Norovirus hygiënemaatregelen zorginstellingen inclusief psychiatrisch ziekenhuis Doel van het protocol: Het zoveel mogelijk voorkomen van verdere verspreiding van het norovirus. I. Organisatorische maatregelen voor de getroffen afdeling Informeren: Informeer bewoners, familie en direct betrokkenen over de situatie. Geef advies over hand- en toilethygiëne. Dit is de belangrijkste maatregel bij het beperken van virusverspreiding. Algemeen: Laat personeel zoveel mogelijk de pauzes op de afdeling doorbrengen en deze direct na werktijd verlaten. Annuleer groepsgebonden activiteiten, zoals kerkdiensten, groepsmaaltijden en groepstherapieën. Beperk bezoek zoveel mogelijk, met name van jonge kinderen (kinderen <6 jaar hebben minder hygiënebesef) en zieke bezoekers met een verzwakte weerstand. Vraag aan bezoek om slechts één cliënt te bezoeken en na het bezoek de locatie te verlaten. Laat bezoekers bij het verlaten van de besmette locatie de handen wassen (zie ‘Hoe moeten de handen gewassen worden?’). Gooi voedsel in ruimten waar gebraakt is meteen weg, omdat dit mogelijk besmet is met het virus. Zorg dat ziek personeel onmiddellijk naar huis gaat en het werk pas 24 uur na herstel weer hervat. Herstel is gedefinieerd als: geen klachten van braken of diarree meer hebben. Bij werkhervatting moeten werknemers de persoonlijke hygiënemaatregelen strikt naleven, want zij kunnen het virus ook dagen na herstel nog uitscheiden. Daarom worden ze tot de uitbraak op de afdeling voorbij is tewerk gesteld op “noro-afdelingen.” Cohortverpleging: Scheid zieke bewoners zoveel mogelijk van de niet-zieken bijvoorbeeld door zieken in een meerpersoonskamer bij elkaar te leggen. Verplaats bewoners (ook niet-ziek) niet naar andere afdelingen of instellingen, tenzij het belang van overplaatsing het besmettingsrisico overstijgt. -1- Zorg dat verplegend/verzorgend personeel niet wordt uitgewisseld tussen afdelingen Norovirus hygiënemaatregelen zorginstellingen inclusief psychiatrisch ziekenhuis waar zieken en gezonden liggen. Wijs aparte toiletten aan voor zieken en niet-zieken. Laat hersteld personeel tot het einde van de uitbraak op de afdeling de zieke bewoners verzorgen. Het hersteld personeel heeft tijdelijke immuniteit tegen het heersende norovirustype. II. Hygiënemaatregelen Handhygiëne Handhygiëne is heel belangrijk, want het norovirus kan via de handen worden overgebracht naar anderen. Wanneer moeten de handen gewassen of ontsmet worden? Hoe moeten de handen gewassen worden? 1. Open de kraan met een wegwerphanddoek. Elleboogkranen moeten met de elleboog worden bediend. Laat het water flink stromen. 2. Maak de handen goed nat en voorzie deze vervolgens van een laag vloeibare zeep uit een zeepdispenser. 3. Wrijf de handen zorgvuldig, gedurende minimaal 10 seconden in met zeep. Denk daarbij ook aan vingertoppen, duimen, huid tussen de vingers en de polsen. 4. Spoel de zeep op de handen goed af met ruim water. 5. Handen goed afdrogen met een wegwerphanddoek. 6. Sluit de kraan met de elleboog of met de wegwerphanddoek. 7. Werp de gebruikte handdoek in de daarvoor bestemde container. -2- Norovirus hygiënemaatregelen zorginstellingen inclusief psychiatrisch ziekenhuis Hoe moeten de handen ontsmet worden? Het gebruik van handalcohol is toegestaan. Handalcohol mag alleen worden gebruikt als de handen niet zichtbaar verontreinigd zijn. Zichtbaar bevuilde handen moeten worden gewassen. Wrijf de handen zorgvuldig, gedurende minimaal 30 seconden in met handalcohol. Denk daarbij ook aan vingertoppen, duimen, huid tussen de vingers en de polsen. Blijf wrijven tot de alcohol is verdampt. Persoonlijke hygiënemaatregelen voor het personeel Naast handhygiëne draagt ook een goede persoonlijke hygiëne van het personeel bij aan infectiepreventie. Nagels: Kortknippen en schoonhouden Gebruik geen nagellak Kunstnagels zijn verboden Sieraden: Draag geen hand- en polssieraden, ook geen (trouw-)ringen Dienstkleding/beschermende kleding: Draag korte mouwen. Dit is praktisch bij het handen wassen, want de mouwen kunnen niet nat worden en de polsen kunnen goed gewassen worden. Kies kleding die bij wasbaar is op 60 °C. Indien de kleding slechts op 40 °C kan worden gewassen, moet gebruik worden gemaakt van de wasdroger of moet de kleding worden gestreken. Gebruik een totaalwasmiddel (dus geen fijnwasmiddel of wasmiddelen die bestemd zijn voor bonte was). Een totaalwasmiddel reinigt beter. Was op een standaardwasprogramma met centrifugeren en gebruik geen verkorte wasprogramma’s. Maak de wasmachine niet te vol, zodat met ruim water gespoeld kan worden. Gebruik een wasdroger om het wasgoed te drogen. Draag bij werkzaamheden waarbij men in aanraking kan komen met diarree of braaksel: o Wegwerphandschoenen (nauwsluitend). Na gebruik: meteen weggooien en handen en polsen wassen. o Een plastic halterschort. o FFP1 Mondneusmasker. o Plastic overschoenen als er sprake is van een zichtbaar vervuilde vloer door braken of diarree. Gooi ze meteen weg bij het verlaten van de ruimte en was de handen. -3- Norovirus hygiënemaatregelen zorginstellingen inclusief psychiatrisch ziekenhuis Zorg dat medewerkers tijdens een noro-uitbraak altijd een masker binnen handbereik hebben. III. Reiniging, desinfectie en einddesinfectie Reiniging = een normale schoonmaakbeurt met schoonmaakmiddel Desinfectie = ontsmetting met een speciaal ontsmettingsmiddel, ná normale reiniging, zie ‘Procedure: Desinfectie’ Einddesinfectie = extra grondige desinfectie na afloop van uitbraak, zie ‘Procedure: einddesinfectie’ Wanneer, waar en hoe moet er gereinigd en gedesinfecteerd worden? Met reiniging wordt een normale schoonmaakbeurt met schoonmaakmiddel bedoeld. Desinfectie betekent ontsmetting met een speciaal ontsmettingsmiddel en dit vindt plaats (direct na reiniging) wanneer er in een ruimte diarree of braaksel wordt aangetroffen. Dit moet dan zo snel mogelijk gebeuren. Vervolgens moet de ruimte minstens 4 uur worden geventileerd (indien mogelijk). Algemene ruimtes en keuken: Geef algemene ruimtes en (afdelings-) keukens aan het eind van de dag een schoonmaakbeurt. Speciale aandacht voor handcontactpunten zoals tafels, telefoons, deurklinken/knoppen, leuningen, lichtschakelaars en kranen. Desinfecteer hierna de werkoppervlakken en hand- en contactpunten in de keuken dagelijks aan het einde van de dag. Kamers van zieke cliënten: Reinig de kamers van zieke cliënten dagelijks conform de in de instelling gangbare methode. Gebruik voor elke kamer schoon sop en wegwerpdoekjes. Indien microvezeldoekjes worden gebruikt, moet men voor elke kamer een schoon doekje en schoon water nemen. Sanitaire ruimten: Reinig gezamenlijke baden en douches na ieder gebruik. Desinfectie is noodzakelijk als de cliënt incontinent is geweest tijdens de wasbeurt. Reinig en desinfecteer de gezamenlijke toiletten driemaal per dag. Reinig en desinfecteer toiletten van zieke cliënten éénmaal per dag Reinig en desinfecteer van schoon naar vuil en vergeet de hand- en contactpunten niet. Gebruik bij het reinigen van elk toilet schoon sop en bij voorkeur wegwerpdoeken. Indien microvezeldoekjes worden gebruikt, moet men voor elke kamer een schoon doekje en schoon water nemen. -4- Norovirus hygiënemaatregelen zorginstellingen inclusief psychiatrisch ziekenhuis Po of postoel: Een po of postoel dient persoonsgebonden te zijn. Indien dit niet mogelijk is, reinig en desinfecteer de po en postoel na gebruik. Reinig de po bij voorkeur in een pospoeler. Een pospoeler desinfecteert tevens door de hoge watertemperatuur. Reiniging en afvoer van materialen: Zorg dat afvalemmers afgesloten worden met een deksel d.m.v. een pedaalsysteem. De afvalzak dagelijks vervangen en afgesloten naar het afvalpunt brengen. Leeg en reinig afvalemmers in de toiletruimten dagelijks. Doe incontinentiemateriaal meteen in een plastic zak en sluit de zak zonder de lucht eruit te persen. Transporteer de zak afgesloten naar het afvalpunt. Per zieke cliënt wordt met schone schoonmaakmaterialen gewerkt, schoon water, emmers, poetsdoeken, wisdoekjes en mops. . Reiniging en afvoer van verontreinigd textiel: Vermijd bij het opmaken van het bed het ‘wapperen’ met gebruikte lakens. Doe het gebruikte linnengoed ter plaatse in waterdichte waszakken en duw bij het sluiten geen lucht uit de zak. Transporteer de zak afgesloten naar een waslocatie. Gooi het wasgoed en kleding waarop diarree of braaksel zit weg of laat het zo heet mogelijk (minstens 60 °C) wassen. Drogen in de wasdroger of strijken zorgt voor een virusdodend effect. Informeer de personen die de was doen over dit wasvoorschrift. Bewaar schoon en vuil textiel niet in dezelfde ruimte. Bewaar het schone textiel in een schone en stofvrije ruimte en het vuile textiel in een afgesloten zak. Zorg voor voldoende grote afvalbakken met pedaalsysteem. Prop de afval niet in de afvalbak. Bij het sluiten van zakken, mag geen lucht uit de zak worden geperst. Desinfectie Draag handschoenen. Zet een veiligheidsbril, mondneusmasker en halterschort. Gebruik minstens een FFP1-masker en ventileer de ruimte. Neem diarree en braaksel op met voldoende keukenpapier en gooi weg in een vuilniszak. Gooi ook de handschoenen weg en was de handen. Trek nieuwe handschoenen aan. Reinig het vuile oppervlak eerst zorgvuldig met een schoonmaakmiddel of microvezeldoek. Spoel, bij gebruik van schoonmaakmiddel, na met schoon water en droog met een schone (papieren doek) en gooi deze weg of in de was. -5- Norovirus hygiënemaatregelen zorginstellingen inclusief psychiatrisch ziekenhuis Desinfectie moet worden gedaan met chloortabletten met een toelatingsnummer van het CTGB. Los één chloortablet op in anderhalve liter handwarm water (= dosering 1000 ppm chloor). Hierbij wordt uitgegaan van tabletten van 1,5 gram actief chloor per tablet. Er zijn ook tabletten van 1,0 gram actief chloor per tablet, in dat geval moet er één tablet worden opgelost in één liter water. Maak het oppervlak nat en laat minstens 5 minuut inwerken. Spoel het oppervlak na met schoon water. Gooi na het desinfecteren de schoonmaakmaterialen weg of was het op minstens 60 graden. Einddesinfectie Minimaal 48 uur na de laatste klachten van de laatste zieke, moet een einddesinfectie plaatsvinden. Alle gemeenschappelijke ruimtes moeten gedesinfecteerd worden, evenals alle kamers en zalen van de zieke bewoners, hand- en contactpunten en de toiletten. Daarnaast moeten de matrassen en vloerbedekking waarop braaksel en/of ontlasting terecht is gekomen, worden schoongemaakt met zeep en warm water en daarna gedesinfecteerd. Indien deze materialen niet chloorbestendig zijn, moeten ze worden behandeld met een stoomapparaat. Ook de schoonmaakspullen moet men desinfecteren of weggooien. Wanneer er binnen korte tijd herintroductie van het virus lijkt plaats te vinden dienen alle hygiënemaatregelen weer te worden ingevoerd en moet op het einde de einddesinfectie weer plaats te vinden. Procedure: wassen Neem beschermende maatregelen bij het hanteren van vuil wasgoed van een noropatiënt (halterschort, handschoenen en mondmasker) Was kleding, lakens en schoonmaakmateriaal op 60°C als dit kan. Gebruik na het wassen bij voorkeur een wasdroger. Gebruik altijd een wasdroger als linnen op 40°C is gewassen. Sterk verontreinigd textiel bij voorkeur weggooien in afgesloten plastic zak. Als dat niet kan: wassen en spoelen op de hoogst mogelijke temperatuur (minimaal 60 °C). Gebruik een totaalwasmiddel (dus geen fijnwasmiddel of wasmiddelen die bestemd zijn voor speciale kleuren). Was op een volledig wasprogramma met voorwas en centrifugeren. Gebruik geen verkorte of eco wasprogramma’s met verminderd watergebruik. -6- Norovirus hygiënemaatregelen zorginstellingen inclusief psychiatrisch ziekenhuis Uitgave GGD Zeeland Oktober 2016 -7- Norovirus hygiënemaatregelen zorginstellingen inclusief psychiatrisch ziekenhuis