Economie examenplanning 2004-2005 De zwengel Economie 2004-2005: Module E C O N O M I E CSE (schriftelijk) Arbeid en productie Internationale ontwikkelingen CE (mondeling) Consumptie Overheid en bestuur Natuur en milieu Verrijkingsstof Werkstuk Werkstuk Planning afronden in periode: 1 2 3 4 Cijfer / voltooid 5 . 1 Economie examenplanning 2004-2005 De zwengel Uitwerking modules Economie 2004-2005: 2 Economie examenplanning 2004-2005 De zwengel Arbeid en productie (CSE) De kandidaat kan met het oog op zijn rol in relatie tot arbeid en productie Aan de hand van eenvoudige voorbeelden de plaats van produceren, zowel in enge als in ruime zin, beschrijven en daarbij de productiefactoren betrekken Aan de hand van een concreet voorbeeld beschrijven hoe het productieproces in bedrijven in een aantal fasen kan worden verdeeld, waarbij telkens waardetoevoeging plaatsvindt. Hij/zij betrekt daarbij - de fasen in het productieproces - de waardetoevoeging - bedrijfskolom Aan de hand van eenvoudige voorbeelden uit het bedrijfsleven, (handelsondernemingen) het verband leggen tussen de begrippen kosten, opbrengsten, winst en verlies en eenvoudige berekeningen in dit verband maken met behulp van verstrekte of verzamelde gegevens in een realistische context. Hij/zij betrekt daarbij - afzet - omzet - verkoopprijs (inclusief BTW) - bedrijfskosten - brutowinst - nettowinst Aan de hand van eenvoudige voorbeelden van arbeidssituaties en arbeidsorganisaties de relatie beschrijven tussen verschillende sectoren en functies Aan de hand van eenvoudige voorbeelden van arbeidssituaties en arbeidsorganisaties de relatie tussen opleidingswegen en functies en tussen scholing en posities op de arbeidsmarkt beschrijven Vanuit een herkenbare actuele context het belang en de inhoud van een CAO beschrijven. Hij/zij betrekt daarbij - de relatie tussen een CAO en een individuele arbeidsovereenkomst (van een minderjarige werknemer) Aan de hand van eenvoudige voorbeelden de samenhang verklaren tussen de begrippen arbeidsverdeling, arbeidsproductiviteit en welvaart en in dit verband arbeidsverdeling in en buiten het samenlevingsverband en tussen bedrijven onderscheiden. Hij/zij betrekt daarbij - de toegenomen afhankelijkheid tussen individuen, samenlevingsverbanden, bedrijven en overheid - positieve en negatieve gevolgen van arbeidsverdeling - factoren die de arbeidsproductiviteit beïnvloeden - emancipatorische aspecten bij arbeidsverdeling - interculturele aspecten bij arbeidsverdeling Aan de hand van concrete voorbeelden uit eigen omgeving economische aspecten van betaalde en onbetaalde arbeid noemen/beschrijven. Hij/zij betrekt daarbij - de eigen keuze ten aanzien van betaalde en/of onbetaalde arbeid binnen en buiten het samenlevingsverband 3 Economie examenplanning 2004-2005 De zwengel - de arbeidsmarkt, overschotten en tekorten Vormen, oorzaken en gevolgen van geregistreerde en verborgen werkloosheid aan de hand van voorbeelden eenvoudige voorbeelden beschrijven/noemen, zowel in de eigen omgeving als op nationaal niveau. Hij/zij betrekt daarbij - stagnatie/daling van de vraag naar goederen en diensten - veranderingen in de aanbodkant van de economie - gevolgen voor inkomenssituatie, sociale situatie - kosten van werkloosheidsuitkeringen - sociale onrust/politieke instabiliteit Aan de hand van concrete voorbeelden mogelijkheden tot bestrijding van werkloosheid noemen/beschrijven, zowel in de eigen omgeving als op nationaal niveau. Hij/zij betrekt daarbij - vergroten van de vraag naar goederen en diensten - maatregelen in het kader van beloningen - maatregelen in het kader van arbeidstijd/bedrijfstijd - kinderopvang - scholing - voorlichting Aan de hand van concrete actuele voorbeelden uit de eigen omgeving het verband beschrijven tussen technologische ontwikkeling en productiviteitsgroei en positieve en negatieve gevolgen hiervan voor werknemers en werkgevers noemen/beschrijven In verschillende concrete situaties van productie beschrijven dat zich keuzeproblemen voordoen in de afweging van kosten tegenover baten in engere zin en in de afweging van maatschappelijke kosten en baten 4 Economie examenplanning 2004-2005 De zwengel Internationale ontwikkelingen (CSE) De kandidaat kan met het oog op zijn rol als burger Aan de hand van eenvoudige voorbeelden uit het eigen dagelijks leven het belang van het buitenland voor de Nederlandse economie beschrijven. Hij/zij betrekt daarbij - consumptie - productie - werkgelegenheid Aan de hand van eenvoudige voorbeelden uit eigen dagelijks leven het belang van de Europese (monetaire) unie beschrijven. Hij/zij betrekt daarbij - consumptie - export - werkgelegenheid - coördinatie van economische politiek Oorzaken en gevolgen van onderontwikkeling in ontwikkelingslanden noemen en de invloed van internationale handel op de welvaartsverdeling in de wereld beschrijven oorzaken en gevolgen van welvaartsverschillen tussen rijke en arme landen beschrijven. Hij/zij betrekt daarbij - de hoogte van het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking in Nederland in vergelijking met dat van andere landen - het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking als gebrekkige maatstaf voor internationale welvaartsvergelijking - kenmerken van economische (onder)ontwikkeling - oorzaken en gevolgen van economische (onder)ontwikkeling - economische onderontwikkeling als een vicieuze cirkel Maatregelen en (eigen) activiteiten beoordelen op hun bijdragen aan de verkleining van mondiale welvaartsverschillen. Hij/zij betrekt daarbij - werkgelegenheid - inkomen - bestedingsmogelijkheden De werking verklaren van maatregelen om onderontwikkeling te verminderen en de rol van de overheid en particulieren daarbij beschrijven. Hij/zij betrekt daarbij - de maatregelen: . internationale hulp . (gunstige) voorwaarden bij leningen . bevorderen van vrije wereldhandel . handelsovereenkomsten . grondstofovereenkomsten - het Nederlands ontwikkelingsbeleid: . noodhulp . financiële hulp . kennis . hulp gericht op bepaalde landen/groepen. 5 Economie examenplanning 2004-2005 De zwengel Consumptie (CE) Kan de kandidaat onderscheid maken tussen basisbehoeften en overige behoeften? Kan de kandidaat de invloed beschrijven van jonge kopers op de omvang en de aard van producten? Kan de kandidaat factoren beschrijven die zijn eigen consumptiegedrag beïnvloeden? Kan de kandidaat uitleggen het belang van geld voor de economie beschrijven? Kan de kandidaat een beargumenteerde keus maken voor een vorm van lenen? Kan de kandidaat uit een gegeven huishoudboekje conclusies trekken over de financiële situatie van een samenlevingsverband? enz. 6 Economie examenplanning 2004-2005 De zwengel Overheid en bestuur (CE) Kan de kandidaat voorbeelden noemen van de functies van de overheid in de Nederlandse economie? Kan de kandidaat aan de hand van voorbeelden uit het eigen dagelijks leven overheidsontvangsten en overheidsuitgaven noemen en beschrijven? Kan de kandidaat aan de hand van eenvoudige voorbeelden de verschillende vormen van sociale zekerheid beschrijven? enz. 7 Economie examenplanning 2004-2005 De zwengel Natuur en milieu (CE) De kandidaat kan met het oog op zijn rol als burger De samenhang tussen consumptie, productie en het milieu beschrijven. Hij/zij betrekt daarbij - factoren die de groei van de consumptie bepalen - factoren die de groei van de productie bepalen - de samenhang tussen de groei van de consumptie en de groei van de productie - de nadelige gevolgen van de groei van de productie voor het milieu Met concrete voorbeelden uit het dagelijks leven oorzaken en gevolgen van milieuschade uitleggen, nu en in de toekomst. Hij/zij betrekt daarbij - de rol van maatschappelijke kosten ten opzichte van bedrijfskosten - de rol van de kandidaat in relatie tot het milieu Aan de hand van eenvoudige voorbeelden concrete maatregelen noemen om milieuschade te voorkomen en te bestrijden en hierbij de rol van overheid, organisaties en van individuele personen beschrijven. 8 Economie examenplanning 2004-2005 De zwengel Verrijkingsstof (CE) De kandidaat kan Aan de hand van een actuele concrete context ontstaan, ontwikkeling en vermindering van het begrotingstekort en de staatsschuld beschrijven. Hij betrekt daarbij - de ontvangsten: . BTW . accijns . loon- en inkomstenbelasting . houderschapsbelasting . vennootschapsbelasting . gemeentelijke belastingen . niet belastingmiddelen - de uitgaven: . naar departementen - de ontwikkeling van de omvang van de staatsschuld en de maatregelen om de staatsschuld te verminderen De systematiek van loon- en inkomstenbelasting beschrijven en aan de hand van verstrekte en/of verzamelde gegevens eenvoudige berekeningen uitvoeren, eventueel met gebruik van ICT. Hij/zij betrekt daarbij - de uitgangspunten van belastingheffing . draagkrachtbeginsel . profijtbeginsel - de inningswijze van de loon- en inkomstenbelasting - berekening van de te betalen loon- en inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen aan de hand van gegevens, met behulp van een toelichting Oorzaken/functies van inkomensverschillen beschrijven. Hij/zij betrekt daarbij - oorzaken van inkomensverschillen - de beperkte betekenis van welvaartsvergelijking op basis van het inkomen per hoofd in relatie tot het inkomen versus vrije tijd, de kwaliteit van het bestaan en het milieu De werking van de instrumenten die de overheid heeft om inkomensverschillen te beïnvloeden uitleggen. Hij/zij betrekt daarbij - nivelleren/denivelleren, geen berekeningen Oorzaken en gevolgen van de waardeverandering van geld beschrijven. Hij/zij betrekt daarbij - de meting van inflatie/deflatie met behulp van de consumentenprijsindex, geen berekening - oorzaken van prijsveranderingen - gevolgen van prijsveranderingen Prijscompensatie beschrijven als middel om koopkrachtverlies tegen te gaan. Hij/zij betrekt daarbij - de samenhang tussen de begrippen nominaal inkomen, prijscompensatie en reëel inkomen - eenvoudige berekeningen. 9 Economie examenplanning 2004-2005 De zwengel Werkstuk Werkwijze en vorm: Voor 1 mei van het examenjaar dient de kandidaat in tweevoud een werkstuk/verslag over een zelfstandig bestudeerd onderwerp op te sturen naar de IB-groep. Hierbij moet (eveneens in tweevoud) een schriftelijke samenvatting worden gevoegd van ongeveer 100 woorden. Dit verslag (minimaal 2 en maximaal 4 A4-tjes) en de samenvatting moet worden getypt in het formaat A4 met standaard regelafstand en met lettertype 12. Hierbij dient een getekende authenticiteitverklaring te worden gevoegd. Inhoud De kandidaat dient een economisch onderwerp uit te kiezen, dat zijn interesse heeft en betrekking heeft op één of meer van de modules die onderdeel uitmaken van het commissie-examen. Hierover dient de kandidaat gegevens te verzamelen en een goede centrale vraag te kiezen: ‘waarover gaat het?’. 10