doc bestandHandicap fiscaal

FISCAAL ALS GEHANDICAPT AANGEMERKT
Volgens het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de
Vlaamse Gemeenschap komen enkel personen in aanmerking voor een extra punt
die fiscaal als gehandicapt worden aangemerkt.
Wie wordt door de fiscus aanzien als gehandicapt?
Dit wordt bepaald in het Wetboek van de Inkomsten belastingen nl. in art. 135
1° diegene van wie, ongeacht de leeftijd, is vastgesteld dat ingevolge feiten
overkomen en vastgesteld vóór de leeftijd van 65 jaar :
- ofwel zijn lichamelijke of geestelijke toestand zijn verdienvermogen heeft
verminderd tot één derde of minder van wat een valide persoon door een of ander
beroep op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen ;
- ofwel zijn gezondheidstoestand een volledig gebrek aan, of een vermindering van
zelfredzaamheid van ten minste 9 punten tot gevolg heeft, gemeten volgens de
handleiding en de medisch-sociale schaal van toepassing in het kader van de
wetgeving met betrekking tot de tegemoetkomingen aan gehandicapten ;
- ofwel na de periode van primaire ongeschiktheid, bepaald in artikel 87 van de wet
betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en
uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, zijn verdienvermogen is verminderd tot
een derde of minder, zoals bepaald in artikel 100 van dezelfde gecoördineerde wet ;
- ofwel hij, ingevolge een administratieve of gerechtelijke beslissing, tot ten minste
66% blijvend lichamelijk of geestelijk gehandicapt of arbeidsongeschikt is
verklaard ;
2° het kind dat tot ten minste 66 % is getroffen door ontoereikende of verminderde
lichamelijke of geestelijke geschiktheid wegens één of meer aandoeningen.
De Minister van Financiën of zijn gedelegeerde wijst, voor de toepassing van de
belastingwet, de overheden aan die de toestand als gehandicapte vaststellen.
Deze wettekst vertaald naar de praktijk:
als gehandicapte volgens de fiscale wetgeving komen de volgende personen in
aanmerking :
- De persoon, ongeacht de leeftijd van de betrokkene, op voorwaarde dat de feiten
die aanleiding hebben gegeven tot die handicap vóór de leeftijd van 65 jaar zijn
overkomen en vastgesteld. Als de handicap van een belastingplichtige dus niet vóór
zijn 65e verjaardag is vastgesteld, maar hij kan bewijzen dat zijn handicap (van ten
minste 66 % of een gelijkwaardige ernst) het gevolg is van feiten die vóór de leeftijd
van 65 jaar gebeurd en vastgesteld zijn, kan hij zijn graad van handicap nog na die
leeftijdsgrens doen vaststellen.
- Een kind dat ten minste 66% is getroffen door ontoereikende of verminderde
lichamelijke of geestelijke geschiktheid wegens één of meer aandoeningen
Welke bewijzen van handicap aanvaardt de fiscus:
1.
Kinderen
- kinderen geboren vóór 1993: om recht te hebben op de verhoogde kinderbijslag
moeten deze kinderen voor ten minste 66% gehandicapt zijn. Hebben deze kinderen
1
recht op deze verhoogde kinderbijslag dan worden ze fiscaal automatisch als
gehandicapt beschouwd. Dus op basis van attesten van kinderbijslagfondsen of het
Sociaal Verzekeringsfonds voor Zelfstandigen.
- kinderen geboren in 1993 en later: handicap kind wordt vastgesteld aan de hand
van 3 factoren/pijlers. Fiscaal wordt een kind als gehandicapt beschouwd als het
minstens 4 punten telt in pijler 1 (vaststellen lichamelijke of geestelijke handicap).
Hier is er echter wel een verschil met de verhoogde kinderbijslag omdat voor ht
bekomen van verhoogde kinderbijslag de punten van de 3 verschillende pijlers
worden samengeteld.
Voor de fiscus (personenbelasting) worden enkel de punten in pijler 1 geteld.
Voor het bepalen van de onroerende voorheffing (bevoegdheid Vlaams Gewest)
echter moet het puntenaantal van de 3 pijlers samen minstens 6 bedragen of moeten
er 4 punten in pijler 1 zijn toegekend.
Vaststelling ook op basis van attesten van kinderbijslagfondsen of het Sociaal
Verzekeringsfonds voor Zelfstandigen.
2.
Personen tot 65 jaar
- personen die recht hebben op de inkomensvervangende tegemoetkoming, dit zijn
personen van wie het verdienvermogen door hun lichamelijke of psychische toestand
tot een derde of minder is gedaald van wat een valide persoon op de algemene
arbeidsmarkt kan verdienen - attest uitgereikt door de Bestuursdirectie van de
Uitkeringen aan personen met een handicap van de Federale Overheidsdienst
Sociale Zekerheid
- personen die recht hebben op de integratietegemoetkoming omdat hun
gezondheidstoestand een volledig gebrek aan of een vermindering van
zelfredzaamheid van ten minste negen punten tot gevolg heeft - attest uitgereikt
door de Bestuursdirectie van de Uitkeringen aan personen met een handicap van de
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid
- personen van wie, na een periode van primaire ongeschiktheid, het
verdienvermogen verminderd is tot een derde of minder. Dit zijn personen die kunnen
genieten van een invaliditeitsuitkering van de wettelijke ziekteverzekering; dit zijn de
zogenaamde RIZIV-invaliden. De erkenning als gehandicapte is slechts mogelijk na
één jaar primaire ongeschiktheid van ten minste 66%. Vanaf dan beslist de
Geneeskundige raad voor invaliditeit (GRI) van het RIZIV over de erkenning van de
invaliditeit, en over de verdere verlengingen. De raad baseert zich daarvoor op een
verslag dat de adviserend geneesheer van het ziekenfonds heeft opgemaakt.
Het bewijs word geleverd door een vermelding op het fiche 281.12 waaruit blijkt dat
de belastingplichtige op 1 januari van het aanslagjaar als invalide door het RIZIV is
erkend ofwel door een jaarlijks door het ziekenfonds uit te reiken attest met
vermelding van de periode waarin de betrokkene door het RIZIV is erkend.
N.B. Ambtenaren van overheidsdiensten die met ziekteverlof zijn of in disponibiliteit
wegens ziekte zijn gesteld en personeelsleden die met vervroegd pensioen zijn
gesteld (o.a. militairen en rijkswachters) worden gelijkgesteld met RIZIV-invaliden.
2
- personen die ingevolge een administratieve of gerechtelijke beslissing tot ten
minste 66% blijvend lichamelijk of geestelijk gehandicapt of arbeidsongeschikt zijn
verklaard. Dit zijn de slachtoffers van verkeersongevallen, arbeidsongevallen,
beroepsziektes, burgerlijke oorlogsslachtoffers, militaire oorlogsinvaliden, militaire
invaliden uit vredestijd…..
Als bewijs wordt aanvaard: een attest van een officiële of semi-officiële dienst die de
gehandicapte een medisch onderzoek heeft laten ondergaan vooraleer een
schadevergoeding of sociale tegemoetkomingen uit te betalen.
- Als de belastingplichtige enkel een attest van de behandelende geneesheer kan
voorleggen, kan de handicap vastgesteld worden door een geneesheer van de
Medische Dienst van de Bestuursdirectie van de Uitkeringen aan personen met een
handicap van de FOD Sociale Zekerheid. Daarvoor moet de belastingplichtige een
aanvraag voor een geneeskundig onderzoek doen bij de taxatiedienst waaronder hij
valt.
3.
Personen vanaf 65 jaar
Worden beschouwd als 66% gehandicapt indien ze reeds als 66% werden erkend
vóór de leeftijd van 65 jaar. Attesten zie hierboven 1.
Handicap wordt vastgesteld nà 65 jaar: te attesteren zoals hierboven 1.
Bijkomend moet worden aangetoond dat de handicap het gevolg is van feiten die zijn
gebeurd en vastgesteld vóór de persoon de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt.
3