7 SOCIAAL LEVEN ___________________________________________________________________________ 1 COMPETITIE VOOR HULPBRONNEN a) competitie door exploitatie: vrije verdeling “ideal free distribution”: exploitatie van de bron (zonder disput) - voorwaarde: totale vrijheid v.h. individu - model: verdeling competitoren a en b over bronnen (habitats) A en B - uitkomst: overeenkomstig de rijkdom van A, B als A ≥ B dan a ≥ b zonder strijd als A ≤ B dan a ≤ b zonder strijd voorbeelden: - aanschuiven in supermarkt: 2 snelheden A = B dan rij a = b 2 snelheden A = 2B dan rij a = 2b - stekelbaarzen met watervlooien b) Competitie door defensie: despotische verdeling - voorwaarde: interferentie (competitoren interageren; defensie van hulpbronnen, zoals territoria → reductie van efficiëntie) (territorium = verdedigd woongebied) - model = vrije verdeling (a) - uitkomst : overeenkomstig de rijkdom v. A, B als A ≥ B dan a ≥ b met strijd als A ≤ B dan a ≤ b met strijd vb koolmezen voor “vreemdelingen” geldt bij competitie: - zonder interferentie: “toeristen” (cfr.a) - met interferentie: “gastarbeiders” onder plateau (=competitie zonder exclusie); “illegalen” op plateau voor “eigen volk” geldt bij competitie: - “concurrentie” onder plateau (=competitie zonder exclusie) - “emigranten" op plateau worden: “kolonisten” (vroeger) “buitenlandse filialen” cultuuruitdragers e.d. remediëring bij stress (conflicten) 1. lokaal: bron verrijken of bezetting verlagen 2. mondiaal: bezetting verlagen → geboortebeperking ! c) vrije verdeling met ongelijke competitoren - principe zoals (a) doch: “groter” individu bezet de plaats v. meerdere “kleintjes” - competitieve eenheid: U = groep ongelijke competitoren - model: verdeling Ua, Ub over bronnen A en B - uitkomst: overeenkomstig rijkdom van A, B als A ≥ B dan Ua ≥ Ub als A ≤ B dan Ua ≤ Ub d) de economie v. defensie 1. verdedigbaarheid (territoriaal gedrag) - kost energie en is riskant doch verschaft eigendom v.d. bron - enkel zinvol als kosten-baten = positief - kosten worden hoger dan baten als: 2. er te veel indringers komen er meer voorhanden is dan kan opgebruikt worden risico op predatie te hoog wordt gedeelde inspanning - economische overwegingen (aanloop naar socialisatie) (minder opbrengst, doch minder kost aan defensie) - ouderlijke plichten tijdens reproductieperiode 2 LEVEN IN GROEP a) predatie vermijden 1. waakzaamheid verhoogt - veel ogen zijn beter dan één: meer indiv.: minder tijd (verlies) voor rondkijken meer tijd (winst) voor voedsel vergaren - grote groepen: 100 % waakzaamheid, doch bedriegers (cheaters): 100 % voedertijd zonder rondkijken 2 bescherming in aantallen tegen predatie - verdunningseffect: als groep A > B dan pakkans in A < B selectie voor groepsleven - veiligst in het midden v.d. groep gevolg: iederen naar het midden (in aanwezigheid predator) → zeer hoge dichtheid b) voedsel vergaren 1. goede voedselbronnen vinden - samen zoeken: eens gevonden → genoeg voor iedereen apen in boom met vruchten - informatie transfer vanuit centra (rust en rustplaatsen) 2. moeilijke prooien bemachtigen in groep, (maar: daarom nog geen gelijke verdeling) leeuwen op buffeljacht; oorlogsbuit 3. aangroeiende voedingsbron “roterende beweiding” in groep beter dan (individuele) territorialiteit (nomaden sedentairen → overbegrazing → verwoesting) 3. kosten competitiefactor ts. Individuen v.d. groep (exploitatie, interferentie) mus met kruimeltje of stukjes brood c) optimale groepsgrootte 1. centra voor informatie en voor parasieten! kolonievorming bij rotszwaluwen 2. tijdsbudgetten zwerm foeragerende vogels (zoals sijsjes in een els) dominant indivu: (1) rondkijken; (2) eten; (3) kibbelen subdominant ind.: (1); (3); (2) wederkerige uitsluiting (men kan het ene niet doen als men met het andere bezig is) Groepsgrootte wordt bepaald door samenspel van 1, 2 en 3. (de tijd die je niet spendeet aan 1 of 3 blijft over voor 2) 3 zijn optimale groepen stabiel? - neen: geïsoleerde indivuen komen er bij (dus vaak groter) - eerder stabiel dan optimaal 4 individuele verschillen: dominanten (centraal): predatiedruk lager subdominanten (perifeer): predatiedruk hoger d) evolutie van groepsleven groepsgedrag heeft erfelijke basis ! guppies 3 EGOÏSME EN ALTRUÏSME a) selectie voor bloedverwantschap 1. de theorie - r = ∑ 0.5L = verwantschapscoëfficient kans dat door afstamming gen ind. a = gen ind. b - afstammingsdiagram: figuur 7.6 geeft veel voorbeelden - altruïsme: baat voor anderen, kosten voor altruïst - parentaal altruïsme = genetisch egoïsme: altruïsme tussen verwanten promoot voortbestaan eigen genen → regel v. Hamilton bij altruïstische interactie: C kost v. donor; B : baat v. ontvanger "gen voor altruïsme" zal toenemen als B 1 of rB - C > 0, C r - directe fitness: component v.d. fitness door zelf te reproduceren indirecte fitness: component v.d. fitness door verwanten te helpen samen: inclusieve fitness 2. voorbeelden zie tekst 3. hoe herkent een individu bloedverwanten ? - genen die zelfde genen herkennen bij anderen ? - eenvoudige regels ? "beschouw iedereen waarmee je opgegroeid bent als verwant" - vogels en nestplaats - mensapen b) mutualisme en manipulatie - mutualisme: wederzijds voordeel door coöperatie (bondgenoten) 2 leeuwinnen beter dan 1, ook al zijn ze geen verwanten - manipulatie: lijkt op altruïsme voor verwant (≠ verwant !) koekoeksjong - schijnvriendschap (zie later) c) wederkerigheid 1. het dilemma v.d. gevangene (nu helpt individu A indiv. B, als later B ind. A zal helpen) de vertragingsfactor (vandaag krijgen, morgen geven) opent de weg naar bedriegen: spel in functie van speler A. T>R>P>S speler B (temptation, reward, sucker, punishment) coöperatie coöperatie beloning wederzijdse ontrouw betalen v.d. uitbuiter coöperatie speler A S=0 R=3 ontrouw verleiding tot ontrouw straf voor wederzijdse T=5 ontrouw P=1 - als spelers elkaar slechts éénmaal ontmoeten : geen E.S.S., zelfs als iedereen coöperatief is (R = 3 als winst) loont het de moeite ontrouw te zijn (T = 5) en te blijven (P > 5) altruïsme ontwikkelt zich in sociale structuren tot ESS - als spelers elkaar voldoende ontmoeten : best "lik op stuk" strategie ("tit for tat") strategie : - coöperatie na de eerste keer - na de 2e keer en zo verder : doen wat de opponent doet succes steunt op 1) sociale context (samenleven) bij mens gereguleerd door wetten en geld 2) (éénmalige !) vergevingsgezindheid om coöperatie te herstellen 3) vergelding: ontmoedigt ontrouw 2. voorbeelden - vampiers in Costa Rica - vlooien bij primaten.