelijke goden
Vesta, Ianus en Fides winnen aan belang.
Toenemende Etruskische invloed: nieuwe triade
van Jupiter, die de beschermgod van Rome wordt,
Juno (zijn echtgenote) en Minerva.
Jupiter
Jupiter capitolinus
Belangrijkste god in de
triade, beschermer van
Rome en van het hele rijk.
Jupiter
Tempelbeeld uit de
eerste eeuw AC,
gevonden in de buurt
van Rome
Hermitage
Sint-Petersburg
Jupiter
Reconstructie van een
Jupiter-Gigant-zuil met
behulp van een
viergodensteen uit
Maastricht en een beeld
van Jupiter te paard uit
Tongeren.
(Afbeelding: Panhuysen
1996 / H. Peeters)
Juno
Heerseres over de
hemelen, godin van het
zuivere licht, vooral van
het licht van de maan en
daarom evenals alle
maangodinnen een godin
van de vrouwen, het
ideaal van een Romeinse
matrona.
Zij is de echtgenote van
Jupiter.
Minerva
Minerva of Menerva
(Etruskisch) is een
personificatie van de
goddelijke macht van het
verstand, van de
vindingrijkheid van de
menselijke geest. De
Etrusken beschouwden
haar als de uitvindster van
al wat nuttig en
aangenaam is voor het
menselijk leven.
Vanaf de 5e AC krijgen de Romeinse goden meer en
meer het karakter van Griekse goden, worden ze
zelfs vereenzelvigd (Jupiter=Zeus, Juno=Hera,
Minerva=Athena). De Romeinse mythologie wordt
een spiegeling van de Griekse godenwereld.
‘Importgoden’ als Cybele uit Phrygië (200 AC),
Mithras (Perzië) en Isis (Egypte) werden toegevoegd
aan het Romeinse pantheon.
Cybele
Moedergodin, Magna
Mater, door de
Romeinen
geïdentificeerd met
de Griekse godin
Rhea, een van de
Titanen.
Frygische godin van
de vruchtbaarheid,
vanaf de 2e eeuw AC
in Rome.
Isis
Isis is één van de
belangrijkste godinnen van
de Egyptische mythologie,
een typische Moedergodin
en vruchtbaarheidsymbool.
Zij is getrouwd met haar
broer Osiris, god van de
vruchtbaarheid en het
dodenrijk. Hun zoon is
Horus, god van het
verdwijnende en opkomende
leven.
Isis
In Rome ontstond een populaire
Isiscultus in de tijd van Caesar
(60-44AC), wat leidde tot
verspreiding over het hele
Romeinse Rijk. De cultus van Isis
en de cultus van Cybele
bestonden naast elkaar. De
Isiscultus was veel rustiger,
vergelijkbaar met de cultus van
Demeter. Demeter was de godin
van het graan, bij de Romeinen
geïdentificeerd met Ceres. Men
at brood dat besmet was met de
schimmel van ‘moederkoren’,
wat in feite LSD opleverde,
vandaar extase en dansen.
beeld van een
Isispriesteres uit de 2e
eeuw (Palermo)
Mithras
De Mithrascultus, (Mithras
werd wel Sol invictus , de
onoverwinnelijke zon,
genoemd), was een geduchte
rivaal van het in opkomst
zijnde christendom.
Mithras was mogelijk
gebaseerd op de OudPerzische god Mithra die ook
een belangrijke rol speelde in
het Zoroastrisme, waarin de
eeuwige strijd tussen goed en
kwaad centraal staat.
Linker Rijnoever: Germaanse stammen (Eburonen,
Menapiërs, Cugerni). Sterke Gallische (Keltische)
invloeden.
Bronnen: geen teksten of beschrijvingen vanuit
Germaanse bronnen
Archeologisch onderzoek
Informatie van Romeinse schrijvers
Romeinse cultuur wordt de dominante cultuur >
wisselwerking, geen opleggen.
Samensmelten van lokale goden met goden uit het
Romeinse pantheon, zoals Apollo Grannus (Keltische
god van de geneeskunde / heilzame
warmwaterbronnen) en Mercurius Gebrinius.
Ook: lokale goden worden in het Romeinse pantheon
opgenomen.
Net als bij de ‘vroege’ Romeinen: natuurgodsdienst:
jaarcyclus van de natuur, vruchtbaarheidscultus.
Goden o.a.: Tiwaz (Mars, god van de oorlog, dinsdag);
Wodan/Odin (Mercurius, oppergod, wijsheid, handel,
leven en dood, woensdag), Thor/Donar (Jupiter,
dondergod, donderdag), Freya (vruchtbaarheid, liefde,
vrijdag).
Veel plaatselijke goden en godinnen (genii loci).
Grannus: Keltische god van de
Geneeskunde / heilzame
warmwaterbronnen.
Aken: Aquae Granni.
Equivalent met Apollo,
god van de orde en de zorg.
God van de handel, de reizigers
en de winst. In ons gewest zijn veel
Mercuriusbeeldjes gevonden.
Minerva?
Mithras?
Jupiter?
Fortuna redux
Minerva?
Een matrone?
Of toch Fortuna Redux,
omdat ze een rad/wiel
onder haar rechterarm houdt?
Fortuna Redux was een geliefde
godin, vooral voor veteranen van
de Romeinse legioenen.
Augustus: Pietas en religieuze discipline tegen de interne
wanorde in het rijk. Ontstaan keizercultus: verering van de
Genius van de keizer door het hele rijk.
Vreemde godsdiensten winnen meer en meer terrein, onder
hen de ‘secta christiana’.
Genius
Genius (Latijn voor 'voortbrenger')
was een onzichtbare
beschermgeest, die alles behoedde
en bewaakte, maar voornamelijk
zijn invloed deed gelden op het
doen en laten van de mens. De
genius van iedere mens werd
beschouwd als de oorzaak van zijn
geboorte. Iedere man had zijn eigen
genius. Vrouwen hadden in
dezelfde zin haar iuno.
afbeelding van een Genius, 1e eeuw
Octavianus
Augustus (-27 – +14)
De vergoddelijking
(apotheose) was in
principe een politieke
daad om de majesteit
van het keizerlijke
ambt te versterken.
De keizer werd ook
de Pontifex Maximus.
Ondanks de
religieuze tolerantie
werd de keizercultus
aan het gehele rijk
opgelegd.
De genius van keizer Augustus wordt vereerd als
de belangrijkste onder de Lares Compitales. Na
Augustus vindt een vermenging/identificatie
van Lares, Penates en Genii plaats.
Het Lararium van keizer Alexander Severus (222235) bevatte o.a. Alexander de Grote en Jezus
Christus.
Feest uit de late koningstijd ter ere van Saturnus, mythisch
koning uit het vroege Italië, landbouwgod.
Herinnering aan de ‘gouden jaren’.
17 december e.v. Iedereen had vrij, men gaf elkaar
geschenken, de rollen van slaaf en heer werden omgekeerd,
copieuze maaltijden en drinkgelagen.
217: ritus Graecus, identificatie van Saturnus met Kronos.
DIES NATALIS SOLIS INVICTI
Elagabalus
Aurelianus
Constantijn
… christendom
Sol invictus
 Elagabalus of
Heliogabalus, keizer van
218-222.
 Hij was een Syrische
priester van de zonnegod
El Gebal. Hij probeerde
zijn god onder de titel van
Deus Sol Invictus tot de
Romeinse oppergod te
maken. Ter ere van zijn
god liet hij op de Palatijn
de grote Tempel van
Elagabal bouwen.
Sol invictus
Aurelianus met
zonnekroon
Keizer Aurelianus introduceerde
in 270 PC de cultus van Sol
Invictus als officiële staatsreligie
waarbij Sol de hoofdgod van het
rijk werd en Aurelianus als
keizer een zonnekroon ging
dragen. Aurelianus' Sol ontstond
uit El Gebal en Apollo, maar
vertoonde ook veel gelijkenis
met Mithras. Aurelianus droeg
de tempel van Sol Invictus op 25
december 274 op tijdens de Dies
Natalis Solis Invicti.
Sol invictus:
Constantijn de
grote (307-337)
Een gouden medaillon met
Constantijn en Sol Invictus
in profiel afgebeeld en de
legende INVICTVS
CONSTANTINVS MAX AVG,
313
Een munt van Constantijn (ca.
337) met een voorstelling van
een door een labarum met
Christusmonogram gespietste
slang.
Sol invictus
Christus als als Sol Invictus(3e –
4e eeuw PC), necropolis onder
oude Sint Pieter.
Christus wordt afgebeeld in de
zonnestrijdwagen van ApollonHelios en hij krijgt de titel van
"zon van gerechtigheid"
toebedeeld, naar een tekst uit de
profeet Maleachi.
 Daarnaast zijn er parallellen
tussen de Dies Natalis Solis
Invicti en Kerstmis.
Superstitio
Confrontatiepolitiek:
spijkerharde weigering om deel te
nemen aan de keizercultus
Martelaarschap met uitzicht op het
eeuwig leven.
Spotcrucifix, gevonden op een muur nabij de Palatijn, waarschijnlijk begin 3e eeuw.
Factoren die bevorderlijk waren voor de verbreiding van het
christendom
• Tendens van monotheïsme en syncretisme, gelijkenis met
andere soterologische religies: behoefte aan individuele verlossing
• Exclusiviteit: geloof in de ‘Ene God’
• Intellectueel afstand nemen van antropomorfisme
van de goden, tendens naar ‘het goddelijke’. Stoïcijnen
• Goede organisatie van lokale gemeenschappen over het hele rijk,
‘diocesen’.
• Sterkste ‘troef’: belofte van eeuwig leven naar ziel en lichaam.
303-306: edicten in het WRR die een einde (pogen te) maken
aan de christenvervolgingen
311: tolerantie-edict van keizer Galerius (edict van Nicomedia).
312: Slag bij de Milvische brug. Constantijn wordt 1e
‘christen’keizer.
313: Edict van Milaan: christendom wordt ‘religio licita’,
godsdienstvrijheid
325: oecumenisch concilie van Nicea. Constantijn gebruikt zijn
keizerlijke macht om geloofsbeslissingen af te dwingen.
361: Julianus Apostata.
379: Gratianus legt het ambt van Pontifex Maximus
neer en draagt dat over aan de bisschop van Rome.
Vestiging van het christendom
 380: edict Cunctos Populos
van de keizers Theodosius I,
Gratianus (+383) en
Valentianus (+329) maakt een
einde aan de
godsdienstvrijheid.
 394: Theodosius
alleenheerser, christendom
wordt staatsgodsdienst.
Verbod Olympische Spelen.
 494: Paus Gelasius I verbiedt
de Lupercalia, laatste restant
van het ‘heidendom’.
CUNCTOS populos, quos clementiae nostrae regit
temperamentum, in tali volumus religione versari, quam
divinum Petrum apostolum tradidisse romanis
Alle volkeren, waarover wij een mild en gematigd bewind
voeren zullen zich, zo is onze wil, tot de religie bekeren,
die de goddelijke apostel Petrus aan de Romeinen
overgeleverd heeft
Bestuursstructuur RK kerk: Pontifex maximus, pontificaat,
curie (Curia Romana), met aan het hoofd de prefecten (een
PP van praeficere: vooruit maken, hier: aan het hoofd
stellen van = algemene benaming van bestuurder in het
IR), bisschop, diocees (διοίκησις = bestuur: bestuurslaag in
het IR tussen de praetor (rechtsmagistraat, cfr. Pretoriaanse
Garde) en de provincia. Aan het hoofd van ieder diocees
stond een vicarius.
Verdeling van het jaar in natuur- en
landbouwfeesten – synchretisme feesten en
gebruiken: Allerheiligen-Allerzielen, Parentalia;
Kerstmis – Dies Natalis Solis Invictis, Saturnalia (ook
Carnaval), vastenperiode (reinigingsrituelen van de
Lupercalia); Pasen en Pinksteren: Floralia (Floriade!),
Bona Dea.
Galaktotrofusa, de zogende Moeder. In Egypte waar de afbeelding van een
zogende Isis met het Horuskind zeer populair was, kwam deze vorm al vroeg
voor (vanaf 4de eeuw). Vanaf de 12de of 13de eeuw verscheen deze afbeelding
in het Orthodoxe christendom.
Levensbeschouwing, theologie, wijsbegeerte en ethiek van de
westerse cultuur zijn geworteld in het denken van de antieke
mens, Joden, Romeinen en Grieken: Jerusalem, Rome en
Athene.
Met dank aan Joodse (Maimonides) en Moslim-denkers (Ibn
Rushd ofwel Averroës) uit Andalusië.
Romanisering - Christianisering
Deae Quadruviae
Wegkruisen
Download