Lineaire Algebra Samenvatting De Roover Robin 2010-2011 Deze samenvatting is een overzicht van alle definities, stellingen, lemma's en proposities met hun bijhorende bewijzen. Deze samenvatting is gebaseerd op de cursus Lineaire Algebra Academiejaar 2010-2011 door Prof. Wim Veys en Prof. Paul G. Igodt. 1. Matrixrekenen Propositie 1.7 Elke matrix is rij-equivalent met een matrix in echelonvorm en zelfs met een matrix die rijgereduceerd is. Summarize: - Door propositie 1.7 en stelling 1.8 weten we dat ieder stelsel van vergelijkingen al dan niet een oplossing heeft en wat die oplossing(en) dan is. - Als er juist één oplossing is (en dus enkel basisvariabelen) dan is de matrix rij-equivalent met de éénheidsmatrix. Definitie 1.14 Een ๐ × ๐-matrix is: o symmetrisch ↔ ๐ด๐ = ๐ด; o scheefsymmetrisch ↔ ๐ด๐ = −๐ด; o diagonaalmatrix ↔ ๐๐๐ = 0 voor alle ๐, ๐ ∈ โ als ๐ ≠ ๐ Summarize: Het matrixproduct van twee matrices ๐ด ∈ โ๐ ×๐ = ๐๐๐ en ๐ต ∈ โ๐×๐ = ๐๐๐ bepaalt een matrix ๐ถ ∈ โ๐ ×๐ waarvoor geldt dat: ๐ ๐๐๐ = ๐๐๐ ๐๐๐ ๐ =1 Voor een (๐ × ๐)-matrix geldt: o ๐ดโ ๐ตโ๐ถ = ๐ดโ๐ต โ๐ถ o ๐ด โ ๐ต ๐ = ๐ต๐ โ ๐ด๐ o het matrixproduct is niet commutatief Voor een vierkante (๐ × ๐)-matrix geldt: o ๐ด โ ๐ด๐ → ๐ ๐ฆ๐๐๐๐ก๐๐๐ ๐๐๐ ๐๐๐ก๐๐๐ฅ o ๐ด + ๐ด๐ → ๐ ๐ฆ๐๐๐๐ก๐๐๐ ๐๐๐ ๐๐๐ก๐๐๐ฅ o ๐ด − ๐ด๐ → ๐ ๐๐๐๐๐๐ ๐ฆ๐๐๐๐ก๐๐๐ ๐๐๐ ๐๐๐ก๐๐๐ฅ o A is de som van een scheefsymmetrische en een symmetrische matrix Definitie 1.20 Het spoor van een vierkante (๐ × ๐)-matrix is ๐ Tr ๐ด = ๐๐๐ ๐=1 waarvoor geldt dat Tr ๐ด โ ๐ต = Tr(๐ด โ ๐ต) Stelling 1.26 Als een vierkante matrix A een links inverse B en een recht inverse C heeft dan geldt dat ๐ต=๐ถ Terminologie inverteerbaar = regulier = niet-singulier niet-inverteerbaar = singulier 2 Stelling 1.28 Als A en B inverteerbare matrices (van dezelfde afmeting) zijn, dan is ook hun product inverteerbaar en bovendien geldt dat ๐ด โ ๐ต −1 = ๐ต−1 โ ๐ด−1 Stelling 1.31 Beschouw een (๐ × ๐)-stelsel eerstegraadsvergelijkingen met coëfficiëntenmatrix ๐ด ∈ โ๐×๐ . Dan zijn de volgende beweringen equivalent: 1. de matrix A heeft een links inverse; 2. het stelsel ๐ด โ ๐ = 0 heeft enkel de oplossing ๐ = 0; 3. de matrix A is rij-equivalent met ๐ผ๐ ; 4. de matrix A is een product van elementaire matrices; 5. de matrix A is inverteerbaar; 6. de matrix A heeft een rechts inverse; Summarize beschouw een matrix ๐ด ๐ผ๐ zodat indien we A rijreduceren naar een rijgereduceerde matrix en we dezelfde elementaire rijoperaties toepassen op ๐ผ๐ dan geldt dat ofwel: o er een nulrij in A ontstaat zodat de matrix A niet-inverteerbaar is; o ontstaat er uit A een eenheidsmatrix zodat we volgende vorm krijgen ๐ผ๐ ๐ด−1 Lemma 1.33 Veronderstel dat A en B (๐ × ๐)-matrices zijn. Dan geldt: 1. als A en B benedendriehoeksmatrices zijn, dan is ook ๐ด โ ๐ต een benedendriehoeksmatrix; 2. als A en B bovendriehoeksmatrices zijn, dan is ook ๐ด โ ๐ต een bovendriehoeksmatrix; Stelling 1.36 Veronderstel dat A een (๐ × ๐)-matrix is, die in echelonvorm kan gebracht worden door elementaire rijoperaties zonder rijomwisseling te gebruiken. Dan bestaat er een (๐ × ๐)benedendriehoeksmatrix L en een ๐ × ๐ -bovendriehoeksmatrix U zodat ๐ด =๐ฟโ๐ Stelling 1.38 Zij A een inverteerbare (๐ × ๐)-matrix die via rijoperaties tot in trapvorm kan gebracht worden zonder rijen te verwisselen. Dan bestaat er een unieke benedendriehoeksmatrix L met enkel énen op de diagonaal en een unieke bovendriekhsmatrix zodat ๐ด = ๐ฟ โ ๐ ๐ดโ๐ =๐ฟโ๐โ๐ =๐ต ๐ 3 Werkwijze: LU decompositie: Als we A rijherleiden tot U zodat we een bovendriehoeksmatrix krijgen en we de aangeduide elementen in de matrix L' waarin alle andere elementen nullen zijn, dan leveren dezelfde elementaire rij operaties op L' de diagonaalmatrix op zodat indien we de elementen in de i-de kolom delen door het pivoteringselement lii we dan de matrix L verkrijgen die na elementaire rijoperaties transformeert naar de eenheidsmatrix. ๐ด= ๐11 ๐21 โฎ ๐๐1 ๐ฟ′ = ๐12 ๐22 โฎ ๐๐2 ๐11 ๐21 โฎ ๐๐1 โฏ ๐1๐ โฏ ๐2๐ โฑ โฎ โฏ ๐๐๐ 0 ๐22 − ๐12 โฎ ๐๐2 − ๐12 ๐11 ๐12 โฏ ๐1๐ 0 ๐22 − ๐12 โฏ ๐2๐ − ๐1๐ → ๐ด1 = →๐ โฎ โฎ โฑ โฎ 0 ๐๐2 − ๐12 โฏ ๐๐๐ − ๐1๐ 1 0 โฏ 0 ๐21 โฏ 0 1 โฏ 0 ๐11 โฏ 0 →๐ฟ= โฑ โฎ โฎ โฎ ๐ ๐ − ๐12 โฑ โฎ ๐1 ๐2 โฏ ∗∗ โฏ 1 ๐11 ๐12 4 2. Determinant Definitie 2.1 Een afbeelding ๐ ×๐ ๐: โ →โโถ๐ด= ๐ 1 ๐ 2 โฎ ๐ ๐ → ๐(๐ด) met de eigenschappen: D-1 ๐ ๐ผ๐ = 1; D-2 f(A) verandert van teken als men in de matrix A twee rijen van plaats verwisselt; D-3 f is lineair in de eerste rij, d.w.z. dat voor alle ๐, ๐ ∈ โ geldt dat ๐ 1 ๐๐ 1 + ๐๐ ′1 ๐ ′1 ๐ 2 ๐ 2 ๐ 2 ๐ = ๐๐ + ๐๐ โฎ โฎ โฎ ๐ ๐ ๐ ๐ ๐ ๐ noemen we een determinant afbeelding Stelling 2.2 Een afbeelding ๐: โ๐×๐ → โ โถ ๐ด → ๐(๐ด) die aan de eigenschappen D-1, D-2 en D-3 voldoet, voldoet eveneens aan de volgende eigenschappen: D-4 f is lineair in rij i voor elke ๐ ∈ 1,2, … , ๐ ; D-5 als er in de matrix A een nulrij is of als er twee gelijke rijen zijn in A, dan is ๐ ๐ด = 0; ๐ฉ D-4: uit D-2 en D-3 volgt dat we de i-de rij kunnen verwisselen met de eerste rij zodat het teken van f(A) verandert en we de lineairiteit in de eerste rij kunnen gebruiken. Wanneer we nu in beide afbeeldingen de i-de rij verwisselen met de eerste rij maken we de wijziging van het teken ongedaan. D-5: indien de i-de rij gelijk is aan de j-de rij dan kunnen we de i-de rij met de j-de rij verwisselen zodat het teken van f(A) verandert, enkel 0 is gelijk aan min zichzelf dus is ๐ ๐ด = 0 uit D-4 volgt dat door middel van de lineairiteit in de i-de rij we een nulrij kunnen schrijven als een combinatie van twee nulrijen zodat we door de lineairiteit krijgen dat f(A) gelijk is aan zichzelf plus zichzelf, enkel nul voldoet hieraan dus is ๐ ๐ด = 0 โ Stelling 2.3 Als ๐: โ๐×๐ → โ โถ ๐ด → ๐(๐ด) een determinantafbeelding is, dan geldt: 1. als men op de matrix A een elementaire rijoperatie uitvoert van het type ๐ ๐ → ๐ ๐ + ๐๐ ๐ (๐ ≠ ๐) dan verandert f(A) niet; 2. als E een elementaire matrix is dan is 1 ๐๐๐ ๐ธ ๐๐๐๐๐๐ ๐๐๐๐๐๐๐๐ก ๐๐๐ก ๐ ๐ → ๐ ๐ + ๐๐ ๐ −1 ๐๐๐ ๐ธ ๐๐๐๐๐๐ ๐๐๐๐๐๐๐๐ก ๐๐๐ก ๐ ๐ ↔ ๐ ๐ ๐(๐ธ) ๐ ๐๐๐ ๐ธ ๐๐๐๐๐๐ ๐๐๐๐๐๐๐๐ก ๐๐๐ก ๐ ๐ → ๐๐ ๐ 3. als E een elementaire matrix is, geldt steeds dat ๐ ๐ธ โ ๐ด = ๐(๐ธ) โ ๐(๐ด); ๐ฉ 1: door middel van D-4 kunnen we f(A) anders schrijven zodat we f(A) gelijk is aan een afbeelding waarin Ri staat plus een afbeelding waarin twee maal Rj staat zodat d.m.v. D-5 de tweede afbeelding gelijk is aan 0, bij gevolg verandert f(A) niet indien we zulke elementaire rijoperatie uitvoeren. 5 3: ๐ ๐ธ โ ๐ด = ๐ 1 0 โฏ 0 0 ๐ โฏ 0 โฎ โฎ โฑ โฎ 0 0 โฏ 1 ๐11 ๐21 โฎ ๐๐1 ๐12 ๐22 โฎ ๐๐2 ๐11 ๐๐21 =๐ โฎ ๐๐1 d.m.v. D-4 geldt ๐11 ๐21 = ๐๐ โฎ ๐๐1 ๐12 ๐22 โฎ ๐๐2 โฏ ๐1๐ โฏ ๐2๐ โฑ โฎ โฏ ๐๐๐ ๐12 ๐๐22 โฎ ๐๐2 โฏ ๐1๐ โฏ ๐๐2๐ โฑ โฎ โฏ ๐๐๐ โฏ ๐1๐ โฏ ๐2๐ โฑ โฎ โฏ ๐๐๐ = ๐(๐ธ) โ ๐(๐ด) analoge redenering voor de andere elementaire matrices โ Stelling 2.4 Als ๐: โ๐×๐ → โ โถ ๐ด → ๐(๐ด) een determinant afbeelding is, dan geldt dat 1. als A een driehoeksmatrix is, f(A) gelijk is aan het product van de diagonaalelementen in A; 2. A inverteerbaar is als en slechts als ๐(๐ด) ≠ 0; 3. ๐ ๐ด โ ๐ต = ๐(๐ด) โ ๐(๐ต) voor elke twee matrices A en B in โ๐×๐ ; 4. ๐ ๐ด๐ = ๐(๐ด); ๐ฉ 1: - als A een diagonaalmatrix is dan volgt uit D-4 en D-1 dat de afbeelding gelijk is aan het product van de elementen op de hoofddiagonaal, - als A een bovendriehoeksmatrix is, en er op de diagonaal van A geen nullen staan dan is A rijequivalent (uitsluiten met behulp van rij-operaties van het type ๐ ๐ → ๐ ๐ + ๐๐ ๐ ) met een diagonaalmatrix met precies dezelfde diagonaalelementen waaruit het beweerde volgt. Als A een bovendriekhoeksmatrix is en er op de diagonaal wel een 0 staat dan is A rij-equivalent met een matrix waarin een nul-rij staat zodat bijgevolg de afbeelding gelijk is aan nul. 2: een inverteerbare matrix A is te schrijven als het product van elementaire matrices (stelling 1.13 punt 4) zodat ๐ ๐ด = ๐ ๐ธ1 โ ๐(๐ธ2 ) … โ ๐(๐ธ๐ ), omdat de afbeelding van elementaire matrices niet gelijk zijn aan 0 is bijgevolg f(A) niet gelijk aan 0 3: als A inverteerbaar is dan is A te schrijven als het product van elementaire matrices zodat d.m.v. stelling 2.3 punt 3 ๐ ๐ด โ ๐ต = ๐ ๐ธ1 โ ๐ธ2 โ … โ ๐ธ๐ โ ๐ต = ๐ ๐ธ1 โ ๐ ๐ธ2 โ … ๐ ๐ธ๐ โ ๐(๐ต) = ๐(๐ด) โ ๐(๐ต) merk op dat als A niet inverteerbaar is dan is ook A . B niet inverteerbaar 4:als A inverteerbaar is dan is AT ook inverteerbaar en omgekeerd, zodat we A kunnen schrijven als het product van elementaire matrices, merk op dat ๐ ๐ธ = ๐(๐ธ ๐ ) zodat we het product van de beelden van de getransponeerde elementaire matrices kunnen schrijven als het beeld van AT โ Gevolg 2.5 1 2. als f een determinantafbeelding is, en de matrix A is inverteerbaar, dan is ๐ ๐ด−1 = ๐(๐ด); 3. door het feit dat ๐ ๐ด๐ = ๐(๐ด) kunnen we nu ook eenvoudig inzien dat de eigenschappen D-2 en D-3 en bijgevolg D-4 en D-5 blijven gelden wanneer ze worden uitgedrukt in termen van kolommen i.p.v. in termen van rijen 6 Stelling 2.7 Elke permutatie is een samenstelling van transposities (een permutatie die twee elementen verwisselt en alle andere elementen op zichzelf afbeeld) Definitie 2.8 Zij ๐ ∈ Sn met Sn de verzameling van alle mogelijke permutaties 1. zij i en j verschillende elementen uit 1,2, … , ๐ − 1, ๐ Het paar ๐, ๐ is een inversie van ๐ als ๐ < ๐ en ๐(๐) > ๐(๐) 2. het teken van ๐, genoteerd ๐ ๐๐(๐), is 1 als het aantal inversies van ๐ even is, en -1 als dat aantal oneven is In formulevorm: ๐ ๐๐ ๐ = (−1)# ๐๐๐ฃ๐๐๐ ๐๐๐ ๐ฃ๐๐ # Stelling 2.10 Zij ๐ een willekeurige permutatie en ๐ een transpositie in ๐๐ dan geldt ๐ ๐๐ ๐°๐ = −๐ ๐๐(๐) Stelling 2.12 Zij ๐ in Sn een samenstelling van m transposities. Dan is ๐ ๐๐ ๐ = (−1)๐ Stelling 2.15 Zij A een (๐ × ๐)-matrix. Dan is 1. det ๐ด = ๐๐=1(−1)๐+๐ ๐๐๐ detโก (๐๐๐ ) (ontwikkelen naar de i-de rij) ๐ ๐+๐ 2. det ๐ด = ๐=1 (−1) ๐๐๐ detโก (๐๐๐ ) (ontwikkelen naar de j-de kolom) met ๐๐๐ een ๐ − 1 × ๐ − 1 -deelmatrix van A Stelling 2.18 Als ๐ด ∈ โ๐×๐ , dan geldt dat detโก (๐ด) 0 โฏ 0 0 detโก (๐ด) โฏ 0 ๐ด โ ๐๐๐ ๐ด = ๐๐๐ ๐ด โ ๐ด = = ๐ผ๐ โ detโก (๐ด) โฑ โฎ โฎ โฎ โฏ detโก (๐ด) 0 0 met ๐๐๐ ๐ด = (๐ถ๐๐ )๐ = getransponeerde van de cofactorenmatrix gevormd door de cofactoren van A, ๐ถ๐๐ = (−1)๐+๐ detโก (๐๐๐ ) die bij elk element ๐๐๐ van A hoort Gevolg 2.19 Als de matrix ๐ด ∈ โ๐×๐ inverteerbaar is met andere woorden als detโก (๐ด) ≠ 0, dan geldt dat 1 ๐ด−1 = ๐๐๐(๐ด) det ๐ด 7 3. Vectorruimten 3.1 Vectorruimten en deelvectorruimten Definitie 3.2 Een verzameling V met bewerkingen ('optelling') +: ๐ × ๐ → ๐ zó dat voldaan is aan de eigenschappen 1. de optelling is inwendig en overal bepaald; 2. de optelling is associatief, m.a.w. ๐ฃ1 + ๐ฃ2 + ๐ฃ3 = ๐ฃ1 + (๐ฃ2 + ๐ฃ3 ) voor alle ๐ฃ1 , ๐ฃ2 , ๐ฃ3 ∈ ๐; 3. er is een neutraal element, 0 genoteerd, voor de optelling, d.w.z. dat 0 + ๐ฃ = 0 = ๐ฃ + 0 voor alle ๐ฃ ∈ ๐; 4. elk element v in V heeft een tegengesteld element, d.w.z. een element ๐ฃ′ ∈ ๐ zodat ๐ฃ + ๐ฃ ′ = 0 = ๐ฃ ′ + ๐ฃ; 5. de optelling is commutatief, m.a.w. ๐ฃ1 + ๐ฃ2 = ๐ฃ2 + ๐ฃ1 ; noemen we een commutatieve groep. We schrijven kort: (๐, +) is een commutatieve groep. Definitie 3.3 Een reële vectorruimte (โ, V, +) genoteerd, bestaat uit een commutatieve groep (๐, +), samen met een uitwendige bewerking โ × ๐ → ๐ โถ (๐, ๐ฃ) → ๐ โ ๐ฃ zodat ook volgende eigenschappen voldaan zijn 6. distributiviteit-1: ๐ โ ๐ฃ + ๐ค = ๐ โ ๐ฃ + ๐ โ ๐ค voor alle λ ∈ โ en voor alle ๐ฃ ∈ ๐; 7. distributiviteit-2: ๐1 + ๐2 โ ๐ฃ = ๐1 โ ๐ฃ + ๐2 โ ๐ฃ voor alle ๐1 , ๐1 ∈ โ en voor alle ๐ฃ ∈ ๐; 8. distributiviteit-3: ๐1 โ ๐2 โ ๐ฃ = (๐1 โ ๐2 ) โ ๐ฃ voor alle ๐1 , ๐1 ∈ โ en voor alle ๐ฃ ∈ ๐; o coëfficiënt 1: 1 โ ๐ฃ = ๐ฃ voor alle ๐ฃ ∈ ๐; De getallen ๐ (in โ) noemen we coëfficiënten of scalaren; de elementen v (in V) noemen we vectoren. Het neutrale element 0 voor de optelling noemen we de nulvector. Lemma 3.5 In een vectorruimte (โ, V, +) geldt voor alle vectoren ๐ฃ, ๐ค, ๐ฅ ∈ ๐ de implicatie ๐ฃ+๐ฅ = ๐ค+๐ฅ →๐ฃ = ๐ค ๐ฉ Als we bij beide leden het tegengesteld element van x toevoegen dan krijgen we dat ๐ฃ + ๐ฅ = ๐ค + ๐ฅ → ๐ฃ + ๐ฅ + −๐ฅ = ๐ค + ๐ฅ + −๐ฅ → ๐ฃ + 0 = ๐ค + 0 → ๐ฃ = ๐ค โ Lemma 3.6 In een vectorruimte (โ, V, +) geldt, voor alle vectoren ๐ฃ ∈ ๐ en voor alle λ ∈ โ: o 0 โ ๐ฃ = 0 = ๐ โ 0; o −1 โ ๐ฃ = −๐ฃ = 1 โ (−1); o −๐ โ ๐ฃ = − ๐ โ ๐ฃ = ๐ โ (−๐ฃ); ๐ฉ o Gebruik makend van de distributiviteitseigenschappen verkrijgen we 0 โ ๐ฃ = 0 + 0 โ ๐ฃ = 0 โ ๐ฃ + 0 โ ๐ฃ waaruit volgt dat 0 โ ๐ฃ = 0 ๐ฃ ∈ ๐ indien we het neutraal element gebruiken krijgen we ๐ โ 0 = ๐ โ 0 + 0 = ๐ โ 0 + ๐ โ 0 waaruit volgt dat ๐ โ 0 = 0 ๐ ∈ โ 8 o axioma 4 van definitie 3.3 zegt dat 1 −๐ฃ = −๐ฃ Bekijk nu ๐ฃ + 1 −๐ฃ = 1๐ฃ + −1 ๐ฃ = 1 + −1 ๐ฃ = 0๐ฃ = 0, bijgevolg is −1 ๐ฃ het tegengesteld element van v. o gebruik makend van de distributiviteit (3) verkrijgen we −๐ ๐ฃ = 1 −๐ ๐ฃ = 1 −๐ ๐ฃ = (−1)๐ ๐ฃ = −1 ๐๐ฃ = −(๐๐ฃ) en analoog 1 −๐ ๐ฃ = ๐ −1 ๐ฃ = ๐(−๐ฃ) โ Definitie 3.8 Als (โ, V, +) een vectorruimte is en U een deelverzameling van V zodat (โ, U, +) met dezelfde optelling en scalaire vermenigvuldiging als in V, ook een vectorruimte is, dan noemen we (โ, U, +) een deelvectorruimte of deelruimte van (โ, V, +) Stelling 3.9 (Kenmerk van deelruimte) Zij gegeven de vectorruimte (โ, V, +). Een deelverzameling U van V is een deelruimte als en slechts als o voor alle ๐ฅ, ๐ฆ ∈ ๐ geldt ๐ฅ + ๐ฆ ∈ ๐; o voor alle ๐ฅ ∈ ๐ en voor alle ๐ ∈ โ geldt ๐ โ ๐ฅ ∈ ๐; of equivalent hiermee o ๐ ≠ ∅; o voor alle ๐ฅ, ๐ฆ ∈ ๐ en voor alle ๐, ๐ ∈ โ geldt: ๐๐ฅ + ๐ ๐ฆ ∈ ๐; ๐ฉ equivalenties o als 0 ∈ ๐ dan is bovenstaand gegeven bewezen als 0 ∉ U maar 0 ∈ ๐ met een willekeurige ๐ค ∈ ๐ dan volgt uit kenmerk 2 van de deelruimte dat −1 ๐ค = −๐ค ∈ ๐ zodat ๐ค + −๐ค = 0 ∈ ๐ o uit de eerste twee kenmerken van de deelruimte en de axioma's van een vectorruimte volgt dat ๐๐ฅ + ๐ ๐ฆ ∈ ๐ โ Propostitie 3.11 De doorsnede van een aantal deelruimten van een vectorruimte V is opnieuw een deelruimte van V notatie: ๐1 ∩ U2 ∩ … ∩ Un = ni=1 Ui Ui (i ∈ I) Definitie 3.12 Zij (โ, V, +)een vectorruimte en D een niet-lege deelverzameling van V. De deel(vector)ruimte van (โ, V, +) voortgebracht door D is ๐ ๐๐ ๐ฅ๐ ๐ฅ1 , … , ๐ฅ๐ ∈ ๐ท ๐๐ ๐1 , … , ๐๐ ∈ โ ๐=1 We noteren ๐ฃ๐๐ก(๐ท) of ๐ ๐๐๐(๐ท) of < ๐ท > voor deze vectorruimte. Aks D eindig is, zeg ๐ท = ๐ฅ1 , … , ๐ฅ๐ dan noteren we deze deelruimte ook als < ๐ฅ1 , … , ๐ฅ๐ > Als ๐ท = ∅ spreken we af dat ๐ฃ๐๐ก ๐ท = 0 . Definitie 3.15 Veronderstel dat (โ, V, +) een vectorruimte is, met deelvectorruimten U en W. Dan is de verzameling ๐ข + ๐ค ๐ข ∈ ๐, ๐ค ∈ ๐ een deelvectorruimte van V. Deze deelruimte noemen we de somruimte of som van U en W en noteren we ๐ + ๐. Meer algemeen als ๐1 , … , ๐๐ deelruimten zijn van V, dan definiëren we de somruimte ๐ ๐ ๐๐ = ๐1 + โฏ + ๐๐ = ๐=1 ๐ข๐ ๐ข๐ ∈ ๐๐ ๐ฃ๐๐๐ ๐๐๐๐ ๐ = 1, … , ๐ ๐=1 9 Een somruimte ๐๐=1 ๐๐ noemen we een directe som als en slechts als elk element van ๐๐=1 ๐๐ op precies één manier te schrijven valt als de som van vectoren uit elk van de deelruimten. Dit wil zeggen dat er voor alle ๐ฃ ∈ ๐๐=1 ๐๐ unieke vectoren ๐ข1 ∈ ๐1 , … , ๐ข๐ ∈ ๐๐ bestaan zodat ๐ฃ = ๐ข1 + โฏ + ๐ข๐ ๐ = ๐1 … twee deelruimten U en W noteren we een directe som als ๐ ๐. In het geval van een directe som noteren we ๐ =1 ๐๐ ๐๐ . In het geval van slechts Propositie 3.17 Gegeven is een vectorruimte (โ, V, +). 1. Zij ๐1 en ๐2 deelruimten van V. Dan geldt dat ๐ = ๐1 ๐2 als en slechts als ๐ = ๐1 + ๐2 en ๐1 ∩ U2 = 0 . 2. Algemener zij ๐1 , … , ๐๐ deelruimten van V. Dan is ๐ = ๐1 + โฏ + ๐2 en ๐๐ ∩ U1 + โฏ + Ui−1 + Ui+1 + โฏ + Uk = 0 voor alle ๐ = 1, … , ๐ ๐ฉ → Veronderstel dat ๐ = ๐1 ๐2 dan geldt voor een willekeurige vector ๐ฃ ∈ ๐1 ∩ U2 dat 0= ๐ฃ + 0 = 0 + ๐ฃ ∈๐1 ∈๐2 ∈๐1 ∈๐2 en krijgen we een contradictie. Analoge redenering voor het algemene geval. ← Veronderstel dat ๐1 ∩ U2 = 0 en we ๐ = ๐1 + ๐2 met ๐ค ∈ ๐, dan kunnen we w schrijven als ๐ค = ๐ข1 + ๐ข2 = ๐ข′1 + ๐ข′2 met ๐ข1 , ๐ข′1 ∈ ๐1 en ๐ข2 , ๐ข′2 ∈ ๐2 dan volgt dat ๐ข1 − ๐ข′1 = ๐ข2 − ๐ข′2 ∈ ๐1 ∩ U2 = 0 ∈๐1 ∈๐2 bij gevolg is ๐ข1 = ๐ข′1 en ๐ข2 = ๐ข′2 โ 3.2 Lineaire onafhankelijkheid, basis en dimensie Definitie 3.19 Gegeven is een vectorruimte (โ, V, +). Een deelverzameling D van V noemen we lineair afhankelijk of niet-vrij als en slechts als er een vector bestaat in D die te schrijven vals als lineaire combinatie van (eindig veel) andere vectoren van D. We noemen D lineair onafhankelijk of vrij als en slechts als D niet lineair onafhankelijk is, m.a.w. als en slechts als er geen enkele vector in D bestaat die een lineaire combinatie is van de andere vectoren in D. Propositie 3.20 Gegeven is een vectorruimte (โ, V, +) en een deelverzameling D. Dan is D vrij als en slechts als de enige lineaire combinatie van vectoren in D die de nulvector oplevert die lineaire combinatie is waarin alle coëfficiënten nul zijn. voor willekeurige ๐1 , … , ๐๐ ∈ โ en willekeurige ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ ∈ ๐ท geldt ๐ ๐๐ ๐ฃ๐ = 0 ↔ ๐1 = โฏ = ๐๐ = 0 ๐=1 Indien D eindig is, zeg ๐ท = ๐ค1 , … , ๐ค๐ , is D dus vrij als en slechts als voor willekeurige ๐1 , … , ๐๐ ∈ โ geldt ๐ ๐๐ ๐ค๐ = 0 ↔ ๐1 = โฏ = ๐๐ = 0 ๐=1 10 ๐ฉ Veronderstel dat er een lineaire combinatie van vectoren in D bestaat die de nulvector oplevert maar waarin niet alle coëfficiënten gelijk zijn aan 0. Dan kunnen we een willekeurige ๐ฃ๐ ,waarvoor geldt dat ๐๐ ≠ 0, schrijven als een lineaire combinatie van de overige vectoren gedeeld door zijn bijhorende coëfficiënt ๐๐ ๐−1 ๐ ๐ =1 ๐๐ ๐ฃ๐ + ๐ =๐+1 ๐๐ ๐ฃ๐ ๐ฃ๐ = ๐๐ bij gevolg is D lineair afhankelijk of niet vrij โ Definitie 3.22 Voor een gegeven vectorruimte (โ, V, +) noemen we een deelverzameling D van V voortbrengend als en slechts als ๐ฃ๐๐ก ๐ท = ๐. Men zegt ook soms dat in dat geval D opgespannen wordt door D. Als er een eindige deelverzameling D bestaat die V voortbrengt, dan noemen we de vectorruimte V eindig voortgebracht. Definitie 3.23 In een vectorruimte (โ, V, +) is een deelverzameling ๐ฝ een basis (van V) als en slechts als ๐ฝ voortbrengend en vrij is. Als ๐ฝ = ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ eindig is, zeggen we ook dat ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ een basis is van V. Stelling 3.24 (Lemma van Steinitz) Zij (โ, V, +) een vectorruimte en ๐ด = ๐ฅ1 , … ๐ฅ๐ een deelverzameling met m vectoren uit V. Dan geldt als A voortbrengend is voor V, dan is elke verzameling met meer dan m elementen van V lineair afhankelijk. Dit is equivalent met: als A vrij is, dan is elke verzameling met minder dan m vectoren niet meer voortbrengend voor V. ๐ฉ Neem een willekeurige deelverzameling ๐ต = ๐ฆ1 , … , ๐ฆ๐ van V met ๐ > ๐ dan kunnen we voor elke ๐ = 1, … , ๐; ๐ฆ๐ schrijven als een lineaire combinatie van vectoren uit A zodat ๐ ๐ฆ๐ = ๐๐๐ ๐ฅ๐ ๐ =1 als we nu onderzoeken of B al dan niet vrij is dan geldt voor zekere coëfficiënten ๐๐ ∈ โ dat ๐ ๐ ๐๐ ๐ฆ๐ = ๐1 ๐=1 ๐ ๐1๐ ๐ฅ๐ + โฏ + ๐๐ ๐ =1 ๐๐๐ ๐ฅ๐ = 0 ๐ =1 om te bepalen of B al dan niet vrij is moeten we dus een stelsel van n vergelijkingen met m onbekenden oplossen, zodat uit ๐ > ๐ volgt dat het stelsels oneindig veel oplossingen heeft en de oplossing (0,0, … ,0) dus uitgesloten is. Bij gevolg is B niet vrij โ Gevolg 3.25 Als (โ, V, +) een vectorruimte is die een basis heeft met n vectoren, dan heeft elke andere basis van V ook n vectoren. ๐ฉ Stel dat ๐ฝ1 een basis is met n vectoren en dat ๐ฝ2 ook een basis is. Omdat ๐ฝ1 voortbrengend is moet het aantal elementen van ๐ฝ1 kleiner of gelijk zijn aan het aantal elementen in ๐ฝ2 . Als we nu de rollen omdraaien stellen we vast dat het aantal elementen in ๐ฝ2 kleiner of gelijk moet zijn aan ๐ฝ1 . ๐ ≤ ๐ ๐๐ ๐ ≤ ๐ → ๐ = ๐ 11 โ Definitie 3.26 Zij (โ, V, +) een (niet-triviale) vectorruimte. Als V een eindige basis heeft noemt het aantal elementen van die basis de dimensie van V, genoteerd als dimโ ๐ of kortweg dim ๐. Als V geen eindige basis heeft zeggen we dat V oneindigdimensionaal is. We spreken af dat de triviale vectorruimte 0 dimensie 0 heeft. Stelling 3.28 Veronderstel dat (โ, V, +) een vectorruimte is van dimensie n. Dan geldt: 1. elke vrije verzameling van V kan uitgebreid worden tot een basis van V; 2. elke eindige voortbrengende verzameling van V kan (door het schrappen van vectoren) gereduceerd worden tot een basis van V; ๐ฉ 1. Veronderstel dat ๐ท = ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ een vrije deelverzameling van V met k elementen is. Dan is ๐ ≤ ๐. Neem een willekeurige vector ๐ฃ๐+1 , indien er één bestaat, die niet voortgebracht wordt door D. We voegen deze vector toe aan D zodat ๐ท ∪ ๐ฃ๐+1 vrij is, dit door het feit dat ๐ฃ๐+1 geen lineaire combinatie is alsook D vrij is. Dit proces herhalen we totdat ๐ท ∪ ๐ฃ๐+1 , … , ๐ฃ๐ n elementen bevat, omwille van het Lemma van Steinitz is de volgende willekeurige vector ๐ฃ๐+1 afhankelijk van ๐ท ∪ ๐ฃ๐+1 , … , ๐ฃ๐ bij gevolg is dit dus een basis. 2. Veronderstel dat V wordt voortgebracht door ๐ = ๐ค1 , … , ๐ค๐ . We beweren nu dat er een deelverzameling van S bestaat die een basis is van V. We mogen veronderstellen dat alle ๐ค๐ ≠ 0. We overlopen nu in volgorde de vectoren ๐ค1 , … , ๐ค๐ en schrappen alle ๐ค๐ die lineair afhankelijk is van zijn voorgangers in de rij. We noteren de overgebleven vectoren als ๐ต(⊂ S) en verifiëren of B een basis is voor V. o B is voortbrengend: elke vector in V is een lineaire combinatie van ๐ค1 , … , ๐ค๐ . Door de door ons gevolgde werkwijze blijkt dat ๐ค๐ een lineaire combinatie is van de vectoren in B. Dus is elke vector in V een lineaire combinatie van de vectoren in B. o B is vrij: door de door ons gevolgde werkwijze bevat B geen enkele vector die een lineaire combinatie is van andere vectoren in V. โ Eigenschap 3.31 Zij V een n-dimensionale vectorruimte. Dan 1. n lineaire onafhankelijke vectoren in V vormen een basis van V; 2. n voortbrengende vectoren in V vormen een basis van V; ๐ฉ 1. Zij B de verzameling van n lineaire onafhankelijke vectoren in V, dan kunnen we de verzameling B uitbreiden tot een basis van B, echter volgt uit het Lemma van Steinitz dat de uitgebreide verzameling van B lineair afhankelijk is, dus is B een basis van V. 2. Zij C de verzameling van n voortbrengende vectoren in V, dan kunnen we C reduceren tot een basis van V, echter volgt uit de equivalentie van het Lemma van Steinitz dat de uitgedunde verzameling van C niet voortbrengend is, dus is C een basis van V. โ Stelling 3.32 Zij V een n-dimensionale vectorruimte en ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ ∈ ๐ Dan is ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ een basis van V ↔ ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ is een vrij deel van V; ↔ ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ is een voortbrengend deel van V; 12 Stelling 3.33 Zij (โ, V, +)een vectorruimte en ๐ฝ ⊂ V. Dan zijn de volgende beweringen equivalent: 1. ๐ฝ is en basis van V; 2. ๐ฝ is maximaal vrij (d.w.z. ๐ฝ is vrij en elke verzameling van V die ๐ฝ strikt omvat is niet meer vrij); 3. ๐ฝ is minimaal voortbrengend (d.w.z. elke strikte deelverzameling van ๐ฝ is niet meer voortbrengend voor V) ๐ฉ 1. We veronderstellen dat ๐ฝ een basis is van V, dan geldt voor elke ๐ฃ ∈ ๐ฝ dat v lineair onafhankelijk is en dat voor elke ๐ค ∈ ๐ en ๐ค ∉ ๐ฝ, w lineair afhankelijk is van ๐ฝ, bij gevolg is ๐ฝ maximaal vrij. Er geldt ook dat voor de deelverzameling ๐ผ van ๐ฝ dat ๐ผ niet voortbrengend is voor ๐ฝ en dus voor V omdat ๐ฝ vrij is, bij gevolg is ๐ฝ minimaal voortbrengend. 2. We veronderstellen dat ๐ฝ maximaal vrij is en onderzoeken of ๐ฝ voortbrengend is. M.a.w. ๐ฃ ∈< ๐ฝ > voor elke ๐ฃ ∈ ๐. o ๐ฃ ∈ ๐ฝ dan is zeker ๐ฃ ∈< ๐ฝ > o ๐ฃ ∉ ๐ฝ dan is ๐ฝ ∪ ๐ฃ niet vrij en bestaat er dus een lineaire combinatie van ๐ฝ ∪ ๐ฃ ๐๐ฃ + ๐1 ๐ค1 + โฏ + ๐๐ ๐ค๐ = 0 met ๐1 ๐ค1 + โฏ + ๐๐ ๐ค๐ ∈ ๐ฝ Hierbij moet ๐ ≠ 0 want B is vrij dus ๐1 = โฏ = ๐๐ = 0. We kunnen v dus schrijven als een lineaire combinatie van ๐ฝ en bij gevolg is ๐ฃ ∈< ๐ฝ >. 3. We veronderstellen dat ๐ฝ minimaal voortbrengend is en onderzoeken of ๐ฝ vrij is. Indien we de vectoren ๐ค๐ in ๐ฝ = ๐ค1 , … , ๐ค๐ die een lineaire combinatie zijn van de andere vectoren in ๐ฝ schrappen dan bekomen we een vrije verzameling, echter is ๐ฝ minimaal voortbrengend en zodra we de vectoren ๐ค๐ schrappen uit ๐ฝ krijgen we dat ๐ค๐ ∉ ๐ฝ maar wel ๐ค๐ ∈ ๐, doordat ๐ฝ minimaal voortbrengend is kan ๐ค๐ niet worden voortgebracht, dus is ๐ฝ vrij. โ Stelling 3.34 Zij V een eindigdimensionale vectorruimte en U een deelruimte van V. Dan geldt: 1. U is eindig voortgebracht en dim ๐ ≤ dim ๐; 2. dim ๐ = dim ๐ ↔ ๐ = ๐; ๐ฉ 1. Als ๐ = 0 , dan is de bewering evident. Als ๐ ≠ 0 nemen we een ๐ข1 ≠ 0 in U en voegen we telkens een vector ๐ข๐ toe die niet lineaire afhankelijk is van ๐ข1 , … , ๐ข๐−1 totdat we een maximaal vrij deel ๐ข1 , … , ๐ข๐ hebben. Dit proces met inderdaad stoppen, meer specifiek bij een k die voldoet aan 1 ≤ ๐ ≤ dim ๐, want lineaire onafhankelijke vectoren in U zijn ook lineair onafhankelijk in V. Wegens de equivalentie van een maximaal vrij deel is ๐ข1 , … , ๐ข๐ een basis van U en is inderdaad dim ๐ ≤ dim ๐. 2. We nemen een basis ๐ข1 , … , ๐ข๐ van U en weten dat alle vectoren ๐ข1 , … , ๐ข๐ vrij zijn in U en bij gevolg vrij zijn in V, doordat de basis van U evenveel vectoren bevat als de basis van V is ook ๐ข1 , … , ๐ข๐ maximaal vrij voor V, bij gevolg is het een basis van V en wordt V door dezelfde basis opgespannen als U en is dus ๐ = ๐. โ 13 Stelling 3.36 Zij (โ, V, +) een vectorruimte en veronderstel dat ๐ฝ = ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ een basis van V. Dan kan elke vector v op een unieke manier als lineaire combinatie van de basisvectoren uitgedrukt worden. Er ontstaat derhalve een afbeelding ๐๐๐ฝ : ๐ → โ๐ โถ ๐ฃ → ๐๐๐ฝ (๐ฃ) die v afbeeldt op het stelsel coëfficiënten dat correspondeert met v ten opzichte van de basis ๐ฝ. Deze afbeelding noemen we de coordinatenafbeelding bepaald door ๐ฝ ๐ฉ We bewijzen de uniciteit van de afbeelding. Omdat ๐ฝ voortbrengend is, is elke vector v van V te schrijven als een lineaire combinatie. Veronderstel dat we dit op twee wijzen zouden kunnen, m.a.w. ๐ฃ = ๐1 ๐1 + โฏ + ๐๐ ๐๐ = ๐1 ๐1 + โฏ + ๐๐ ๐๐ dan volgt dat ๐1 − ๐1 ๐1 + โฏ + ๐๐ − ๐๐ ๐๐ = 0 Door het feit dat ๐ฝ vrij is volgt dat ๐๐ − ๐๐ = 0 zodat ๐๐ = ๐๐ voor alle i. Er ontstaat dus een goed gedefinieerde afbeelding ๐๐๐ฝ : ๐ → โ๐ โถ ๐ฃ → ๐๐๐ฝ ๐ฃ = ๐1 , … , ๐๐ โ Stelling 3.39 Als de vectorruimte V eindigdimensionaal is, dan geldt voor willekeurige deelruimten U en W van V dat dim(๐ + ๐) + dim ๐ ∩ ๐ = dim ๐ + dim ๐ ๐ฉ Zij dim ๐ = ๐, dim ๐ = ๐ en dim(๐ ∩ ๐) = ๐ก. Aangezien ๐ ∩ ๐ een deelruimte is van zowel U als W zal ๐ก ≤ ๐ en ๐ก ≤ ๐ . We nemen een basis ๐ฝ = ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ก van (๐ ∩ ๐) en breiden deze uit tot een basis van U, ๐ฝ๐ = ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ก , ๐ข๐ก+1 , … , ๐ข๐ en breiden ๐ฝ ook uit tot een basis van W, ๐ฝ๐ = ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ก , ๐ค๐ข+1 , … , ๐ค๐ . We tonen nu aan dat ๐ฝ๐ ∪ ๐ฝ๐ = ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ก , ๐ข๐ก+1 , … , ๐ข๐ , ๐ค๐ก+1 , … , ๐ค๐ een basis is van ๐ + ๐ o lineair onafhankelijk? Neem een willekeurige lineaire combinatie van de basisvectoren die de nulvector oplevert ๐ก ๐ ๐ ๐ฅ๐ ๐ฃ๐ + ๐=1 ๐ฆ๐ ๐ข๐ + ๐ =๐ก+1 ๐ง๐ ๐ค๐ = 0 ๐ =๐ก+1 merk op dat de vector ๐ ๐=๐ก+1 ๐ง๐ ๐ค๐ ∈ ๐ te schrijven is als − ๐ก๐=1 ๐ฅ๐ ๐ฃ๐ − ๐๐=๐ก+1 ๐ฆ๐ ๐ข๐ ∈ ๐, bijgevolg ∈ ๐ ∩ ๐. Logischer wijze zien we in dat alle ๐ฆ๐ en ๐ง๐ gelijk zijn aan nul, uit het feit dat ๐ก๐=1 ๐ฅ๐ ๐ฃ๐ een basis is van ๐ ∩ ๐ volgt dat alle ๐ฅ๐ gelijk zijn aan nul zodat ๐ฝ๐ ∪ ๐ฝ๐ onafhankelijk is. o voortbrengend? Per definitie van de som van deelruimten is ๐ฝ๐ ∪ ๐ฝ๐ voortbrengend. โ Stelling 3.42 We veronderstellen dat de vectorruimte V eindigdimensionaal is. Zij ๐1 , … , ๐๐ deelruimten van V zodat ๐ = ๐1 … ๐๐ . Als voor elke i de verzameling ๐ฝ๐ (⊂ Ui ) een basis is van ๐๐ , dan is ∪๐๐=1 ๐ฝ๐ een basis van V en ๐ dim ๐ = dim ๐๐ ๐=1 14 ๐ฉ Per definitie van de som van deelruimten is ∪๐๐=1 ๐ฝ๐ een voortbrengend deel van V. We bewijzen nu dat ∪๐๐=1 ๐ฝ๐ vrij is. Zij ๐ฝ๐ = ๐ฃ1 (๐) , … , ๐ฃ๐ ๐ (๐) voor ๐ = 1, … , ๐. Stel dat ๐1 ๐๐ ๐๐ (1) ๐ =1 (๐) ๐๐ (๐) ๐ฃ๐ (๐) = 0 ๐ฃ๐ (1) + โฏ + ๐ =1 met alle ๐๐ ∈ โ. Omdat V de directe som is van de ๐๐ , is de nulvector 0 op slechts één manier te schrijven als de som van telkens een element in ๐1 , … , ๐๐ . Maar zowiezo is 0 te schrijven als 0 = 0 + โฏ + 0 waarbij elke 0 in het rechterlid beschouwd wordt als behorende tot respectievelijk ๐1 , … , ๐๐ . Dus kunnen we besluiten dat ๐๐ (๐) (๐) = 0 voor elke ๐ = 1, … , ๐ ๐ =1 ๐๐ ๐ฃ๐ En omdat ๐ฝ๐ een basis is voor ๐๐ moeten dan alle ๐๐ (๐) = 0. Omdat de unie ∪๐๐=1 ๐ฝ๐ een disjuncte functie is (en dus ∩๐๐=1 ๐ฝ๐ = ∅) , volgt nu ook dat dim ๐ = ๐ ๐=1 dim ๐๐ . โ Definitie 3.43 In de vectorruimte V is de deelruimte W een supplementaire deelruimte van de deelruimte U als ๐=๐ ๐. Stelling 3.46 Als de vectorruimte V eindigdimensionaal is, dan heeft elke deelruimte van V een supplementaire deelruimte. ๐ฉ Zij U een deelruimte van V. Neem een basis ๐ข1 , … , ๐ข๐ van U. Deze kan worden uitgebreid tot een basis ๐ข1 , … , ๐ข๐ , ๐ค๐ +1 , … , ๐ค, van V en dan is ๐ = ๐ค๐+1 , … , ๐ค, een supplementaire deelruimte van U. โ 3.3 Vectorruimten geassocieerd aan een matrix Definitie 3.47 Zij ๐ด= ๐11 ๐21 โฎ ๐๐ 1 ๐12 ๐22 โฎ ๐๐ 2 โฏ ๐1๐ โฏ ๐2๐ โฑ โฎ โฏ ๐๐๐ ๐1 ๐2 = โฎ ๐๐ = (๐1 , ๐2 , … , ๐๐ ) een (๐ × ๐)-matrix met elementen in โ. Elke rij ๐๐ behoort dan tot โ๐ ; elke kolom ๐๐ behoort tot โ๐ . We definiëren de volgende vectorruimten: 1. ๐ ๐ด = ๐ฃ๐๐ก ๐1 , … , ๐๐ , de rijruimte van A; 2. ๐ถ ๐ด = ๐ฃ๐๐ก ๐1 , … , ๐๐ de kolomruimte van A; 3. ๐ ๐ด = ๐ ∈ โ๐ ๐ด โ ๐ = 0 , de nulruimte van A De dimensie van de rijruimte van A noemt men de rijrang van A. De dimensie van de kolomruimte van A noemt men de kolomrang van A. 15 Stelling 3.50 Veronderstel dat U de rijgereduceerde matrixvorm van A (of een willekeurige trapvorm verkregen uit A door Gauss-eliminatie). Dan geldt: 1. ๐ ๐ด = ๐(๐); 2. ๐ ๐ด = ๐ (๐); Bovendien geldt dat dim ๐(๐ด) + dim ๐ (๐ด) = ๐ wat in woorden uitgedrukt betekent: ๐๐๐๐ก๐๐ ๐๐๐๐๐๐๐๐ ๐ฃ๐๐ ๐๐ ๐๐๐ก๐๐๐ฅ ๐ด = ๐๐๐๐๐๐ ๐๐ ๐ฃ๐๐ ๐๐ ๐๐ข๐๐๐ข๐๐๐ก๐ ๐ฃ๐๐ ๐ด + ๐๐๐๐๐๐๐ ๐ฃ๐๐ ๐ด ๐ฉ We weten uit hoofdstuk 1 dat de oplossingsverzameling van het stelsel ๐ด โ ๐ = 0 gelijk is aan die van het stelsel ๐ โ ๐ = 0. Dit betekent dat ๐ ๐ด = ๐(๐). De matrix U ontstaat uit A door elementaire rijoperaties. Elk van de drie ERO's verandert de rijruimte van een matrix niet en daardoor geldt ๐ ๐ด = ๐ (๐). Nu geldt dat dim ๐ (๐) gelijk is aan het aantal niet-nulrijen in U, of dus het aantal leidende énen in U. Anderzijds is dim ๐(๐) gelijk aan het aantal vrije variabelen van het stelsel ๐ โ ๐ = 0. Nu weten we uit wat we leerden bij het oplossen van stelsels dat het aantal basisvariabelen plus het aantal vrije variabele gelijk is aan het totaal aantal variabelen, dat n is. โ Stelling 3.51 Veronderstel dat A en B matrices zijn, van dergelijke afmetingen zó dat het product ๐ด โ ๐ต bepaald is. Dan geldt: 1. ๐(๐ด โ ๐ต) ⊇ N(B); 2. ๐ถ(๐ด โ ๐ต) ⊆ C(A); 3. ๐ ๐ด โ ๐ต ⊆ R B ; ๐ฉ 1. Stel dat ๐ ∈ ๐(๐ต), dan geldt dat ๐ต โ ๐ = 0, en bijgevolg is ook ๐ด โ ๐ต โ ๐ = ๐ด โ ๐ต โ ๐ = 0. 2. Als we ๐ต = ๐1 , … , ๐๐ noteren, m.a.w. met kolommen ๐๐ , dan is het interessant om op te merken dat ๐ด โ ๐ต = ๐ด๐1 , … , ๐ด๐๐ ; de kolommen in ๐ด โ ๐ต zijn dus van de vorm ๐ด๐๐ . Nu is elke ๐ด๐๐ een lineaire combinatie van de kolommen van A, zoals we hiervoor reeds opmerkten. Vectoren in de kolomruimte ๐ด โ ๐ต zijn dus lineaire combinaties van lineaire combinaties van kolommen van A, en behoren daarom tot de kolomruimte van A. 3. Tot slot vinden we ook dat ๐ ๐ด โ ๐ต = ๐ถ (๐ด โ ๐ต)๐ = ๐ถ ๐ต๐ โ ๐ด๐ ⊆ C BT = R(B) โ Praktische aspecten a. basis van de nulruimte Als er geen vrije variabelen zijn, is de oplossingsverzameling van het stelsel ๐ด โ ๐ = 0 of gelijkaardig ๐ โ ๐ = 0 gelijk aan 0 . In dat geval is de basis van ๐(๐ด) gelijk aan ∅. Als er vrije variabelen zijn, vindt men een basis voor ๐(๐ด) door elke vrije variabele achtereenvolgens waarde 1 te geven en de andere gelijk te stellen aan 0. 16 Zo is van de matrix A na rijreductie in de vorm 1 ๐ข12 0 0 ๐ข15 ๐ = 0 0 1 0 ๐ข25 0 0 0 1 ๐ข35 de oplossingsverzameling gelijk aan 1 − ๐ข12 ๐ฅ2 − ๐ข15 ๐ฅ5 , ๐ฅ2 , 1 − ๐ข25 ๐ฅ5 , 1 − ๐ข35 ๐ฅ5 , ๐ฅ5 ๐ฅ2 , ๐ฅ5 ∈ โ We stellen nu ๐ฅ2 = 1 en ๐ฅ5 = 0en andersom ๐ฅ2 = 0 en ๐ฅ5 = 1 zodat we respectievelijk volgende basis krijgen 1 − ๐ข12 , 1,0,0,0 , (1 − ๐ข15 , 0,1 − ๐ข25 , 1 − ๐ข35 , 1) b. basis van de rijruimte van een matrix De rijruimte van een matrix A is dezelfde als van de rijgereduceerde matrix U van A. De niet nulrijen in de rijgereduceerde matrix zijn evident vrij en voortbrengend en vormen dus een basis voor ๐ ๐ด = ๐ (๐). Het volstaat dus de matrix te rijreduceren om een basis voor de rijruimte te bepalen. 17 4. Lineaire afbeelding en transformatie 4.1 Definitie Definitie 4.1 Veronderstel dat (โ, V, +) en (โ, W, +) twee vectorruimten zijn. Een afbeelding ๐ฟ: ๐ → ๐ noemen we een lineaire afbeelding als en slechts als 1. ๐ฟ ๐ฃ1 + ๐ฃ2 = ๐ฟ ๐ฃ1 + ๐ฟ(๐ฃ2 ) voor alle ๐ฃ1 , ๐ฃ2 ∈ ๐; 2. ๐ฟ ๐๐ฃ = ๐๐ฟ(๐ฃ) voor alle ๐ ∈ โ en voor alle ๐ฃ ∈ ๐; Anders gezegd is een afbeelding lineair als ze 'compatibel is met de twee bewerkingen in een vectorruimte'. Een lineaire transformatie is een lineaire afbeelding van een vectorruimte naar zichzelf. Een lineaire afbeelding (โ, V, +) → (โ, โ, +) wordt een lineaire vorm genoemd. Lemma 4.2 Een afbeelding ๐ฟ: ๐ → ๐ tussen reële vectorruimten is een lineaire afbeelding als en slechts als ๐ฟ ๐1 ๐ฃ1 + ๐2 ๐ฃ2 = ๐1 ๐ฟ ๐ฃ1 + ๐2 ๐ฟ(๐ฃ2 ) voor alle ๐1 , ๐2 ∈ โ en voor alle ๐ฃ1 , ๐ฃ2 ∈ ๐. (Met andere woorden: lineaire afbeeldingen 'bewaren' lineaire combinaties.) ๐ฉ → Zij L een lineaire afbeelding en ๐ฃ′1 = ๐1 ๐ฃ1 ∈ ๐ en ๐ฃ′2 = ๐2 ๐ฃ2 ∈ ๐ dan geldt dat ๐ฟ ๐ฃ ′ 1 + ๐ฃ ′ 2 = ๐ฟ ๐ฃ′1 + ๐ฟ ๐ฃ ′ 2 = ๐ฟ ๐1 ๐ฃ1 + ๐ฟ ๐2 ๐ฃ2 = ๐1 ๐ฟ ๐ฃ1 + ๐2 ๐ฟ(๐ฃ2 ) โ Gevolg 4.3 Als ๐ฟ: ๐ → ๐ een lineaire afbeelding is dan geldt dat 1. ๐ฟ 0 = 0 en ๐ฟ(−๐ฃ) = −๐ฟ(๐ฃ) voor elke vector ๐ฃ ∈ ๐; 2. ๐ฟ ๐๐=1 ๐๐ ๐ฃ๐ = ๐๐=1 ๐๐ ๐ฟ(๐ฃ๐ ) voor alle ๐๐ ∈ โ en voor alle ๐ฃ๐ ∈ ๐; Opmerking: een lineaire afbeelding ligt dus volledig vast door de beelden van een basis. ๐ฉ 1. Uit de lineariteit volgt dat ๐ฟ 0 = ๐ฟ 0 + 0 = ๐ฟ 0 + ๐ฟ(0) en dus moet ๐ฟ 0 = 0. Dan volgt voor elke ๐ฃ ∈ ๐ dus dat ๐ฟ ๐ฃ + −๐ฃ = ๐ฟ 0 = 0 maar alsook dat ๐ฟ ๐ฃ + −๐ฃ = ๐ฟ ๐ฃ + ๐ฟ −๐ฃ ), bijgevolg is ๐ฟ −๐ฃ = −๐ฟ(๐ฃ) 2. Dit volgt dadelijk uit de definitie van een lineaire afbeelding. โ 18 4.2 Lineaire afbeeldingen en matrices Matrixvoorstelling Onderstel dat (โ, V, +) en (โ, W, +) eindigdimensionale vectorruimten zijn met respectievelijk basissen ๐ฝ๐ = ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ en ๐ฝ๐ = ๐ค1 , … , ๐ค๐ dan zien we in dat dim ๐ = ๐ en dim ๐ = ๐. We weten dat iedere vector ๐ฃ ∈ ๐ (๐ค ∈ ๐) uniek en ondubbelzinnig gekend is door zijn coördinaatvector ๐ฅ1 , … , ๐ฅ๐ ∈ โ๐ (respectievelijk (๐ฆ1 , … , ๐ฆ๐ ) ∈ โ๐ ) ten opzichte van de basis van hun vectorruimte. Dit kunnen we ook noteren als ๐ฃ = ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ Zij ๐ฟ: ๐ → ๐ een lineaire afbeelding dan geldt ๐ฅ1 โฎ ๐ฅ๐ ๐ฅ1 โฎ ๐ฅ๐ zodat de beelden van de basisvectoren in ๐ฝ๐ het beeld van elke ๐ฃ ∈ ๐ volledig bepaald. ๐ฟ ๐ฃ = ๐ฅ1 ๐ฟ(๐ฃ1 ) + โฏ + ๐ฅ๐ ๐ฟ(๐ฃ๐ ) = ๐ฟ ๐ฃ1 , … , ๐ฟ(๐ฃ๐ ) Elk beeld van een basisvector in ๐ฝ๐ is een vector in W en kan dus in functie van ๐ฝ๐ in een coördinaatvector (๐1๐ , … , ๐๐๐ ) worden uitgedrukt. Voor elke ๐ = 1, … , ๐ geldt dat ๐1๐ ๐ฟ ๐ฃ๐ = (๐ค1 , … , ๐ค๐ ) โฎ ๐๐๐ samengevat voor het beeld van de basis ๐ฝ๐ geeft dit ๐11 ๐21 ๐ฟ ๐ฃ1 , … , ๐ฟ(๐ฃ๐ ) = (๐ค1 , … , ๐ค๐ ) โฎ ๐๐ 1 ๐12 ๐22 โฎ ๐๐ 2 โฏ ๐1๐ โฏ ๐2๐ โฑ โฎ โฏ ๐๐๐ De (๐ × ๐)-matrix A bevat dus alle informatie van de lineaire afbeelding L, t.o.v. de basissen ๐ฝ๐ ๐ฝ en ๐ฝ๐ . Men noteert deze matrix als ๐ฟ๐ฝ๐ . ๐ Merk op dat het aantal kolommen bepaald wordt door de dimensie van V en het aantal rijen door de dimensie van W. We kunnen nu het beeld voor elke ๐ฃ ∈ ๐ schrijven als ๐ฅ1 โฎ = (๐ค1 , … , ๐ค๐ ) ๐ฟ ๐ฃ = ๐ฟ ๐ฃ1 , … , ๐ฟ(๐ฃ๐ ) ๐ฅ๐ ๐11 ๐21 โฎ ๐๐ 1 ๐12 ๐22 โฎ ๐๐ 2 โฏ ๐1๐ โฏ ๐2๐ โฑ โฎ โฏ ๐๐๐ ๐ฅ1 โฎ ๐ฅ๐ De coordinaatvector van ๐ฟ(๐ฃ) ten opzichte van ๐ฝ๐ is dus ๐ฅ1 ๐ดโ โฎ ๐ฅ๐ Op het niveau van coördinaten kunnen we de lineaire afbeelding L interpreteren als ๐ฅ1 ๐ฅ1 ๐ฟ โฎ = ๐ด โ โฎ of kortweg ๐ฟ ๐ = ๐ด โ ๐ ๐ฅ๐ ๐ฅ๐ 19 samengevat: ๐ฟ ๐ฃ = (๐ค1 , … , ๐ค๐ ) ๐ฝ๐ ๐11 ๐21 โฎ ๐๐ 1 ๐12 ๐22 โฎ ๐๐ 2 โฏ ๐1๐ โฏ ๐2๐ โฑ โฎ โฏ ๐๐๐ ๐๐ ๐ฝ ๐ ๐ฟ ๐ฃ1 ,…,๐ฟ(๐ฃ๐ ) =๐๐ ๐ฝ ๐ (๐ฟ ๐ฝ ๐ ) ๐ฅ1 โฎ ๐ฅ๐ ๐๐ ๐ฝ ๐ (๐ฃ) Propositie 4.9 Zij V en W vectorruimten 1. Als f en g lineaire afbeeldingen ๐ → ๐ zijn, dan is ๐ + ๐: ๐ → ๐ โถ ๐ + ๐ ๐ฃ → ๐ ๐ฃ + ๐(๐ฃ) nog steeds een lineaire afbeelding. Analoog is voor elke ๐ ∈ โ de afbeelding ๐๐: ๐ → ๐ โถ ๐๐ (๐ฃ) → ๐๐(๐ฃ) eveneens lineair. 2. De verzameling van alle lineaire afbeeldingen van V naar W wordt met deze optelling en scalaire vermenigvuldiging zelf een reële vectorruimte. ๐ฉ 1. Voor elke ๐ฃ1 , ๐ฃ2 ∈ ๐ geldt dat ๐ + ๐ ๐ฃ1 + ๐ฃ2 = ๐ ๐ฃ1 + ๐ฃ2 + ๐ ๐ฃ1 + ๐ฃ2 = ๐ ๐ฃ1 + ๐ ๐ฃ2 + ๐ ๐ฃ1 + ๐ ๐ฃ2 = ๐ + ๐ ๐ฃ1 + ๐ + ๐ (๐ฃ2 ) voor elke ๐ฃ ∈ ๐ en ๐1 , ๐2 ∈ โ geldt dat (๐1 ๐) ๐2 ๐ฃ = ๐1 ๐ ๐2 ๐ฃ = ๐1 ๐1 ๐(๐ฃ) bij gevolg is ๐ + ๐ lineair. โ Definitie 4.10 Als (โ, V, +) en (โ, W, +) vectorruimten zijn, dan noteren we ๐ป๐๐(๐, ๐) voor de vectorruimte van alle lineaire afbeeldingen van V en W. Stelling 4.11 Zij V en W eindigdimensionale vectorruimten van dimensie respectievelijk n en m. Na basiskeuze in V en W is de vectorruimte van de lineaire afbeeldingen van V naar W, namelijk ๐ป๐๐(๐, ๐), in bijectief verband met de vectorruimte van de matrices โ๐ ×๐ . Bij dit verband correspondeert de optelling van lineaire afbeeldingen met de optelling van matrices, en evenzo voor het product met een scalar. Stelling 4.12 De samenstelling van twee lineaire afbeeldingen is opnieuw een lineaire afbeelding. ๐ฉ Zij ๐พ: ๐ → ๐ en ๐ฟ: ๐ → ๐ dan is ๐ฟ ο K ๐1 ๐ฃ1 + ๐2 ๐ฃ2 = ๐ฟ ๐พ ๐1 ๐ฃ1 + ๐2 ๐ฃ2 = ๐ฟ(๐1 ๐พ ๐ฃ1 ) + ๐ฟ ๐2 ๐พ ๐ฃ2 = ๐1 ๐ฟ ๐พ ๐ฃ1 + ๐2 ๐ฟ(๐พ ๐ฃ2 ) = ๐1 ๐ฟ ο K ๐ฃ1 + ๐2 ๐ฟ ο K (๐ฃ2 ) voor alle ๐1 , ๐2 ∈ โ en voor alle ๐ฃ1, ๐ฃ2 ∈ ๐; bijgevolg is ๐ฟ ο K lineair Opmerking Zij (โ, U, +), (โ, V, +) en (โ, W, +) eindig dimensionale vectorruimten met dimensies respectievelijk m, n en p. Kies respectievelijk basissen ๐ฝ๐ , ๐ฝ๐ en ๐ฝ๐ . โ 20 Veronderstel dat ๐พ: ๐ → ๐ en ๐ฟ: ๐ → ๐ lineaire afbeeldingen zijn dan komt de matrix van de ๐ฝ ๐ฝ lineaire afbeelding overeen met respectievelijk ๐พ๐ฝ๐๐ = ๐ด ∈ โ๐ ×๐ en ๐ฟ๐ฝ๐ = ๐ต ∈ โ๐ ×๐ . ๐ Wanneer een willekeurige ๐ข ∈ ๐ uitgedrukt wordt met behulp van zijn coördinaatvector X, dan geldt dat ๐พ(๐ข) als coördinaatvector ๐ด โ ๐ heeft en dus dat ๐ฟ ο K (u) als coördinaatvector ๐ต โ ๐ด โ ๐ = (๐ต โ ๐ด) โ ๐ heeft. De samengestelde afbeelding ๐ฟ ο K heeft dus een matrix voorstelling ๐ฝ (๐ฟ ο K)๐ฝ๐ = ๐ต โ ๐ด ∈ โ๐ ×๐ ๐ Definitie 4.14 Als (โ, V, +) en (โ, W, +) vectorruimten zijn, dan noemen we een afbeelding ๐ฟ: ๐ → ๐: ๐ฃ → ๐ฟ(๐ฃ) een isomorfisme als en slechts als L bijectief (bij iedere v hoort slechts één ๐ฟ(๐ฃ) en vice versa) is en lineair. In dat geval noemen we de vectorruimten V en W isomorf en noteren we ๐ ≅ W Stelling 4.15 Stel dat ๐ฟ: ๐ → ๐ een bijectieve lineaire afbeelding is. Dan is haar inverse afbeelding ๐พ: ๐ → ๐ ook een lineaire afbeelding. ๐ฉ Uiteraard is ook K een bijectie. We moeten aantonen dat K lineair is. Neem willekeurige elementen ๐ค1, ๐ค2 ∈ ๐ en ๐1 , ๐2 ∈ โ. Omdat ๐ฟ ο K = IdW volgt dat ๐ฟ ๐พ(๐1 ๐ค1 + ๐2 ๐ค2 ) = ๐1 ๐ค1 + ๐2 ๐ค2 = ๐1 ๐ฟ ๐พ(๐ค1 ) + ๐2 ๐ฟ ๐พ(๐ค2 ) = ๐ฟ ๐1 ๐พ(๐ค1 ) + ๐ฟ ๐2 ๐พ(๐ค2 ) en dus, omdat L injectief is, dat ๐พ ๐1 ๐ค1 + ๐2 ๐ค2 = ๐1 ๐พ ๐ค1 + ๐2 ๐พ(๐ค2 ) โ Gevolg 4.16 Als (โ, V, +) en (โ, W, +) eindigdimensionale vectorruimten zijn, en de lineaire afbeelding L, ten opzichte van gekozen basissen in V en W, voorgesteld door een matrix A, dan is L een isomorfisme als en slechts als de matrix A inverteerbaar is, en bijgevolg ook vierkant. Dus in dat geval hebben U en W dezelfde dimensie ๐ ≅ W ↔ dim V = dim W Omgekeerd, als V en W dezelfde dimensie hebben, en er wordt in elke vectorruimte een basis gekozen, respectievelijk ๐ฝ๐ en ๐ฝ๐ , elk dus met evenveel elementen, dan is de afbeelding bepaald door een willekeurige inverteerbare matrix A (ten opzichte van de basissen) een isomorfisme tussen V en W. ๐ฉ → Zij V en W vectorruimten met basissen ๐ฝ๐ en ๐ฝ๐ en ๐ฟ: ๐ → ๐ een lineaire transformatie met ๐ฝ matrix ๐ด = ๐ฟ๐ฝ๐ . ๐ Als L een isomorfisme is dan weten we dat L bijectief is zodat L en dus ook A inverteerbaar zijn. De matrix A is enkel en alleen inverteerbaar als A een vierkante matrix is; dus is dim ๐ = dim ๐. 21 ← Zij V en W vectorruimten met basissen ๐ฝ๐ e,n ๐ฝ๐ en A een inverteerbare vierkante matrix. Dan weten we dat de lineaire afbeelding L die bij A hoort inverteerbaar is. Bijgevolg is L bijectief en dus per definitie een isomorfisme. โ 4.3 Invloed van het veranderen van basis Basisverandering ๐ฝ′ Zij V een vectorruimte met basissen ๐ฝ en ๐ฝ′ dan kunnen we de matrix van basisverandering ๐ผ๐๐ฝ opstellen zodat voor elke ๐ฃ ∈ ๐ met coördinaten (๐ฅ1 , … , ๐ฅ๐ )๐ ten opzichte van ๐ฝ zijn coördinaten ten opzichte van ๐ฝ′ geschreven kunnen worden als (๐ฅ′1 , … , ๐ฅ′๐ )๐ ๐ฅ1 ๐ฅ1 โฎ = ๐ผ๐๐ฝ๐ฝ′ โฎ ๐ฅ๐ ๐ฅ๐ algemeen: ๐ฝ′ ๐ผ๐๐ฝ = ๐11 ๐21 โฎ ๐๐1 โฏ ๐1๐ โฏ ๐2๐ โฑ โฎ โฏ ๐๐๐ ๐12 ๐22 โฎ ๐๐2 ๐๐ ๐ฝ ′ (๐ฝ ) Invloed van basisverandering ๏ท op de matrix van een lineaire afbeelding Veronderstel dat ๐ฟ: ๐ → ๐ een lineaire afbeelding is ten opzichte van gekozen basissen ๐ฝ๐ en ๐ฝ๐ voorgesteld wordt door de matrix A. Anderzijds kiezen we in zowel V als in W nieuwe basissen respectievelijk ๐ฝ′๐ en ๐ฝ′๐ . De lineaire afbeelding L wordt dan ten opzichte van deze basissen voorgesteld door de matrix B. Doordat we zowel in V als W van basis veranderen krijgen we de matrices P en Q respectievelijk de matrix van basisverandering van V en W. ๐ด ๐โ๐ ๐ดโ๐โ๐ ๐ฟ ๐ ๐ ๐ ๐ ๐ผ๐ ๐ผ๐ ๐ ๐ ๐ต ๐ฟ ๐ตโ๐ ๐ de matrices A en B zijn dus verbonden door ๐ต = ๐ −1 โ ๐ด โ ๐ 22 ๏ท op de matrix van een lineaire transformatie Dit is een speciaal geval van het bovenstaande waarin ๐ฟ: ๐ → ๐ en er slechts één matrix van basisverandering P is. We zien op een gelijkaardige wijze in dat B en A nu verbonden zijn door ๐ต = ๐ −1 โ ๐ด โ ๐ Definitie 4.20 Twee vierkante matrices A en B (∈ โn×n ) noemen we gelijkvormig als en slechts als er een inverteerbare matrix ๐ ∈ โn×n bestaat zo dat ๐ต = ๐ −1 โ ๐ด โ ๐ Gevolg 4.21 De matrix van een lineaire transformatie wordt door een verandering van basis in V omgezet in een gelijkvormige matrix. 4.4 Deelruimten bepaald door lineaire afbeeldingen en de dimensiestelling Definitie 4.23 Zij ๐ฟ: (โ, V, +) → (โ, W, +) een lineaire afbeelding. De kern van L, kerโก (๐ฟ) genoteerd, is de deelruimte ker ๐ฟ = ๐ฃ ∈ ๐ ๐ฟ ๐ฃ = 0 Het beeld van L, ๐ผ๐(๐ฟ) genoteerd, is de deelruimte ๐ผ๐ ๐ฟ = ๐ค ∈ ๐ ๐๐ ๐๐๐ ๐ก๐๐๐ก ๐๐๐ ๐ฃ ∈ ๐ ๐ค๐๐๐๐ฃ๐๐๐ ๐ฟ ๐ฃ = ๐ค De dimensie van ๐ผ๐(๐ฟ) noemen we de rang van L. Stelling 4.25 Zij ๐ฟ: ๐ → ๐ een lineaire afbeelding. Dan geldt dat L injectief is als en slechts als ker ๐ฟ = 0 (Herhaal: L is injectief als en slechts als twee verschillende elementen van V ook een verschillend beeld onder L hebben, dus mag enkel 0 op 0 worden afgebeeld en is ker ๐ฟ = 0 ) ๐ฉ → Zowiezo is 0 ∈ kerโก (๐ฟ). Stel ๐ฃ ∈ ๐ behoort tot de kern, dit wil zeggen ๐ฟ ๐ฃ = 0 = ๐ฟ 0 → ๐ฃ = 0 zodat ker ๐ฟ = 0 . ← We weten dat ker ๐ฟ = 0 , neem dan ๐ฃ, ๐ฃ′ ∈ ๐ zodat ๐ฟ ๐ฃ = ๐ฟ ๐ฃ′ ↔ ๐ฟ ๐ฃ − ๐ฟ ๐ฃ′ = 0 ↔ ๐ฟ ๐ฃ − ๐ฃ′ = 0 ′ dus is ๐ฃ − ๐ฃ = 0 ↔ ๐ฃ = ๐ฃ′ bij gevolg is L injectief. โ Stelling 4.27 (Dimensiestelling van Lineaire algebra) Voor een lineaire afbeelding ๐ฟ: ๐ → ๐ waarbij V een eindig dimensionale vectorruimte is geldt dat dim ๐ = dim kerโก (๐ฟ) + dim ๐ผ๐(๐ฟ) ๐ฉ Omdat de kern van L een deelruimte is van V, is de dimensie van de kern ook eindig. Kies een basis ๐ฃ๐+1 , … , ๐ฃ๐ van de kern en vul deze aan tot een basis van V: 23 ๐ฝ๐ = ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ , ๐ฃ๐+1 , … , ๐ฃ๐ We weten dat ๐ผ๐ ๐ฟ = ๐ฃ๐๐ก ๐ฟ ๐ฃ1 , … , ๐ฟ ๐ฃ๐ , ๐ฟ ๐ฃ๐+1 , … , ๐ฟ(๐ฃ๐ ) en we weten dat ๐ฟ ๐ฃ๐+1 = โฏ = ๐ฟ ๐ฃ๐ = 0 zodat ๐ผ๐ ๐ฟ = ๐ฃ๐๐ก ๐ฟ ๐ฃ1 , … , ๐ฟ ๐ฃ๐ We beweren nu dat de verzameling ๐ฟ ๐ฃ1 , … , ๐ฟ ๐ฃ๐ vrij is. Stel voor een zekere ๐ฅ๐ ∈ โ dat 0 = ๐ฅ1 ๐ฟ ๐ฃ1 + โฏ + ๐ฅ๐ ๐ฟ ๐ฃ๐ = ๐ฟ(๐ฃ๐+1 , … , ๐ฃ๐ ) dan volgt dat ๐ฅ1 ๐ฃ1 , … , ๐ฅ๐ ๐ฃ๐ ∈ kerโก (๐ฟ) en dus dat we ๐ฅ1 ๐ฃ1 , … , ๐ฅ๐ ๐ฃ๐ kunnen schrijven als een lineaire combinatie van de basisvectoren van de basis van kern zodat ๐ฅ1 ๐ฃ1 + โฏ , +๐ฃ๐ = ๐๐+1 ๐ฃ๐+1 + โฏ + ๐๐ ๐ฃ๐ voor zekere ๐๐ ∈ โ. Omdat ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ , ๐ฃ๐+1 , … , ๐ฃ๐ een basis is van V, volgt hieruit dat ๐ฅ1 = โฏ = ๐ฅ๐ = ๐๐+1 = โฏ = ๐๐ = 0 We concluderen dat ๐ฟ(๐ฃ1 ), … , ๐ฟ(๐ฃ๐ ) een basis is van ๐ผ๐(๐ฟ). Hieruit volgt de stelling. โ Stelling 4.30 Zij V en W eindigdimensionale vectorruimten en ๐ฟ: ๐ → ๐ een lineaire afbeelding. Dan bestaat er een basis in V en een basis in W zodat de matrix van L, t.o.v. deze basissen gegeven is door een matrix van de vorm 1 0 โฏ 0 0 โฏ 0 0 1 โฏ 0 0 โฏ 0 โฎ โฎ โฑ โฎ โฎ โฎ ๐ผ 0 0 0 โฏ 1 0 โฏ 0 = ๐ 0 0 0 0 โฏ 0 0 โฏ 0 โฎ โฎ โฎ โฎ โฑ โฎ 0 0 โฏ 0 0 โฏ 0 Hierin is r de rang van de lineaire afbeelding L anders gezegd: Zij ๐ฝ๐ = ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ , ๐ฃ๐+1 , … , ๐ฃ๐ een basis van V en ๐ฝ๐ een basis van W zo gekozen zodat de matrix van ๐ฟ: ๐ → ๐ gegeven is door een matrix van de vorm zoals in bovenstaande stelling weergegeven. Zij ๐ฃ๐๐ก ๐ฟ(๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ ) = ๐ผ๐(๐ฟ) en ๐ฃ๐๐ก ๐ฃ๐+1 , … , ๐ฃ๐ = kerโก (๐ฟ). 1 0 โฎ 0 0 โฎ 0 0 1 โฎ 0 0 โฎ 0 โฏ โฏ โฑ โฏ โฏ โฏ 0 0 โฎ 1 0 โฎ 0 ๐๐ ๐ฝ ๐ (๐ฟ(๐ฃ1 ,…,๐ฃ๐ )) 0 0 โฎ 0 0 โฎ 0 โฏ โฏ โฏ โฏ โฑ โฏ 0 0 โฎ 0 0 โฎ 0 ๐๐ ๐ฝ ๐ (๐ฟ(๐ฃ๐+1 ,…,๐ฃ๐ )) 0,..,0 ๐ Hierin is dim ๐ผ๐ ๐ = ๐ zodat dim ker ๐ฟ = ๐ − ๐ en dim ๐ = ๐. Gevolg 4.31 Als ๐ฟ: ๐ → ๐ โถ ๐ฃ → ๐ฟ(๐ฃ) een lineaire transformatie is van de eindigdimensionale vectorruimte V, dan geldt ๐ฟ ๐๐ ๐๐๐๐๐๐ก๐๐๐ ↔ ๐ฟ ๐๐ ๐ ๐ข๐๐๐๐๐ก๐๐๐ ↔ ๐ฟ ๐๐ ๐๐๐๐๐๐ก๐๐๐ 24 ๐ฉ De injectiviteit van L impliceert dat ker ๐ฟ = 0 . Bijgevolg is dim ker ๐ฟ = 0. Uit de dimensiestelling volgt dan dat dim ๐ผ๐(๐ฟ) = dim ๐ zodat ๐ผ๐ ๐ฟ = ๐ en dus is V surjectief. โ Gevolg 4.34 Veronderstel dat A en B matrices zijn, van afmetingen zó dat ๐ด โ ๐ต bepaald is. Dan geldt ๐๐๐๐ ๐ด โ ๐ต ≤ ๐๐๐ ๐๐๐๐ ๐ฃ๐๐ ๐ด, ๐๐๐๐ ๐ฃ๐๐ ๐ต Stelling 4.35 Zij ๐ด ∈ โ๐ ×๐ , dan zijn volgende beweringen equivalent a. voor elke ๐ ∈ โ๐ is het stelsel ๐ด โ ๐ = ๐ oplosbaar; b. ๐ถ ๐ด = โ๐ ; c. de rang van A is gelijk aan m; d. de rijen van A zijn lineair onafhankelijk; Stelling 4.36 Zij ๐ด ∈ โ๐ ×๐ , dan zijn volgende beweringen equivalent a. voor elke ๐ ∈ โ๐ heeft het stelsels ๐ด โ ๐ = ๐ hoogstens één oplossing; b. ๐ ๐ด = 0 ; c. de rang van A is gelijk aan n; d. de kolommen van A zijn lineair onafhankelijk; Stelling 4.37 Zij ๐ด ∈ โ๐×๐ een vierkante matrix, dan zijn volgende beweringen equivalent a. A is inverteerbaar; b. detโก (๐ด) ≠ 0; c. de rang van A is gelijk aan n; d. de rijen van A zijn lineair onafhankelijk; e. de kolommen van A zijn lineair onafhankelijk; Stelling 4.38 (Oplosbaarheid van een lineair probleem) Gegeven is de lineaire afbeelding ๐ฟ: (โ, V, +) → (โ, W, +) die het lineair probleem '๐ฟ ๐ฅ = ๐ค0 ' bepaalt. Dit lineair probleem heeft en oplossing als en slechts als ๐ค0 ∈ ๐ผ๐(๐ฟ) (oplosbaarheidsvoorwaarde). Veronderstel dat het probleem oplosbaar is en dat ๐ฅ๐ een oplossing is voor '๐ฟ ๐ฅ = ๐ค0 '. Dan wordt de (volledige) oplossingsverzameling gegeven door ๐ฅ๐ + kerโก (๐ฟ) = ๐ฅ๐ + ๐ฅ๐ ๐ฅ๐ ∈ kerโก(๐ฟ) De dimensie van kerโก (๐ฟ) wordt het aantal vrijheidsgraden van het lineair probleem genoemd en ๐ฅ๐ een 'particuliere oplossing' van het probleem. In het bijzonder is het homogeen probleem (๐ค0 = 0) steeds oplosbaar en vormt de oplossingsverzameling hiervoor de deelvectorruimte ker(๐ฟ). ๐ฉ Elke vector van de vorm ๐ฅ๐ + ๐ฅ๐ (met ๐ฅ๐ ∈ kerโก (๐ฟ)) is eveneens een oplossing want ๐ฟ ๐ฅ๐ + ๐ฅ๐ = ๐ฟ ๐ฅ๐ + ๐ฟ ๐ฅ๐ = ๐ค0 Omgekeerd zij x een willekeurige oplossing van het probleem (m.a.w. ๐ฟ ๐ฅ = ๐ค0 ). Dan kunnen we x schrijven als ๐ฅ = ๐ฅ๐ + (๐ฅ − ๐ฅ๐ ) Omdat ๐ฟ ๐ฅ − ๐ฅ๐ = ๐ฟ ๐ฅ − ๐ฟ ๐ฅ๐ = ๐ค0 − ๐ค0 = 0, geldt dat ๐ฅ − ๐ฅ๐ tot de kern van L behoort. โ 25 5. Eigenwaarden, eigenvectoren en diagonaliseerbaarheid 5.2 Diagonaliseerbaarheid van een lineaire transformatie Inleiding Veronderstel een vierkante matrix A (∈ โn×n ) die we kunnen opvatten als de matrix van de lineaire transformatie ๐ฟ๐ด : โ๐ → โ๐ : ๐ฅ → ๐ฟ๐ด ๐ฅ = ๐ด โ ๐ฅ. We vragen ons af of we door middel van een geschikte basisverandering A kunnen omvormen tot een matrix Λ gelijkvormig met A (dus van het type ๐ −1 โ ๐ด โ ๐) zodat die de diagonaalmatrix is. Laten we veronderstellen dat dit kan en er dus een matrix P bestaat die inverteerbaar is zodat ๐ −1 โ ๐ด โ ๐ = Λ ∈ โn×n . Dan geldt dat ๐1 0 โฏ 0 0 ๐2 โฏ 0 ๐ดโ๐ =๐โΛ =Pโ โฑ โฎ โฎ โฎ 0 0 โฏ ๐๐ Indien we P noteren als de rij van kolommen ๐ = (๐1 , … , ๐๐ ) dan vinden we dat ๐ด๐1 , … , ๐ด๐๐ = ๐ด โ ๐1 , … , ๐๐ = ๐1 , … , ๐๐ โ Λ = ๐1 ๐1 , … , ๐๐ ๐๐ elke kolom van ๐๐ ∈ ๐ voldoet aan de vergelijking van het type ๐ด๐๐ = ๐๐ ๐๐ of is met andere woorden een oplossing van het stelsel ๐ด − ๐๐ ๐ผ๐ โ ๐ = 0. Omdat P inverteerbaar is zijn de kolomvectoren van P niet gelijk aan nul. Zodat als een dergelijke matrix P bestaat, dan moet (voor elke ๐๐ ) het stelsel ๐ด − ๐๐ ๐ผ๐ โ ๐ = 0 een niet-nul oplossing hebben. Dit is enkel het geval als en slechts als det ๐ด − ๐๐ ๐ผ๐ = 0, met andere woorden als ๐๐ een nulpunt is van de vergelijking det ๐ด − ๐ฅ๐ผ๐ = 0 die een veelterm van de graad n is. Definitie 5.1 Veronderstel dat A een (๐ × ๐)-matrix is met reële componenten. Een niet-nulvector ๐ฃ ∈ โ๐ noemen we een eigenvector van A als en slechts als er een ๐ ∈ โ bestaat, zo dat ๐ด โ ๐ฃ = ๐๐ฃ (waarbij we v beschouwen als kolomvector). Deze waarde ๐ noemen we de eigenwaarde horende bij de eigenvector. De veelterm ๐๐ด ๐ = det ๐ด − ๐๐ผ๐ noemen we de karakteristieke veelterm van de matrix A. Definitie 5.3 Veronderstel dat ๐ฟ: ๐ → ๐ een lineaire transformatie is van de vectorruimte (โ, V, +). Een nietnulvector ๐ฃ ∈ ๐ noemen we een eigenvector van L als en slechts als er een ๐ ∈ โ bestaat zodat ๐ฟ ๐ฃ = ๐๐ฃ. Deze coëfficiënt ๐ noemen we de eigenwaarde horende bij de eigenvector v van L. 26 Definitie 5.6 Een vierkante matrix ๐ด ∈ โn ×n noemen we diagonaliseerbaar als en slechts als A gelijkvormig is met een diagonaalmatrix. Een lineaire transformatie ๐ฟ: (โ, V, +) → (โ, V, +) noemen we diagonaliseerbaar als en slechts als V een basis heeft die volledig bestaat uit eigenvectoren. Stelling 5.7 Een vierkantie matrix ๐ด ∈ โn×n is diagonaliseerbaar als en slechts als โ๐ een basis heeft die volledig bestaat uit eigenvectoren van A. Stelling 5.8 Gelijkvormige matrices hebben dezelfde karakteristieke veelterm. ๐ฉ Veronderstel dat A en B (∈ โn×n ) gelijkvormig zijn. Zij P een inverteerbare matrix. Dan geldt: ๐๐ต = det ๐ต − ๐๐ผ๐ = det ๐ −1 โ ๐ด โ ๐ − ๐๐ผ๐ = det(๐ −1 โ (๐ด − ๐๐ผ๐ ) โ ๐) = det ๐ −1 โ det(๐ด − ๐๐ผ๐ ) โ det ๐ = det(๐ด − ๐๐ผ๐ ) = ๐๐ด โ Gevolg 5.9 De karakteristieke veelterm van de matrix van een lineaire transformatie van een eindigdimensionale vectorruimte is onafhankelijk van de gekozen basis. Met andere woorden, alle matrixvoorstellingen van dezelfde lineaire transformatie hebben dezelfde karakteristieke veelterm. Als ๐ฟ: ๐ → ๐ een lineaire transformatie is van de eindigdimensionale reële vectorruimte (โ, V, +) dan noemen we de karakteristieke veelterm van eender welke matrix voorstelling van L de karakteristieke veelterm van L, genoteerd als ๐๐ฟ (๐) ๐ฉ Dit volgt uit het feit dat de matrixvoorstelling van dezelfde lineaire transformatie gelijkvormig zijn zodat ook hun veelterm gelijk is. โ Intermezzo: Google PageRank© Via de redeneringen op blz. 138-140 van de cursus verkrijgen we volgende formule ๐ (๐) ๐โ๐ ๐ = + ๐ธ(๐) ๐→๐ ๐(๐) waarin o ๐ een gekozen constante is; o ๐ ๐ de rank van pagina p is; ๐ (๐) o ๐→๐ ๐(๐) de doorgegeven rank van pagina q (totale rank ๐ (๐) gedeeld door het aantal o links op pagina q) als en slechts als er een link is van q naar p. ๐ธ(๐) startwaarde van pagina p is; We kunnen dit weergeven met behulp van Lineaire algebra. We beschouwen n pagina's ๐1 , … , ๐๐ als de kolomvector ๐ = ๐ ๐1 , … , ๐ (๐๐ ) matrices A en E zodat ๐ en definiëren de 27 1 ๐ด๐๐ = ๐(๐ ๐ ) ๐๐๐ ๐๐ → ๐๐ 0 ๐๐๐๐๐๐ en ๐ธ๐๐ = ๐ธ(๐๐ ) We eisen ook dat R genormaliseerd is, d.w.z. ๐๐=1 ๐ ๐๐ = 1 (zie definitie 6.9), zodat we de bovenstaande formule kunnen schrijven als ๐ โ ๐ = (๐ด + ๐ธ) โ ๐ We zien nu dat c een eigenwaarde van de matrix ๐ด + ๐ธ moet zijn en R een eigenvector van die matrix. De theoretische omkadering is dus: zoek een eigenwaarde en de bijbehorende eigenvector voor de matrix ๐ด + ๐ธ die volledig bepaald wordt door het netwerk. 5.4 Spectrum en eigenruimten van een lineaire transformatie Definitie 5.11 Zij ๐ฟ: ๐ → ๐ een lineaire transformatie. Het spectrum van L is de verzameling van eigenvectoren van L. We noteren ๐๐๐๐(๐ฟ). Definitie 5.12 De algebraïsche multipliciteit van een eigenwaarde λ van een lineaire transformatie L van een eindigdimensionale vectorruimte is de multipliciteit van λ als nulpunt van de karakteristieke veelterm ๐๐ฟ (๐). We noteren ๐(๐) voor deze multipliciteit. Definitie 5.13 Zij ๐ฟ: ๐ → ๐ een lineaire transformatie en zij ๐ ∈ ๐๐๐๐(๐ฟ). Dan is de verzameling ๐ฃ ∈ ๐ ๐ฟ ๐ฃ = ๐๐ฃ een deelruimte van V, die we de eigenruimte van de eigenwaarde ๐ noemen. We noteren ๐ธ๐ voor de eigenruimte van eigenwaarde ๐. Als ๐ธ๐ eindigdimensionaal is noemen we dim ๐ธ๐ de meetkundige multipliciteit van de eigenwaarde ๐. We noteren ๐(๐) voor deze multipliciteit. Stelling 5.15 Veronderstel dat ๐ฟ: ๐ → ๐ een lineaire transformatie is van de eindigdimensionale vectorruimte (โ, V, +) met spectrum ๐๐๐๐ ๐ฟ = ๐1 , … , ๐๐ . Dan geldt voor elke eigenwaarde ๐๐ 1. ๐ ๐๐ ≥ 1; 2. ๐ ๐๐ ≥ 1; 3. ๐ ๐๐ ≤ ๐(๐๐ ); ๐ฉ De eerste twee beweringen zijn evident. De derde bewering leiden we af uit volgende veronderstelling. Veronderstel dim ๐ธ๐ = ๐ ๐ = ๐. Dan bestaat er een basis met d elementen voor ๐ธ๐ namelijk ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ . We kunnen deze basis uitbreiden tot een basis ๐ฝ van V. Ten opzichte van ๐ฝ krijgen we dan een matrixvoorsteling van een lineaire transformatie L in de vorm van ๐ 0 โฏ 0 ∗ โฏ ∗ 0 ๐ โฏ 0 ∗ โฏ ∗ โฎ โฎ โฑ โฎ โฎ โฎ ๐๐ผ๐ ∗ ๐ฝ ๐ฟ๐ฝ = 0 0 โฏ ๐ ∗ โฏ ∗ = 0 ∗ 0 0 โฏ 0 ∗ โฏ ∗ โฎ โฎ โฎ โฎ โฑ โฎ 0 0 โฏ 0 ∗ โฏ ∗ 28 Hieruit leid men eenvoudig af dat ๐๐ฟ (๐) van de vorm ๐๐ฟ ๐ = ๐ − ๐ ๐ ๐(๐) is, met ๐(๐) ๐ฝ bepaalt door de elementen in de matrix ๐ฟ๐ฝ die overeenkomen met de toegevoegde elementen aan de basis van ๐ธ๐ . Nu geldt dat ๐ = ๐ ๐ ≤ ๐(๐) โ 5.5 Diagonaliseerbaarheid Stelling 5.17 Veronderstel dat ๐ฟ: ๐ → ๐ een lineaire transformatie is van de eindigdimensionale vectorruimte (โ, V, +) en veronderstel dat ๐1 , … , ๐๐ onderling verschillende eigenwaarden zijn van L, telkens met bijhorende eigenvectoren ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ . Dan is de verzameling eigenvectoren ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ lineair onafhankelijk. ๐ฉ We bewijzen dit per inductie op k. Als ๐ = 1, dan is de verzameling ๐ฃ1 evident lineair onafhankelijk vermits een eigenvector verschilt van de nulvector. Veronderstel dat de verzameling van ๐ − 1 elementen ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐−1 lineair onafhankelijk is en dat we veronderstellen dat ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ lineair afhankelijk is, zodat ๐ฃ๐ ∈ ๐ฃ๐๐ก ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐−1 . Dan bestaat er een lineaire combinatie zodat ๐ฃ๐ = ๐1 ๐ฃ1 + โฏ + ๐๐−1 ๐ฃ๐−1 met ๐๐ ∈ โ Dan geldt dat ๐ฟ ๐ฃ๐ = ๐ฟ(๐1 ๐ฃ1 ) + โฏ + ๐ฟ(๐๐−1 ๐ฃ๐−1 ) = ๐1 ๐ฟ ๐ฃ1 + โฏ + ๐๐ −1 ๐ฟ(๐ฃ๐−1 ) = ๐1 ๐1 ๐ฃ1 + โฏ + ๐๐−1 ๐๐−1 ๐ฃ๐−1 en anderzijds dat ๐ฟ ๐ฃ๐ = ๐ฟ(๐1 ๐ฃ1 + โฏ + ๐๐−1 ๐ฃ๐−1 ) = ๐๐ (๐1 ๐ฃ1 + โฏ + ๐๐ −1 ๐ฃ๐−1 ) Hieruit volgt dat ๐๐ ๐1 ๐ฃ1 + โฏ + ๐๐−1 ๐ฃ๐−1 = ๐1 ๐1 ๐ฃ1 + โฏ + ๐๐ −1 ๐๐−1 ๐ฃ๐−1 of dus volgt dat ๐1 (๐1 − ๐๐ )๐ฃ1 + โฏ + ๐๐−1 ๐๐−1 − ๐๐ ๐ฃ๐−1 = 0 Omdat ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐−1 vrij is volgt hieruit dat alle coëfficiënten ๐๐ = 0, dit is echter in contradictie met het feit dat ๐ฃ๐ een eigenvector ( en dus verschillend van 0) is. Bijgevolg is ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ lineair onafhankelijk. โ Definitie 5.18 Het spectrum van een lineaire transformatie ๐ฟ: ๐ → ๐ van een vectorruimte V van dimensie n heet enkelvoudig als en slechts als #๐๐๐๐(๐ฟ) = ๐. (Dit betekent dat L precies n verschillende eigenwaarden heeft, elk met algebraïsche multipliciteit 1.) 29 Stelling 5.19 Een lineaire transformatie met een enkelvoudig spectrum is diagonaliseerbaar. ๐ฉ Omdat L enkelvoudig is, bevat de verzameling van eigenvectoren evenveel elementen als de dimensie van V. Doordat de verzameling van eigenvectoren ook lineair onafhankelijk is, is het een basis van V zodat de transformatie L diagonaliseerbaar is. โ Lemma 5.21 Indien een lineaire transformatie L van eindigdimensionale vectorruimte V diagonaliseerbaar is, dan moet de karakteristieke veelterm van L volledig ontbinden als het product van eerstegraadsfactoren. ๐ฉ Als L diagonaliseerbaar is kunnen we een basis van V kiezen zodat de matrix van L ten opzichte van die basis een diagonaalmatrix is. Als we de karakteristieke veelterm ๐๐ฟ uitrekenen met deze matrix is het duidelijk dat ๐๐ฟ volledig ontbindt als product van eerstegraadsfactoren. โ Stelling 5.22 Zij (โ, V, +) een vectorruimte van dimensie n en zij L een lineaire transformatie waarvan de karakteristieke veelterm ๐๐ฟ (๐) volledig ontbindt (over โ) als product van eerstegraadsfactoren. Stel dat ๐๐๐๐ ๐ฟ = ๐1 , … , ๐๐ . Dan is L diagonaliseerbaar als en slechts als voor elke eigenwaarde ๐๐ geldt dat ๐ ๐๐ = ๐(๐๐ ). ๐ฉ → Als L diagonaliseerbaar is heeft V dus een basis van eigenvectoren van L; veronderstel dat ๐ฝ zo'n basis is. Schrijf de vectoren van ๐ฝ zo op zodat ze geordend staan per eigenwaarde die er mee overeenkomt; de eerste ๐1 vectoren corresponderen dan met de eerste eigenwaarde ๐1 enzovoort. Het volstaat de (diagonaal) matrix van l op te stellen t.o.v. deze basis om het te bewijzen te controleren. Stel ๐ฝ = ๐ฃ1,1 , … , ๐ฃ1,๐ 1 , ๐ฃ2,1 , … , ๐ฃ2,๐ 2 , … , ๐ฃ๐,1 , … ๐ฃ๐,๐ ๐ zodat het beeld ๐ฟ(๐ฝ) gelijk is aan ๐ฟ ๐ฝ = ๐1 ๐ฃ1,1 , … , ๐1 ๐ฃ1,๐ 1 , ๐2 ๐ฃ2,1 , … , ๐2 ๐ฃ2,๐ 2 , … , ๐๐ ๐ฃ๐,1 , … , ๐๐ ๐ฃ๐,๐ ๐ ๐ฝ zodat de matrix ๐ฟ๐ฝ gelijk is aan ๐ฝ ๐ฟ๐ฝ = ๐1 0 0 0 โฑ 0 0 0 ๐1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 ๐2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 โฑ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 ๐2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 โฑ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 ๐๐ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 โฑ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 ๐๐ en de karakteristieke veelterm gelijk is aan ๐๐ฟ = ๐ − ๐1 ๐ 1 (๐ − ๐2 )๐ 2 … (๐ − ๐๐ )๐ ๐ zodat voor ๐๐ dat ๐๐ = ๐ ๐๐ = ๐(๐๐ ) . 30 ← Veronderstel nu dat voor elke eigenwaarde ๐๐ geldt dat ๐ ๐๐ = ๐ ๐๐ = ๐๐ . Merk op dat ๐ ๐1 + โฏ + ๐ ๐๐ = ๐ omdat de karakteristieke veelterm volledig als product van eerstegraadsfactoren ontbindt. Kies nu respectievelijk een basis ๐ฃ1,1 , … , ๐ฃ1,๐ 1 van ๐ธ๐ 1 , … , en een basis ๐ฃ๐,1 , … ๐ฃ๐,๐ ๐ van ๐ธ๐ ๐ . Dan vormt de verzameling ๐ฝ = ๐ฃ1,1 , … , ๐ฃ1,๐ 1 , … , ๐ฃ๐,1 , … ๐ฃ๐,๐ ๐ een verzameling met n elementen. We zullen aantonen dat deze verzameling vrij is zodat ze een basis vormt voor V. Doordat dit dan een basis van eigenvectoren van L is volgt dan dat L diagonaliseerbaar is. Stel dat een lineaire combinatie van vectoren van ๐ฝ de nulvector oplevert, m.a.w. stel ๐ฅ1,1 ๐ฃ1,1 + โฏ + ๐ฅ1,๐ 1 ๐ฃ1,๐ 1 + โฏ + ๐ฅ๐,1 ๐ฃ๐,1 + โฏ + ๐ฅ๐ ,๐ ๐ ๐ฃ๐,๐ ๐ = 0 met alle ๐ฅ๐๐ ∈ โ. We merken op dat ๐ฅ1,1 ๐ฃ1,1 + โฏ + ๐ฅ1,๐ 1 ๐ฃ1,๐ 1 = ๐ข1 ∈ ๐ธ๐ 1 , … , en ๐ฅ๐,1 ๐ฃ๐,1 + โฏ + ๐ฅ๐,๐ ๐ ๐ฃ๐,๐ ๐ = ๐ข๐ ∈ ๐ธ๐ ๐ zodat de som ๐ข1 + โฏ + ๐ข๐ = 0 van k vectoren in de eigenruimten behorend bij verschillende eigenwaarden. We weten dat vectoren horend bij verschillende eigenvectoren lineair onafhankelijk zijn dus levert zo'n som de nulvector op als en slechts als ๐ข1 = โฏ = ๐ข๐ . Dus geldt dat ๐ฅ1,1 ๐ฃ1,1 + โฏ + ๐ฅ1,๐ 1 ๐ฃ1,๐ 1 = ๐ข1 = 0 waaruit dan volgt, omdat ๐ฃ1,1 , … , ๐ฃ1,๐ 1 een basis is van ๐ธ๐ 1 , dat alle coëfficiënten ๐ฅ1,๐ = 0. Analoog verkrijgen we dat de andere coëfficiënten ๐ฅ๐ ,๐ = 0. Opmerking Als de lineaire transformatie ๐ฟ: ๐ → ๐ diagonaliseerbaar is, dan is ๐ = (disjuncte) unie van basissen van de ๐ธ๐ ๐ , vormt een basis van V. ๐ ๐=1 ๐ธ๐ ๐ = โ ๐ ๐=1 ๐ธ๐ ๐ , en de Propositie 5.24 Zij L een lineaire transformatie van een eindigdimensionale vectorruimte (โ, V, +), waarvan de karakteristieke veelterm volledig ontbindt (over โ) als product van eerstegraadsfactoren. Dan zijn de determinant en het spoor gelijk aan respectievelijk het product en de som van alle eigenwaarden van L, waarbij elke eigenwaarde geteld wordt met zijn algebraïsche multipliciteit. verklaring: Herhaal het bewijs van stelling 5.22 van het linker naar het rechterlid en beschouw de volgende matrix als de matrix behorende tot de lineaire transformatie L ten opzichte van de basis van eigenvectoren 31 ๐ฝ ๐ฟ๐ฝ = ๐1 0 0 0 โฑ 0 0 0 ๐1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 ๐2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 โฑ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 ๐2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 โฑ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 ๐๐ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 โฑ 0 dan is per definitie 0 0 0 0 0 0 0 0 0 ๐๐ ๐ ๐๐ ๐ฝ ๐ฟ๐ฝ = ๐1 ๐1 + ๐2 ๐2 + โฏ + ๐๐ ๐๐ = ๐ ๐ ๐๐ ๐=1 en per stelling ๐ det ๐ฝ ๐ฟ๐ฝ = ๐1 ๐1 โ ๐2 ๐2 โ … โ ๐๐ ๐๐ ๐๐ ๐ ๐ = ๐ =1 5.6 En nu met complexe getallen Stelling 5.28 Zij (โ, V, +) een vectorruimte van dimensie n en zij L een lineaire transformatie van V. Stel dat ๐๐๐๐ ๐ฟ = ๐1 , … , ๐๐ . Dan is L diagonaliseerbaar als en slechts als voor elke eigenwaarde ๐๐ geldt dat ๐ ๐๐ = ๐(๐๐ ). Propositie 5.29 Zij L een lineaire transformatie van een eindigdimensionale vectorruimte (โ, V, +). Dan zijn de determinant en het spoor gelijk aan respectievelijk het product en de som van alle eigenwaarden van L, waarbij elke eigenwaarde geteld wordt met zijn algebraïsche multipliciteit. 32 6. Inproductruimten en Euclidische ruimten 6.1 Inproducten en Hermitische producten Definitie 6.1 Zij (โ, V, +) een reële vectorruimte. Een inproduct ( of inwendig product of scalair product) op V is een afbeelding <โ,โ> โถ ๐ × ๐ → โ โถ ๐ฃ, ๐ค → < ๐ฃ, ๐ค > die voldoet aan de eigenschappen 1. <โ,โ> is lineair in de eerste component, dit wil zeggen < ๐1 ๐ฃ1 + ๐2 ๐ฃ2 , ๐ค > = ๐1 < ๐ฃ1 , ๐ค > +๐2 < ๐ฃ2 , ๐ค > voor alle ๐1 , ๐2 ∈ โ en voor alle ๐ฃ1 , ๐ฃ2 ∈ ๐ en voor alle ๐ค ∈ ๐; 2. <โ,โ> is symmetrisch, d.w.z. < ๐ฃ, ๐ค > = < ๐ค, ๐ฃ > voor alle ๐ฃ, ๐ค ∈ ๐; 3. <โ,โ> is positief, d.w.z. < ๐ฃ, ๐ฃ > ≥ 0 voor alle ๐ฃ ∈ ๐; 4. <โ,โ> is definiet, d.w.z. < ๐ฃ, ๐ฃ > = 0 ↔ ๐ฃ = 0 (∈ ๐); Voortaan spreken we van een inproductruimte (โ, V, +, <โ,โ>) als een reële vectorruimte voorzien van een inproduct. Opmerking Uit de lineairiteit in de eerste component en de symmetrie van het inproduct volgt nu ook eenvoudig de lineairiteit in de twee component. Uit de lineariteit in beide componenten volgt ook dat < 0, ๐ฃ > = < ๐ฃ, 0 > = 0 (∈ โ) voor alle ๐ฃ ∈ ๐. Definitie 6.3 Zij (โ, V, +) een complexe vectorruimte. Een Hermitisch product op V is een afbeelding <โ,โ> โถ ๐ × ๐ → โ โถ ๐ฃ, ๐ค → < ๐ฃ, ๐ค > die voldoet aan de eigenschappen 1. <โ,โ> is lineair in de twee component, d.w.z. dat < ๐ค, ๐1 ๐ฃ1 + ๐2 ๐ฃ2 > = ๐1 < ๐ค, ๐ฃ1 > +๐2 < ๐ค, ๐ฃ2 > voor alle ๐1 , ๐2 ∈ โ en voor alle ๐ฃ1 , ๐ฃ2 ∈ ๐ en voor alle ๐ค ∈ ๐; 2. < ๐ฃ, ๐ค > = < ๐ค, ๐ฃ > voor alle ๐ฃ, ๐ค ∈ ๐; 3. < ๐ฃ, ๐ฃ > ≥ 0 voor alle ๐ฃ ∈ ๐ (positief); 4. voor ๐ฃ ∈ ๐ geldt (< ๐ฃ, ๐ฃ > = 0 ↔ ๐ฃ = 0 (∈ ๐)) (definiet); We spreken voortaan van een Hermitische ruimte (โ, V, +, <โ,โ>) als een complexe vectorruimte voorzien van een Hermitisch product. Opmerking In het algemeen is een Hermitisch product niet symmetrisch. De lineairiteit in de tweede component wordt daardoor niet doorgetrokken naar de eerste component. Wel geldt voor alle voor alle ๐1 , ๐2 ∈ โ en voor alle ๐ฃ1 , ๐ฃ2 ∈ ๐ en voor alle ๐ค ∈ ๐ dat < ๐1 ๐ฃ1 + ๐2 ๐ฃ2 , ๐ค > = ๐1 < ๐ฃ1 , ๐ค > +๐2 < ๐ฃ2 , ๐ค > Men noemt deze eigenschap 'toegevoegde lineairiteit' in de eerste component. 33 Opgelet! Een hermitisch product neemt waarden aan in โ; een inproduct in โ. Nochtans telkens geldt voor alle < ๐ฃ, ๐ฃ > ∈ โ. Dit is logisch voor een inproduct, voor een Hermitisch product geldt < ๐ฃ, ๐ฃ > = < ๐ฃ, ๐ฃ > en dus moet het complex getal < ๐ฃ, ๐ฃ > reëel zijn. Standaard inproduct en Hermitsch product ๏ท Neem de vectorruimte (โ, โn , +) en definieer ๐ฅ1 ๐ฆ1 <โ,โ> โถ โn × โn → โ โถ ๐ = โฎ , ๐ = โฎ ๐ฅ๐ ๐ฆ๐ n We noemen dit het 'standaard inproduct' op โ . ๏ท ๐ ๐ฅ๐ ๐ฆ๐ = ๐ ๐ โ ๐ → ๐=1 Het standaard Hermitisch product, op de vectorruimte (โ, โn , +), is de afbeelding ๐ ๐ฅ1 ๐ฆ1 <โ,โ> โถ โn × โn → โ โถ ๐ = โฎ , ๐ = โฎ → ๐ฅ๐ ๐ฆ๐ = ๐ ๐ โ ๐ ๐ฅ๐ ๐ฆ๐ ๐=1 6.2 Euclidische meetkunde en Euclidische ruimte Definitie 6.9 Zij (โ, V, +, <โ,โ>) een inproductruimte. Dan definiëren we, voor elke vector ๐ฃ ∈ ๐, de lengte van v (of de norm van v), ๐ฃ genoteerd, als ๐ฃ = < ๐ฃ, ๐ฃ > Wenneer voor een vector v geldt dat ๐ฃ = 1, dan noemen we v genormeerd of een eenheidsvector. Deze begrippen kan men evenzeer invoeren in een complexe vectorruimte met een Hermitisch product. Stelling 6.11 Zij (โ, V, +, <โ,โ>) een inproductruimte met bijhorende norm โ : ๐ → โ โถ Dan geldt 1. voor alle ๐ ∈ โ en ๐ฃ ∈ ๐ dat ๐๐ฃ = ๐ โ ๐ฃ ; 2. voor alle ๐ฃ ∈ ๐: ๐ฃ ≥ 0 en ( ๐ฃ = 0 ↔ ๐ฃ = 0); ๐ฃ → < ๐ฃ, ๐ฃ >. noot: De analoge eigenschap (met 'zelfde' bewijs) geldt ook voor een Hermitische ruimte waarbij dan ๐ , de modulus is van ๐ ∈ โ. ๐ฉ 1. we gebruiken de lineairiteit in beide componenten zodat voor alle ๐ ∈ ๐ en alle ๐ฃ ∈ ๐ geldt dat ๐๐ฃ = < ๐๐ฃ, ๐๐ฃ > = ๐2 < ๐ฃ, ๐ฃ >= ๐ < ๐ฃ, ๐ฃ > ๐ โ ๐ฃ 2. voor alle ๐ฃ ∈ ๐ geldt ๐ฃ = < ๐ฃ, ๐ฃ > met < ๐ฃ, ๐ฃ > ≥ 0 zodat ๐ฃ ≥ 0 stel ๐ฃ = 0 dan < 0,0 >= 0 = 0 = ๐ฃ โ opmerking 1 Iedere vector ๐ฃ ≠ 0 kan aangepast worden tot een genormaliseerde vector door ๐ฃ ๐ฃ. 34 Definitie 6.13 Zij (โ, V, +, <โ,โ>) een inproductruimte. Voor willekeurige vectoren ๐ฃ, ๐ค ∈ ๐ definiëren we ๐ ๐ฃ, ๐ค = ๐ฃ − ๐ค als de afstand tussen v en w. Stelling 6.14 Zij (โ, V, +, <โ,โ>)een inproductruimte. 1. Voor alle vectoren ๐ฃ, ๐ค ∈ ๐ geldt dat < ๐ฃ, ๐ค > ≤ ๐ฃ โ ๐ค Deze ongelijkheid is bekend als de ongelijkheid van Cauchy-Schwarz. 2. Deze ongelijkheid is een gelijkheid als en slechts als de vectoren v en w lineair afhankelijk zijn. ๐ฉ Zij v en w twee willekeurige vectoren uit V. Als één van beide vectoren de nulvector is, zijn beide beweringen evident. We mogen daarom veronderstellen dat v en w niet de nulvector zijn. 1. Voor alle ๐ ∈ โ en ๐ฃ, ๐ค ∈ ๐, geldt dat < ๐ฃ + ๐๐ค, ๐ฃ + ๐๐ค > ≥ 0 Wanneer we dit inproduct uitwerken vinden we < ๐ฃ + ๐๐ค, ๐ฃ + ๐๐ค > = < ๐ฃ, ๐ฃ + ๐๐ค > +๐ < ๐ค, ๐ฃ + ๐๐ค > =< ๐ฃ, ๐ฃ > +๐ < ๐ฃ, ๐ค > +๐ < ๐ค, ๐ฃ > + ๐2 < ๐ค, ๐ค > = < ๐ฃ, ๐ฃ > +2๐ < ๐ฃ, ๐ค > +๐2 < ๐ค, ๐ค > ≥ 0 Het linkerlid kan dus opgevat worden als een tweedegraadsveelterm p in ๐, die - ongeacht de waarde van ๐ - steeds positief (of nul) is. Bijgevolg is de discriminant van p negatief (of nul). Met andere woorden geldt: 4 < ๐ฃ, ๐ค >2 − 4 < ๐ฃ, ๐ฃ >< ๐ค, ๐ค > ≤ 0 wat equivalent is met < ๐ฃ, ๐ค >2 ≤ ๐ฃ 2 โ ๐ค 2 of dus ook met < ๐ฃ, ๐ค > ≤ ๐ฃ โ ๐ค 2. Er treedt een gelijkheid op als en slechts als de vermelde discriminant gelijk is aan nul, met andere woorden als er een (unieke oplossing) ๐0 is van de vergelijking ๐ ๐ = 0. Dit betekent dat < ๐ฃ + ๐๐ค, ๐ฃ + ๐๐ค > = 0 wat equivalent is met ๐ฃ + ๐๐ค = 0, zodat v en w lineair afhankelijk zijn. Definitie 6.15 Zij (โ, V, +, <โ,โ>) een inproductruimte en zij ๐ฃ ≠ 0 en ๐ค ≠ 0 elementen van V. De hoek tussen v en w is de unieke hoek ๐ ∈ 0, ๐ waarvoor < ๐ฃ, ๐ค > cos ๐ = ๐ฃ โ ๐ค Willekeurige vectoren v en w in V noemen we orthogonaal of loodrecht op elkaar als < ๐ฃ, ๐ค > = ๐ 0; we schrijven hiervoor ๐ฃ ⊥ w. Als ๐ฃ ≠ 0 en ๐ค ≠ 0 geldt dus dat ๐ฃ ⊥ w precies wanneer ๐ = . 2 Stelling 6.17 Zij (โ, V, +, <โ,โ>) een inproductruimte met bijhorende norm โ . Dan geldt voor alle ๐ฃ, ๐ค ∈ ๐ dat ๐ฃ + ๐ค ≤ ๐ฃ + ๐ค (driehoeksongelijkheid). noot: De driehoeksongelijkheid geldt ook als we ๐ฃ + ๐ค vervangen door ๐ฃ − ๐ค. 35 ๐ฉ We berekenen ๐ฃ+๐ค 2 =< ๐ฃ + ๐ค, ๐ฃ + ๐ค > =< ๐ฃ, ๐ฃ > +2 < ๐ฃ, ๐ค > +< ๐ค, ๐ค > ≤ ๐ฃ 2 +2โ ๐ฃ โ ๐ค + ๐ฃ 2 = ( ๐ฃ + ๐ค )2 โ Definitie 6.19 Een eindigdimensionale inproductruimte noemen we een Euclidische ruimte. Een eindigdimensionale Hermitsche ruimte noemen we een unitaire ruimte. noot: Zonder tegenbreicht noteren we (โ, โn , +, <โ,โ>) voor de n-dimensionale Euclidische ruimte met het standaardproduct en (โ, โn , +, <โ,โ>) voor de n-dimensionale unitaire ruimte met het standaar Hermitisch product. 6.3 Orthonormale basisses, orthonormale complementen Stelling 6.21 Zij (โ, V, +, <โ,โ>) een inproductruimte en zij ๐ผ = ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ een deelverzameling van V bestaande uit onderling twee aan twee orthogonale vectoren, allen verschillend van de nulvector (dus voor alle ๐ ≠ ๐ geldt dat < ๐ฃ๐ , ๐ฃ๐ > = 0). Dan is ๐ผ een vrije verzameling. ๐ฉ Veronderstel dat een lineaire combinatie van deze vectoren de nulvector oplevert: ๐1 ๐ฃ1 + โฏ + ๐๐ ๐ฃ๐ = 0 met alle ๐๐ ∈ โ. Dan geldt voor elke ๐ ∈ 1,2, … , ๐ dat 0 = < ๐ฃ๐ , ๐1 ๐ฃ1 + โฏ + ๐๐ ๐ฃ๐ > = < ๐ฃ๐ , ๐๐ ๐ฃ๐ > = ๐๐ ๐ฃ๐ 2 en bijgevolg is ๐๐ = 0. โ Definitie 6.22 Zij (โ, V, +, <โ,โ>) een Euclidische ruimte. Een basis ๐ฝ = ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ voor V zó dat 1. < ๐ฃ๐ , ๐ฃ๐ > = 0 voor alle indices ๐ ≠ ๐; 2. ๐ฃ๐ = 1; noemen we een orthonormale basis van V. Indien we enkel (1) eisen spreken we van een orthogonale basis. Stelling 6.24 Zij (โ, V, +, <โ,โ>)een inproductruimte en zij ๐ฝ = ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ een orthonormale basis van V. Beschouw willekeurige vectoren v en w in V, met respectievelijk (๐ฅ1 , … , ๐ฅ๐ ) en ๐ฆ1 , … , ๐ฆ๐ in โ๐ als coördinaatvector ten opzichte van ๐ฝ. ๐ฆ1 ๐ Dan is < ๐ฃ, ๐ค > = ๐=1 ๐ฅ๐ ๐ฆ๐ = ๐ฅ1 , … , ๐ฅ๐ โ โฎ = ๐ฅ ๐ โ ๐ฆ ๐ฆ๐ ๐ฉ Zij ๐ฃ, ๐ค ∈ ๐ met respectievelijk (๐ฅ1 , … , ๐ฅ๐ ) en ๐ฆ1 , … , ๐ฆ๐ als coördinaatvector ten opzichte van de orthonormale basis ๐ฝ = ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ dan geldt < ๐ฃ, ๐ค > = < ๐ฅ1 ๐ฃ1 + โฏ + ๐ฅ๐ ๐ฃ๐ , ๐ฆ1 ๐ฃ1 + โฏ + ๐ฆ๐ ๐ฃ๐ > = < ๐ฅ1 ๐ฃ1 , ๐ฆ1 ๐ฃ1 > + โฏ +< ๐ฅ๐ ๐ฃ๐ , ๐ฆ๐ ๐ฃ๐ > = ๐ฅ1 ๐ฆ1 ๐ฃ1 2 + โฏ + ๐ฅ๐ ๐ฆ๐ ๐ฃ๐ 2 = ๐ฅ1 ๐ฆ1 + โฏ + ๐ฅ๐ ๐ฆ๐ = ๐๐=1 ๐ฅ๐ ๐ฆ๐ โ 36 Stelling 6.25 Zij (โ, V, +, <โ,โ>) een Euclidische ruimte en ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ een willekeurige basis van V, dan kan deze basis omgevormd worden tot een orthonormale basis ๐ข1 , … , ๐ข๐ en wel op een algoritmische manier. Deze werkwijze staat bekend als het orthogonalisatieprocédé van Gram-Schmidt. ๐ฉ Neem de vector ๐ฃ1 . We normeren deze vector en verkrijgen aldus ๐ข1 = 1 ๐ฃ1 ๐ฃ1 . Neem nu de vector ๐ฃ2 . Vorm ๐ฃ′2 = ๐ฃ2 −< ๐ฃ2 , ๐ข1 > ๐ข1 . De vector ๐ฃ′2 staat loodrecht op ๐ข1 ; inderdaad we zien dat < ๐ฃ′2 , ๐ข1 > = < ๐ฃ2 , ๐ข1 > − < ๐ฃ2 , ๐ข1 >< ๐ข1 , ๐ข1 > = 0 We weten dat ๐ฃ′2 ≠ 0 omdat stel dat ๐ฃ′2 = ๐ฃ2 −< ๐ฃ2 , ๐ข1 > ๐ข1 = 0 waaruit volgt dat ๐ฃ2 =< ๐ฃ2 , ๐ข1 > ๐ข1 = ๐ฃ2 cos ๐ ๐ข1 wat enkel het geval is als cos ๐ = 1 zodat ๐ฃ2 lineair onafhankelijk is van ๐ข1 en dus van ๐ฃ1 wat in contradictie is met ๐ฃ2 behoort tot de basis. Nu wordt ook deze vector ๐ฃ′2 genormeerd en dit levert ๐ข2 = 1 ๐ฃ′ 2 ๐ฃ′2 op. Zo werken we stapsgewijs verder. Veronderstel dat we op een zeker moment reeds de genormeerde en onderling orthogonale vectoren ๐ข1 , … , ๐ข๐ geconstrueerd hebben. Neem nu ๐ฃ๐+1 en vorm ๐ฃ′๐+1 = ๐ฃ๐+1 −< ๐ฃ๐+1 , ๐ข1 > ๐ข1 − โฏ −< ๐ฃ๐+1 , ๐ข๐ > ๐ข๐ de vector ๐ฃ๐+1 staat inderdaad loodrecht op zowel ๐ข1 , …, als ๐ข๐ omdat < ๐ฃ′๐+1 , ๐ข1 > =< ๐ฃ๐+1 , ๐ข1 > −< ๐ฃ๐+1 , ๐ข1 >< ๐ข1 , ๐ข1 > = 0 โฎ < ๐ฃ′๐+1 , ๐ข๐ > =< ๐ฃ๐+1 , ๐ข๐ > −< ๐ฃ๐+1 , ๐ข๐ >< ๐ข๐ , ๐ข๐ > = 0 Bovendien weten we dat ๐ฃ′๐+1 ≠ 0, omdat indien we stellen dat ๐ฃ′๐+1 = 0 we zien dat ๐ฃ′๐+1 = ๐ฃ๐+1 −< ๐ฃ๐+1 , ๐ข1 > ๐ข1 − โฏ −< ๐ฃ๐+1 , ๐ข๐ > ๐ข๐ = 0 waaruit volgt dat ๐ฃ๐+1 =< ๐ฃ๐+1 , ๐ข1 > ๐ข1 + โฏ +< ๐ฃ๐+1 , ๐ข๐ > ๐ข๐ zodat ๐ฃ๐+1 een lineaire combinatie met coëfficiënten < ๐ฃ๐+1 , ๐ข๐ > met ๐ = 1, … , ๐ van de vectoren ๐ข1 , … , ๐ข๐ en dus van ๐ฃ1 , … , ๐ฃ๐ wat in contradictie is met het feit dat ๐ฃ๐+1 tot de basis behoort. Omdat de vectorruimte eindigdimensionaal is, en de geconstrueerde vectoren een groeiende vrije verzameling vormen, moet dit proces uiteindelijk stoppen (bij de n-de vector). Het resultaat is een orthonormale basis, zoals gevraagd. โ opmerking: alternatieve methode Om de 'overload' aan vierkantswortels die we tegenkomen in het Gram-Schmidt-procédé te vermijden bestaat er een alternatieve versie van het Gram-Schmidt-procédé, waarbij we enkel op het einde vierkantswortes moeten nemen. Deze alternatieve methode bestaat erin om eerst de gegeven basis ๐ฃ1 , … ๐ฃ๐ om te vormen tot een orthogonale basis ๐ข′1 , … , ๐ข′๐ en dan (op het einde) die orthogonale basis om te normaliseren. 1 (dus gewoon elke vector delen door zijn norm: ๐ข๐ = ๐ข′ ๐ข′๐ .) ๐ De formule om de (๐ + 1)-de basisvector te vinden in termen van de gegeven ๐ฃ๐+1 en de voorheen geconstrueerde ๐ข′1 , … , ๐ข′๐ is nu < ๐ฃ๐+1 , ๐ข1 > < ๐ฃ๐+1 , ๐ข๐ > ๐ข′๐+1 = ๐ฃ๐+1 − ๐ข1 − โฏ − ๐ข < ๐ข1 , ๐ข1 > < ๐ข๐ , ๐ข๐ > ๐ 37 immers < ๐ข′๐+1 , ๐ข๐ > = < ๐ฃ๐+1 , ๐ข๐ > − voor alle ๐ = 1, … , ๐. < ๐ฃ๐+1 , ๐ข๐ > < ๐ข๐ , ๐ข๐ > = 0 < ๐ข๐ , ๐ข๐ > Definitie 6.28 Zij (โ, V, +, <โ,โ>) een Euclidische ruimte en U een deelruimte van V. We definiëren het orthogonaal complement van U als ๐ ⊥ = ๐ฃ ∈ ๐ ๐ฃ ⊥ ๐ข voor alle ๐ข ∈ ๐ Stelling 6.30 Zij (โ, V, +, <โ,โ>) een Euclidische ruimte en U een deelruimte van V. Dan geldt dat 1. de som ๐ + ๐ ⊥ een directe som is (m.a.w. ๐ ๐ ⊥ ); 2. ๐ ๐ ⊥ =V; 3. dim ๐ + dim ๐ ⊥ = dim ๐; 4. ๐ ⊥ ⊥ = ๐; ๐ฉ 1. Veronderstel dat ๐ฃ ∈ ๐ ∩ ๐ ⊥ . Dan is v dus een vector van U en van U⊥ , zodat < ๐ฃ, ๐ฃ > = 0. Door het feit dat het inproduct definiet is, volgt dat ๐ฃ = 0. De som is dus een directe som. 2. Neem een basis van U en orthonormaliseerd die basis tot ๐ฝ๐ = ๐ข1 , … , ๐ข๐ . Neem een willekeurige vector ๐ฃ ∈ ๐. We vormen ๐ฃ ′ = ๐ฃ−< ๐ฃ, ๐ข1 > ๐ข1 − โฏ −< ๐ฃ, ๐ข๐ > ๐ข๐ Het is nu eenvoudig in te zien dat ๐ฃ′ orthogonaal is met alle basisvectoren ๐ข๐ van U immers < ๐ฃ′, ๐ข๐ > =< ๐ฃ, ๐ข๐ > −< ๐ฃ, ๐ข๐ >< ๐ข๐ , ๐ข๐ > = 0 voor alle ๐ = 1, … , ๐, omdat ๐ฝ๐ een orthonormale basis is. In andere woorden uitgedrukt ๐ฃ′ ∈ ๐ ⊥ . Dit betekent echter ๐ฃ = < ๐ฃ, ๐ข1 > ๐ข1 + โฏ +< ๐ฃ, ๐ข๐ > ๐ข๐ + ๐ฃ′ ∈ ๐ ∈๐ ๐⊥ ∈๐ ⊥ ⊥ en bijgevolg dat ๐ ๐ = ๐. 3. Deze eigenschap volgt rechtstreeks uit eigenschap 2. 4. Uit de definitie van orthogonaal complement volgt zeker dat ๐ ⊂ ๐ ⊥ beide deelruimten gelijk zijn want ze hebben dezelfde dimensie. ⊥ . Maar dan moeten โ 6.4 Transformaties met een symmetrische matrix Stelling 6.32 (Hoofdstelling van de Algebra - C.F. Gauss) Elke veelterm in โ X kan volledig ontbonden worden als product van erstegraadsfactoren. Met andere woorden, als ๐ ๐ ∈ โ X een veelterm is van graad n, dan bestaan er elementen ๐ ∈ โ0 , ๐ฅ๐ ∈ โ en ๐๐ ∈ โ0 , zó dat ๐ ๐ = ๐(๐ − ๐ฅ1 )๐ 1 โ (๐ − ๐ฅ2 )๐ 2 โ … โ (๐ − ๐ฅ๐ )๐ ๐ waarbij ๐ = ๐1 + ๐2 + โฏ + ๐๐ . Lemma 6.33 Zij (โ, โn , +, <โ,โ>) de standaard Euclidische ruimte en ๐ฟ๐ด : โn → โn : X → A โ X een lineaire transformatie met een symmetrische matrix A. Dan heeft A uitsluiten reële eigenwaarden. 38 ๐ฉ De karakteristieke veelterm ๐๐ด (๐) van ๐ฟ๐ด is een veelterm met reële coëfficiënten. Het is niet automatisch zo dat deze veelterm ook nulpunten in โ heeft. We vertrekken van de standaard unitaire ruimte (โ, โn , +, <โ,โ>), met standaard Hermitisch ๐ product < ๐, ๐ > = ๐ โ ๐. De transformatiematrix ๐ด ∈ โn×n kan ook opgevat worden als een lineaire transformatie โn → โn , waarvoor we wel dezelfde notatie gebruiken, namelijk ๐ฟ๐ด . De karakteristieke veelterm ๐๐ด (๐) ∈ โ X heeft, krachtens de hoofdstelling van de algebra, ongetwijfeld een nulpunt in โ. Deze nulpunten zijn de eigenwaarde van ๐ฟ๐ด : โn → โn ; ze zijn dus potentieel complexe (niet-reële) getallen. Veronderstel dat ๐ ∈ โ zo een eigenwaarde is, en dat ๐ ∈ โ๐ een bijhorende eigenvector is. Dus ๐ด โ ๐ = ๐๐. Nu geldt ๐ < ๐, ๐ > = < ๐, ๐๐ > =< ๐, ๐ด โ ๐ > ๐ =๐ โ๐ดโ๐ ๐ ๐ = ๐ โ ๐ด โ ๐ (omdat ๐ด ∈ โn ×n en symmetrisch is) =< ๐ด โ ๐, ๐ > =< ๐๐, ๐ > = ๐ < ๐, ๐ > Hieruit (en omdat ๐ ≠ 0) concluderen we dat ๐ = ๐. Bijgevolg is ๐ reëel. โ Lemma 6.34 Zij (โ, โn , +, <โ,โ>) de standaard Euclidische ruimte en ๐ฟ๐ด : โn → โn : ๐ → ๐ด โ ๐ een lineaire transformatie met een symmetrische matrix A. Dan geldt: eigenvectoren bij verschillende eigenwaarden van A zijn orthogonaal. ๐ฉ Uit het vorige lemma volgt dat de eigenvectoren van ๐ฟ๐ด reëel zijn. Stel dat ๐1 ≠ ๐2 eigenwaarden zijn, met respectievelijk bijhorende eigenvectoren ๐1 en ๐2 in โn . We berekenen nu ๐2 < ๐1 , ๐2 > =< ๐1 , ๐2 ๐2 > =< ๐1 , ๐ด โ ๐2 > = ๐1 ๐ โ ๐ด โ ๐2 = ๐ด โ ๐1 ๐ โ ๐2 =< ๐ด โ ๐1 , ๐2 > =< ๐1 ๐1 , ๐2 > = ๐1 < ๐1 , ๐2 > waaruit volgt dat ๐2 − ๐1 < ๐1 , ๐2 > = 0. Omdat de eigenwaarden verschillen zijn kan hieruit enkel volgen dat ๐1 ⊥ ๐2 . โ Lemma 6.35 Zij (โ, โn , +, <โ,โ>) de standaard Euclidische ruimte en ๐ฟ๐ด : โn → โn : ๐ → ๐ด โ ๐ een lineaire transformatie met een symmetrische matrix A. Dan is, voor elke eigenwaarde ๐ van ๐ฟ๐ด , de meetkundige multipliciteit ๐(๐) gelijk aan de algebraïsche multipliciteit ๐(๐). 39 ๐ฉ Zij ๐ een eigenwaarde van A. De bijhorende eigenruimte ๐ธ๐ heeft dimensie ๐(๐). We willen aantonen dat dit gelijk is aan ๐(๐). We bestuderen daartoe de karakteristieke veelterm van ๐ฟ๐ด , doch doen we dit nu door te vertrekken van een andere (maar gelijkvormige) matrixvoorstelling. Deze verkrijgen we door een nieuwe basis voor โn te kiezen. We weten dat โn = ๐ธ๐ ๐ธ๐ ⊥ . Kies een basis ๐ฝ๐ = ๐ข1 , … , ๐ข๐ (๐) van ๐ธ๐ , en breid deze uit tot een basis ๐ฝ van โn door aan te vullen met een basis van ๐ธ๐ ⊥ . Neem een willekeurige vector ๐ ∈ ๐ธ๐ ⊥ . We willen nu inzien dat ๐ด โ ๐ tot ๐ธ๐ ⊥ behoort. Inderdaad voor een willekeurige vector ๐ ∈ ๐ธ๐ geldt < ๐, ๐ด โ ๐ > = < ๐ด โ ๐, ๐ > = ๐ < ๐, ๐ > = 0 met andere woorden ๐ด โ ๐ ∈ ๐ธ๐ ⊥ . We kunnen de transformatie ๐ฟ๐ด dus beperken tot ๐ธ๐ ⊥ , met andere woorden die beperking is een lineaire transformatie ๐ธ๐ ⊥ → ๐ธ๐ ⊥ . Als we nu de matrixvoorstelling van ๐ฟ๐ด : โn → โn ten opzichte van de basis ๐ฝ opslellen, dan verkrijgen we een matrix van de vorm ๐ 0 โฎ 0 0 โฎ 0 0 ๐ โฎ 0 0 โฎ 0 โฏ โฏ โฑ โฏ โฏ โฏ 0 0 0 0 โฎ โฎ ๐ 0 0 ∗ โฎ โฎ 0 ∗ โฏ โฏ โฏ โฏ โฑ โฏ 0 0 โฎ 0 ∗ โฎ ∗ = ๐๐ผ๐ (๐) 0 0 ๐ต Hierin staat de matrix B voor de matrixvoorstelling van ๐ฟ๐ด : ๐ธ๐ ⊥ → ๐ธ๐ ⊥ . We beweren dat de matrix B onmogelijk nog ๐ als eigenwaarde kan hebben. Inderdaad, mocht dit wel het geval zijn, dan is er in ๐ธ๐ ⊥ een eigenvector Y met eigenwaarde ๐ voor A. Deze eigenvector moet dus ook tot ๐ธ๐ behoren wat betekent dat ๐ = 0 moet zijn, wat niet kan (als eigenvector). Berekenen we de algebraïsche multipliciteit van ๐, dan vinden we dat ๐ ๐ = ๐(๐). โ Stelling 6.36 (Spectraalstelling voor symmetrische matrices) Zij (โ, โn , +, <โ,โ>) de standaard Euclidische ruimte en ๐ฟ๐ด : โn → โn : ๐ → ๐ด โ ๐ een lineaire transformatie met een symmetrische matrix A, dan bestaat er een orthormale basis voor โn bestaande uit eigenvectoren van A. Met andere woorden, dan is A gelijkvormig met een diagonaalmatrix, en de gelijkvormigheid kan gerealiseerd worden door een basisverandering van de orthonormale standaarbasis naar een orthonormale basis. ๐ฉ De essentie van het bewijs is reeds geleverd in de voorafgaande lemma's. Het volstaat voor elke eigenwaarde ๐ een orthonormale basis voor de bijhorende eigenruimte ๐ธ๐ te bepalen en deze samen te voegen. Immers, als ๐๐๐๐ ๐ฟ๐ด = ๐1 , … , ๐๐ dan is โn = E๐ 1 … E๐ ๐ . โ 40 opmerking: Bovenstaande belangrijke stelling kan nog algemener geformuleerd worden. Immers, aandachtige studie van het bewijs van de lemma's leert dat die blijven gelden indien we werken in de standaard unitaire ruimte (โ, โn , +, <โ,โ>) en met een lineaire transformatie ๐ฟ๐ด : โn → โn : X → A โ X bepaald ๐ door een matrix A waarvoor ๐ด = ๐. Dergelijke matrices (met componenten in โ) noemen we Hermitische matrices. 6.5 Orthogonale matrices Stelling 6.38 Zij (โ, โn , +, <โ,โ>) de standaard Euclidische ruimte, en ๐ด ∈ โn×n een vierkante matrix. Dan zijn volgende beweringen over A equivalent: 1. de kolommen van A vormen een orthonormale basis van โn ; 2. ๐ด๐ โ ๐ด = ๐ผ๐ ; 3. ๐ด−1 = ๐ด๐ ; 4. ๐ด โ ๐ด๐ = ๐ผ๐ ; 5. de rijen van A vormen een orthonormale basis van โn ; ๐ฉ 2. Stel ๐ด ∈ โn×n een matrix waarvan de kolommen een orthonormale basis vormen van โn . Dan merken we op dat het matrixproduct ๐ด๐ โ ๐ด = ๐11 ๐12 โฎ ๐1๐ ๐21 ๐22 โฎ ๐2๐ โฏ ๐๐1 โฏ ๐๐2 โฑ โฎ โฏ ๐๐๐ ๐11 ๐21 โ โฎ ๐๐1 ๐12 ๐22 โฎ ๐๐2 โฏ ๐1๐ โฏ ๐2๐ โฑ โฎ โฏ ๐๐๐ = ๐11 ๐21 โฎ ๐๐1 ๐12 ๐22 โฎ ๐๐2 โฏ ๐1๐ โฏ ๐2๐ โฑ โฎ โฏ ๐๐๐ =๐ต overeenkomt met het inproduct van de kolomen van A. We zien in dat voor elke ๐๐๐ waarvoor geldt dat ๐ = ๐ het inproduct gelijk is aan ๐๐๐ =< ๐1๐ , ๐2๐ , … , ๐๐๐ , ๐1๐ , ๐2๐ , … , ๐๐๐ > = 1 en dat voor elke elke ๐๐๐ waarvoor geldt dat ๐ ≠ ๐ het inproduct gelijk is aan ๐๐๐ =< ๐1๐ , ๐2๐ , … , ๐๐๐ , ๐1๐ , ๐2๐ , … , ๐๐๐ > = 0 zodat de matrix B de eenheidsmatrix ๐ผ๐ is. 3. Uit eigenschap 2 weten we dat ๐ด๐ de links inverse is van A zodat ๐ด๐ = ๐ด−1 . 4. Middels een stelling uit het eerste hoofdstuk weten we dat een links inverse van een matrix gelijk is aan de rechts inverse van de matrix en dus gelijk is aan de (unieke) inverse van de matrix. Hieruit volgt dat ๐ด โ ๐ด๐ = ๐ด โ ๐ด−1 = ๐ผ๐ . 5. Uit eigenschap 4 zien we in dat in het matrixproduct ๐ด โ ๐ด๐ = ๐ผ๐ = ๐ต gelijk is aan het inproduct van de rijen. We weten dat voor elke ๐๐๐ waarvoor geldt dat ๐ = ๐ het inproduct gelijk is aan ๐๐๐ = 1 =< ๐๐1 , ๐๐2 , … , ๐๐๐ , ๐๐1 , ๐๐2 , … , ๐๐๐ > en dat voor ๐๐๐ waarvoor geldt dat ๐ ≠ ๐ het inproduct gelijk is aan ๐๐๐ = 0 =< ๐๐1 , ๐๐2 , … , ๐๐๐ , ๐๐1 , ๐๐2 , … , ๐๐๐ > zodat we inzien dat de lengte van iedere rij van de matrix A gelijk is aan 1 en dat de verschillende rijen loodrecht op elkaar staan waaruit volgt dat de rijen van de matrix A een orthonormale basis van โn bepalen. โ 41 Definitie 6.39 Een matrix ๐ด ∈ โn ×n noemen we een orthogonale matrix als en slechts als ๐ด๐ = ๐ด−1 (of equivalent, A aan de beweringen uit vorige stelling voldoet). Stelling 6.40 Zij ๐ด ∈ โn×n een symmetrische matrix. Dan bestaat er een orthogonale matrix ๐ ∈ โn×n zodat ๐ −1 โ ๐ด โ ๐ = ๐ ๐ โ ๐ด โ ๐ een diagonaalmatrix is. Lemma 6.41 Als ๐ด ∈ โn×n een orthogonale matrix is dan geldt dat 1. det ๐ด ∈ −1,1 ; 2. elke (reële) eigenwaarde van A is gelijk aan 1 of −1. ๐ฉ 1. We weten dat voor een orthogonale matrix A geldt det(๐ด) = det(๐ด๐ ) zodat det(๐ด) โ det ๐ด๐ = detโก (๐ผ๐ ) det ๐ด2 = 1 detโก (๐ด−= ±1 2. Zij ๐ een eigenwaarde van A met bijhorende eigenvector ๐ฃ ∈ โn . Dan is ๐2 < ๐ฃ, ๐ฃ > = < ๐๐ฃ, ๐๐ฃ > =< ๐ด โ ๐ฃ, ๐ด โ ๐ฃ > = ๐ฃ ๐ โ ๐ด๐ โ ๐ด โ ๐ฃ = ๐ฃ๐ โ ๐ฃ =< ๐ฃ, ๐ฃ > en bijgevolg ๐2 = 1 ↔ ๐ = ±1. โ Stelling 6.42 Zij (โ, โn , +, <โ,โ>) de standaard Euclidische ruimte, en veronderstel ๐ฟ๐ด : โn → โn : ๐ → ๐ด โ ๐ een lineaire transformatie bepaald door en orthogonale matrix . Dan geldt: 1. ๐ด โ ๐ = ๐ ; 2. ๐ ๐ด โ ๐, ๐ด โ ๐ = ๐(๐ด, ๐); 3. ๐ฟ๐ด is een isomorfisme; 4. als ๐ข1 , … , ๐ข๐ een orthonormale basis is voor โn , dan is ๐ฟ๐ด ๐ข1 , … , ๐ฟ๐ด ๐ข๐ ook een orthonormale basis. ๐ฉ Voor ๐, ๐ ∈ โn is < ๐ด โ ๐, ๐ด โ ๐ > = ๐ ๐ โ ๐ด๐ โ ๐ด โ ๐ = ๐ ๐ โ ๐ =< ๐, ๐ >. Hieruit volgt dadelijk dat ๐ฟ๐ด lengte (1), afstand (2) en orthogonaliteit van vectoren in โn bewaart. De transformatie ๐ฟ๐ด is injectief (want 0 is geen eigenwaarde voor ๐ฟ๐ด wat equivalent is met ker ๐ฟ๐ด = 0 ) en bijgevolg een isomorfisme (3). Omdat ๐ฟ๐ด lengte en orthogonaliteit bewaart volgt dan ook (4). โ Stelling 6.45 Als ๐ด ∈ โm ×n , en ๐ ∈ โm ×m een orthogonale matrix is dan geldt (voor de matrixnorm of Frobeniusnorm) ๐ด ๐น = ๐โ๐ด ๐น 42 ๐ฉ We weten dat ๐ ๐ด ๐น 2 ๐ = ๐๐๐ 2 ๐=1 ๐=1 Als we ๐ด = (๐1 , … , ๐๐ ) noteren als een rij van kolommen, dan geldt dus ๐ ๐ด ๐น 2 = ๐๐ 2 ๐ =1 waarbij ๐๐ staat voor de standaard Euclidische norm in โn . Het volstaat nu in te zien dat de kolommen van ๐ โ ๐ด precies de kolomvectoren ๐ โ ๐๐ zijn, en dan volgt uit het feit dat P een orthogonale matrix is en vorige stelling dat ๐ ๐ด ๐น 2 = ๐ โ ๐๐ 2 = ๐ โ ๐๐ ๐น 2 ๐=1 โ 6.6 Toepassing: minima en maxima van kwadratische vormen Stelling 6.46 Zij ๐ด ∈ โn×n een symmetrische matrix en zij m en M respectievelijk de kleinste en grootste eigenwaarde van A. Beschouw de kwadratische vorm ๐ ๐ฅ = ๐ฅ ๐ โ ๐ด โ ๐ฅ als functie ๐: โn → โ, waarbij we ๐ฅ ∈ โn interpreteren als kolomvector. Dan is ๐๐๐ ๐(๐ฅ) ๐ฅ ∈ โn , x = 1 = ๐ respectievelijk ๐๐๐ฅ ๐(๐ฅ) ๐ฅ ∈ โn , x = 1 = ๐ en deze waarden worden bereikt in een eigenvector bij m, respectievelijk M, met norm 1. noot: lees de toepassing op blz. 183-184 6.7 Orthogonale en symetrische lineaire transformaties Merk op dat de vectorruimte V oneindigdimensionaal kan zijn. Definitie 6.47 Zij (โ, V, +, <โ,โ>) een inproductruimte. Een lineaire transformatie L van V heet orthogonaal als < ๐ฟ ๐ฃ , ๐ฟ ๐ค > = < ๐ฃ, ๐ค > voor alle ๐ฃ, ๐ค ∈ ๐. Propositie 6.48 Een lineaire transformatie van een inproductruimte (โ, V, +, <โ,โ>) is orthogonaal als en slechts als ๐ฟ(๐ฃ) = ๐ฃ voor alle ๐ฃ ∈ ๐. ๐ฉ Een orthogonale transformatie bewaart vanzelfsprekend ook de norm van de vector. โ Propositie 6.49 Zij L een orthogonale lineaire transformatie van een inproductruimte (โ, V, +, <โ,โ>). Dan geldt: 1. elke (reële) eigenwaarde van L is 1 of −1; 2. L is injectief en, als V eindigdimensionaal is, dan ook een isomorfisme; 43 opmerking: Het is natuurlijk geen toeval dat orthogonale transformaties van een eindigdimensionale inproductruimte 'dezelfd' eigenschappen hebben als orthogonale matrices: de matrix van zo'n orthogonale transformatie is precies een orthogonale matrix, tenminste als we werken met een orthonormale basis. Stelling 6.50 Zij (โ, V, +, <โ,โ>) een n-dimensionale inproductruimte en L een lineaire transformatie van V met matrix A ten opzichte van een orthonormale basis van V. Dan geldt: L is orthogonaal als en slechts als A is orthogonaal. ๐ฉ Noteer de coördinaten van een willekeurige vector ๐ฃ ∈ ๐ (ten opzichte van de gegeven orthonormale basis) met ๐๐ฃ , zoals gewoonlijk beschouwd als kolomvector in โn . Dan geldt voor willekeurige vectoren ๐ฃ, ๐ค ∈ ๐: < ๐ฃ, ๐ค > = ๐๐ฃ ๐ โ ๐๐ค en anderzijds < ๐ฟ ๐ฃ , ๐ฟ ๐ค > = (๐ด โ ๐๐ฃ )๐ โ ๐ด โ ๐๐ฃ = ๐๐ฃ ๐ โ ๐ด๐ โ ๐ด โ ๐๐ฃ Als A orthogonaal is, met andere worden als ๐ด๐ โ ๐ด = ๐ผ๐ , zijn beide rechterleden gelijk, en dus < ๐ฃ, ๐ค > =< ๐ฟ ๐ฃ , ๐ฟ ๐ค > voor willekeurige ๐ฃ, ๐ค ∈ ๐. Omgekeerd, als L orthogonaal is zijn beide linkerleden gelijk en dus ๐๐ฃ ๐ โ ๐ผ๐ โ ๐๐ค = ๐๐ฃ ๐ โ ๐๐ค = ๐๐ฃ ๐ โ ๐ด๐ โ ๐ด โ ๐๐ค voor willekeurige ntallen ๐๐ฃ , ๐๐ค ∈ โn . Hieruit leiden we af dat ๐ผ๐ = ๐ด๐ โ ๐ด, met andere woorden dat A orthogonaal is. โ Definitie 6.51 Zij (โ, V, +, <โ,โ>) een inproductruimte. Een lineaire transformatie L van V heet symmetrisch als < ๐ฟ ๐ฃ , ๐ค > = < ๐ฃ, ๐ฟ ๐ค > voor alle ๐ฃ, ๐ค ∈ ๐. Propositie 6.52 Zij L een symmetrische (lineaire) transformatie van een inproductruimte (โ, V, +, <โ,โ>). Dan zijn eigenvectoren bij verschillende eigenwaarde van L orthogonaal. noot: het bewijs van deze propositie is gelijkaardig aan het bewijs van propositie 6.34. Stelling 6.54 Zij (โ, V, +, <โ,โ>) een n-dimensionale inproductruimte, en L een lineaire transformatie van V met matrix A ten opzichte van een orthonormale basis van V. Dan geldt: L is symmetrisch als en slechts als A is symmetrisch. noot: het bewijs van deze stelling is analoog aan het bewijs van stelling 6.50. 44