Add Title Here

advertisement
INLEIDING TOT HET RECHT
PRIVAATRECHT
Prof. Dr. Rogier de Corte
Thema 3a
Persoon & Samenleving
1ste bac. PSW – academiejaar 2005-06
Thema 3-a
22 oktober 2005
overzicht
I. De mens
II. De rechtspersoon
III. Samenleven van mensen
IV. Vermogensstatuut samenlevenden
V. Nakomelingen
VI. Erven van en schenken aan elkaar
I – de mens
 bestaan
 persoonlijkheidsrechten
 identificatie
 burgerlijke stand
a - het bestaan van de mens
het begin
1 - aanvang van rechtspersoonlijkheid
2 - embryobescherming
3 - abortus
4 - verplichtingen bij de geboorte
strafbaar is (art. 348-352 Sw.):
elke opzettelijke afdrijving van de vrucht
met het doel de vrucht te doden
én de doding van de vrucht als gevolg
behalve:
- door een geneesheer
- op verzoek en met toestemming vrouw
- gedurende de eerste 84 dagen zwangerschap
Menselijke evolutie
gameten
zaadcel
eicel
maanden
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
weken
4
8
12
16
20
24
28
32
36
40
dagen
28
56
84
112
140
168
196
224
252
embryo
280
foetus
zygote
bevrucht eicel
abortus
prematuur
geboorte
- 300 d
x
- 180 d
wettelijke verwekkingsperiode
zaadcel
zygote
invitro-fertilisatie
eicel
embryo’s gemaakt binnen het procreatieproject
embryo’s gemaakt voor andere doeleinden
(onderzoek)
het bestaan van de mens
het einde
1 - vaststelling van de dood
2 - rechtsregels bij het overlijden
3 - lijk en begrafenis
4 - verplichtingen bij het overlijden
medische handelingen met het oogmerk om te doden
medische handelingen zonder het oogmerk om te doden
niet-medisch handelen
euthanasie is verboden
behalve:
- door een geneesheer
- vrijwillig overwogen met schriftelijke toestemming
- terminale of uitzichtloze toestand
het bestaan van de mens
onzekerheid over het bestaan
 de afwezige
 de vermiste
 de niet-aanwezige
b - persoonlijkheidsrechten
 wat?
rechten die rechtsstreeks aan de
menselijke persoon vebonden zijn
= mensrechten, zoals leeftijd,
geslacht, naam, lichaam …
 kenmerken
 welke?
niet-patrimoniaal
niet beschikbaar
niet verjaarbaar
privacy
menselijk geslacht
privacy
zones in de ontwikkeling van privacy
- het afgeschermd leven
- de omgang met anderen
- de zelfbeschikking
- de informationele privacy
- de geautomatiseerde besluitvorming
zelfstandige domeinen
DNA-wet
medische experimenten
lichaamsmaterialen, …
aftapwet
elektronische communicatie
wet verwerking persoonsgegevens - 8 december 92
menselijk geslacht
vroeger
eenmalig,
aan de hand van de morfologische kenmerken
man of vrouw
nu
wetenschappelijke
verscheidenheid aan
criteria
genetisch criterium: XY en XX
gonadisch criterium
morfologisch criterium
hormonaal criterium
psychologich criterium
interseksualiteit
c - identificatie
in elke geciviliseerde maatschappij worden de burgers
benoemd en hierdoor worden ze
- geïndividualiseerd
- terugvindbaar
burgerlijke stand
dit vereist registratie
 identificatie
 authentificatie
identificatie
1. geboortedag en -plaats
2. geslacht
3. familienaam
4. voornamen
5. woonplaats
6. nationaliteit
d - burgerlijke stand
openbare dienst
voor registratie van bepaalde gebeurtenissen
van mensen
geboorteakte
overlijdensakte
huwelijksakte
nationaliteitsakte
 bevolkingsregister
 rijksregister
II – de rechtspersoon
sociale entiteit
door of krachtens wet
met rechtspertsoonlijkheid bekleed
eigen: staat, bekwaamheid, vermogen
 wat zijn rechtspersonen
 rechtspersonen van het publiek recht
 rechtspersonen van het privaatrecht
rechtspersoon publiekrecht
tweede semester
rechtspersoon privaatrecht
vereniging
vzw
internationale vzw
stichting
beroepsvereniging
vereniging mede-eigenaars
vennootschap
benaming vennootschappen
burgerlijk/ handel
winst/ sociaal oogmerk
personen / kapitaal
oprichting
bestuur
aandelen en obligaties
vennootschap
Afkorting
V.O.F.
Comm. V.
BVBA
CV(OA)
CVBA
NV
Comm. VA
ESV
SE
Naam
vennootschap onder firma
commanditaire vennootschap
besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
coöperatieve vennootschap (met onbeperkte aansprakelijkheid)
coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
naamloze vennootschap
commanditaire vennootschap op aandelen
economische samenwerkingsverband
Europese vennootschap
vennootschap
Aandelen — Wie een inbreng in een vennootschap doet krijgt in ruil een
aandeel in de vennootschap. Al deze inbrengen samen vormen het kapitaal. Al
de aandeelhouders vormen de algemene vergadering. De waarde van een
aandeel wordt bepaald door de waarde van de vennootschap. Indien de
vennootschap winst maakt kunnen de aandeelhouders jaarlijks op een dividend
rekenen.
Obligaties — Obligaties zijn leningen, ze brengen vreemd vermogen in de
vennootschap. De vennootschap betaalt een jaarlijkse interest en op het einde
van de looptijd van de lening wordt de geleende som terug betaald.
al dan niet vrij verhandelbaar
al dan niet op de beurs
III – Samenwonen van mensen
 typologie
 institutioneel samenwonen
A. typologie
in de loop van de geschiedenis leven mensen samen
om redenen die ze zelf bepalen
 sociale zekerheid
 gezin en afstamming
 persoonlijke ontplooiing
bepaalde vormen krijgen erkenning, ondersteuning,
… andere niet
vroeger eenduidig - nu zeer pluriform
typologie -2
samenlevingsvormen kunnen zeer divers zijn, het
recht gaat ze in types onderscheiden (typologie) en
nadien al dan niet ondersteunen (institutionaliseren)
vroeger waren er twee types:
- het huwelijk
- de rest: waaronder het concubinaat
het huwelijk genoot erkenning,
de rest niet, het concubinaat was een ‘kwaal’
typologie -3
1. duurzaam met oog op gezinsvorming
- twee personen
seksafhankelijk
- meerdere personen
2. duurzaam zonder het oog op gezinsvorming
- ongehuwde broers, zussen, …..
- inwonend dienstpersoneel
- kloostergemeenschap ….
typologie-4
3. niet duurzaam,
al dan niet toevallig,
al dan niet tegen betaling
vb een BO-moeder
4. met het oog op partnerschap zonder samenwonen:
in een LAT-relatie
B. Institutionalisering
(1) huwelijk
geslachtsonafhankelijk
(2) wettelijk samenwonen
seksonafhankelijk
twee personen
voor het leven
twee personen
tot opzegging
vormelijke contracten
institutionalisering
(3) rest twee of meerdere personen
einde volgens eigen inzicht
in verschillende wetgevingen bepaald
vrije keuze of niet
geen institutionalisering
institutionalisering
huwelijk
wettelijke samenwoning
A. Huwen
zeer lang de enige erkende vorm van samenwonen
hoeksteen van de maatschappij
huwen - 2
huwelijk heeft geen hoeksteen functie meer:
- aanvaarding van andere vormen, zelfs indien ze tegen
het recht in gaan (1967, 1989)
- loskoppelen van de afstamming en het huwelijk (1987)
- institutionalisering van wettelijke samenwoning (1998)
Cass.: eenvoudig
concubinaat is niet
tegen de wet
Cass. 1 februari 1989:
relatieve onrechtmatigheid
van overspelig concubinaat
huwen - 3
 begrip
 voorwaarden
 gevolgen
 beëindiging
§ 1. begrip
grondrecht
1.- een overeenkomst
2.- van vormelijke aard
3.- persoonlijk aangegaan
seksafhankelijk
4.- met het oog op het stichten van een levensgemeenschap
5.- op duurzame wijze
6.- waarvan de gevolgen door de wet zijn geregeld
instelling
simulatie
art. 146bis BW
begrip
7.- tussen twee personen, van verschillend of van
hetzelfde geslacht
De voorwaarde «één man en één vrouw» (of het verschil
van geslacht) werd tot de wet van 13 februari 2003
aangewezen als een natuurlijke voorwaarde voor een
huwelijk
dit was zo duidelijk dat in België die voorwaarde zelfs in
de wet niet vermeld werd
ipr-probleem
begrip
 procreatie is geen doel meer
 het hebben van geslachtsgemeenschap is wel doel,
maar geen voorwaarde
 simulatie is verboden
§ 2. voorwaarden
wat zijn voorwaarden
wettelijke vereisten om
te kunnen huwen
grond- en vormvoorwaarden
grondvoorwaarde
essentie
aan persoon
vormvoorwaarde
organisatorisch
aan plaats
ipr-probleem
voorwaarden
sancties bij niet-naleving van de voorwaarden
nietigheid van het huwelijk
aan de wettelijke voorwaarden kunnen de
partijen geen voorwaarden toevoegen of
de bestaande voorwaarden wijzigen
grondvoorwaarden
positieve voorwaarden die moeten
bewezen worden vóór het aangaan van het
huwelijk
is het homo-hwelijk
als een volwaardig
huwelijk aanvaard?
+ twee personen
+ leeftijd: min. 18 j
+ toestemming
 wat
 afwezigheid
 wilsgebreken
grondvoorwaarden
negatieve voorwaarden
kunnen niet bewezen worden
- niet verbonden zijn door een huwelijk
- geen verboden bloed- of aanverwantschap
- geen verzet
vormvoorwaarden
vóór het huwelijk: aangifte
14 d
aangifte
bij het sluiten zelf
6 maand
 aanwezigheid 2 partijen
 openbaar
 ambtenaar burgerlijke stand
 twee vormgetuigen
 opstellen huwelijksakte
consequenties
 geen huwelijk met de handschoen
 geen postuum huwelijk
§ 3. gevolgen
het huwelijk is een instelling, wat impliceert dat de
wetgever de inhoudelijke gevolgen van het
huwelijk regelt
de partijen kunnen deze gevolgen niet wijzigen
noch
geheel of gedeeltelijk buiten werking stellen
ze kunnen bijv. niet overeenkomen dat voor hen partnerruil
toegelaten is
algemeen
de gevolgen van het huwelijk treden in
 door het feit van het huwelijk
 los van de wil van de partijen
op de persoon en de goederen van de gehuwden
voor iedereen
gelijk
primair stelsel
 primair stelsel
voor iedereen gelijk
 huwelijksgoederenrecht
kan op maat
persoon-1
gelijkheid van de partners
grootst mogelijke vrijheid van de partners
 vrouw en man zijn gelijk
 elk behoudt zijn naam
 elk behoudt zijn nationaliteit
 elk kan een eigen woonplaats hebben
persoon-2
wederzijdse huwelijksverplichtingen
 samenwonen
echtelijke verblijfplaats
 getrouwheid
monogaam gedrag
 bijstand
genegenheid
persoon-3
wederzijdse huwelijksverplichtingen
 hulp
 bijdragen huwelijkslasten
delegatie
ongeacht financiële status
moeten beide echtgenoten
op voet van gelijkheid
de betaling krachtens delegatie komt het
gezin toe
alimentatie
er is een behoeftige
er is een vermogende
de betaling krachtens de
hulpverplichting hoort de behoeftige
toe
persoon-4
sancties bij niet-naleving huwelijksverplichtingen
 alimentatie
vrederechter
 delegatie
 dringende en voorlopige maatregelen
 bemiddeling
 echtscheiding
rechtbank eerste aanleg
goederen
een combinatie van persoonlijke vrijheid
met partnership
 vrije inzet van diensten
 vrij ontvangen van eigen inkomsten
 vrijheid bankverrichtingen
 hoofdelijkheid van huishoudelijke schulden
 bescherming gezinswoning en inboedel
 vertegenwoordiging tussen echtgenoten
 erfrecht
inkomsten
horen tot
gemeenschap
§ 4. beëindiging van het huwelijk
het huwelijk is een duurzame levensgemeenschap
d.w.z. voor het leven
het huwelijk eindigt met de dood
bij wijze van uitzondering kan het huwelijk eindigen
vóór de dood d.i. echtscheiding
 enkel door de rechter
 in de gevallen door de wet toegelaten
nietigheid
ontbinding
echtscheiding-1
echtscheiding
 is de ontbinding van het huwelijk (het huwelijk houdt
op te bestaan voor de toekomst)
 door de rechter uitgesproken
 in de gevallen die de wet toestaat
als sanctie
229-231
als erkenning werkelijkheid
232
als remedie
233
echtscheiding-2
op grond van feiten (EOF)
wat
gronden
een sanctie gevraagd door de onschuldige
echtgenoot tegen de schuldige
kenmerken: ernstig, vrijwillig, van een echtenoot
tegen ander
overspel (art. 229)
gewelddaden, mishandelingen of grove
beledigingen (art. 232): ernstige tekortkoming
aan huwelijksverplichting waardoor het
samenleven onmogelijk wordt
bewijs
echtscheiding-3
op grond van feiten (EOF)
gevolgen
procedure
uitgesproken tegen schuldige
huwelijk eindigt
gemeenschap ontbonden
verplichtingen t.o.v. minderjarige kinderen:
regel co-ouderschap
 alimentatie: max. 1/3




a. rechtbank van eerste aanleg
b. gewone procedure
c. duur
echtscheiding-4
op grond van feiten (EOF)
problemen met kinderen
echtelijke problemen vóór
echtscheiding
jeugdrechtbank
vrederechter
echtscheiding
rechtbank van eerste aanleg
+
kort geding
echtscheiding-5
door onderlinge toestemming (EOT)
wat
voorwaarden
procedur
e
partijen stellen vast dat ze niet verder gehuwd
willen blijven
[1] 2 jaar gehuwd
[2] 20 jaar oud zijn
[3] overeenkomst over hun goederen
[4] overeenkomst over minderjarige kinderen
echtscheiding-5
door onderlinge toestemming (EOT)
procedure
rechtbank van eerste aanleg
tweemaal verschijnen voor de rechter
vonnis
echtscheiding-6
door duurzame ontwrichting (EDO)
wat
gronden
gevolgen
procedure
het feit van duurzame ontwrichting geeft elke
echtgenoot het recht de echtscheiding te
vragen, ook de schuldige
A de echtgenoten wonen 2 jaar niet meer
samen, wegens (1) ofwel feitelijke scheiding
(2) ofwel wegens krankzinnigheid
B geen verslechting van materiële toestand
kinderen
het huwelijk wordt beëindigd
de aanvrager wordt geacht in fout te zijn
alimentatie: niet beperkt
rechtbank van eerste aanleg
gewone procedure
B. Samenwonen zonder huwen
 wettelijke samenwoning
 alle andere vormen
§ 1. Wettelijke samenwoning
wet 23 december 1998
art. 1475bis-1478 BW
wat
2 personen, al dan niet met het oog op
gezinsvorming tot opzegging
voorwaarden
- 2 personen
- niet gehuwd of gebonden door een samenlevingscontract
- handelingsbekwaam
- schriftelijke verklaring bij ambtenaar burgerlijke stand
wettelijke samenwoning-2
Het geschrift moet o.m. bevatten:
- de volledige identiteit van beide partijen en hun
geboortedatum;
- de gemeenschappelijke woonplaats
- de wil om wettelijk samen te wonen
- de eventuele vermelding van de regeling van hun
goederen
Dit alles wordt ondertekend en gedagtekend.
wordt vermeld in bevolkingsregister
wettelijke samenwoning-3
gevolgen enkel deze wederzijdse verplichtingen
+ bescherming gezinswoning en inboedel (art. 215)
+ bijdrage in de lasten van het samenleven
+ hoofdelijkheid voor de schulden
- geen samenwoningsverplichting
- geen getrouwheid
- geen alimentatie
- geen erfrecht
wettelijke samenwoning-4
sancties
vrederechter
contractuele
regelingen
beperkt door het erfrecht en het
fiscaal recht
einde
- overlijden
- huwelijk
- onderling akkoord
- door een eenzijdige verklaring van
beëindiging aan ambtenaar van burgerlijke
stand
§ 2. Andere vormen
wanneer
 uit vrije keuze: wanneer ze geen
huwelijk of wettelijke samenwoning
verkiezen
 wanneer huwelijk of wettelijke
samenwoning niet kan
hoe geregeld?
 hetzij bij overeenkomst
 hetzij zonder overeenkomst
IV - Vermogensstatuut
enkel bij een huwelijk is het vermogensstatuut van de
partners volledig geregeld, in alle andere gevallen is er
geen specifieke regeling
 boedelregeling tussen partners
 erven tussen partners
 schenken aan partners
belastingrecht
A. Boedelregeling tussen de partners
primaire regelingen
voor gehuwden volledig geregeld
voor wettelijk samenwonenden: zeer partieel
voor anderen: niets
secundaire regelingen
voor gehuwden: wettelijk huwelijksstelsel,
eventueel gewijzigd door huwelijkscontract
voor wettelijk samenwonenden: art. 1478 B.W. en
hun gesloten overeenkomst
§ 1. Huwelijksvermogensrecht
indien de gehuwden geen schikkingen hebben getroffen
regelt het wettelijk huwelijksvermogensstelsel
[1] het statuut van de goederen van de gehuwden en
[2] het bestuur van hun vermogen
vóór het huwelijk kunnen partijen nochtans een
huwelijkscontract sluiten voor een notaris
in dat huwelijkscontract kunnen zij zelf alles regelen
wettelijk stelsel -2
vermogens
3 vermogens:
gemeenschappelijk
partner1
partner2
wettelijk stelsel -3
gemeenschappelijk vermogen
activa
inkomsten uit arbeid en kapitaal
inkomsten uit eigen goederen
alles wat na het huwelijk wordt verdiend
passiva
gezinslasten
tegenhanger van inkomsten
wettelijk stelsel -4
eigen vermogen
partner2
partner1
a. activa en schulden van voor het huwelijk
b. schenkingen en legaten na het huwelijk
het belang van de schuldeieser
wettelijk stelsel -4
bestuur
einde
verdeling
gelijkheid man-vrouw
in de regel: ieder heeft volledig bestuur
soms: samen
soms: één van beiden
- de dood
- echtscheiding
- scheiding van goederen
bij de ontbinding elk de helft
huwelijkscontract-4
wat is huwelijkscontract
notaris
een vormelijk contract aangegaan vóór het huwelijk en
waarbij de regeling zoals in het wettelijk stelsel
vastgelegd wordt gewijzigd of aangepast
inhoud huwelijkscontract
wijzigingen kunnen betrekking hebben op
(1) de samenstelling van de gemeenschap (bijv. scheiding
van goederen)
(2) de verdeling bij ontbinding (bijv. langst levende alles)
§ 2. wettelijke samwoning
B.W. art. 1478
Indien de overlevende wettelijk samenwonende een erfgenaam is van de
vooroverledene, wordt de in het vorige lid bedoelde onverdeeldheid ten
aanzien van de erfgenamen met voorbehouden erfdeel als een schenking
beschouwd, behoudens tegenbewijs.
Voorts regelen de samenwonenden hun wettelijke samenwoning naar
goeddunken door middel van een overeenkomst, …..
wettelijke samenwoning
Gevolgen t.a.v. de goederen - art. 1478
wat de goederen van de partners betreft:
[1] iedereen behoudt zijn eigen goederen
[2] rest is in onverdeeldheid
[3] partijen mogen het regelen
V - Nakomelingen
afstamming
 wat
vaststelling van de biologische afstamming
 artificiële afstamming
 ouderlijk gezag
A. Wat
 begrip: juridische gevolgen die gelden ingevolge het
afstammen van elkaar
 complexiteit:
genetische ouders
uteriene moeder
coïtale ouders
sociale ouders
juridische ouders
meemoeder
B. Vaststelling biologische afstamming
wie is de mama? wie is de papa?
ingevolge het Marcxarrest van 13 mei 1979
EVRM heeft de wet van 31 maart 1987 de
afstamming losgekoppeld van het huwelijk
een kind kan slechts één vader en één moeder hebben
mama
mama
de bevallen vrouw
genetisch materiaal
anonimiteit van het moederschap
papa
papa
4 mogelijkheden
 de man is gehuwd met bevallen vrouw
 de man niet gehuwd, moeder niet gehuwd
 de man gehuwd met andere vrouw dan moeder
 de man én moeder is gehuwd met iemand anders gehuwd
papa
 de bevallen vrouw is gehuwd
vaststelling van de afstamming van rechtswege
wettelijk vermoeden van vaderschap
man van vrouw is vader van kind
betwisting van vaderschap
papa - ouder
man van vrouw is vader van kind
de partner van de bevallen vrouw is niet de ouder
van het kind
2 vrouwen die gehuwd zijn, waarvan één vrouw bevalt
papa
 moeder niet gehuwd, vader niet gehuwd
vaderschap alleen door erkenning mogelijk
vrijwillige erkenning
gerechtelijke erkenning – opsporing vaderschap
papa
 bevallen vrouw ongehuwd,
biologische vader gehuwd met andere vrouw
vaderlijke afstamming enkel door erkenning
tussenkomst van de rechtbank (a posteri homologatie)
verbod (bij bloedschande)
rechten van de vrouw van de erkennende vader
vaststelling overspelige afstamming mag
papa
 de man bij een ander gehuwde vrouw:
A - na betwisting van vaderschap
B[1] geen bezit van staat
[2] toestemming rechter en
[3] geboren 300 dagen na …
a priori machtiging door rechter
C. Soorten afstamming
 biologische
 artificiële
 fictieve
1. kunstmatige inseminatie
2. in vitro-bevruchting
3. embryotransfer
4. draagmoeder
5. kloon
D. Ouderlijk gezag
 wat
 inhoud
 uitoefening
§ 1. Inhoud
over de persoon
huisvesting, voeding,
kleding,
na 18 j bij behoefte
levensonderhoud
opvoeding
opleiding
art. 1384
tuchtiging
naar evenredigheid van de middelen
begonnen opleiding afwerken
inhoud
over de goederen
vertegenwoordiging
bestuur
genotsrecht
verantwoording
§ 2. Uitoefening
tijdens het leven van beide ouders
gezamenlijk = co-ouderschap
slechts één ouder
de resterende ouder
niet-samenwonenden
co-ouderschap, anders door de rechter
zo niet
de voogd
VI - Erven van elkaar
 wat is het erfrecht
 belangrijke begrippen
 de bloedverwanten
 de langstlevende echtgenoot
 de keuze van de erfgerechtigde
A. De instelling ‘erfrecht’
 wat
 maatschappelijke betekenis
 geldt enkel indien er niets anders geregeld is
B. Begrippen
1. erfopvolging
(on)regelmatige
2. erflater/decuius
3. nalatenschap/erfenis
4. graad en lijn
x
Z1
KZ1
D1
KZ2
X-Z1: één graad
Z1-D1: twee graden
X-Z1-KZ1: rechte lijn
Z1-D1: zijlijn
graad: 1 generatie
lijn: opeenvolging graden
- rechte lijn
- zijlijn
begrippen
v
o
- 1ste orde: afstammelingen
- 2de orde: V en B/B en Z
- 3de orde: descendenten
- 4de orde: zijverwanten
x
+ Z1
KZ1
5. orde
D1
KZ2
Z1: vooroverleden
KZ1 en KZ2: nemen de
plaats in van Z1
6. plaatsvervulling
7. hoofden en staken
begrippen
5. deling
GV
O
GM
V
1/2
+
M
x
1/2
T
het delen van een nalatenschap
in 2 delen: een vaderlijke en een
moedelijke lijn
nadien wordt in elke kloof
verdeeld
C. Bloedverwanten
orde 1
x
Z1
KZ1
[+]
KZ2
D1
wie?
hoe?
- per hoofd
- per staak
gelijkheid
bloedverwanten
orde 2
1/4
rest
B
V
+
M
x
1/4
Z
N1
N2
wie?
hoe?
- V/M: 1/4
- rest
bloedverwanten
orde 3
GV
1/2
V
1/2
+
M
x
GM
wie?
hoe?
- per tak
- dichtste in
elke tak
bloedverwanten
orde 4
1/2
GV
O
OO
+
V
1/2
GM
+
M
x
T
wie?
hoe?
- per tak
- dichtste in
elke tak
beperkt tot
4de graad
D. Erfrecht langslevende echtgenoot
sinds de wet van 14 mei 1981
erven de echtgenoten van elkaar
 deze regel geldt enkel voor gehuwden
 de andere erfgenamen worden niet uitgesloten
 de gemeenschap moet eerst verdeeld worden
verdeling huwgemeenschap-1
de nalatenschap van de eerst overledene moet eerst
samengesteld worden:
gemeenschappelijk
vrouw +
€ 200.000,-
man
€ 100.000,-
€ 1.000.000,-
nalatenschap vrouw
€
500.000,€
200.000,€
700.000,-
erfrecht langstlevende echtgenoot-2
erfgenamen
orde 1
kinderen en kleinkinderen
orde 2-4
geen erfgenamen
langstlevende echtgenoot
vruchtgebruik gehele
nalatenschap
volledige eigendom van het deel van
de gemeenschap
vruchtgebruik van eigen goederen
alles in volle eigendom
E. Keuze erfgerechtigde
 zuiver aanvaarden
 verwerpen
 aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving
VI - Schenken aan elkaar en aan derden
 begrip
 beperkingen (voorbehouden deel)
 fiscus
A. begrip
terminologie bij schenken
onder levenden: een schenking voor notaris
bij overlijden in testament: een legaat
vormelijk contract (voor notaris) waarbij om niet goederen
onherroepelijk geschonken en aanvaard worden
uitzonderingen
- handgifte
- geveinsde schenink
- onrechtstreekse schenking
- gebruikelijke schenking
B. beperkingen
schenken kan aan iedereen, maar …
 soms is er een voorbehouden gedeelte
 de belastingrechten zijn zeer verschillend
wat?
wie?
wanneer?
voorbehouden gedeelte
afstammelingen
1 kind
2 kinderen
3- kinderen
vrij
vrij
helft
tweederden
drievierden
vrij
voorbehouden gedeelte
ascendenten
ouders en grootouders
- één vierde voor vaderlijke lijn
- één vierde voor moederlijke lijn
kan genegeerd worden voor lle
langstlevende echtgenoot
het vruchtgebruik over de helft van
de nalatenschap
gezinswoning en inboedel
voorbehouden gedeelte
op welk ogenblik gelden de regels m.b.t.
het voorbehouden gedeelte?
 bij schenkingen: na overlijden van schenker
 bij legaten: bij overlijden testamentmaker
VII - Testamenten maken
 wat is een testament
 soorten testamenten
 geldigheidsverseisten van eigenhandig
geschreven testamenten
 herroepelijkheid
a. wat is een testamenten
een geschreven akte
waarbij iemand beschikkingen neemt
bij zijn overlijden
over zijn vermogen
en eventueel andere aspecten
heeft voorrang boven erfrecht
behalve bij voorbehouden deel
b. soorten testamenten
 eigenhandig geschreven testament
 notarieel testament
 testament in internationale vorm
c. eigenhandig geschreven testament
 met de hand geschreven door testateur
 gedagtekend
 ondertekend
d. herroepelijkheid
laatste testament geldt
f. fiscale bepalingen
schenkingen
art. 131 W. Reg. Vlaams gewest
onroerende goederen
0,01 –12.500,- €
boven 175.00,- €
boven 500.000,- €
kind
echtge
2%
30 %
broer
zus
oom
nicht
20 %
65 %
25 %
70 %
anderen
30 %
80 %
roerende goederen
rechte lijn
echtgenoot
3%
anderen
7%
fiscale bepalingen
legaten
art. 48 W. Succ. – Vlaams gewest
rechte lijn
echtgenoot
samenwonenden
0,01 € tot 50.00,- €
50.00-, tot 250.000,-€
meer dan 250.000,-€
0,01 tot 75.000,- €
75.00,- tot 125.000,-€
meer 125.000,- €
broers
zusters
derden
3%
9%
27 %
30 %
55 %
65 %
45 %
55 %
65 %
Download