De patrijs in de Struikwaard Op de rand van het bestaan Door Thijs Caspers Alles uit de kast voor de patrijs … … in de Struikwaard Brabants Landschap Misschien geen spektakel, wel spectaculair In de noordoosthoek van het Land van Heusden en Altena ligt, gekneld tussen de Afgedamde Maas en de lieflijke dorpjes Rijswijk en Giessen, de Struikwaard. Brabants Landschap is hier de trotse beheerder van 60 hectare, waarvan 15 hectare buiten- en 45 hectare binnendijks. Dat laatste deel oogt als ‘gewoon boerenland’: akkers en weiden. Voor een leek wellicht niet spectaculair - geen lepelaar of zeearend te bespeuren - maar sinds 2013 vindt hier een uiterst interessant project / experiment, plaats. En na het korte tijdsbestek van drie jaar kunnen we nu al zeggen dat het zeer succesvol verloopt. 2013 werd door ‘Vogelbescherming Nederland’ uitgeroepen tot het ‘Jaar van de Patrijs’, waar alle reden voor was. Deze voorheen zeer algemene verschijning - op bijna iedere wandeling kwam je hem bijna overal tegen - is sinds de jaren ’70 in ons land met 98% achteruitgegaan, van ongeveer één miljoen exemplaren naar zo’n 20.000 nu. Genoeg reden dus om alle zeilen bij te zetten. Welnu, om het tij te keren - wat heet, het dier staat op punt van uitsterven - is de Struikwaard binnendijks optimaal ingericht voor het ‘veldhoen’, zoals de patrijs vroeger heette. Daarbij is niet alleen gebruik gemaakt van de kennis die er in binnen- en buitenland al bestond over de biotoopeisen van deze vogel. Door onze beheer- ¯ Familieportret van 14 patrijzen tegen een zee van onkruid: ze varen er wel bij! winter 2016 ders te velde is vooral goed gekeken naar zijn gedrag. Als een indiaan volgden ze de vogel op de voet. Vervolgens speelden ze daarop in met beheermaatregelen, waarvan sommige ter plaatse zijn ‘uitgevonden’. Maar het komt er toch vooral op neer dat Brabants Landschap in de Struikwaard weer is gaan boeren zoals dat vroeger gebruikelijk was, laten we zeggen tot in de jaren ’60. Een uitgekiend beheer We hebben het gebied zodanig ingericht dat de patrijzen er a) voldoende voedsel kunnen vinden, en dat het hele jaar door, b) er kunnen nestelen en zich verschuilen en c) er de kuikens kunnen grootbrengen. Dit alles vereist een bepaalde wijze van landbouw en het maken en onderhouden van allerlei mogelijke ‘randen’ (zie 2 t/m 5). Allereerst is het goed om te weten wat patrijzen eten. De ouden eten vooral zaad, van zowel cultuurgewassen als onkruiden, maar daarnaast ook insecten en groene plantendelen, vooral jonge grasscheuten, kamille en muur gaan er graag in. De jongen zijn gedurende de eerste weken van hun bestaan strikt afhankelijk van insecten. Om deze drie doelen te bereiken, in dit geval een ‘abc-tje’, vindt op de 1) akkers biologische / duurzame landbouw plaats. Er worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, want dan gaan insecten dood. Patrijzen die ‘be- 3 ˚ Z elfs op het fietspad kun je hier de patrijs nog tegenkomen. De Struikwaard, landschapselementen en veldbezetting P " ! (i Afge L de M L Ý aas ! (i S W G G G Rijswijk G 'Bloemendijk' met fietspad G G G G Afge Afge dam Ý Giessen de M aas ! (i dam P " de M aas ! (i G ! (i G Giessen Giessen P " Legenda ! (i U staat nu hier P " Parkeren Bloemrijke akkerranden PG " Parkeren Parkeren Koolmengsels Heggen Takkenrillen G Braakranden G G Bloemrijke akkerranden Wandelroute B G G Koolmengsels G Ý G Takkenrillen Ý Heggen Braakranden G G G H H VB 2,6 km V Parkeren Inrichting Bloemrijke akkerranden Inrichting Takkenrillen Heggen Braakranden Takkenrillen 2,6 km Wandelroute Infopaneel U staat nu hier G H P " Braakranden Wandelroute Inrichting Inrichting Legenda ! (i U staat nu hier B Pi Parkeren " U staat nu hier ! ( Heggen Koolmengsels ! (i G G Legenda Koolmengsels Bloemrijke akkerranden Legenda G G G G G G dam 4 V G = gras / klaver 2,6 km G = gras / klaver L = luzerne G = gras / klaver W = wintertarwe L = luzerne H = haver W = wintertarwe B = boekweit H = haver S = spelt B = boekweit V = veldbonen S = spelt V = veldbonen Legenda hier verliezen hun vruchtbaar! (i U staat handeld’ zaadnueten P Parkeren heid, zo is gebleken uit wetenschappelijk " onderzoek. Voorts zijn de grotere akkers opgesplitst in kleinere percelen, precies zoals Inrichting ze er, afgaande op oude kaarten, vroeger ook Bloemrijke akkerranden bij moeten hebben gelegen. Door er vervolgens inKoolmengsels ruimte en tijd verschillende gewassen op te verbouwen - nu eens zomertarwe, dan Heggen weer luzerne heb Takkenrillen je ook verschillende oogstdata. Bijgevolg is het akkercomplex van de Braakranden Struikwaard nóóit helemaal kaal, er is altijd Wandelroute wel iets te bikken voor de patrijs. 2) Bloem2,6 km rijke graanranden, de naam zegt het al, herbergen veel bloemen: daar komen insecten op af en eens worden het zaden, allemaal G = grasvoor / klaver voedsel jong en oud. En ‘s winters laten L = expres luzerne we randen staan, ingezaaid met boeW = wintertarwe renkool, lijnzaad en gierst. Daar komt nog H = haver veel zaad vanaf en onder de grote bladeren B = de boekweit van eerste kunnen patrijzen zich uitsteS = spelt kend verschuilen tegen predatoren en slagreV = veldbonen gens. En zoals bekend zitten er op onbespoten kool ook lekker veel rupsjes. Om de naam Struikwaard weer eer aan te doen, zijn de afgelopen jaren 3) struweelhagen met hier van oorsprong inheemse houtachtigen aangeplant, te weten inlandse vogelkers, één- en tweestijlige meidoorn, hondsroos, heggenroos en de (bijna uitgestorven) wilde appel. Door deze heggen langs akkers te situeren, kunnen patrijzen bij aanvallen van predatoren gelijk een veilige ‘paraplu’ bereiken, want zo moeten de overhangende takken er toch uitzien voor grijpgrage klauwen. Wel moet je er als beheerder voor zorgen dat de hagen niet te hoog uitgroeien, anders worden het uitkijkposten voor kraaien, die op de kuikens loeren. Vanuit dezelfde beweegreden zijn er verspreid over het gebied ook 4) takkenrillen gelegd. Deze bestaan uit gepote wilgentenen - die natuurlijk regelmatig geknot moeten worden - waartussen massa’s onkruiden opslaan, zoals bijvoet en kamille. Ze broeden er als het ware midden in hun eigen voorraad- ˚ Bloemrijke akkerrand met phacelia en 5 boekweit. kast! Maar met het opsplitsen en ‘beranden’ van akkers ben je er nog niet. Vlak vóór de dekking en voedsel biedende randen moet je vervolgens 5) braakstroken aanleggen. In maart ploeg je de kale aarde om en daar vinden de in mei en juni uitkomende kuikens de broodnodige insecten. En als je tussen de akkers door ook wat 6) kruidenrijke graslandjes aanlegt is het plaatje compleet. Patrijsvriendelijk beheer komt er in het kort op neer dat je a) kleinere percelen maakt, b) meerdere gewassen verbouwt en c) zorgt dat er voldoende oogstresten in het veld achter blijven (het volgende ‘abc-tje’). Dit komt neer op een wijze van landbouw die vroeger gangbaar was omdat men niet anders kon (de stand van de landbouwtechniek liet niet anders toe), en we nu expres zo moeten voeren. Van linksboven met de klok mee: boerenkool, je kunt er veilig onder schuilen in de winter; takkenrillen bieden dekking, voedsel en broedgelegenheid; lekkere hapjes in de strooisellaag; icarusblauwtje, zich opwarmend op een braakstrook . 6 Grepen uit het voedselpakket van de patrijs, van boven met de klok mee: bijvoet, kamillebloempje, insect op wilde peen, phaceliazaad (als wintervoorraad) en rups in distel. 7 Een familiale vogel die vele fans verdient Interview met Jos Schenkeveld*: ‘de veerkracht van de patrijs valt te prijzen’ Een slim dier telt Jos Schenkeveld, 27 jaar oud / jong, is een van onze terreinmedewerkers in het Land van Heusden en Altena. Vanaf het begin van het patrijzenproject in de Struikwaard (2013) volgt hij de ontwikkelingen op de voet, die hij ook nog eens in belangrijke mate in de gewenste richting stuurt. De stand heeft een hoge vlucht genomen: van 3 koppels met 20 volgroeide kuikens in 2013 naar 7 respectievelijk 44 in 2015. (De cijfers voor 2016 vielen iets minder uit, waarover straks meer.) Hoe tel je die?, luidt de vraag. ‘Door goed te kijken en onderhand heb je wel ervaring met deze soort’, luidt het antwoord van Jos. ‘Patrijzen zijn op hun actiefst één uur na zonsopgang en één uur voor zonsondergang. Op zonovergo- ten dagen zie je ze niet, op bewolkte dagen de hele dag door (als het tenminste niet regent). Bij sneeuwval in de winter kun je ze aanzien voor molshopen. Maar dan nog, bij de georganiseerde tellingen in groep zie je waarschijnlijk nog heel wat patrijzen over het hoofd. [Maar omdat zowel beheerders als tellers zovaak in het veld zijn, mag je de opgegeven cijfers toch als betrouwbaar beschouwen, red.] Patrijzen kunnen zich namelijk heel goed ‘drukken’ en dan lijken ze op te gaan in de aarde. Maar dan ineens rennen ze voor je uit! Het vliegen stellen ze zo lang mogelijk uit. Ze zijn er ook helemaal niet op gebouwd, dat kun je zien. De grootste vliegafstand bedraagt misschien 50 meter. Ze lossen het zoveel mogelijk rennend op. En áls ze al vliegen is het erg laag, wat ook alweer een functie heeft. Een roofvogel, die het toch vooral van het luchtruim moet hebben, kan ze dan moeilijk pakken. Ze zijn wel slim, hoor. Zijn ze met z’n negenen, dan loeren er op toerbeurt steeds twee de omgeving af, zodat de overige zeven op hun gemak kunnen pikken. Maar bij het lichtste geluidje steken ze allemaal tegelijk hun kopje op.’ Vol is vol? ‘Kan de Struikwaard aan zijn eigen succes ten onder gaan? Dat wil zeggen dat het gebied op een gegeven moment ‘vol’ zit? ‘Hoewel patrijzen ontzettend ˚ Jos in zijn element als excursieleider. 8 * Bijna alle foto’s in dit artikel over de patrijs (p 38-53) zijn van Jos’ hand én genomen in de Struikwaard: dat geeft het verhaal extra cachet. Ze leven graag op stoppelvelden … Zich drukkend patrijzenvrouwtje. … en ’s winters zoeken ze meer de menselijke omgeving op. honkvast zijn, zal het gebied er ook weer niet door overspoeld raken. Er is eerder sprake van een ‘olievlekwerking’, dispersie. Vanuit de Struikwaard zie je ze naar alle richtingen uitzwermen. De hele omgeving zie je bevoorraad worden met patrijzen uit ons ‘kerngebied’. Al staan er maar wat dekking gevende fruitbomen of buxusboompjes, patrijzen neigen ernaar zich te verstoppen, zo ook in een veld met groenten van de koude grond.’ ‘Natuur dichtbij huis’ Ligt het zo simpel? Kan de patrijs al met zulke armetierige elementen toe? ‘Desnoods wel, er is genoeg reden om positief te blijven. Allereerst: de patrijs is een echt ‘randen-dier’, van welke aard of samenstelling die ook mogen zijn. De ideale rand is natuurlijk de heg, het ‘huis van de patrijs’. Maar met minder nemen ze al genoegen, álle elementen die het landschap breken zijn geschikt, al is het maar een schapenraster. Als je geen randen hebt, máák je ze gewoon, zoals we in de Struikwaard hebben ˚ Ouderpaar met jongen, foeragerend langs een heg. gedaan. Maar je kunt ook verder kijken en daarbij onvermoede kansen benutten. Een rand - of eigenlijk meer een ‘overhoekje’ - kan ook een particuliere (bloemen)tuin of volkstuin zijn. De eigenaren ervan hebben doorgaans een broertje dood aan spuiten en bijgevolg heb je er veel zaden en insecten. Patrijzenbeheer is heel goed uit te voeren in een gebied dat grenst aan een dorp. [Zoals bij de Struikwaard het geval is, red.] Als het koud is in de winter gaan ze er desnoods aan de huizen onder een carport zitten. Patrijzen zijn niet gek en maken gewoon gebruik van de elementen / objecten die hen worden aangeboden; zolang er tenminste geen sprake is van verstoring.’ Liefdevol bewerken van het land ‘Onze akkers in de Struikwaard zijn verpacht aan een biologische veehouder. We werken vanuit dezelfde filosofie, zodat het niet moeilijk is om het beheer op elkaars wensen af te stemmen. Belangrijk is het voeren van een 10 ‘wisselbouw’: op percelen waar vorig jaar luzerne werd verbouwd is dit jaar tarwe ingezaaid en ga zo maar door. De boer is erg tevreden over luzerne omdat het een hoog eiwitgehalte heeft. Wordt een koe ziek dan eet ze niets behalve luzerne, ze fleurt er van op. En voor ons is het belangrijk dat je dit gewas niet hoeft te bespuiten: er mag gerust onkruid tussen komen. Het wordt door de boer zonder tegenzin gemaaid, gehakseld en gekuild. Maar áls hij gaat maaien, is het belangrijk dat wij er bij zijn. Hij belt altijd netjes van te voren wanneer hij of een loonwerker dat van plan is. Dan gaan wij mee op de trekker, want je moet er letterlijk en figuurlijk boven op zitten. Wij weten waar de patrijzen broeden en bij voorkeur foerageren. Normaal maait een boer een perceel in rondjes, van buiten naar binnen (de ruimte in), wat ongunstig kan uitpakken voor de patrijs. Die heeft er namelijk een hekel aan om een kale vlakte over te steken, blijft op zijn schutkleuren vertrouwen en dus zitten en wordt dan dood gemaaid. Een boer moet zó werken dat hij de dieren juist de dekking in maait. Luzerne is ook in trek bij hazen, die er met smaak van eten, er komen veel bijen en vlinders op af en de veldleeuwerik broedt er graag in. ‘Onze’ boer steekt weer andere grondgebruikers aan, die ook wel eens een veldje willen, want net als klaver is luzerne een stikstofbinder en daardoor een bodemverbeteraar: een ideaal gewas om het jaar daarop haver of tarwe te verbouwen.’ Je doet álles voor de kinderen ‘Patrijzen komen tot broeden in ruigtes aan greppel- en slootkanten, onder aan heggen en in takkenrillen. Een ‘pol’ akkerdistels biedt al voldoende bescherming. Ik vond daarin vorig jaar een nest met 16 eieren en de jongen die ˚ Het zaaien van haver op een van onze biologische akkers; inzet: waar dan later bloemen mogen opslaan als het harig wilgeroosje. 11 daaruit kwamen bleven allemaal in leven. Hebben ze eenmaal de gevaarlijke kuikenperiode overleefd, dan kunnen ze makkelijk oud worden. De grootste inspanningen die wij als beheerders leveren, vallen in de periode ver vóór hun geboorte. En eigenlijk begint het al bij de zorg voor het vrouwtje, hun moeder dus. Daarom vallen alle bewerkingen van het land in het vroege voorjaar, tussen 15 maart en 15 april (als het weer dat tenminste toelaat). Je moet zorgen dat het werk er ruim vóór de broedperiode op zit, want het vergt allemaal erg veel van het vrouwtje. Eerst moet ze een goede nestelplaats vinden, vervolgens een nestje maken, dan erg veel eieren leggen en die daarna bebroeden, alles bij elkaar een periode van 50 dagen. Gedurende die héle periode heeft ze absolute rust nodig en houden wij ons dus koest. (Juist deze lange tijdsspanne maakt de patrijs in de gangbare landbouw zo kwetsbaar.) Komen de jongen in mei / juni uit, dan moeten de in maart omgewoelde braakstroken, gelegen vlak vóór de ruigtestroken, de kuikens voldoende te bieden hebben. Tot nog toe is ons dat goed gelukt. Op een braakstrook leven 3 tot 10 keer zoveel insecten dan op willekeurig welke andere strook ook. Vanaf maart ontkiemen er jonge plantjes waar veel insecten op afkomen. En omdat donkere grond veel sneller opwarmt dan begroeide, lokt dat nóg meer insecten, want die komen zoals bekend op warmte af: allemaal voer voor de jongen. Een braakstrook is voor hen zeg maar een snackbar. Al direct na het verlaten van het ei beginnen de kuikens instinctief om zich heen en in de grond te pikken, ze happen naar alles wat beweegt. Vervolgens letten de ouders heel goed op hun jongen. Ze worden ˚ Geen vogel in Europa legt zoveel eieren … 12 Brabants Landschap door hen aangestuurd, ook als ze wat groter zijn. Ze kijken naar hun ouders op een manier van ‘zeg wat ik moet doen’. Zijn ze toch wat onvoorzichtig, dan slaken de ouders een zacht ‘kirrek’, terwijl deze voorzichtige dieren toch maar zelden geluid maken. De kuikens rennen dan naar een van de ouders terwijl de andere het gevaar nauwlettend in de gaten houdt en eventueel voor afleidingsmanoeuvres zorgt. De voornaamste predatoren van de patrijs komen niet vanuit de lucht - of het zou de havik moeten zijn - maar vanaf de grond, de voornaamste is wel de vos. Fanatieke eierrovers zijn er meer. Hermelijn, wezel, bruine rat en egel nemen er iedere dag een, zwarte kraai en vos nemen ze alle tegelijk. Misschien wel net zo belangrijk voor de kuikenoverleving is een droog en warm voorjaar. Afgelopen jaar was de periode van half mei tot half juli de natste over de laatste 300 jaar, met rampzalige gevolgen voor de jongen. De regen dringt op een gegeven moment door tot op de huid, de kuikens koelen af en leggen het loodje. Bij warmte heb je ook meer insecten.’ winter 2016 Participatie voor de patrijs ‘Mooi om te zien is dat steeds meer partijen en particulieren zich bekommeren om de patrijs in en rond de Struikwaard. Het pilotproject wordt vanaf het begin gedragen door - uiteraard - Brabants Landschap, de plaatselijke natuurvereniging Altenatuur en Vogelbescherming Nederland. Gaandeweg is de patrijs ook in de buurt gaan ‘leven’ bij de bewoners van de aangrenzende dijk die zich door Giessen en Rijswijk slingert. Sommigen zaaien de achterkant van hun tuin in met een bijen- of bloemenmengsel. En ook de kerken van de dorpen willen hun tuin en parkeerplaats patrijsvriendelijk inrichten. Op percelen die nu nog in gebruik zijn als weiland willen we volgend jaar haver en spelt verbouwen. Het plan is om er pannenkoekenmeel en muesli van te maken en die op de markt te brengen, met een patrijs in het logo. De molenaar van Veen heeft aangeboden het meel te willen malen. Het zal een geweldige promotie voor de Struikwaard betekenen! Maar het mooiste is nog wel het werk van onze plaatselijke vrijwilligersgroep, de ˚ (l) Patrijzen schuwen tuinen zeker niet en daarom (r) richten steeds meer aanwonenden van de Struikwaard hun achtertuin patrijsvriendelijk in. 13 ‘Brabantse Waterlinie Werkers’, die bestaat sinds 2013 en telt 10 à 12 mannen en vrouwen. Het hele jaar door komen we iedere maandagochtend samen om ‘iets’ te doen in een van onze terreinen in het Land van Heusden en Altena. Dikwijls is dat in de Struikwaard. De vrijwilligers doen er van alles, zoals het knotten van de takkenrillen en het bouwen van een insectenhotel. Zonder hen zou het patrijsvriendelijke beheer onbetaalbaar en dus on- mogelijk worden. Afgelopen maand oktober hebben we een variatie op de ‘muizenruiter’ bedacht. Dit is een hooibergje dat ’s winters in het veld achterblijft om muizen te lokken waar dan weer uilen op afkomen. Wij hebben hem volgestopt met onkruiden als zuring en perzikkruid. Van lieverlee zullen die hun zaden verliezen, zodat er winterrond aanbod van voedsel zal zijn rond de ruiter. Fazant en houtduif maken er al gebruik van, nu nog de patrijs. ’ ˚ Boven: (l) de kerk van Giessen met op de voorgrond ‘patrijzenruiters’; en (r) ook de kerk van Rijswijk is nu ‘om’. Onder: Brabantse Waterliniewerkers (l) knotten takkenrillen en (r) zetten patrijzenruiters neer. 14 Brabants Landschap Een bosje bloemen is hier wel op zijn plaats Dit klinkt allemaal hartverwarmend. Een mens kan niet meer doen, zou je denken. ‘Het zit hem niet in grote, maar kleine dingen waarmee je het meeste kunt bereiken. Sluit je de natuur - in dit geval de patrijs - in je hart, dan komen de ideeën vanzelf. Zo hebben we te weinig zandige plekken in de Struikwaard en het is bekend dat patrijzen graag een zandbadje nemen, iedere dag wel als het kan. Dat zie je ook aan de talloze kuiltjes onderaan de heggen. Wat wil je, hij is tenslotte familie van de kip. Ik heb de nood gelenigd door hier en daar een kuub zand te storten. Een geweldige opsteker is dat we in 2017 van Waterschap Rivierenland de dijk in beheer krijgen die zich slingert tussen het binnen- en buitendijkse deel van de Struikwaard. ‘Ontzorgen’ van het waterschap heet dat in ambtelijke taal. Nu kunnen we de twee delen van ons reservaat eindelijk integraal De ‘Bloemendijk’ met een zee van margrieten ... winter 2016 beheren. Inventarisatie wees uit dat deze dijk floristisch ongemeen rijk is. Er groeien bijzondere planten als knikkende distel, aardbeiklaver, bijenorchis, aardaker, goudhaver, veldsalie, beemdkroon en heksenmelk. In de bloeitijd is het een feest voor het oog, mede door de vele margrieten en wilde penen. Voor deze bloemen gaan we het maaibeheer aanpassen. En wat wil nu het geval? Ook de patrijs is ermee geholpen, want kan tot broeden komen in de schouwstrook onder aan de dijk. Hij probeerde dit al eerder maar werd steeds uitgemaaid. Zo wordt de natuur in de Struikwaard steeds rijker. Je moest eens weten hoeveel andere soorten al meeliften op de beheermaatregelen voor de patrijs, zoals bijen, vlinders, en zangvogels als kneu, geelgors, groenling en de roodborsttapuit, de laatste ook broedend. En door de vele veldmuizen zie je er altijd wel torenvalkjes bidden. Ja, de patrijs is een echte gidssoort voor de boerennatuur.’ ... en de bijenorchis De patrijs gaat internationaal: ‘PARTRIDGE’* De patrijs gaat niet alleen in Nederland maar binnen heel de Europese Unie hard achteruit. Dit leidde tot het besluit om internationaal de handen ineen te slaan en in actie te komen voor deze boerenlandvogel ‘par excellence’. Organisaties binnen de ‘North Sea Region’ sloegen de handen ineen en dienden bij de EU een subsidie-aanvraag in voor het grote project ‘PARTRIDGE’. Dit in het kader van ‘Interreg’, een Europese regeling waarbinnen partijen uit meerdere landen samenwerken in projecten op het gebied van ruimtelijke ordening en regionale ontwikkeling. En afgelopen oktober werd bekend dat de subsidie wordt toegekend! En zo kunnen de komende jaren in Engeland, Schotland, Duitsland, Vlaanderen en Nederland 10 voorbeeldgebieden van elk minimaal 500 hectare optimaal worden ingericht voor de patrijs. De Nederlandse voorbeeldgebieden komen te liggen op Schouwen-Duiveland in Zeeland en in het Land van Heusden en Altena in Brabant. In het laatste geval gaat het om de Oude Doornpolder tussen Sleeuwijk en Almkerk. Het Coördinatiepunt Landschapsbeheer van Brabants Landschap zal hier de regie (speciale maatregelen, onderzoek) gaan voeren en ontvangt daarvoor van ‘Europa’ dik een half miljoen euro. Het streven is om met hulp daarvan 7% van de totale oppervlakte in te richten als ‘patrijs bevorderende landschaps- elementen’, in bijna alle gevallen ‘randen’. (Na het lezen van dit artikel zult u onderhand wel begrijpen waarom.) De deelnemers aan ‘PARTRIDGE’ willen met nieuwe beheeroplossingen de biodiversiteit van het boerenland verhogen met zo’n 30%, en dat in vier jaar tijd. En deze oplossingen daarna ‘uitrollen’ over álle regio’s. Het is hun primaire doel om binnen de landbouw een verandering te bereiken in denken en doen. Daarvoor zal veel worden gedaan aan (inter)nationale kennisuitwisseling en voorlichting over de patrijs aan boeren, beleidsmakers en het grote publiek. Moge het voorbeeldgebied bij Almkerk uitgroeien tot een Struikwaard in het groot; dan zit het wel snor. Slotwoord: wat een traject! De hoopvolle ontwikkelingen rond de patrijs zijn niet zomaar uit de lucht komen vallen, daar is heel wat werk aan voorafgegaan. Dat is met name gebeurd door onze coördinator soortenbescherming Jochem Sloothaak, die steeds de initiatieven nam. In 2011 begon hij te lobbyen bij de Provincie om meer draagkracht te creëren voor de patrijs, wat in 2012 resulteerde in acht voorbeeldprojecten, verspreid over Brabant. Het succes daarvan werd opgemerkt door Vogelbescherming Nederland, die in 2013 verspreid over het héle land koos voor drie demonstratiegebieden, waaronder de Struikwaard. Daarna richtte Jochem zijn blik op Engeland en na verschillende *PARTRIDGE staat voor ‘Protecting the Area’s Resources Through Researched and Innovative Demonstration of Good Examples’ 16 Brabants Landschap werkbezoeken aan dat land kon bovengenoemde subsidie binnengehaald worden: een traject van zes jaar waarvoor heel wat gecorrespondeerd is, mondeling en schriftelijk, met alle mogelijke instanties, zowel gouvernementele als non-gouvernementele (de zogenaamde NGO’s, waarvan wij er een zijn). Het is natuurlijk helemaal mooi dat de winter 2016 twee poten van Brabants Landschap, enerzijds het terreinbeheer en anderzijds het landschapsbeheer (in principe opererend buiten onze eigen terreinen) zo vruchtbaar hebben samengewerkt. Natuurbescherming blijft mensenwerk - over vele schijven - zo blijkt maar weer ten overvloede uit dit verhaal over de patrijs. Zijn er boeren, burgers of buitenlui die na het lezen van dit verhaal zelf ook iets willen betekenen voor de patrijs, neem dan contact op met: [email protected] Op youtube is een aflevering van NatuurStreken te vinden over de Struikwaard en de tellingen die vrijwilligers daar uitvoeren, kijk op: https://www.youtube.com/ watch?v=lq2Ooeg3SIM U steunt de patrijs ook door het drinken van een ‘Patrijske’, mail naar: [email protected] Zicht op de Struikwaard vanuit het noordwesten: agro-natuur in optima forma; inzet: Jochem in de zevende hemel met patrijs én dochter. 17