Glaucoom Glaucoom is een ziekte van het oog. Bij glaucoom is meestal de druk binnen in het oog te hoog, waardoor de oogzenuw bekneld raakt en op den duur beschadigt. Hierdoor kan de oogzenuw de beelden uit de buitenwereld niet meer goed doorgeven aan de hersenen. Zonder behandeling kan glaucoom tot blindheid leiden. Er zijn verschillende vormen van glaucoom. In de meeste gevallen gaat het om een chronische vorm van de ziekte. Dit is verraderlijk, omdat u er zelf in het begin niets van merkt. Uw oogarts kan onderzoeken om welke vorm het in uw geval gaat. Verschijnselen Glaucoom ontstaat meestal aan beide ogen. Soms is het ene oog eerder aangedaan dan het andere, maar de aandoening ontwikkelt zich vaak aan beide ogen tegelijk. Bij de meeste vormen van glaucoom gaat de achteruitgang van het gezichtsveld heel geleidelijk. Dikwijls merkt u pas dat er iets aan de hand is, als meerdere ‘happen’ uit de periferie (buitenkant) van uw gezichtsveld verdwenen zijn. Risicofactoren Iedereen kan glaucoom krijgen, maar bij sommige mensen is het risico groter dan bij andere. De kans op glaucoom neemt toe bij de volgende factoren. Glaucoom komt voor in de familie. Het stijgen van de leeftijd. Negroïde afkomst. Verziendheid. Bijziendheid. Gebruik van bepaalde geneesmiddelen. Sommige oogaandoeningen. Wanneer u tot een van deze groepen behoort, dan is het verstandig regelmatig uw ogen te laten controleren. Dat kan bij een oogarts of bij een opticien die tevens optometrist is. Diagnose stellen bij glaucoom Regelmatige controle van uw ogen door een oogarts kan glaucoom al in een vroeg stadium aan het licht brengen. Als glaucoom vaker voorkomt in de familie en u ouder bent dan veertig jaar, dan is het aan te raden om uw ogen regelmatig te laten controleren. Uw oogarts kan u adviseren hoe vaak u het beste kunt komen. Bij een onderzoek naar glaucoom zal de oogarts uw oogdruk meten, het inwendige van het oog bekijken en een bepaling van het gezichtsveld doen. Het onderzoek is weinig belastend. De belangrijkste methoden om vast te stellen of u glaucoom hebt zijn oogdrukmeting, oogspiegelen, gezichtsveldonderzoek en gonioscopie (het beoordelen van de kamerhoek). Deze onderzoeken worden gedaan door de oogarts. Ook de optometrist, een soort opticien, kan glaucoom constateren. Bij oogdrukmeting gaat de oogarts met behulp van een apparaatje na of uw oogdruk niet te hoog is. Soms is het nodig dat de oogdruk op verschillende tijden van de dag gemeten wordt. Met een oogspiegel kan de oogarts beoordelen of de oogzenuw beschadigd is. Soms worden hiervoor oogdruppels gegeven die de pupil verwijden. U ziet dan tijdelijk wat wazig. Een gezichtsveldonderzoek wijst uit of u nog goed ziet. Soms wil de oogarts het beeld van uw pupil vastleggen. Dit gebeurt door middel van foto’s. Hiervoor worden uw pupillen verwijd en wordt een flitslicht gebruikt tijdens het fotograferen. Na dit onderzoek ziet u een aantal uren wazig. U kunt daarna niet zelf autorijden De behandeling Als u glaucoom hebt waarbij de druk in uw oog te hoog is, zal de oogarts bij de behandeling proberen om de oogdruk te verlagen. Hiervoor zijn verschillende methoden. In de eerste plaats zal de oogarts u medicijnen voorschrijven. Meestal zijn dit oogdruppels. Als dit niet voldoende helpt, dan kan de arts u voorstellen een laserbehandeling te geven. Dit is een vrijwel pijnloze behandeling, waarbij de afvoer van het inwendige oogvocht wordt verbeterd. Ten slotte is er nog de mogelijkheid van een operatie. Deze glaucoomoperatie is ook bedoeld om de afvoer van het oogvocht te verbeteren. Met deze behandelingen kan uw arts proberen om verdere beschadiging van de oogzenuw en het gezichtsvermogen te voorkomen. Al ontstane schade aan de oogzenuw en aan het gezichtsvermogen kan niet meer hersteld worden. Het verloop van de behandeling De behandeling die u krijgt bij glaucoom kan in de loop van de jaren worden aangepast. Sommige types of doseringen medicijnen zijn na verloop van tijd minder effectief. Het is ook mogelijk dat uw oogdruk toeneemt doordat de aandoening zich, ondanks de therapie, verder ontwikkelt. Een verandering in de wijze van behandelen hoeft niet altijd te betekenen dat het slechter gaat met de glaucoom. Regelmatig komen er nieuwe behandelingsmethoden beschikbaar die beter zijn dan de bestaande. Tot slot Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen dan kunt u contact opnemen met de polikliniek oogheelkunde, telefoonnummer 0115 - 688488.