DIENST PREVENTIE POLITIE WESTKUST DE PANNE – KOKSIJDE – NIEUWPOORT Lokale veiligheidsdiagnostiek Stad Nieuwpoort Barbara Wyseure Intern evaluator Strategische plannen 2007-2010 Voorwoord De lokale veiligheidsdiagnostiek werd opgemaakt door de intern evaluator van de Zone Westkust. Voor deze diagnostiek werden heel wat lokale documenten doorgenomen zoals zonale en gemeentelijke jaarverslagen, geregistreerde meldingen en PV’s van de afgelopen jaren, gegevens van uit de databank van het Arrondissementeel Informatie Kruispunt en andere federale bronnen. Uit al deze gegevens kunnen we bepaalde fenomenen destilleren voor de stad Nieuwpoort. Deze rechtvaardigen onze keuze van prioriteiten naar preventieve acties voor de jaren 20072010. De lokale diagnostiek bevat vier grote luiken, namelijk een algemeen overzicht, de diagnostiek zelf, de fenomenen en de conclusies. In het eerste hoofdstuk bespreken we de doelstellingen van de lokale veiligheidsdiagnostiek. Een tweede hoofdstuk behandelt de voorstelling van de stad Nieuwpoort. In een derde hoofstuk stellen we het lokaal Veiligheids- en preventiebeleid voor. In het gedeelte van de diagnostiek behandelen we achtereenvolgens de voorstelling van het redactiecomité, de methodologische toelichting, de lokale diagnostiek met objectieve en subjectieve waarnemingen op lokaal, zonaal, arrondissementeel, provinciaal en nationaal vlak en de bespreking van de fenomenen die weerhouden werden uit de analyse van het cijfermateriaal. De conclusies worden gevolgd door een algemene samenvatting. In het laatste gedeelte vindt de lezer suggesties en bijlagen. 2 Inhoudstafel I. Algemeen 1.1 Doelstellingen van de lokale veiligheidsdiagnostiek (LVD) 6 1.1.1 1.1.2 1.1.3 Waarom een LVD? Nut van de LVD Doelstellingen 1.1.3.1 Luisteren – Begrijpen 1.1.3.2 Mobiliseren – handelen – evalueren 1.1.3.3 Informeren 6 6 7 7 8 8 1.2 Presentatie van de stad Nieuwpoort 9 1.2.1 1.2.2 Ligging Geografische omschrijving 1.2.2.1 Ontsluiting Bestuurs – en Adviesorganen 1.2.3.1 Bestuursorganen a) Samenstelling van de gemeenteraad b) Samenstelling College Burgemeester en Schepenen c) OCMW-Raad 2007-2013 1.2.3.2 Adviesorganen Demografische elementen 1.2.4.1 Bevolking van Nieuwpoort: aantal en samenstelling Sociale indicatoren 1.2.5.1 Gegevens OCMW a) budgetbegeleiding b) huurtoelages c) leefloon en steun d) maatregelen met het oog op tewerkstelling - algemeen e) tewerkstelling in toepassing met artikel 60 1.2.5.1 SIF en Lokaal sociaal Beleid Maatschappelijk – Economische context 1.2.6.1 Werkgelegenheid 1.2.6.2 indeling tewerkstelling 1.2.6.3 werkloosheidscijfers 1.2.6.4 gemiddeld inkomen per inwoner 9 9 10 11 11 11 12 12 13 13 13 19 19 19 19 19 19 20 20 21 21 23 26 27 1.3 Lokaal veiligheids-en preventiebeleid 29 1.3.1 Organisatie van de gemeentelijke factoren 1.3.1.1 Lokale politie Westkust 1.3.1.2 Preventiedienst Westkust – Nieuwpoort Lokale plannen en Samenwerkingsverbanden 1.3.2.1 Zonaal Veiligheidsplan (ZVP) 1.3.2.2 Samenwerkingsverbanden a) Preventie en Veiligheidscontract b) Actieplannen inzake verkeersveiligheid (verkeersveiligheidsfonds) c) Preventieraad d) Buurtinformatienetwerken (BIN) Gewestelijke plannen Federale plannen 1.3.4.1 Kadernota integrale veiligheid 1.3.4.2 Nationaal veiligheidsplan 1.3.4.3 Strategische Veiligheids- en preventiecontracten 29 29 30 31 31 32 32 32 33 33 34 34 34 35 35 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.3.2 1.3.3 1.3.4 3 II Diagnostiek 2.1 Voorstelling van het Redactiecomité 37 2.1.1 2.1.2 2.1.3 Samenstelling Rol Partners 37 37 37 2.2 Methodologische toelichting 38 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 Deming-cirkel (PDCA-cirkel) Lens-methode GANNT- chart KIPLING-vragen (WWWWWW) 38 39 39 39 2.3 Lokale diagnostiek 40 2.3.1 Analyse van de criminaliteit en onveiligheid (objectieve criminaliteit) 2.3.1.1 Theoretische toelichting 2.3.1.2 Criminaliteitscijfers van de zone Westkust 2002 – 2005: Vermogenscriminaliteit en drugs a) Lokale gegevens uit ISLP b) Criminele fenomenen-Zonaal Veiligheidsplan 2005 – 2008: datawarehouse c) Extractie uit de federale politionele criminaliteitsstatistieken (PCS) en het AIK-DSB d) Gegevens uit databank Rechtbank Eerste Aanleg: zonale vergelijking 2.3.1.3 Cijfers vermogenscriminaliteit: arrondissement Veurne 2.3.1.4 Cijfers vermogenscriminaliteit: provincie West-Vlaanderen 2.3.1.5 Cijfers vermogenscriminaliteit 2002 – 2005: Nationale gegevens 2.3.1.6 Lokale cijfers rond overlast: 2004-2005 a) gegevens uit ontvangerij en milieudienst b) gegevens van politie 2.3.1.7 Conclusie Subjectieve onveiligheid: Presentatie van de waarnemingen en verwachtingen van deburgers 2.3.2.1 Scanning in het kader van de prioriteitenbepaling zonaal veiligheidsplan PZ Westkust 2.3.2.2 Meldingen conflictbemiddelaars 2.3.2.3 Veiligheidsmonitor a) Onveiligheidsgevoelens b) Buurtproblemen 2.3.2.4 Leefbaarheidsonderzoek van de Kust 40 40 41 41 52 54 63 64 64 65 66 66 66 67 2.3.2 68 68 69 71 72 78 80 4 III Fenomenen 86 3.1 Dispositief Coördinatie 86 3.1.1 3.1.2 3.1.3 Beschrijving SWOT- analyse Cijfers 86 87 87 3.2 Fenomeen inbraak 87 3.2.1 3.2.2 3.2.3 Beschrijving SWOT- analyse Cijfers 87 88 88 3.3. Fenomeen Fietsdiefstal 88 3.3.1 3.3.2 3.3.3 Beschrijving SWOT- analyse Cijfers 88 88 89 3.4 Sociale overlast 3.4.1 3.4.2 3.4.3 beschrijving SWOT- analyse cijfers 89 89 89 89 IV Conclusie 90 V Samenvatting Veiligheidsdiagnostiek 91 VI Suggesties voor prioriteiten in lokaal veiligheidsbeleid 92 VII Gegevensbronnen en referenties 93 VIII Bijlagen 94 5 I Algemeen 1.1 Doelstellingen van de lokale veiligheidsdiagnostiek (LVD) 1.1.1 WAAROM EEN LVD? De noodzaak om een lokale veiligheidsdiagnostiek (LVD) uit te voeren werd niet gesuggereerd toen de Veiligheids-en preventiecontracten geïntroduceerd werden (1992). De federale overheid en de lokale actoren erkennen vandaag dat de oppervlakkige analyse van de lokale criminaliteit één van de belangrijkste lacunes is in de uitwerking van de veiligheids-en preventiecontracten. Een LVD zal een betere opvolging en evaluatie van het veiligheids- en preventiebeleid op lokaal vlak mogelijk maken teneinde het effect hiervan te kunnen bepalen en de heroriëntering te vergemakkelijken. De LVD dient dan ook aanzien te worden als één van de stappen in de realisatie van een lokaal geïntegreerd veiligheidsbeleid. Naar aanleiding van de Bijzondere Ministerraad op 30 en 31 maart 2004 werd door de Regering de intentie bevestigd om de inspanningen voor de realisatie van een LVD verder te zetten, teneinde dat het VSP de nodige methodologische steun kan verlenen bij de opmaak van deze diagnostiek. In 2004 werd een wetenschappelijk onderzoek gevoerd door het Forum European de Sécurité Urbaine (FESU) in opdracht van de Algemene Directie Veiligheid-en Preventiebeleid. Het onderzoek duurde 6 maanden en het eindrapport werd afgegeven eind juni 2004. In augustus/september werd een evaluatie gehouden rond dit rapport. In overleg met het FESU en de begeleidingscomités werden afspraken gemaakt omtrent de inhoudelijke en vormelijke aspecten van het eindrapport. Eind december ’04 werd een werkgroep opgericht binnen het VSP met als drieledige opdracht: - aanpassing van de handleiding - Toetsen van het draagvlak partners - Coördinatie publicatie en vervolgacties DLS Eind juni ’05 werd het eindrapport overgemaakt aan het Kabinet voor validatie. Eind augustus ’05 werd een pilootproject DLS opgestart in de praktijk. Dit met 7 contractsteden. In september werd gestart met informatiesessies voor de verschillende steden en gemeenten vanuit het VSP. Het opstellen van de LVD wordt gezien als een beleidsvoorbereidende fase binnen de opmaak van de strategische nota’s met een duur van vier jaar( een eerste voor de periode 2007-2010) Na deze voorbereidende fase volgen nog 3 fases: beleidsbepaling, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie. 1.1.2 NUT VAN DE LVD Dankzij een LVD kunnen de gemeenten zelf de sterkten en zwakten van hun lokale veiligheidssituatie (lokale diagnostiek) evalueren. Het inzicht in de onveiligheidsfenomenen en de noden van de burgers kan gebruikt worden met het oog op het verbeteren van de mogelijke oplossingen. Om de 4 jaar moet de realisatie van een LVD gebeuren, met het regelmatig bijwerken van de vaststellingen om de evolutie van bepaalde fenomenen of grondgebieden te volgen. Van nature leidt de LVD tot een momentopname van de bestaande behoeften en hulpbronnen van het grondgebied. De conclusies die eruit voorvloeien zijn daarom deels voorbijgestreefd op het moment dat de actie eindigt. Om dit te beperken, dient de LVD prospectief te zijn en de grote trends aan het licht te brengen. Zo stelt de diagnostiek de actoren in staat om hun acties op deze vaststellingen te baseren totdat de actie opnieuw wordt gevoerd. De LVD is bedoeld om de lokale situatie te onderzoeken, velen zijn geneigd om ze van meet af aan op subgemeentelijk niveau toe te passen. Dat zou betekenen dat er zoveel diagnostieken gesteld zouden worden als er buurten in de 6 gemeenten zijn of zelfs dat er alleen een diagnostiek gesteld zou worden in de buurt(en) die men voor een dergelijke actie als prioriteit zou beschouwen. Een buurtdiagnostiek is echter niet hetzelfde dan een lokale veiligheidsdiagnostiek. Er zou geen rekening gehouden worden met het feit dat criminaliteit mobiel is. Vandaar dat er wordt afgeraden om op subgemeentelijk niveau te gaan werken. 1.1.3 DOELSTELLINGEN Een diagnostiek realiseren, is voldoen aan zes behoeften, 1. mobiliseren 2. luisteren 3. begrijpen 4. handelen 5. informeren 6. evalueren waar drie complementaire doelstellingen uit voorvloeien. De doelstellingen van de LVD komen voort uit de hiervoor genoemde behoeften. Het is noodzakelijk om de betrokkenheid van de verschillende partners en actoren op het gebied van preventie te verbeteren (mobiliseren). Ook moet de diagnostiek het mogelijk maken om op een gegeven moment de situatie van een gemeente of van een deelgebied van deze gemeenten in te schatten (begrijpen) om de acties te verbeteren, te versterken of te heroriënteren (handelen-evalueren). Tenslotte moet de LVD een communicatie en feedbackinstrument zijn dat het mogelijk maakt bepaalde projecten ten overstaan van de gemeentelijke gezagsdragers en de inwoners te verantwoorden. (luisteren-informeren.) De drie complementaire doelstellingen van de LVD zijn de volgende: 1.1.3.1 LUISTEREN – BEGRIJPEN: DE DIAGNOSTIEK MOET EEN ANALYSE-INSTRUMENT ZIJN,D.W.Z. - een instrument dat het mogelijk maakt om beter te focussen op de fenomenen die zich op lokaal vlak voordoen: door de grote trends van de onveiligheid en de ontwikkelingen ervan te analyseren en aan het licht te brengen. Deze analyse moet berusten op zowel kwantitatieve gegevens zoals de politiestatistieken, als op kwalitatieve gegevens zoals de ontwikkeling van de consumptie en/of de producten die worden geconsumeerd door de doelgroep van een vzw die betrokken is bij de strijd tegen drugsoverlast; - een instrument dat de kennis van de actuele problematieken aanvult door op gemeentelijk niveau verschillende aspecten, verschillende fenomenen te bundelen, waarbij het er niet toe doet of deze direct, indirect of helemaal geen verband houden met de veiligheidsproblemen, en door de indicatoren inzake de openbare veiligheid (hoofdzakelijk bestaande uit de politiestatistieken), het gedrag (ongeoorloofd gedrag) en de omgeving (openbare overlast) bij elkaar te brengen; - een instrument om meer inzicht te krijgen in de fenomenen die zich plaatselijk kunnen voordoen (in een specifieke buurt of die slechts een specifieke bevolkingsgroep raken), die zich beginnen te ontwikkelen (als de actoren vaststellen dat een probleem ernstiger lijkt te worden), of die het minst zichtbaar zouden zijn. Het gaat ook vooral om fenomenen waarvoor de klassieke analyse-instrumenten te beperkt blijken te zijn en waarvoor eerder een kwalitatief dan een kwantitatief onderzoek, alsook een vergelijkbare analyse uitgaande van de partners van het lokaal beleid (of van een deel daarvan in het kader van specifieke thema’s) doorslaggevend zijn; - een instrument om de verwachtingen en waarnemingen van de inwoners of partners (winkeliers, vertegenwoordigers van verenigingen, eerstelijnswerkers, etc.) te verzamelen om de LVD aan te vullen, zonder zich evenwel blind te staren op de eisen van bepaalde beroepsgroepen. 7 1.1.3.2 MOBILISEREN – HANDELEN – EVALUEREN: DE LVD MOET EEN INSTRUMENT ZIJN OM ACTIES VOOR TE BEREIDEN EN OM DE FOLLOW-UP EN EVALUATIE ERVAN TE VERBETEREN, D.W.Z.: - een instrument om alle actoren te registreren en te verenigen die in aanmerking kunnen komen voor deelname aan de invoering van een gecoördineerd veiligheid –en preventiebeleid; - een instrument om een inventaris te maken van alle lopende acties, niet alleen van de acties die het werk zijn van de gemeente, maar ook van de acties die actoren voeren in het kader van hun hoofd- of nevenactiviteit op het gebied van veiligheid en preventie. Deze inventaris moet het mogelijk maken om niet alleen de sterke en zwakke punten aan het licht te brengen van de reeds toegepaste oplossingen voor de aangeduide problemen, maar ook om de aandacht te vestigen op de mogelijkheden, de troeven en de dreigende gevaren die eigen zijn aan het betrokken grondgebied. Meer nog, het is nodig om de bestaande lokale instrumenten (de middelen, hulpbronnen en diensten) te optimaliseren en harmonie te brengen in de de inspanningen. Met andere woorden, erin te slagen de krachten te bundelen met het oog op een globale strategie; - een instrument om de prioritaire fenomenen en grondgebieden voor acties te identificeren: hier is het niet de bedoeling een instrument aan te reiken dat volledig is, maar dat het mogelijk maakt om de doelstellingen van hun lokale beleid te bevestigen of nietig te verklaren en om desnoods nieuwe doelstellingen van het lokale beleid te brengen. Het hoofddoel van de LVD is: een hulpmiddel te zijn voor de besluitvorming dat niet alleen de gemeentelijke politici, maar ook de terreinwerkers die belast zijn met de preventie en veiligheid en hun partners, in staat stellen de lokale prioriteiten hiërarchisch in te delen; - een instrument dat als referentie dient voor de evaluatie van de opgestarte acties. 1.1.3.3. INFORMEREN: DE LVD MOET GEMAKKELIJKER MAAKT, D.W.Z.: EEN INSTRUMENT ZIJN DAT DE INFORMATIE-UITWISSELING - een instrument dat de actoren die betrokken zijn bij het preventie- en veiligheidsbeleid in het kader van hun hoofdof nevenactiviteiten, toegang geeft tot de analyse van de informatie van de LVD opdat zij een positie zouden innemen ten overstaan van de lopende, gemeenschappelijke acties, en eventueel van hun eigen specifieke acties; - een instrument om de modaliteiten te bepalen voor de uitwisseling van informatie tussen de actoren die bij het lokaal beleid betrokken zijn om de verwerking ervan in het kader van de LVD gemakkelijker te maken, met respect voor de verschillende deontologieën; - een instrument om de bevolking duidelijker verslag uit te brengen inzake de plaatselijke situatie. 8 1.2 Presentatie van de stad Nieuwpoort 1.2.1 LIGGING De Belgische kust heeft een lengte van ongeveer 66 km, en behoort tot het patrimonium van 10 gemeenten, waarvan de drie belangrijkste kernen Oostende, Knokke-Heist en Blankenberge zijn. De verschillende badplaatsen worden door de Koninklijke Baan en een tramlijn doorlopen en kent een ontsluiting door vier spoorlijnen. In tegenstelling tot andere provincies in Vlaanderen wordt het stedenpatroon in West-Vlaanderen niet gedomineerd door één grootstedelijk centrum. Binnen West-Vlaanderen functioneren meerdere regionaalstedelijke centra (Brugge, Kortrijk, Oostende en Roeselare) naast elkaar. De stad Nieuwpoort ligt in het Vlaams gewest, in de provincie West-Vlaanderen en ressorteert onder het gerechtelijk Arrondissement Veurne met het Vredegerecht in de Langestraat 89 en de Rechtbank van Koophandel in Veurne. De stad maakt deel uit van de politiezone Westkust. De nabijgelegen politiezones zijn PZ Middelkerke en PZ Polder (Diksmuide, Kortemark, Koekelare en Houthulst). Nieuwpoort vormt de Oostelijke grens van de westkust en wordt omringd door ten noorden de Noordzee, ten oosten Middelkerke, ten zuiden Diksmuide en ten westen Koksijde. 1.2.2 GEOGRAFISCHE OMSCHRIJVING De oppervlakte van de stad bedraagt 3.055ha 73a en is ingedeeld in de volgende wijken:1, 2 Nieuwpoort-Bad: woon-, verblijfs- en handelsfunctie Simli: woon- en verblijfsfunctie Jachthavenwijk: woonfunctie Monobloc-Coupe Gorge: woonfunctie Middenstad: woon- en handelsfunctie St-Joris: woon-, verblijfs- en agrarische functie (554 ha 22a) Ramskapelle: woon- en agrarische functie (1527 ha 58a) Westende: grenscorrectie (92 ha) Grafische voorstelling wijken Nieuwpoort 1 2 Jeugdwerkbeleidsplan 2005-2007 Leefbaarheidsonderzoek van de kust, Meire en Bracke, 2004 9 1.2.2.1 ONTSLUITING De kust wordt bediend door een wegennet met een kamstructuur: een drager (de E40) met rechtstreekse toegangswegen naar de badplaatsen. De stad Nieuwpoort vindt hierdoor een directe aansluiting. De E40 geeft een aansluiting op TGV stations ter hoogte van Oostende, Duinkerke en Calais waar een hoge snelheidstrein voor personen en goederen het achterland naar en van Groot Brittannië (Londen) bedient. Ter hoogte van Duinkerke sluit de A25/E42 vanuit Rijsel (en verder richting Mons of Brussel) aan op de E40, net voor Calais is er aansluiting met de E15 vanuit Reims. De autosnelweg A 18 / E 40 ontsluit de toegang tot Noord-Frankrijk en de nabijgelegen kanaaltunnel. Bovenlokale wegen die o.a. de verbinding vormen naar Veurne en de toegang tot de autosnelweg bedienen zijn de N39 (Nieuwpoort-Veurne-Adinkerke-Duinkerke), N35 (Deinze-Tielt-Diksmuide-Veurne-De Panne) en de N34 (Adinkerke-De Panne- Koninklijke baan). Parallel met de N39 loopt het kanaal Duinkerke-Veurne dat vnl. een toeristisch-recreatieve betekenis vervult. De economische betekenis en de rol als vervoersas is gering. Vanuit Keulen -via Brussel- en vanuit Antwerpen zijn er een aantal spoorverbindingen, telkens met het eindstation aan de kust: in Adinkerke, Koksijde, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge en Knokke-Heist. Met het openbaar vervoer is Nieuwpoort te bereiken via de tramlijn De Panne-Oostende waar er aansluiting is op het spoor of via buslijnen Nieuwpoort-Diksmuide en Nieuwpoort-Veurne waar er ook telkens aansluiting is op het spoorwegnet. Op het grondgebied van Nieuwpoort ligt bovendien een jachthaven (2e grootste van West-Europa – ongeveer 2000 jachten) en vissershaven, beiden zijn Schengen havens. Tenslotte bevindt de grens van Frankrijk zich op nauwelijks 20 km. Hier vindt men de grootstad Duinkerke. Dit zorgt voor grensgerelateerde problemen, met name grenscriminaliteit en illegalen. De specifieke ligging van de stad aan de Westkust, zorgt gedurende de vakantieperiodes en weekends voor een enorme uitbreiding van het aantal residenten, naast het grote aantal dagjesmensen die onze zone bezoekt. Buiten de seizoensperiode zorgt het fenomeen van het midweektoerisme voor een grote bevolkingstoename. Voor allerhande diensten en instanties zoals VDAB, DGGZ, ziekenhuis enz. zijn de bewoners van Nieuwpoort vooral aangewezen op Veurne en in mindere mate op Oostende en Diksmuide. 10 1.2.3 BESTUURS- EN ADVIESORGANEN 1.2.3.1 BESTUURSORGANEN De kabinetten van de burgemeester en de schepenen bevinden zich op het stadhuis. De verschillende stadsdiensten zijn gehuisvest in: Stadhuis (Marktplein): Secretaris Secretarie Reken-en belastingsdienst Onthaal Toerisme Bevolking en burgerlijke stand Pensioenen W. De Roolaan 90: Cultuur Pers en patrimonium Ontvanger Ontvangerij Milieu en infrastructuur Cel informatica Personeelsdienst stedelijke diensten op andere locaties: Stadsmagazijn Brandweer Jeugddienst Kinderboerderij Sportdienst Kerkhofbewaarder Stedelijke vismijn Dienst toerisme Nieuwpoort Bad Muziekacademie Bibliotheek Preventiedienst a) Samenstelling van de gemeenteraad In 2004 waren er 10 gemeenteraadszittingen. De voorkeur wordt gegeven aan de tweede donderdag van de maand. (dit naargelang het aantal te behandelen punten). Deze zittingen zijn openbaar, uitgezonderd als het om personen gaat of wanneer twee derde van de aanwezigen dat vragen. De raad beslist bij meerderheid van stemmen. De 21 gemeenteraadsleden zijn: De heer De heer De heer De heer Mevrouw Mevrouw De heer De heer De heer De heer Roland Rik André Geert Els Greet Frans Xavier Philip Bernard Crabbe Lips De Zaeyer Vanden Broucke Vanlandschoot Vyncke Lefevre Braet Rathé Maenhoudt Burgemeester Schepen Schepen Schepen Schepen Schepen Voorzitter OCMW - Schepen Gemeenteraadslid Gemeenteraadslid Gemeenteraadslid Willem De Roolaan 82 Marktstraat 36 Nieuwendammeweg 1 Willem De Roolaan 80 Schipstraat 47 Bastienweg 6 Pemenhoek 77 E. Kamplaan 1 Pemenhoek 5 Pemenhoek 30 NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT 11 Mevrouw Mevrouw De heer De heer Mevrouw De heer Mevrouw Mevrouw De heer De heer De heer b) Ria Christiane Ronny Roland Patricia Kris Karin Anna Rudi Paul Olivier Fiers Viaene Declerck Woestyn Deconinck Vandecasteele Vancoillie Ovyn Hesters Demey Platteau Gemeenteraadslid Gemeenteraadslid Gemeenteraadslid Gemeenteraadslid Gemeenteraadslid Gemeenteraadslid Gemeenteraadslid Gemeenteraadslid Gemeenteraadslid Gemeenteraadslid Gemeenteraadslid Albert I Laan 241 Dockaertstraat 8 Dudenhofenlaan 5 Leopoldplein 1 Willem De Roolaan 60 Schipstraat 63 Marktplein 13 Franslaan 172/0807 Pemenhoek 65 Pemenhoek 47 A. Oleffelaan 10 NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT NIEUWPOORT Samenstelling College van Burgemeester en Schepenen Het college van burgemeester en schepenen is binnen het gemeentebestuur het uitvoerend orgaan. Het zorgt ervoor dat de beslissingen van de gemeenteraad worden uitgevoerd. De burgemeester en schepenen worden door en uit de gemeenteraadsleden verkozen. Het college is steeds gezamenlijk verantwoordelijk en treedt op als een ploeg. Nieuwpoort telt naast de burgemeester vijf schepenen, met een specifiek takenpakket. Het CBS vergadert normaal gezien de maandag. In 2004 waren er 54 zittingen en in 2005 51. Ir. Roland Crabbe, burgemeester, de hiernavermelde departementen en diensten: 1. Wettelijke bevoegdheden: politie, brandweer, openbare gezondheid, orde, veiligheid, kerkhof, o.c.m.w. 2. Algemeen beleid, patrimonium (uitgezonderd geklasseerd erfgoed en kerken), infrastructuur, ruimtelijke ordening, communicatie, jachthavens en vergunningsbeleid leefmilieu. Rik Lips, eerste schepen: Jeugd, sport, ontwikkelingssamenwerking en structuurplan. André De Zaeyer, tweede schepen: Landbouw, visserij, onderwijs, vissershaven, seniorenraad en leefmilieu uitgezonderd vergunningsbeleid. Geert Vanden Broucke, derde schepen: Cultuur, geklasseerd erfgoed, kerken en lokale economie. Greet Ardies-Vyncke, vierde schepen: Toerisme, jumelage, feestelijkheden, sociale zaken en welzijn. Els Filliaert-Vanlandschoot, vijfde schepen: Financiën, informatica, huisvesting en gezinsbeleid. De OCMW-voorzitter, Frans Lefevre, wordt toegevoegd aan het college van burgemeester en schepenen. c) OCMW-Raad 2007-2013 NAAM Frans Lefevre Richard Bendels Julien Allewerelt Ronny Blomme Gwenny Dorné Brigitte D'hondt Gilberte Meysman Adina Counye Antoine Van Hooreweghe Voorzitter OCMW Raadslid OCMW Raadslid OCMW Raadslid OCMW Raadslid OCMW Raadslid OCMW Raadslid OCMW Raadslid OCMW Raadslid OCMW partij CD&V SP.A CD&V VLD CD&V CD&V CD&V CD&V CD&V 12 1.2.3.2 ADVIESORGANEN3 de stedelijke culturele raad (de algemene vergadering werd drie maal bijeengeroepen in 2004) de stedelijke jeugdraad (de algemene vergadering kwam twee maal samen in 2004) de stedelijke milieuraad (kwam vier maal bijeen in 2004) de zonale preventieraad (vergaderde één maal in 2004) de stedelijke seniorenraad (de raad kwam drie maal samen in 2004) de stedelijke sportraad de gezinsraad (kwam in 2004 vijf keer samen) De gehandicaptenraad (vergaderde negen keer in 2004) De lokaal economische raad (kwam één maal bijeen in 2004) De landbouwraad (vergaderde twee maal in 2004 Wijk-en dorpsraden (frequentie is afhankelijk van de raad, dorpsraad Ramskapelle, wijkraad Simli en Nieuwpoort-bad kwamen elk drie keer samen in 2004) 1.2.4 DEMOGRAFISCHE ELEMENTEN 1.2.4.1 BEVOLKING VAN NIEUWPOORT: AANTAL EN SAMENSTELLING Buiten de vakantieperiodes telde de stad Nieuwpoort in 2004 10649 aantal inwoners en 10852 in 2005 (cijfer op 31/12/2005) inwoners. In bijlage 1 vindt u de bevolkingspiramide van Nieuwpoort (cijfers op 01-01-2005). Aantal inwoners 1995 10.060 1996 10.169 1997 10.169 1998 10.232 Nieuwpoort 1999 2000 2001 10.259 10.261 10.332 2002 10.468 2003 10.595 2004 10.649 2005 10.852 aantal inwoners 11000 10800 10600 10400 10200 10000 9800 9600 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 jaartal Deze cijfers zijn evenwel bijzonder relatief. In de vakantieperiodes en gedurende het weekend kent de regio een enorme toename van het aantal residenten en dagjesmensen. Appartementen, vakantiewoningen, hotels, campings en pleziervaartuigen zorgen voor een toename van de bevolking. Het groeipercentage van de bevolking van Nieuwpoort (2005 – 1999) is 5,8%.4 3 4 Jaarverslag 2004, p68 www.lokalestatistieken.be, 2006 13 Men dient eveneens rekening gehouden te worden met het aantal tweede verblijven in de stad. In de zomermaanden kan het cijfer makkelijk oplopen tot 50.000 inwoners (dagjesmensen inclusief). De streek wordt eveneens geconfronteerd met het fenomeen van pensioenmigratie. Bejaarden en gepensioneerden komen zich na een actieve carrière in het binnenland aan de Westkust vestigen. Dit verklaart het positief migratiesaldo in de meeste gemeenten doch hierdoor neemt de vergrijzing in de regio aanzienlijk toe. Overzicht Bevolkingscijfer vanaf de telling 1 maart 1981 5 Jaar Geb. Overl. Inschr. afschr man 1981 97 94 524 438 4029 1982 108 96 646 488 4099 1983 99 93 535 431 4175 1984 103 92 561 495 4213 1985 104 101 562 461 4256 1986 127 110 669 506 4335 1987 140 90 647 518 4346 1988 111 93 514 452 4395 1989 119 126 572 481 4569 1990 133 100 620 485 4662 Volkstelling 4667 maart 1991 1991 142 113 668 534 4769 1992 130 112 699 571 4844 1993 110 111 806 746 4870 1994 116 107 723 593 4929 1995 108 112 703 591 4964 1996 107 124 605 580 4958 1997 108 120 717 648 4982 1998 79 125 700 630 5026 1999 74 129 604 565 5006 2000 77 131 699 561 5092 2001 84 123 764 584 5123 2002 79 119 795 628 5193 2003 76 136 744 628 5213 2004 89 131 873 630 5316 inwoners Vrouw 4272 4372 4406 4445 4506 4607 4651 4692 4811 4893 4905 4948 5019 5052 5132 5205 5219 5252 5232 5236 5234 5344 5401 5437 5535 huwelijk Echtsch. Totaal 8301 8471 8581 8658 8762 8942 8997 9087 9380 9555 9572 55 61 56 59 70 62 55 63 74 70 8 9 16 17 14 15 19 18 23 18 9717 9863 9922 10061 10169 10177 10234 10258 10242 10326 10467 10594 10650 10851 52 61 73 61 44 63 50 44 44 64 45 57 35 38 26 19 21 24 35 28 22 35 26 24 34 29 34 30 Totale bevolking Belg Niet belg totaal 5 man 5092 101 2002 vrouw 5294 107 totaal 10386 208 man 5109 104 2003 vrouw 5332 105 totaal 10441 209 man 5205 111 2004 vrouw 5423 112 totaal 10628 223 5193 5401 10594 5213 5437 10650 5316 5535 10851 Nationaliteit Man 2002 vrouw totaal man 2003 vrouw totaal man 2004 vrouw totaal Duitsland Spanje Frankrijk Verenigd 3 1 26 8 3 0 21 3 6 1 47 11 3 1 25 8 2 1 19 3 5 2 44 11 3 1 28 8 2 0 20 3 5 1 48 11 Jaarverslag 2004 Stad Nieuwpoort 14 koninkrijk Portugal Zwitserland Italië Nederland Ierland Zweden Oostenrijk Joegoslavië Servië – MonteNegro Bulgarije U.S.A. Federatie van rusland India Pakistan China Bielo rusland USSR Nigeria Fillippijnen joegoeslavië Marroko Oekraïne Polen Thailand Griekenland Hongarije Armenië Turkije Macedonië Croatië Indonesië Congo dem. Rep. Roemenië Oezbelistan Sierra Leone Algerije Canada Van Hongaarse afkomst Georgië Afghanistan Cuba Tunesië Syrië Algemee, totaal 0 0 11 22 0 0 0 4 1 1 4 25 1 1 1 4 1 1 15 47 1 1 1 8 0 0 11 20 0 0 0 3 2 1 3 25 1 1 0 2 2 1 14 45 1 1 0 5 1 0 11 21 0 0 0 6 2 1 3 26 1 1 0 6 3 1 14 47 1 1 0 12 0 1 2 1 1 6 1 2 8 1 0 0 3 1 3 4 1 3 3 0 0 4 2 2 7 2 2 0 0 6 1 0 2 0 1 2 0 0 0 1 0 4 1 0 0 1 1 1 1 5 1 1 0 3 0 2 0 3 1 0 1 7 0 0 0 1 1 1 1 11 2 1 2 3 1 4 0 3 1 1 1 11 1 0 0 2 2 0 0 6 1 0 2 0 0 2 0 1 0 1 0 4 2 1 1 1 0 2 0 5 0 1 0 1 0 3 0 3 1 0 1 7 0 0 0 1 1 2 0 11 1 1 2 1 0 5 0 4 1 1 1 11 2 1 1 2 1 0 0 6 1 0 1 0 0 2 0 0 0 1 0 1 2 0 1 1 0 1 0 4 0 0 0 1 0 3 3 1 1 0 0 8 2 0 0 0 1 1 0 10 1 0 1 1 0 5 3 1 1 1 0 9 4 0 1 1 1 1 0 0 1 0 1 4 0 0 0 1 0 5 0 0 1 1 1 1 0 1 1 0 1 3 0 0 1 0 0 4 0 1 2 0 1 2 1 1 1 0 1 1 2 0 1 0 03 3 3 1 2 0 1 0 0 0 0 0 101 1 0 0 0 0 107 1 0 0 0 0 208 1 5 0 0 0 104 3 5 0 0 0 105 4 10 0 0 0 209 1 5 0 0 1 111 4 1 1 0 12 4 9 1 1 1 223 15 Aantal gezinnen 31/12/2002 4751 Aantal 31/12/2003 4866 31/12/2004 5011 Loop van de bevolking op 31 december 2004 Globale cijfers Belgen Man A°Geboorten In de 0 gemeente Buiten de 41 gemeente In buitenland 0 B°Aankomsten Uit andere 450 Belgische gemeenten Uit 4 buitenland In buitenland 495 C°Overlijdens In de 26 gemeente Buiten 45 gemeente In buitenland 0 D°Vertrek Naar ander Belgische Naar buitenland Subtotaal c+d Eindtotaal a+b+c+d Vreemdelingen Totale bevolking vrouw totaal man vrouw totaal man vrouw totaal 0 0 0 0 0 0 0 0 48 89 0 0 0 41 48 89 0 0 0 0 0 0 0 0 374 824 10 12 22 460 386 846 4 8 9 10 19 13 14 27 426 921 19 22 41 514 448 962 23 49 0 0 0 26 23 49 34 79 2 0 2 47 34 81 1 1 0 0 0 0 1 1 314 261 575 6 7 13 320 268 588 14 15 30 6 6 12 20 22 42 399 335 734 14 13 27 413 348 761 +96 +91 +187 +5 +9 +14 +101 +100 +201 Detaillering van de binnenlandse migratiebeweging van Belgen en Vreemdelingen: Mannen Vrouwen Totaal Komen van Antwerpen Vlaams en Waals Brabant Henegouwen Limburg Luik 2002 2003 2004 2002 2003 2004 2002 2003 2004 37 43 42 50 37 56 28 53 48 56 29 60 65 96 90 106 66 116 10 5 3 6 7 16 14 9 1 7 6 2 6 8 9 6 10 3 17 11 5 12 15 25 20 19 4 16 Luxemburg 0 Namen 2 Oost37 vlaanderen West242 vlaanderen Totaal: 379 Vertrokken naar 0 1 38 1 2 54 0 1 41 2 1 34 1 3 40 0 3 78 2 2 72 2 5 94 195 286 245 187 234 478 380 520 353 460 383 351 386 762 704 846 Antwerpen Vlaams en Waals Brabant Henegouwen Limburg Luik Luxemburg Namen Oostvlaanderen Westvlaanderen Totaal: 6 15 11 8 20 23 16 16 8 14 18 17 22 31 19 22 38 40 5 3 2 0 2 22 2 1 5 0 2 28 8 4 0 1 3 26 5 7 1 2 3 26 5 1 2 1 1 19 5 8 0 2 0 14 10 10 3 2 5 48 7 2 7 1 3 47 13 12 0 3 3 40 228 258 235 237 247 204 564 505 439 283 315 320 313 298 263 596 613 588 Als we kijken naar een grafische voorstelling van de bevolkingssamenstelling aan de kust, zien we dat het overgrote deel van de bevolking (28%) tussen 40 en 59 jaar is. Een kwart van de bevolking is tussen de 60 en 79 jaar. 6 6 Leefbaarheidsonderzoek van de kust, Meire en Bracke, 2004 17 Onderstaand volgt een opsomming van de bevolkingssamenstelling van Nieuwpoort (2000-2004) Mannen Vrouwen Huishouden alleenalleen2 pers 3 pers 4 pers 5 pers 6 pers wonend wonend Jaar Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal 2000 660 812 1588 610 517 190 64 2001 724 822 1604 631 509 190 58 2002 738 869 1642 642 504 193 51 2003 763 907 1678 645 511 180 59 2004 812 969 1714 646 491 184 44 7 pers Aantal 16 9 10 6 11 Aantal huishoudens (algemeen) 1997-20057 Aantal huishoudens 1997 4.280 1998 4.337 Nieuwpoort 2000 2001 4.466 4.558 1999 4.397 2002 4.661 2003 4.760 2004 4.881 2005 5.026 Schematische voorstelling aantal huishoudens Nieuwpoort 1997-2005 aantal huishoudens 5200 5000 4800 4600 4400 4200 4000 3800 1997 1998 1999 2000 2001 2002 Evolutie aantal vreemdelingen in Nieuwpoort 1997-20058 1997 1998 1999 2000 2001 2002 160 172 176 167 174 205 2003 2004 2003 208 2005 2004 208 2005 223 Aantal vreemdelingen 250 200 150 100 50 0 1997 7 8 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 www.lokalestatistieken.be, 2006 www.lokalestatistieken.be, 2006 18 1.2.5 SOCIALE INDICATOREN 1.2.5.1 GEGEVENS OCMW9 Het OCMW is gelocaliseerd in de Astridlaan 103. Er zijn zes dienstverleningen aan huis, nl een klusjesdienst, een minder-mobielen-centrale, een poetsdienst, een personenalarmsysteem, een uitleendienst en een dienst Warme maaltijden. Binnen de werking van het OCMW-sociale Dienst is één van de meest voorkomende problemen huisvesting. Wekelijks wordt gevraagd naar betaalbare woningen voor gezinnen met een laag inkomen. Gemiddeld om de maand wordt door het OCMW een huurwaarborg ten laste genomen. Ook maandelijkse huurtoelages worden frequent toegekend. De vraag naar aangepaste huisvesting voor mindervaliden en vooral voor alleenstaande bejaarden komt ook meemaals voor.10 In het kader van de begeleiding van sociale zwakkere personen bestaan er een aantal lokale initiatieven. Onderstaand een korte samenvatting van deze projecten. a) Budgetbegeleiding Het aantal budgetteringen neemt nog steeds toe. In 2005 werden ongeveer 108 gezinnen gebudgetteerd door de sociale dienst. Dit kan een verklaring zijn voor de daling van de steunverleningen. Door budgettering kan immers voorkomen worden dat personen in zware financiële moeilijkheden raken waardoor minder steun uitgekeerd wordt. b) Huurtoelages Het OCMW komt frequent tussen in de woonkosten van haar doelgroep. Om tot een eenduidige toekenning te komen wordt sedert 18/02/1998 conform het “reglement tot financiële ondersteuning van wonen” steun verstrekt. In 2005 werden 176 maandelijkse huurtoelages aan 24 verschillende personen toegekend. Per maand werden er gemiddeld 15 huurtoelages uitgekeerd. Voor huurders met lage inkomens werden in 2005 door het OCMW 34 bankwaarborgen verzekerd. c) Leefloon en steun De uitgaven voor betaling van het regulier leefloon zijn gedaald in vergelijking met 2004. De tewerkstellingen in het kader van art.60§7 zijn toegenomen. In de loop van het jaar 2005 kregen 99 personen het leefloon. Voor de gewone steunverleningen is er een daling te merken in vergelijking met het jaar 2004. In 2005 kregen 55 personen een maandelijkse bijkomende steun. Jaarlijks wordt een verwarmingstoelage toegekend. Tijdens 2005 kregen 78 mensen een verwarmingstoelage. d) Maatregelen met het oog op tewerkstelling - algemeen Afhankelijk van de mogelijkheden van een begeleide persoon qua arbeidsverleden, scholing en verwachtingen zijn verschillende situaties mogelijk. taallessen en opleidingen Voor de taallessen zijn er de opleidingsinitiatieven Cervo uit De Panne en Basiseducatie uit Diksmuide. In 2005 volgden 7 personen de taallessen. 2 personen volgden via het Sociaal atelier van Middelkerke een keukenhulp- of bouwopleiding. 6 anderen volgden een opleiding via de VDAB. werk zoeken op de reguliere arbeidsmarkt Aan de hand van vacatures (WIS, kranten, ontvangen vacatures) wordt naar werk gezocht. Afhankelijk van de situatie helpt de maatschappelijk assistent bij de voorbereidingen van de sollicitatie (telefoneren, brief schrijven, C.V.).Er wordt ook gezocht naar tewerkstellingsbevorderende maatregelen waarvoor de persoon in aanmerking komt. In 2005 konden 3 personen in een individuele beroepsopleiding (IBO) werken. tewerkstelling via artikel 60§7. 9 Jaarverslag sociale dienst, 2005 Gezamenlijk beleidsplan OCMW 10 19 e) Tewerkstelling in toepassing van artikel 60§7 van de organieke wet. Het OCMW kan zelf als werkgever optreden, teneinde iemand in regel te brengen met de sociale zekerheid. Dat kan zowel binnen de eigen diensten van het O.C.M.W, als bij de stadsdiensten van Nieuwpoort of bij een erkend economisch initiatief zoals het Regionaal Sociaal verhuurkantoor van Nieuwpoort. Het werkaanbod is zeer ruim, zoals tuinwerk, straatveger, klusjesman, poetsvrouw, logistieke hulp, bediende, hulp in de animatie en bibliotheek. Op het einde van deze tewerkstelling wordt er gezocht naar werk op de reguliere arbeidsmarkt. Voltijdse equivalenten op jaarbasis Het aantal voltijdse equivalenten per jaar wordt bekomen door het totale aantal maanden tewerkstelling van alle tewerkgestelden te delen door 12. In 2005 resulteerde dit in 6,75 voltijdse equivalenten (2004: 5.08) Aantal tewerkgestelde personen op jaarbasis In 2005 werden 12 personen tewerkgesteld binnen artikel 60§7 van de Organieke wet (2003: 9). Gemiddelde tewerkstellingsduur op jaarbasis De tewerkstellingsduur als artikel 60§7 wordt bepaald door het aantal (nog) te presteren arbeidsdagen om recht te hebben op vergoedingen van de sociale zekerheid. Afhankelijk van de leeftijd en eerdere (recente) tewerkstellingen vallen grote verschillen te noteren, gaande van 2 maanden tot 24 maanden. Instroom op jaarbasis In 2005 waren in totaal 12 personen (tewerkstelling 2004 en instroom 2005 = 5) werkzaam als artikel 60§7. 50 % zijn vrouwen en 50 % zijn mannen. De leeftijdscategorie 25-50 jaar is met 70 % het ruimst vertegenwoordigd. Uitstroom op jaarbasis In 2005 beëindigden 4 personen hun tewerkstelling als artikel 60§7. 8 personen stromen door naar 2006. 1 persoon wordt ontslagen in het kader van art.60§7 daar hij voortdurend onwettig afwezig is en dit zonder wettige of aanvaardbare reden. Van de personen die hun tewerkstelling beëindigden stroomden 2 personen door naar de arbeidsmarkt. De andere 2 personen genoten na hun tewerkstelling een werkloosheidsuitkering. 1.2.5.2 SIF EN LOKAAL SOCIAAL BELEID11 Nieuwpoort was een SIF+ stad en kreeg voor de jaren 1997-1999 een extra steun van het Vlaamse Gewest. De SIF-criteria worden in het algemeen gedefinieerd als persoons- en omgevingsgebonden indicatoren die de mate van achterstelling van een gemeente bepalen. De SIF-scores van Nieuwpoort liggen voor sommige domeinen boven het Vlaamse gemiddelde: 12 3,83% kinderen worden in Nieuwpoort geboren in een kansarm gezin (tov 3,77% in Vlaanderen) 3,32% kinderen van alleenstaanden/aantal inwoners (tov 1,78% in Vlaanderen) Bijzondere jeugdbijstand/aantal inwoners (0,62% tov 0,42%) WIGW’s/aantal inwoners (10,44% tov 7,93%) 11 12 cultuurbeleidsplan 2004-2007p34 SIF-project: maatschappelijk kwetsbare jongeren, analyse van de beginsituatie. VZW Arktos 2000 20 Evolutie percentage kinderen geboren in kansarme gezinnen t.o.v. aantal geboorten (1999-2004) 13 Het beleidsplan dat werd opgesteld, moest in eerste instantie een antwoord geven op de problematieken van de doelgroepen. Er werd een aangepast woonbeleid opgemaakt, dat een antwoord zou geven op fenomen éénoudergezinnen, bestaansminimumtrekkers en WIGW’s. Een aangepast jeugdbeleid gaf een antwoord op het probleem van kinderen in bijzondere jeugdzorg en een aangepast tewerkstellingsbeleid zorgde dat de bestaansminimumtrekkers via artikel 60 tewerk gesteld konden worden. Het SIF-plan omvatte ook de doelstelling om het sociaal weefsel en de leefbaarheid te versterken en verhogen. Samen met VZW Arktos (vormingsdienst voor maatschappelijk kwetsbare jongeren) werd voor de periode 2000-2002 een project uitgewerkt voor de maatschappelijk kwetsbare jongeren van Nieuwpoort. De doelstellingen van het project zijn oa de noden en behoeften in kaart brengen en nagaan hoe jongerenproblematie ervaren wordt door verschillende instanties en sectoren. Het Sociaal Impuls fonds werd vanaf 2005 vervangen door het lokaal Sociaal Beleid, maar dan zonder financiële tussenkomst. 1.2.6 MAATSCHAPPELIJK - ECONOMISCHE CONTEXT 1.2.6.1 WERKGELEGENHEID De klemtoon van de economie in onze kustgemeente ligt op de dienstverlening en het toerisme. Hotels, huurwoningen en - appartementen, campings, café’s en restaurants zijn talrijk aanwezig. Het overgrote aantal arbeidsplaatsen is dan ook terug te vinden in de horecasector. De tewerksteling in deze sector is echter seizoensgebonden en gaat gepaard met economische werkloosheid. Op het vlak van industrie heeft Nieuwpoort een beperkte ambachtelijke zone geconcentreerd in de deelgemeente Sint Joris. Op de industriezone Noord-de Noordvaart zijn vooral KMO’s gevestigd. Het zijn vooral familiebedrijven die van de binnenstad verhuisden naar de industriezone. Een dertigtal bedrijven zijn er thans gevestigd. 13 www.lokalestatiestieken.be,2006 21 Jarenlang kende Nieuwpoort een traditie in de metaalsector. Verschillende bedrijven waren er actief, zoals Brusselle, Litto, Mecco, Naco en Yssera. Op heden is dit aantal geslonken tot twee bedrijven die regelmatig met economische werkloosheid te kampen hebben. Een aantal bedrijven leggen zich toe op de visserij en de pleziervaart in de haven van Nieuwpoort. Hoewel Nieuwpoort de grootste jachthaven heeft in Noord-Europa biedt deze sector in verhouding slechts een gering aantal rechtstreekse arbeidsplaatsen. De primaire sector is vooral vertegenwoordigd in de deelgemeente Ramskapelle, waar een groot aantal landbouwers gevestigd zijn. Op het grondgebied is er eveneens een landmachtkazerne (Lombardsijde - Nieuwpoort) gevestigd. Deze actieve legereenheid heeft invloed op de tewerkstelling in de streek, de verkeersproblematiek (verplaatsingen van en naar het werk, militaire transporten, ...) en de veiligheidsproblematiek (terrorisme, openbare orde, opendeurdagen, ...). De stad en het OCMW behoren, samen met het Ministerie van Landsverdediging, tot de grootste werkgevers te Nieuwpoort. Sinds een tiental jaar probeert het OCMW bestaansminimumgenieters aan het werk te stellen in het kader van art 60.van de organieke wet. 22 1.2.6.2 INDELING TEWERKSTELLING Als we kijken naar de indeling van tewerkstelling in de verschillende sectoren van West-Vlaanderen, zien we dat in het arrondissement Veurne het aantal arbeiders in de privé-sector goed is voor 3,84% van het totaal van de tewerkstelling van arbeiders in West-Vlaanderen of 2,31% van de totale tewerkstelling in de privé-sector, het aantal bedienden in de privé-sector 3,9% van de tewerkstelling van bedienden in West-Vlaanderen of 1,55% van de totale tewerkstelling in de privé-sector. De tewerkstelling in de overheidssector van arbeiders bedraagt 7% of 1% van de totale tewerkstelling in de overheidssector. Wat de bedienden betreft zien we een tewerkstelling van enerzijds 5,11% binnen het totaal van de bedienden of 1,26% van de totale tewerkstelling in de overheidssector. Bij de ambtenaren bedraagt de tewerkstelling 10,18% van de groep ambtenaren of 6,19% van de totale tewerkstelling binnen de overheidssector van WestVlaanderen. Tewerkstelling arbeiders in de privé-sector Veurne 4% Veurne 4% Brugge 20% Tielt 11% Roeselare 15% Oostende 8% Tewerkstelling bedienden in de privé-sector Tielt 7% Diksm uide 3% Roeselare 15% Ieper 9% Oostende 10% Kortrijk 30% Brugge 25% Diksm uide 2% Ieper 7% Kortrijk 30% Tewerkstelling arbeiders in de overheidssector Tewerkstellingen bedienden overheidssector Veurne 5% Veurne 7% Brugge 29% Tielt 5% Roeselare 10% Oostende 16% Kortrijk 21% Diksm uide 4% Ieper 8% Tielt 4% Roeselare 11% Brugge 31% Oostende 14% Kortrijk 25% Diksm uide 3% Ieper 7% 23 Tewerkstelling ambtenaren in de overheidssector Veurne 10% Brugge 34% Tielt 6% Roeselare 9% Oostende 12% Diksm uide 2% Ieper 7% Kortrijk 20% Ve ur ne t Ti el R oe s el ar e de te n O os or tri jk K Ie p m ui de ik s D B er 100.000 90.000 80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 ru gg e Aantal tewerkgestelden Tewerkstelling pivé-sector versus overheidssector Arrondissement Privé Privé-sector Arbeiders WestVlaanderen Brugge Diksmuide Ieper 172.271 Bedienden Overheid Overheidssector Totaal 113.607 285.878 Arbeiders Bedienden Ambtenaren 13.524 22.716 56.144 Algemeen totaal Totaal Arbeiders 92.384 185.795 Ambtenaren Totaal 136.323 56.144 34.821 28.884 63.705 3.807 6.958 20.311 31.076 38.628 35.842 20.311 5.221 2.819 8.040 556 588 1.420 2.564 5.777 3.407 1.420 15.382 8.160 23.542 1.048 1.596 4.055 6.699 16.430 9.756 4.055 24 Kortrijk 52.198 33.840 86.038 2.848 5.622 11.820 20.290 55.046 39.462 11.820 Oostende 12.968 10.902 23.870 2.226 3.210 7.217 12.653 15.194 14.112 7.217 Roeselare 26.616 16.991 43.607 1.392 2.590 5.512 9.494 28.008 19.581 5.512 Tielt 18.450 7.582 26.032 692 991 3.892 3.892 19.142 8.573 2.209 6.615 4.429 11.044 955 1.161 5.716 5.716 7.570 5.590 3.600 Veurne Beroepsbevolking naar leeftijd in België, de gewesten, de arrondissementen, de Brusselse en de Vlaamse gemeenten, 2004 Bron: RSZ-LATG, RSVZ, RSZPPO, RIZIV, NIS Volkstelling, VDAB, BGDA, FOREM (Bewerking Steunpunt WAV)http://www.steunpuntwav.be/steunpuntwav/download/nl/261138/xls DE PANNE KOKSIJDE NIEUWPOORT 1517 j 19 22 15 1819 j 42 56 52 2024 j 206 378 246 2529 j 253 431 228 3034 j 276 446 245 3539 j 315 558 339 DE PANNE KOKSIJDE NIEUWPOORT 1517 j 11 18 20 1819 j 28 40 23 2024 j 189 315 203 2529 j 202 398 193 3034 j 262 415 225 3539 j 264 537 278 DE PANNE KOKSIJDE NIEUWPOORT 1517 j 29 40 36 1819 j 70 97 75 2024 j 396 693 449 2529 j 455 829 421 3034 j 538 861 470 3539 j 579 1095 617 Mannen 40-44 45j 49 j 300 298 670 687 365 380 Vrouwen 4045-49 44 j j 245 247 564 551 304 256 Totaal 40-44 45j 49 j 545 545 1234 1238 669 636 5054 j 240 662 322 5559 j 233 589 240 6064 j 72 228 84 65+ Totaal 49 150 58 2303 4878 2574 5054 j 189 514 224 5559 j 134 379 137 6064 j 55 84 47 65+ Totaal 38 49 35 1863 3863 1946 5054 j 429 1176 546 5559 j 367 967 378 6064 j 127 313 131 65+ Totaal 86 199 93 4166 8741 4520 1864 j 2236 4707 2501 1564j 2255 4729 2516 1864 j 1815 3796 1891 1564j 1825 3814 1912 1864 j 4051 8503 4392 1564j 4080 8542 4428 25 1.2.6.3 WERKLOOSHEIDSCIJFERS 14 Aantal werkzoekenden 134 135 130 118 110 112 120 134 120 127 142 152 Maand januari 2004 februari 2004 maart 2004 april 2004 mei 2004 juni 2004 juli 2004 augustus 2004 september 2004 oktober 2004 november2004 December 2004 Aantal werkzoekenden 185 164 141 107 105 111 121 134 145 179 188 190 Totaal Aantal werkzoekenden 319 299 271 225 215 223 241 268 265 306 330 342 Bron: ecodata, federale overheid economie, KMO, middenstand en energie,2005 Wanneer we de werkloosheidscijfers van het jaar 2004 in Nieuwpoort van naderbij bekijken, zien we in de winterperiode (november met 188 en december met 190) en in de maanden april en mei een 107 en mei 107). Dit kan te verklaren zijn doordat de horeca in deze periode opnieuw actief aan stijging in juli en augustus kan te wijten zijn aan het aantal jongeren die afstuderen en op terechtkomen. dat er een piek is fikse daling (april de slag gaat. De de arbeidsmarkt Werkloosheidsgraad 1999-2004 Nieuwpoort tav het Vlaams gewest (uitgedrukt in percentages) 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Nieuwpoort 7,7 7,0 6,3 7,1 7,9 8,1 Vlaams gewest 7,3 6,4 6,4 7,0 7,7 8,3 werkloosheidsgraad 1999-2004 9,00% 8,00% 7,00% 6,00% 5,00% 4,00% 3,00% 2,00% 1,00% 0,00% Nieuwpoort Vlaams gewest 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Op de grafiek zien we de vergelijking van de werkloosheidcijfers over de jaren 1999-2004 van Nieuwpoort en het Vlaams Gewest. Als we de evolutie vergelijken met het Vlaams Gewest, zien we dat Nieuwpoort een iets lagere werkloosheidsgraad heeft in 2004. (8,1% tegen over 8,3%) Onderstaande voorstelling geeft de werkloosheidsgraad van de kustgemeenten terug van het jaar 2001. Hier zien we dat Nieuwpoort en Koksijde onder het kustgemiddelde liggen wat werkloosheid betreft. De Panne scoort hoger dan het kustgemiddelde.15 14 Ecodata, federale overheid economie, KMO, middenstand en energie 26 1.2.6.4 GEMIDDELD INKOMEN PER INWONER16 inkomensgegevens: gemiddeld inkomen per aangifte en per inwoner + mediaaninkomen Nieuwpoort Vlaams gewest platteland 2000 2001 2002 2000 2001 2002 2000 2001 2002 Gemiddeld 20.950 21.955 21.965 24.639 25.565 25.620 24.061 25.077 25.174 inkomen per aangifte Gemiddeld 10.043 10.789 11.621 11.788 12.542 13.002 10.889 11.664 12.129 inkomen per inwoner Mediaaninkomen 17.027 17.265 17.028 19.132 19.667 19.764 Grafische voorstelling: inkomensgevens per aangifte 30000 25000 20000 2000 2001 2002 15000 10000 5000 0 Nieuwpoort 15 16 Vlaams gewest platteland Leefbaarheidsonderzoek van de kust, Meire en Bracke www.lokalestatiestieken.be 27 inkomensgegevens per inwoner 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 2000 2001 2002 Nieuwpoort Vlaams gewest platteland inkomensgevevens-mediaan inkomen 20000 19500 19000 18500 18000 17500 17000 16500 16000 15500 2000 2001 2003 Nieuwpoort Groeicijfers tov 2000 Gemiddeld 100 inkomen per aangifte Gemiddeld 100 inkomen per inwoner Mediaaninkomen 100 Bestuurlijke tabel 17 Vlaams gewest platteland 104,8 104,8 100 103,8 104,0 100 104,2 104,6 107,4 115,7 100 106,4 110,3 100 107,1 111,4 107,4 100 100 102,8 103,3 17 www.lokalestatiestieken.be,2006 28 1.3 Lokaal Veiligheids-en preventiebeleid 1.3.1 ORGANISATIE VAN DE GEMEENTELIJKE ACTOREN 1.3.1.1 LOKALE POLITIE WESTKUST Basisfuncties: - interventie - onthaal - wijkwerking - pro-actief werk - handhaving openbare orde - lokaal recherche - slachtofferbejegening Het werk van de politiezone Westkust mbt tot preventie situeert zich binnen het domein van de steundienst. De Preventiedienst heeft prioritaire aandacht voor projecten waar de nadruk ligt op politionele preventie. Met name op de verschillende vormen van vermogenscriminaliteit, in het bijzonder de inbraakpreventie, de preventie van misdrijven gepleegd door rondtrekkende dadergroepen, rojecten ter bevordering van de verkeersveiligheid, en technopreventie en projecten in de strijd tegen drugsmisbruik. 1.3.1.2 PREVENTIEDIENST WESTKUST-NIEUWPOORT Zoals hoger vermeld, is er op stedelijk vlak geen specifiek veiligheids-en preventiebeleid voorzien. De preventiedienst is dus een dienst binnen de politiezone Westkust, maar staat wel onder het toezicht van de burgemeester, de heer R. Crabbe en de secretaris, de heer B. Willaert. De uitvoerende functie en het sturen van de personeelsleden worden gedelegeerd naar de korpschef, hoofdcommissaris N. Paelinck. De drie (federale ambtenaren) veiligheidsbeambten staan onder het administratief toezicht van de heer Patrick Grunewald, die tevens coördinator is van het KustActiePlan. De functionele chef van de is de lokale coördinator en intern evaluator van de preventiedienst, Barbara Wyseure. De preventieambtenaar van Nieuwpoort is Stefanie Weerbrouck. De structuur van de preventiedienst is als volgt: ir. R. CRABBE burgemeester Benoit Willaert HCP Nicolas PAELINCK secretaris van het gemeentebestuur Zonechef politiezone Westkust contractmanager administratief en financieel coördinator Patrick Grunewald Barbara WYSEURE Administratief coördinator Kustactieplan interne contractevaluator Preventieambtenaar lokale coördinator Kustactieplan techonopreventief adviseur coördinator conflictbemiddelaars Nikka Breem conflictbemiddelaar Jochen DESPEGHEL conflictbemiddelaar Ivan VANTEGHEM veiligheidsbeambte Trees VANLANGENHOVE veiligheidsbeambte Hubert DEVRIENDT veiligheidsbeambte Stefanie Weerbrouck Naast de veiligheidsbeambten wordt het preventieteam versterkt door 2 conflictbemiddelaars (Nikka Breem en Jochen Despeghel) en een startbaner Verkeersveiligheid. 1.3.2 LOKALE PLANNEN EN SAMENWERKINGSVERBANDEN 1.3.2.1 ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN (ZVP) 18 De opmaak en algemeen concept van een zonaal veiligheidsplan kan men plaatsen binnen de PDCA-Deming cirkel en binnen enkele velden van het EFQM model. (european quality model) Om een lange termijn visie zorgvuldig te plannen en in het kader van het “strategisch besturen” is de opmaak van een Zonaal VeiligheidsPlan onontbeerlijk binnen de beleidsontwikkeling. De opmaak van het document verplicht tot een wisselwerking met externe en interne partners. De kernboodschap van de geïntegreerde politie – zowel lokaal als federaal – is dat de politiediensten moeten bijdragen tot meer veiligheid. Hierbij is een permanente aandacht voor de geïntegreerde werking essentieel, met bijzondere bezorgdheid voor overleg, partnerschap, samenwerking en integratiebevordering. In deze optiek werd bij de opmaak van het huidige ZVP en afhankelijk van de lokale noden en behoeften terdege rekening gehouden met de krachtlijnen uit het nationaal veiligheidsplan. Door het feit dat prioriteiten, aandachtspunten en reguliere werking worden vastgelegd door de zonale veiligheidsraad (welke automatisch een inbreng van PDK, Dirco en burgemeesters impliceren) zijn deze actoren bij de opmaak betrokken en kunnen de nodige accenten in het kader van het algemeen beleidsprogramma van de gemeenten en het strafrechtelijk beleid van de Procureur des Konings worden gelegd. Concreet wordt het zonaal veiligheidsplan voorbereid door verschillende actoren die rechtstreeks of onrechtstreeks bij het beleid zijn betrokken. Zij staan in voor interne en externe scanning, opmaak argumentatiemodellen, zelfevaluatie interne werking,… om de leden van de zonale veiligheidsraad zo optimaal mogelijk te informeren over de actuele criminaliteitsfenomenen en pijnpunten binnen de organisatie en blijven gedurende het gehele verloop van het plan en bij het uitwerken van actieplannen fungeren als zonale cel beleidsondersteuning. Hun voorbereidend werk resulteert in – in onderling overleg door de leden van de zonale veiligheidsraad genomen – vastgelegde prioriteiten, aandachtspunten en factoren welke men binnen de reguliere werking zal behandelen. Alvorens tot uitvoering ervan over te gaan en om de coherentie van het politiebeleid tussen het lokaal en federaal niveau te garanderen wordt het plan ter goedkeuring voorgelegd aan de ministers van binnenlandse zaken en justitie. Ten opzichte van het vorige ZVP 2003-2004 werden geen wijzigingen aangebracht inzake de visie / missie en waarden. Hierna volgt een integrale weergave van de opdrachtverklaring / mission statement: Visie: De lokale politie Westkust streeft ernaar de basispolitiezorg op een professionele wijze te verzorgen. Haar dienstverlening moet de individuele rechten en vrijheden waarborgen en van uitmuntende kwaliteit zijn, zowel op het vlak van gerechtelijke als bestuurlijke politie. Missie: 1. De lokale politie Westkust zorgt voor een dienstverlening op maat, conform de principes van de gemeenschapsgerichte politiezorg. 2. De lokale politie Westkust draagt bij tot het waarborgen van individuele rechten en vrijheden, zowel door haar preventief als door haar repressief optreden. 3. De lokale politie Westkust kiest voor openheid en dialoog met de diverse partners uit haar omgeving om op die manier haar werking te optimaliseren. Waarden:De lokale politie Westkust onderschrijft volgende waarden: 1. Openheid naar de betrokken partners, ondermeer door verantwoording af te leggen over het politieoptreden. 2. Partnership met de diverse andere overheidsdiensten zowel op lokaal als federaal vlak evenals met privéorganisaties. 3. Het eerbiedigen van de individuele rechten en vrijheden en de minimale en strikte aanwending van dwangmiddelen om deze rechten en vrijheden voor iedereen te waarborgen. 4. Respect voor en meehelpen aan de democratische ontwikkeling van de samenleving waarin de politie een belangrijke partner is. 18 Zonaal veiligheidsplan 2005-2008 31 De prioriteiten van het ZVP 2005-2008 zijn: zware diefstallen in woningen, bedrijven en handelszaken verkeersveiligheid aanpak van dealen van drugs Deze prioriteiten worden lokaal aangepakt doch passen binnen de prioriteiten van het nationale veiligheidsplan. De gekozen prioriteiten worden na twee jaar geëvalueerd en desgevallend bijgestuurd of gewijzigd, naar gelang de evolutie van de criminaliteitsfenomenen binnen de zone. Een aandachtspunt is ‘fietsdiefstallen.’ 1.3.2.2 SAMENWERKINGSVERBANDEN a) Preventie-en Veiligheidscontract De preventiedienst werkt zowel op lokaal als op bovenlokaal vlak op regelmatige basis samen met verschillende partners. Lokaal zijn deze partners: - lokale politie - stadsdiensten (jeugddienst, technische dienst, sportdienst, reddingsdienst) - lokale scholen - Belgacom - De Lijn - Electrabel Bovenlokaal wordt er samengewerkt met: - Provincie West-Vlaanderen Ministerie van Onderwijs (startbaner) Vast Secretariaat voor Preventiebeleid b) Actieplannen inzake verkeersveiligheid (verkeersveiligheidsfonds)19 2004 was het jaar van de lancering van een nieuw instrument in het verkeersveiligheidsbeleid, met name van de overeenkomsten inzake verkeersveiligheid met de politiezones, zoals voorzien bij de verkeerswet van 7 februari 2003 tot wijziging van de wegverkeerswet. De fase waarin de ontwerpovereenkomsten voor 2004 werden goedgekeurd en de subsidies werden uitbetaald eind 2004 is afgerond. In 2005 wordt gestart met een volgende fase, namelijk de evaluatie van de overeenkomsten 2004 en de lancering van de nieuwe actieplannen inzake verkeersveiligheid 2005. Ten behoeve van de administratieve vereenvoudiging worden het verkeersactieplan en de verkeersveiligheidsovereenkomst gebundeld in een jaarlijks actieplan inzake verkeersveiligheid. Dit globaal actieplan inzake verkeersveiligheid brengt alle acties inzake verkeersveiligheid in kaart en bevat een concreet budgettair luik dat aangeeft welk deel gefinancierd wordt door de reguliere middelen en welk deel door het verkeersveiligheidsfonds. De procedure voor voorbereiding en goedkeuring van het actieplan inzake verkeersveiligheid is gelijkaardig aan de procedure van de zonale veiligheidsplannen. Het ontwerp van actieplan inzake verkeersveiligheid moet kaderen in de doelstellingen van het zonaal veiligheidsplan met betrekking tot het lopende jaar. Het actieplan inzake verkeersveiligheid vormt immers de uitvoering van het zonaal veiligheidsplan voor een bepaalde periode voor wat de verkeersveiligheid betreft. Onderstaande thema’s werden voor de zone Westkust opgenomen in het actieplan: overdreven of onaangepaste snelheid; rijden onder invloed van alcohol; vervoer over de weg, van goederen en personen; gordels en veiligheidsuitrustingen; hinderlijk of gevaarlijk parkeren; 19 actieplan Verkeersveiligheid 2006 32 c) Preventieraad De Preventieraad is een adviesorgaan dat bevoegd is om adviezen uit te brengen en voorstellen te doen over ieder onderwerp dat betrekking heeft op het voorkomen van misdrijven en onveiligheid binnen de zone. Hij brengt adviezen uit, hetzij op verzoek van de gemeenteoverheden, hetzij op eigen initiatief. De Preventieraad wordt verplicht geraadpleegd voordat de onderhandelingen over de (veiligheids- en samenlevings- of de preventie)contracten worden gevoerd met de subsidiërende overheden; hij wordt tevens geraadpleegd voor de evaluatie van de acties die in het contract zijn opgenomen. Naast zijn voorzitter en diens secretaris bestaat de Preventieraad uit leden die door de gemeenteraad zijn aangewezen voor een hernieuwbare termijn van zes jaar. Voor de eerste installatie van de Preventieraad en de hernieuwing(en) ervan wordt een oproep tot de kandidaten gericht voor de leden die niet automatisch wegens hun functie worden aangewezen. Volgende leden hun aanwezigheid is verplicht: de burgemeester een vertegenwoordiger van elke politieke partij die vertegenwoordigd is in de gemeenteraad, met inbegrip van de schepenen die bevoegd zijn voor materies inzake preventie (Sociale Zaken, Jeugd, Sport…) de preventieambtenaar de interne evaluator de zonechef de voorzitter van het OCMW de vertegenwoordiger van de verenigingssector betrokken bij het preventiebeleid een vertegenwoordiger van de bijzondere jeugdzorg de voorzitters van de subraden d) Buurtinformatienetwerken (BIN)20 De buurtinformatienetwerken zijn een gestructureerd samenwerkingsverband in een bepaald afgelijnd gebied, dat wederzijdse informatie-uitwisseling tussen de burger en de politie zo snel mogelijk laat verlopen. De leden van de BIN patrouilleren niet en organiseren evenmin bijzondere waakacties. Het BIN organiseert zich in een groep burgers die op maatschappelijke en/of functionele basis een gemeenschap vormen. De burgers uit deze gemeenschap, buurt of wijk werken vrijwillig mee als BIN-medewerkers. Het BIN wordt geleid door de hoofdcoördinator en een gemandateerd politiebeambte. De gemandateerde politiebeambte begeleidt het BIN en overlegt regelmatig met de hoofdcoördinator en de lokale coördinatoren. 2x per jaar is er een coördinatievergadering waarbij de knelpunten worden besproken en een samenvatting van de meldingen gegeven wordt. De BIN probeert het verhoogde onveiligheidsgevoel bij de burgers en handelaars terug te dringen. De reden waarom het onveiligheidsgevoel stijgt, kan te wijten zijn aan het feit dat de mensen niet of te laat op de hoogte gebracht worden van bepaalde interessante criminele feiten in hun buurt. (vb vals geld in omloop). Met het BIN probeert men de mensen te informeren en op die manier blijven ze waakzaam. Het doel van de buurtinformatienetwerken is sensibiliseren, het verhogen van het veiligheidsgevoel, het bevorderen van de sociale controle, het verspreiden van de preventiegedachte en het helpen voorkomen van het plegen van misdrijven. Maandelijks worden ongeveer twee berichten vanuit de dispatching van de politie verstuurd naar de hoofdcoördinator van de BINs van de zone. Tweewekelijks krijgt men ook de zogenaamde ‘groene’ berichten via de dispatching. Dit zijn de berichten die niet dringend zijn, maar toch interessant om te weten. 20 BIN charter, 2002 33 1.3.3 GEWESTELIJKE PLANNEN Er zijn geen gewestelijke plannen voor het Vlaams gewest. 1.3.4 FEDERALE PLANNEN 1.3.4.1 KADERNOTA INTEGRALE VEILIGHEID 21 De kadernota integrale veiligheid heeft de ambitie het kader voor een integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid verder uit te bouwen. Deze kadernota vormt de basis voor een overkoepelend, federaal veiligheidsbeleid. Uit het initiatief van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken om gezamenlijk een kadernota op te stellen als basis voor het nationaal veiligheidsplan, blijkt dat de noodzaak van geïntegreerd werken zich niet meer beperkt tot de uitwerkingsfase van dit veiligheidsbeleid maar tevens betrekking heeft op de toepassing ervan. Ook naar het lokale niveau toe heeft de federale overheid een zekere verantwoordelijkheid inzake veiligheid. Daarom wil deze kadernota eveneens het engagement van de federale overheid benadrukken om een veiligheidsbeleid te voeren dat coherent is ten opzichte van de andere gezagsniveaus. Dit kan zich vertalen naar het voorzien in een adequate ondersteuning en het geven van de nodige impulsen. Op basis van de integrale benadering van deze kadernota kan een geïntegreerde aanpak uitgewerkt worden. Geïntegreerde aanpak is de noodzakelijke samenwerking van alle betrokken actoren om te komen tot een gezamenlijke probleemoplossing. Met andere woorden, alle initiatieven, projecten en instrumenten dienen zoveel mogelijk op elkaar afgestemd en gecoördineerd te verlopen, deel uitmakende van één groot project. Men heeft een dertigtal diensten die van verschillende ministeriële bevoegdheden afhangen geïnventariseerd. De geïnventariseerde diensten zijn bevoegd om bepaalde deelaspecten van deze problematiek te behandelen. Deze partners werken vanuit diverse invalshoeken (volksgezondheid, justitie,...) en op diverse beleidsniveaus (gewesten, gemeenschappen, federaal,…) samen. De regering wil haar actie de komende jaren concentreren op een aantal specifieke veiligheidsproblemen en criminaliteitsfenomenen. Een aantal hiervan werden expliciet als beleidsprioriteiten gedefinieerd in het regeerakkoord, met name: Terrorisme Een aantal vormen van georganiseerde criminaliteit, waaronder: o Misdrijven gepleegd door rondtrekkende dadergroepen o Misdrijven gepleegd door buitenlandse criminele netwerken, actief op ons grondgebied (drugs, illegale wapenhandel, o Mensenhandel en -smokkel; Grote sociale, economische en financiële fraude (witteboordencriminaliteit) Buurtcriminaliteit Verkeer Overlast Voormelde veiligheidsproblemen en criminaliteitsfenomenen dienen richting te geven aan het veiligheidsbeleid en hun vertaling te vinden in het Nationaal Veiligheidsplan voor wat de politiediensten betreft. Daarnaast hecht de regering ook bijzonder belang aan een aantal criminaliteitsfenomenen die niet expliciet in het regeerakkoord werden opgenomen, met name: Misdrijven tegen personen o Intrafamiliaal geweld o Parentale ontvoeringen o Kindermishandeling o Seksueel geweld Misdrijven die de veiligheid van de voedselketen in gevaar brengen Racisme en xenofobie. Deze misdrijven dienen ook permanente aandachtspunten te vormen voor alle actoren van het veiligheidsbeleid en maken evenzeer deel uit van dit strategisch plan. 21 www.infozone.be/documentatie/kadernota integrale veiligheid 2004 34 1.3.4.2 NATIONAAL VEILIGHEIDSPLAN22 Het overkoepelend integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid fungeert als raamkader voor de betrokken actoren. Het nationaal veiligheidsplan (NVP) omschrijft de politionele bijdrage aan dat veiligheidsbeleid. Zodoende geeft het NVP de domeinen aan, die naast de uitvoering van de normale politietaken, de komende jaren een prioritaire en bijzondere aandacht zullen krijgen. Rekeninghoudend met de Europese prioriteiten die een grensoverschrijdende aanpak behoeven, zoals die voor de komende jaren onder meer werden bepaald door de Europese Raad Jusititie- Binnenlandse Zaken van 28 februari 2002, beleidsnota’s inzake veiligheid en het regeerakkoord van 12 juli 2003 en op basis van het nationaal politioneel veiligheidsbeeld 2000-2001 bevat dit nationaal veiligheidsplan een aantal prioriteiten. De prioritaire veiligheidsfenomenen opgenomen in het Nationaal VeiligheidsPlan voor 2004-2007 zijn: Verkeersveiligheid (verkeersongevallen met lichamelijk letsel) Illegale immigratie en mensensmokkel Mensenhandel Terrorisme Eigendomsdelicten met speciale aandacht voor rondtrekkende dadergroepen Drugs Leefmilieu, beperkt tot afvalfraude Grote financiële en economische criminaliteit Wapenzwendel Bovendien wordt aandacht gevraagd voor de overlastproblematiek en vandalisme. 1.3.4.3 STRATEGISCHE VEILIGHEIDS-EN PREVENTIEPLANNEN Op 18 mei 1993 werd een samenwerkingsakkoord ondertekend tussen de gemeentepolitie Nieuwpoort en de gemeentepolitie Middelkerke. Deze samenwerking moet leiden tot een verhoogde interventiecapaciteit en politiepermanentie. Door de samenwerking worden de interventie- en patrouilleploegen samengesteld volgens een beurtrol. In 1995 wordt in het kader van het vijfhoeksoverleg een veiligheidscharter opgemaakt tussen verschillende partners, namelijk burgemeester, procureur, politiecommissaris, brigadecommandant van de rijkswacht, de voorzitter van de brigade van de gerechtelijke politie bij de parketten. Dit charter komt tot stand, nadat de stad Nieuwpoort is toegetreden tot de interpolitiezone (IPZ). Het is een werkinstrument en heeft tot doel in de IPZ een lokaal geïntegreerd bestuurlijk, strafrechterlijk en politioneel beleid te bevorderen op het gebied van de openbare orde, de politiële hulpverlening, de preventie en de bestrijding van de criminaliteit, evenals de samenwerking tussen de verschillende politiediensten. Dit alles met het oog op het verzekeren van een betere veiligheid aan de bevolking. Uit rapporten van het Documentatie en Opsporingsbureau op het niveau van de rijkswachtdistricten. Uit het Arrondissementeel Informatie Bureau (1999) - Arrondissementeel Informatie Kruispunt (2001) blijkt dat een stijgingsgraad van de criminaliteitscijfers binnen de kustgemeenten ruim boven het nationale gemiddelde ligt. De seizoensgebonden criminaliteit zorgt voor deze verhoogde cijfers. Mogelijke oorzaken van dit fenomeen zijn: De grote concentratie aan mensen op een relatief kleine oppervlakte De aanwezigheid van vluchtroutes Toenemende grenscriminaliteit Er is in elk geval nood aan een op maat gemaakte aanpak van seizoenscriminaliteit in de kustgemeenten. In 1996 start voormalig minister van Binnenlandse Zaken, Johan Vandelanotte het Kustactieplan op. Via dit actieplan kustcriminaliteit hoopt de regering de hoge criminaliteit tijdens de zomermaanden aan de kust aan te pakken. De 56 personeelsleden afkomstig van de RMT (Regie Maritiem Transport) kunnen via dit banenplan van het Ministerie van Binnenlandse Zaken toegewezen worden aan 10 kustgemeenten om preventieprojecten uit te voeren. (In 1998 werd hun aantal opgetrokken tot 73 personeelsleden). Elke kustgemeente krijgt 3 tot 16 veiligheidsbeambten ter beschikking voor het realiseren van projecten die kaderen in het Kustactieplan. 22 www.infozone.be/documentatie/kadernota integrale veiligheid 2004 35 In 1997 wordt een contract in het kader van het KAP afgesloten tussen Nieuwpoort en het FOD Binnenlandse Zaken. Op 1 april van datzelfde jaar starten in Nieuwpoort 3 veiligheidsbeambten. Nathalie Boey, calog personeel van de politiezone Westkust wordt aangesteld als hun lokale coördinator. De veiligheidsbeambten staan eveneens onder het toezicht van de administratieve coördinator vanuit het VSP (Patrick Grünewald). In de bepalingen van het KAP staat duidelijk geformuleerd dat de steden en gemeenten een preventieambtenaar moeten aan te stellen. Nathalie Boey wordt daarom als preventieambtenaar aangesteld in 1998. In 2001 wordt een Veiligheids-en preventiecontract afgesloten tussen FOD Binnenlandse Zaken en Nieuwpoort. De functies van preventieambtenaar, contractmanager, financieel en administratief coördinator en interne evaluator dienen ingevuld te worden. In het 1. 2. 3. 4. 5. preventiecontract worden de activiteiten van de stad in vijf pijlers aangegeven: De versterking van het gemeentelijk preventiebeleid, Een betere integratie van de specifieke doelgroepen, Functioneel toezicht, technopreventie en aanpak van het onveiligheidsgevoel, Aanpak van het drugprobleem, Aanpak van specifieke criminaliteitsproblemen. Ondertussen zijn er in het politionele landschap ook heel wat verschuivingen, dit volgens de Mammoet-wetgeving. Hierbij is de éénmaking van de politie een feit en de samensmelting van verschillende gemeenten tot politiezones. Sinds april 2001 is er spraka van de politiezone Westkust (Koksijde, Nieuwpoort, De Panne). In 2002 wordt een protocolakkoord afgesloten tussen de drie gemeenten van de politiezone om vanaf nu op zonaal vlak een gemeenschappelijk preventiebeleid te voeren. Alle projecten en acties worden op elkaar afgestemd. De personeelsleden van de preventiedienst worden gestuurd door de politiezone, door korpschef Nicholas Paelinck. Er wordt eveneens ingegaan op de opmerkingen van het VSP om de samenwerking met de lokale politie te verbeteren Griet D’Hondt wordt aangesteld als interne evaluator in datzelfde jaar. Stefanie Weerbrouck wordt aangesteld als preventieambtenaar van Koksijde en Nieuwpoort. Er worden in 2002 nieuwe impulsen gegeven aan het veiligheids- en preventiecontract. Doordat in de zone Westkust vooral problematieken bestaan rond sociale overlast, wordt de preventiedienst in juni uitgebreid door het aanwerven van twee conflictbemiddelaars. Zij zullen instaan voor geschillen tussen jongeren en volwassenen. Ze vormen bovendien een brugfunctie tussen de burgers en de politie en ontlasten op die manier de politiediensten. De aanwerving gebeurt op de contracten van Koksijde en De Panne. Anke Ingelbrecht (Koksijde) en Frédérique Vantyghem (De Panne) worden aangenomen als conflictbemiddelaars. In januari 2003 vervangt Jochen Despeghel (preventiecontract Koksijde) Anke Ingelbrecht als conflictbemiddelaar. Barbara Wyseure vervangt Griet D’Hondt als intern evaluator (contract Nieuwpoort). De conflictbemiddelaars worden onder het toezicht geplaatst van de interne evaluator. Nikka Breem (preventiecontract De Panne) vervangt Frédérique Vantyghem vanaf maart 2004 als conflictbemiddelaar. Op stedelijk vlak is er geen specifiek veiligheids- en preventiebeleid opgesteld. De preventiedienst is bijgevolg een dienst binnen de politiezone Westkust. In het zonaal veiligheidsplan van de politiezone Westkust werd de preventiedienst opgenomen in het actieplan. Vanaf 2007 worden de preventiecontracten omgeschakeld naar Strategische veiligheids-en preventieplannen. De plannen zullen worden opgemaakt voor de looptijd van vier jaar. 36 II DIAGNOSTIEK 2.1 VOORSTELLING VAN HET REDACTIECOMITÉ 2.1.1 SAMENSTELLING Het redactiecomité bestaat uit: Preventiedienst: Intern evaluator Barbara Wyseure Preventieambtenaar Stefanie Weerbrouck Preventieambtenaar Marie Declercq Lokale Politie Korpschef hoofdcommissaris Nicholas Paelinck Procesbegeleider Johan Segaert Politiesecretaris Stefan Matthys Federale Politie Strategisch analist AIK Er wordt een terugkoppeling gedaan naar de burgemeester via het politiecollege en naar de consultatieve Preventieraad. 2.1.2 ROL De intern evaluator van de preventiedienst maakt het document op en laat dit maandelijks controleren door het redactieteam. De procesbegeleider en de politiesecretaris helpen actief mee door documenten aan te reiken. De korpschef, de strategisch analist van het AIK, de preventieambtenaren van Koksijde en De Panne hebben een ondersteunende functie. 2.1.3 PARTNERS De partners werden gekozen naargelang de nodige gegevens. Volgens de Kipling-vragen (wie, wat, waar, wanneer, wijze waarop, waarom) werden onderstaande partners betrokken: Arrondissementeel Informatie Kruispunt -Veurne DSB: Beleidsondersteuning – Brussel Parket Veurne – Procureur Keppens Bevolkingsdienst Nieuwpoort Toerisme Nieuwpoort OCMW Nieuwpoort Ontvangerij Nieuwpoort Recherche lokale politie 37 2.2 METHODOLOGISCHE TOELICHTING 2.2.1 DEMING-CIRKEL (PDCA-CIRKEL)23 De Amerikaan Walter Edwards DEMING introduceerde een ‘kwaliteitsverbeter-methodiek’. De Deming cirkel of PCDA-cirkel is een oneindig cyclisch proces en illustreert het streven van een organisatie als geheel naar een volstrekt constante kwaliteit. Het voortdurend doorlopen van deze cyclus in alle primaire, ondersteunende of sturingsactiviteiten op organisatie-, op team- en individueel niveau geeft aanleiding tot een continue verbeteren. Om een activiteit of een reeks van activiteiten efficiënt aan te pakken, doorloop je voortdurend de PDCA-cyclus. P “Plan” of voorbereiden - plannen: je stelt als resultaat van deze stap een verbeter- of een actieplan op vooraleer je het uitvoert. Enkele mogelijke activiteiten: Gegevens verzamelen en interpreteren Betrokken actoren bepalen. Oorzaken zoeken Resultaten bepalen, op basis van maatstaven en doelstellingen. De aanpak kiezen en uitwerken in een actieplan D van “Do” of uitvoeren: je voert het verbeter- of actieplan uit. C van “Check” of opvolgen en evalueren: je volgt de invoering van het verbeter- of actieplan op en evalueert de inspanningen, de resultaten (en het effect) ervan in functie van de vooraf bepaalde doelstellingen. A van “Act” of bijsturen en verankeren: je stuurt de activiteit opnieuw bij als de resultaten onvoldoende waren of je verankert de werkwijze die tot goede resultaten heeft geleid. Via de PDCA-cirkel werd een planning opgemaakt dat u in bijlage terugvindt. 23 Cursus Praxis, VSP, 2006 38 2.2.2 LENS-METHODE24 LENS staat voor LEefbaarheidsanalyse Nieuwe Stijl. Het is een vorm van wetenschappelijk onderbouwd toekomstgericht leefbaarheidsonderzoek in wijken. Twee vraagstellingen staan centraal: “Hoe beoordelen bewoners van dorp en wijk hun eigen leefomgeving en de mogelijkheden om daar naar wens te wonen?” “Op welke wijze kunnen problemen of knelpunten in de leefomgeving worden verminderd of opgeheven, en welke mogelijkheden heeft het dorp of de wijk om dit zelf voor elkaar te krijgen?” In een LENS-onderzoek wordt de bewoner benaderd als een ervaringsdeskundige. Het gaat hierbij niet zozeer om het verklaren van een bepaalde problematiek dan wel om de vraag welke oplossingen denkbaar zijn. Het onderzoek moet leiden tot een toekomstperspectief dat aansluit op de potenties en capaciteiten van de wijk en haar bewoners. De LENS-methode heeft 4 fasen: voorbereidingfase, het inventariseren van handelingsalternatieven, de derde fase van de LENS-methode gaat over de beoordeling van (mogelijke) alternatieven, in de vierde fase van de LENS-methode wordt op basis van de opmerkingen van betrokkenen over de handelingsalternatieven definitieve verbetervoorstellen gedaan. Het gaat hier niet om tot detail uitgewerkte voorstellen, maar om een programma van eisen of aanbevelingen die opgepakt kunnen worden. De LENS-methode werd gebruikt bij het leefbaarheidsonderzoek van de Kust. De gegevens van dit onderzoek werden gebruikt bij de opmaak van dit document. 2.2.3 GANNT-CHART OPMAKEN Henry Laurence GANNT ontwikkelde in 1917 de Gantt-grafiek. In zijn werk als mechanisch engineer management consultant en industry advisor werd de Gantt-grafiek gebruikt als een visueel hulpmiddel om de planning en voortgang van een project te laten zien. Op dit moment is het een wereldwijd geaccepteerde standaard, destijds een opzienbarende innovatie. Een Gantt-grafiek bestaat uit een aantal rijen die ieder een module of taak binnen het project vertegenwoordigen. Meestal staan de eerste modules bovenaan. Op de horizontale as staat de tijd die nodig is voor het totale project. Per project wordt door middel van een tijdbalk aangegeven welke tijd per module nodig is. (zie bijlage 2) 2.2.4 KIPLING-VRAGEN (WWWWWW)25 Wijze waarop men gegevens kan verzamelen. De W-vragen: Wat, wie, waar, wanneer, wijze waarop – hoe, waarom. Deze vragen werden gebruikt om de partners en het redactieteam samen te stellen. Aan de hand van de kiplingvragen wordt een duidelijk beeld geschept van wie welke taken heeft en wanneer deze moeten af zijn. 24 25 www.thuisindestad.be/html/buurt/bewoners/lens.html Cursus praxis, VSP, 2006 39 2.3 LOKALE DIAGNOSTIEK In het onderdeel van de diagnostiek wordt een onderscheid gemaakt tussen de objectieve en de subjectieve criminaliteit en onveiligheid. De objectieve gegevens worden toegelicht aan de hand van cijfermateriaal uit verschillende bronnen. De subjectieve gegevens werden aan de hand van enquêtes, meldingen en veiligheidsmonitor opgezocht. 2.3.1 ANALYSE VAN DE CRIMINALITEIT EN ONVEILIGHEID (OBJECTIEVE ONVEILIGHEID) 2.3.1.1 THEORETISCHE TOELICHTING26 Er werd geopteerd om enkel de cijfers op te vragen aan de diverse instellingen die specifiek voor de Zone Westkust van belang zijn. Met andere woorden de cijfers die een verband houden met de prioriteiten die opgenomen werden in het zonaal veiligheidsplan en gegevens die bruikbaar zijn om preventie-projecten bij te sturen. Het gaat om onderstaande cijfers: Cijfers vermogenscriminaliteit (diefstallen en inbraken) Druggerelateerde cijfers verkeer De veiligheidsproblematiek in de stad Nieuwpoort is divers en hangt in grote mate af van de ligging van de entiteiten die het grondgebied omvatten. Nieuwpoort wordt geconfronteerd met criminaliteit eigen aan het havengebied (diefstallen boten en toebehoren, milieu-inbreuken, drugsmokkel...). Criminaliteit, onveiligheid en onveiligheidsgevoelens zijn zeer complexe fenomenen. Vanuit diverse hoeken worden talrijke theorieën aangebracht, o.a.:27 NEW ADMINISTRATIVE CRIMINOLOGY: Dit is het situationele preventiemodel en omvat onder andere o situationele controletheorie o gelegenheidstheorie o escalatietheorie o broken windows theory o defensible space theory INDIVIDUEEL NEO-POSITIVISTISCHE CRIMINOLOGIE: Hier probeert men preventief te werken door behandeling (psychiatrie, bio-psychologische theorieën) SOCIAAL POSITIVISTISCHE CRIMINOLOGIE: Maatschappijgerichte preventie (oprichten van BIN’s) KRITISCH- SOCIOLOGISCHE CRIMINALITEITSTHEORIEEN: Men mikt op progressieve structuurwijzigingen om criminaliteit te voorkomen. Als men deze theorieën omzet in praktijk ziet men dat criminaliteit vaak voortkomt uit: socio-economische ongelijkheden binnen een heersende consumptiemaatschappij. Armoede, kansarmoede en maatschappelijke kwetsbaarheid Werkloosheid, verveling en gebrek aan zinvolle alternatieven en toekomstperspectieven Verloedering van de buurt, de leefomgeving op infrastructureel, cultureel en sociaal vlak Maatschappelijke uitsluiting, verzwakking van maatschappelijke banden, kloof tussen individuele en maatschappelijke instellingen Waarden - en normvervaging Sociaal isolement, vereenzaming Tekort aan informele sociale controle door afnemend sociaal contact en communicatie en toenemende onverschilligheden Gelegenheden die criminaliteitspleging vergemakkelijken Gebrek aan informatie over criminaliteitsbestrijdende maatregelen 26 27 zonaal veiligheidsplan 2005-2008 Cursus Criminologie, Prof. Dr. P. Hebberecht, 2004 40 2.3.1.2 CRIMINALITEITSCIJFERS VAN DE ZONE WESTKUST 2002-2005: VERMOGENSCRIMINALITEIT EN DRUGS a .) Lokale gegevens uit ISLP evolutie van de input van criminaliteitsgegevens 2000-2005: Gebruikte systemen in België in 200028 Verschillende Systemen in 2000 CE V I C IP A L Ciger Eigen Systeem Geen Korps manueel Mini PIP 28 P IP POLIS Pvreg Schaubrouck Stand Alone Themis Word FPF/DGS/DSB/Beleidsgegevens-2006 41 evolutie van de input van criminaliteitsgegevens 2000-2005: Gebruikte systemen in België in 200529 Verschillende systemen in 2005 ISLP 1.0 ISLP 1.1 ISLP 1.2 Zoals u op bovenvermelde kaart kan zien, werden in België in het jaar 2000, 14 verschillende soorten systemen gebruikt om gegevens in te putten. In onze zone gebruikte De Panne CEVI, Koksijde en Nieuwpoort PIP. Het is pas sinds de politiehervorming en de éénmaking van de zone Westkust (april 2001) dat dat alle gemeenten ISLP gebruiken. Vandaar dat er ook geen voldoende accurate cijfers kunnen worden gegeveven van vóór 2002. De gegevens uit ISLP geven enkel de feiten weer die werden geregistreerd door de eigen politiezone. Criminele feiten die door andere politiediensten werden vastgesteld op het grondgebied van de zone werden hier niet in omvat. De gegevens zijn niet gevalideerd. 29 FPF/DGS/DSB/Beleidsgegevens-2006 42 Er moet benadrukt worden dat deze cijfers enkel de geregistreerde feiten omvatten die vastgesteld werden door de politiedienst en dus niet de totale gepleegde criminaliteit. De criminaliteitsstatistieken geven steeds slechts een gedeeltelijk beeld van de reële criminaliteit. De uitleg van deze cijfers in verband met de ontwikkeling van de criminaliteit moet dan ook telkens in de context waarin ze werden geregistreerd, geïnterpreteerd worden. Cijfers vermogenscriminaliteit 2002-2003-2004-2005: gemeentelijk30 Onderstaande tabellen en grafieken geven de cijfers weer van vermogenscriminaliteit voor de jaren 2002-20032004 en 2005. Er worden evoluties getoond per jaartal voor de stad Nieuwpoort van diefstal van een auto, , fietsdiefstal, diefstal in een woning, handtasdiefstal en diefstal uit voertuig. Daarna wordt schematisch bekeken hoe Nieuwpoort scoort tegenover de andere gemeenten van onze zone, namelijk de gemeenten De Panne en Koksijde. NIEUWPOORT 2002-2005 Diefstal van een auto + pogingen 5 7 2004 5 11 2005 0 2 4 5 8 2002 4 11 2003 6 8 10 12 14 16 18 Aantal Diefstal poging Nieuwpoort 2002 - 2005 Motorfietsdiefstallen + pogingen 2004 0 2003 0 2002 0 0 0,2 0,4 0,6 Diefstal 30 0 1 2005 0,8 1 1,2 poging Extractie 2002-2005 uit ISLP databank, 2006 43 Nieuwpoort 2002 - 2005 Bromfietsdiefstallen + pogingen 2 12 2003 1 13 2004 0 15 2005 0 5 0 22 2002 10 15 Diefstal 20 25 Poging Nieuwpoort 2002 - 2005 Fietsdiefstallen + pogingen 0 96 2005 0 119 2004 0 20 40 1 97 2002 0 141 2003 60 80 Diefstal 100 120 140 160 Poging 44 Nieuwpoort 2002 - 2005 Diefstallen in woningen + pogingen 14 25 2005 0 33 23 2002 11 37 2003 29 40 2004 10 20 30 40 Diefstal 50 60 70 80 Poging Nieuwpoort 2004 - 2005 Handtasdiefstallen + pogingen 0 1 2005 0 0 0 1 2002 1 2003 0,5 1 0 2 2004 1,5 Diefstal 2 2,5 Poging Nieuwpoort 2002 - 2005 Diefstal uit voertuig + pogingen 3 23 2005 0 10 9 34 2002 7 22 2003 7 19 2004 20 Diefstal 30 40 50 Poging 45 Als we de fenomenen bekijken, merken we een daling bij alle criminaliteitscijfers van Nieuwpoort, behalve bij bromfiets- en autodiefstallen. In 2005 werd ook voor de eerste keer een motordiefstal geregistreerd. De bromfietsdiefstallen stijgen in 2005 opnieuw naar 15 feiten, tegenover 12 feiten in 2003 en 13 in 2004. Het fenomeen diefstal van een auto kent een fluctuerende trend, met opnieuw een piekmoment van 11 feiten in 2005, net zoals in 2003. De opmerkelijkste daling zagen we in 2005 bij diefstallen in woningen. Deze daalden van de piek van 40 feiten in 2004 met bijna de helft naar 25 feiten in 2005. De diefstal uit auto’s zijn in 4 jaar tijd gedaald van 34 feiten naar 23 feiten. De handtasdiefstallen in Nieuwpoort zijn een verwaarloosbaar fenomeen als we ons baseren op de cijfers van ISLP. Het hoogste gemeten cijfer was in 2004 met 2 feiten. Wat de fietsdiefstallen betreft, merken we hier opnieuw een dalend verloop. In 2003 werd een piek gemeten van 141 diefstallen en in 2005 werd het minst aantal fietsen gestolen, namelijk 96. 46 Cijfers vermogenscriminaliteit 2002-2003-2004-2005: zonale vergelijking31 diefstal van een auto 35 30 30 25 21 De Panne 20 16 15 15 8 10 9 11 Koksijde 11 11 7 9 11 Nieuwpoort 5 0 2002 2003 2004 2005 Als we kijken naar de autodiefstallen voor de zone Westkust, zien we dat het aandeel van de gemeente De Panne voor alle jaren het grootst is, maar wel steeds daalt, terwijl Nieuwpoort bijvoorbeeld stabiel blijft. In 2002 vonden de helft van de autodiefstallen plaats in De Panne. In 2005 zijn de feiten in De Panne (11 feiten) gelijk aan Nieuwpoort . Koksijde heeft gemiddeld 30,7% van de autodiefstallen op haar grondgebied. Het aandeel van Koksijde was in 2002 het grootst met 21 feiten op 59 (53,5%) en in 2003 9 feiten op 35 (36%) In 2005 9 feiten op de 31 (29%) het kleinst. In 2002 gebeurden ‘slechts’ 14% van de autodiefstallen (8 feiten op de 59) in Nieuwpoort. In 2005 is dat echter gestegen naar 11 feiten op de 35 (31%). Nieuwpoort scoorde het best voor de zone in 2004, met 21% (7 feiten op de 34). diefstal motorfiets 2,5 2 2 De Panne 1,5 1 1 1 Koksijde Nieuwpoort 0,5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2003 2004 2005 0 2002 Voor motordiefstallen kunnen we kort zijn in de zonale vergelijking. In 2002 waren er 2 feiten in Koksijde en geen in De Panne en Nieuwpoort. In 2005 was 1 feit in De Panne , 1 in Nieuwpoort en geen in Koksijde. Andere jaren zijn er geen motordiefstallen geregistreerd. 31 ISLP Database, 2006 47 diefstal bromfiets 70 59 60 50 40 36 40 30 De Panne 26 22 20 19 13 12 12 Koksijde 25 20 15 Nieuwpoort 10 0 2002 2003 2004 2005 Wat de bromfietsdiefstallen betreft, zien we dat het aandeel van De Panne in de zone Westkust voor de 4 jaren opnieuw het grootst is. Met 50% (59 feiten op 117) in 2002 naar 40 feiten op 64 (62,5%) in 2003, daarna terug een daling naar 25 op 59 (42%) in 2005. Nieuwpoort heeft het laagste aantal bromfietsdiefstallen van de zone. 19% (22 feiten op 117) van alle feiten deden zich voor in Nieuwpoort in 2002. In 2005 zijn er in Nieuwpoort 15 feiten op 59 (25%) vastgesteld. Koksijde zit tussen De Panne en Nieuwpoort met 31% (36 feiten op 117 feiten) van de bromfietsdiefstallen in 2002, dit daalt spectaculair naar 19% (12 feiten op 64) in 2003. In 2004 is er voor Koksijde een piekmoment met 34% (20 feiten op 59 feiten) op haar grondgebied. diefstal fiets 250 200 226 131 141 150 100 200 191 86 97 181 De Panne 119 82 87 96 Koksijde Nieuwpoort 50 0 2002 2003 2004 2005 Wanneer we de fietsdiefstallen onder de loep nemen, zien we dat Koksijde de meeste diefstallen heeft. Het schommelt voor de vier jaren rond de 50% , met een daling in 2003 tot 45%. Op het piekmoment in 2003 waren er 226 feiten op de 498. De 45% is het kleinste aandeel over de vier jaren heen. Nieuwpoort staat op de tweede plaats qua fietsdiefstallen met gemiddeld 27,5% van de feiten. Het piekmoment voor Nieuwpoort was in 2004 met 119 feiten op de 401 (30%). De Panne scoort voor dit fenomeen het best met gemiddeld 23,2% en de piek van 86 feiten 374 op in 2002 (23%). 48 diefstal in een woning 70 61 55 60 50 44 37 40 30 58 57 54 40 32 De Panne 30 23 25 Koksijde Nieuwpoort 20 10 0 2002 2003 2004 2005 Bij het fenomeen diefstal in woningen aan de Westkust, scoort De Panne voor de jaren 2002 en 2003 het slechtst met 44% (61 feiten op 139) en 40 %(54 feiten op 135) . Daarna zakken de cijfers spectaculair tot 25% (32 feiten op 129) en 27% (30 feiten op 113) en komt Koksijde op de eerste plaats te staan met 44% (57 feiten op 129 feiten) in 2004 en 51% (58 feiten op 113) in 2005. Nieuwpoort heeft in 2002, 17% diefstallen in woningen (23 feiten op 139) en een piekmoment in 2004 met 40 feiten op 129 (31%), waardoor de stad Nieuwpoort op de tweede plaats komt te staan. In 2005 zakt het percentage opnieuw tot 22%, wat overeenkomt met 25 feiten op 113. diefstal van een handtas 13 14 11 12 10 8 8 8 7 6 De Panne Koksijde 6 Nieuwpoort 4 2 0 1 1 2 1 1 0 2002 2003 2004 2005 Als we de gemeenten onderling vergelijken wat betreft de handtasdiefstallen, merken we meteen dat De Panne hier het grootste aandeel heeft van de feiten. Voor 2002 bedroeg dat 86% (6 feiten op 7) . Daarna zakten deze cijfers naar 58% in 2003 (11 op 19) en 44% in 2004 (8 op 18) om dan opnieuw te klimmen naar 87% in 2005 (13 op 15). In Koksijde zijn in 2002 geen feiten van handtasdiefstallen geregistreerd in ISLP. In 2003 hebben ze dan echter 37% (7 op 19) van de totale cijfers en een piek in 2004 met 8 feiten op 18 (44%). Het percentage daalt in 2005 naar 7% (1 op 15). Nieuwpoort heeft over de vier jaren een gemiddeld cijfer van 1,25 feiten per jaar. 49 diefstal uit voertuig 70 64 60 50 40 41 41 38 35 34 30 30 20 22 De Panne 30 19 20 Koksijde 23 Nieuwpoort 10 0 2002 2003 2004 2005 De gemeente De Panne heeft voor dit fenomeen opnieuw het hoogste percentage. Het piekmoment van 57% (64 feiten van de 113) van de feiten is in 2004 met 64 feiten. Koksijde en Nieuwpoort hebben een gemiddelde van 29% en 27,5% van de feiten over de vier jaren heen. Zonale vergelijking Aanvankelijke PV's VANDALISME 400 325 350 335 332 287 300 222 250 200 150 154 188 173 156 152 150 117 100 50 0 Nieuw poort Koksijde 2002 2003 2004 De Panne 2005 De cijfers voor vandalisme zijn voor de periode 2002-2005 het hoogst in de gemeente Koksijde, gevolgd door de gemeente De Panne. Het piekmoment van 335 feiten in 2003, is tevens een piek in Nieuwpoort met 173 feiten. In De Panne was 2002 het slechtste jaar, dit met 222 feiten van vandalisme. 50 Cijfers drugs32 Onderstaande cijfers geven een beeld weer van het drugbezit, fabricage van drugs en het druggebruik binnen onze zone voor de jaren 2003-2004 en 2005. . Aantal met verdovende middelen gerelateerde aanvankelijke PV's 85 90 80 80 65 70 60 50 40 60 57 43 31 30 20 48 43 30 28 18 10 0 Nieuw poort Koksijde 2002 2003 De Panne 2004 2005 Men ziet dat het aandeel voor de gemeente Koksijde qua drugs geëvolueerd is van het hoogst aantal naar de tweede plaats, met een serieuze daling. Van 85 feiten in 2002 naar 57 feiten in 2005. De Panne is sinds 2002 de gemeente met het hoogst aantal PV’s wat drugs betreft. Nieuwpoort kent een fikse stijging sinds 2004 met meer dan een verdubbeling van feiten, van 18 in 2004 naar 43 in 2005. Onderstaand vinden we een schematische voorstelling voor de zone Westkust, ingedeeld per drugfeit. We bespreken ‘bezit van verdovende middelen’, ‘gebruik van verdovende middelen’ en ‘in-en uitvoer en fabricatie van verdovende middelen’. Bezit van verdovende middelen PZ Westkust 65 104 2003 2004 2005 60 32 Jaarverslag PZ Westkust 2006 51 Gebruik van verdovende middelen 27 36 2003 2004 2005 70 In en uitvoer, fabricage en handel verdovende middelen 42 45 2003 2004 2005 47 We zien dat het drugbezit stijgt van 65 feiten in 2003 naar 104 feiten in het jaar 2005. De fabricage, in-en uitvoer van drugs blijft ongeveer status quo voor deze drie jaren. Het gebruik van drugs daalt spectaculair met bijna 50% in 2005 van 70 naar 36 feiten. Tegenover het dienstjaar 2004 is het aantal processen verbaal aangaande druggebruik toegenomen. Deze opvallende stijging kan verklaard worden door de toename van verschillende gecoördineerde acties in het kader van de drugbestrijding (prioriteit Zonaal Veiligheidsplan) Criminele fenomenen–Zonaal Veiligheidsplan 2005-2008: datawarehouse33 criminaliteitscijfers 2005: totaaloverzicht b) 600 Nieuwpoort Aantal F eiten Koksijde 500 De Panne 400 300 200 33 Dec Nov Okt Sep Aug Jul Jun Mei Apr Maa Feb 0 Jan 100 Jaarverslag PZ Westkust 2005 52 Evolutie aantal criminele feiten op jaarbasis voor de Zone Westkust 2003 : 4139 feiten 2004 : 4317 feiten 2005 : 3745 feiten Zoals men kan waarnemen, zien we in 2005 een piekmoment in augustus wat het totaal aantal criminele feiten betreft voor onze zone Westkust. Als we vergelijken met de voorbije jaren, zien we wel dat het totaal aantal feiten daalt en dat er voor onze zone een piek was in 2004. Criminaliteitsgraad: Nieuwpoort versus Vlaams gewest en platteland: schematische voorstelling (19992004) 34 Bovenstaand zien we een schematische voorstelling van de criminaliteitsgraad in Nieuwpoort, in vergelijking met het Vlaams gewest en het platteland. We merken dat Nieuwpoort ongeveer 1/3 meer criminaliteit heeft op haar grondgebied in vergelijking met het Vlaams gewest. Als we vergelijken met het platteland, heeft Nieuwpoort bijna 3 keer zoveel criminaliteit. 34 www.lokalestatiestieken.be, 2006 53 Extractie uit de federale politionele criminaliteitsstatistieken (PCS) en het AIK-DSB35 c.) België beschikt sinds 1994 over een statistisch instrument om de geregistreerde criminaliteit te meten en de evolutie van die geregistreerde criminaliteit in tijd en ruimte op te volgen. In de periode die voorafging aan de politiehervorming werden geregistreerde gegevens opgenomen in de statistische gegevensbank die werd beheerd door de afdeling « Politiebeleidondersteuning » van de Algemene Politiesteundienst. Deze werd gevoed door verschillende informaticasystemen (12 in totaal) en zelfs nog door handgeschreven gegevens afkomstig van enkele kleine korpsen van gemeentepolitie. Op basis van deze gegevens werd een geharmoniseerd informaticasysteem, de “Geïntegreerde Interpolitiële Criminaliteitsstatistieken”, opgesteld (GICS), die sinds de politiehervorming de “PolitiëleCriminaliteitsstatistieken” worden genoemd (PCS). P C S olitiële Cijfers zijn afkomstig van de politiediensten (Lokale en federale politiediensten) riminaliteit Gegevens aangaande de verschillende geregistreerde criminaliteitscategorieën tatistieken Inzameling en kwantitatieve verwerking van de in België geregistreerde criminaliteitsgegevens De bron van de PCS: Gegevens: afkomstig uit de beleidsgegevens databank die gevoed wordt door de lokale en federale politiediensten Geautomatiseerde stroom: ISLP lokale politie en FEEDIS federale politie Het aanleveren via de gegevensstroom gebeurt voor het hele land op uniforme manier Het voordeel van de PCS is dat ze volledig en kwalitatief goed is, doordat de cijfers gevalideerd werden en slechts éénmalig gevat worden, wat de kans op fouten reduceert. Het opvragen van de gegevens gaat ook relatief snel. Het aanleveren van de gegevens gebeurt voor het hele land op een uniforme manier. De databank wordt gevoed door gegevens vanuit ISLP (lokale politie) en vanuit FEEDIS (Federale Politie). Er wordt bovendien rekening gehouden met de pleegplaats en niet met de registratieplaats. En men registreert het tijdstip van de feiten en niet het tijdstip waarop het feit werd vastgesteld. Telregels: Criminaliteit (dark number) Criminaliteit gekend bij de politie (grey number) PCS Criminaliteit gekend en in pv geregistreerd, pv door door politie, en waarvan pv is overgemaakt naar parket = statistieken (PCS) De PCS bevatten aanvankelijke processen-verbaal die door de lokale en federale politie geregistreerd werden en die overgemaakt werden aan het parket. In de statistieken kan men eveneens niet-criminele feiten terugvinden (vb zelfmoord, rampen,...). Misdrijven in het kader van wegverkeer worden niet in de statistieken opgenomen. 35 FPF/DGS/DSB/Beleidsgegevens Methodologische nota-2004 54 Specifieke invloeden op de tellingen Meldingsbereidheid van de bevolking Beleid van andere instanties (vb verzekeringsmaatschappijen) Registratie door politie: veranderingen in federaal en lokaal veiligheidsbeleid (prioriteitsstelling, proactiviteit) Veranderingen in nomenclatuur over verscheidene jaren heen (Vb : invoeren nieuwe criminaliteitsfenomenen zoals stalking, informatica-criminaliteit , … ) Op basis van het voorgaande kan men stellen dat de vergelijkbaarheid van de cijfers tussen de jaren 2000 tot en met 2004 goed is. Tevens kunnen we, steunend op deze gegevens aangeven hoe betrouwbaar deze vergelijking wel zal zijn. Meer specifiek voor deze vier jaren mogen we ervan uitgaan dat de kaap van 99 % volledigheid bereikt is. Voor het jaar 2005 situeert de volledigheid van de statistische gegevens zich momenteel rond 97,05 %. De vergelijking van het jaar 2005 met de voorgaande jaren, in termen van de ruwe cijfers, is wegens deze ingeschatte onvolledigheid dus alsnog voorbarig. Dit zal pas geleidelijk duidelijk worden in de loop van de volgende maanden op basis van de regelmatige screening van de situatie van de volledigheid, zoals hoger uitgelegd. Wel kan voor bepaalde fenomenen worden aangenomen dat de vastgestelde tendens niet meer zal omkeren. Vanuit de vaststelling dat met 95 % zekerheid kan gezegd worden dat de volledigheid 97,05 % bedraagt, dient enige voorzichtigheid bij het gebruik en de analyse worden nagestreefd. Willen de politiediensten (federaal en lokaal) tijdig over bruikbare statistische gegevens beschikken, dan komt het er nog steeds op aan de teldatum zo dicht mogelijk bij het eerste trimester van het afsluitjaar te brengen. Dit vergt een gezamenlijke inspanning van alle politiediensten bij de registratie en voeding van de ANG. De lichte daling van de volledigheid van de ANG in 2005 ten opzichte van de volledigheid in 2004 wijst erop dat de in het verleden geleverde inspanningen door de politiediensten moeten worden volgehouden om de volledigheid op het zelfde peil te houden of te verbeteren. De zorg voor de volledigheid van de ANG vraagt dus een niet aflatende inspanning. In dit kader willen we wijzen op het belang en de noodzaak van de instandhouding van de voeding van de PCS databank. Deze stroom is een belangrijk controle-instrument en een graadmeter voor de volledigheid van de Nationale Gegevensbank. Door onze aanpak in de voorbije jaren zal het dan inderdaad mogelijk zijn de vergelijking te maken tussen de gegevens van de geregistreerde criminaliteit over de verschillende jaren vanaf het jaar 2000. Of met andere woorden: de inspanningen van de voorbije jaren hebben ertoe geleid dat de cijfers over de geregistreerde criminaliteit vanaf het jaar 2000 bruikbaar zijn voor exploitatie. Op de volgende pagina’s kan u de gegevens terugvinden van het AIK/DSB voor de jaren 2000-2004. De lijst werd gefilterd, en enkel de criminaliteitscijfers waarvoor eventuele preventieprojecten opgestart kunnen worden, werden weerhouden. Er moet gesteld worden dat deze gegevens van het AIK het meest accuraat zijn en er bij verdere conclusies enkel rekening zal gehouden worden met de cijfers van deze databank. 36 36 FPF/DGS/DSB/Beleidsgegevens, 2006 55 Cijfers vermogenscriminaliteit: gemeentelijk 37 overzichtenrapport Nieuwpoort DSB dmv datawarehouse 2000-2004 160 140 autodiefstal bromfietsdiefstal diefstal gewapenderhand diefstal uit voertuig fietsdiefstal handtasdiefstal inbraak in woning motordiefstal winkeldiefstal 120 100 80 60 40 20 0 Op deze algemene voorstelling, zien we dat de uitschieters voor de stad Nieuwpoort voor elk van de vijf jaren fietsdiefstal en in minder mate woninginbraken zijn, gevolgd door winkeldiefstal. Deze trend houdt vier jaar aan, behalve in 2002, waar we kunnen zien dat diefstal uit voertuig hoger ligt dan winkeldiefstal. Over het algemeen kunnen we stellen dat de criminaliteitscijfers voor de stad Nieuwpoort stabiel blijven, met uitzondering van het fenomeen autodiefstal, die de laatste jaren fiks gedaald is. De fenomenen worden afzonderlijk besproken op de volgende pagina’s. (zie tabel 1 in de bijlagen) autodiefstal 12 2004 18 2003 13 2002 11 2001 33 2000 0 5 10 15 20 25 30 35 In 2000 werden in Nieuwpoort 33 autodiefstallen gemeten, wat ons direct doet starten met het piekmoment. Vanaf 2001 tot en met 2004 dalen de cijfers tot 1/3 ten opzichte van 2000. Het laagste cijfer werd gemeten in 2001 met 11 feiten. In 2004 halen we 12 feiten. 37 FPF/DGS/DSB/Beleidsgegevens, 2006 56 motordiefstal 0 0 0 1 1 0 0,2 0,4 0,6 0,8 1 1,2 Motordiefstallen zijn niet echt een probleem in Nieuwpoort, gezien slechts 1 feit werd vastgesteld in de jaren 2000 en 2001. De laaste jaren kwam dit fenomeen niet meer voor. bromfietsdiefstal 14 16 23 37 17 0 5 10 15 20 25 30 35 40 Het aantal bromfietsdiefstallen is het hoogst in 2001 met 37 feiten. Vanaf 2002 is er een continue daling merkbaar tot 14 feiten in 2004. 57 fietsdiefstal 117 144 89 102 94 0 20 40 60 80 100 120 140 160 De fietsdiefstallen in Nieuwpoort, blijven een probleem. Sinds 2000 zijn de cijfers gestegen tot een piekmoment in 2003 met 142 feiten. In 2004 zien we een lichte daling naar 117 aangiften. Als we daarbij nog rekening houden met het dark number, kunnen we stellen dat dit één van de aandachtspunten binnen onze stad is. inbraak in woning 69 52 55 46 31 0 10 20 30 40 50 60 70 80 Uit de ANG databank blijkt dat het fenomeen ‘inbraak in woningen’ een sterk stijgende trend kent. Van 31 feiten in 2000 naar 69 feiten in 2004. Dit betekent dat de cijfers dus meer dan verdubbeld zijn in vijf jaar tijd. Voor in het laatst gemeten jaar (2004) zijn de cijfers verontrustend gestegen naar 69 feiten. 58 handtasdiefstal 2 3 4 4 3 0 1 2 3 4 5 Handtasdiefstallen blijken in Nieuwpoort niet echt een probleem te zijn, gezien het hoogtst aantal feiten (4) werden vastgesteld in 2001 en 2002. diefstal uit voertuig 32 32 47 35 35 0 10 20 30 40 50 Bij het fenomeen ‘diefstal uit voertuig’, situeert het hoogtepunt zich in 2002 met 47 feiten. De overige jaren werden er telkens gemiddeld 33 feiten vastgesteld. 59 diefstal gewapenderhand 2 2 3 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 Zoals men kan opmerken aan de bovenstaande cijfers, is het fenomeen ‘diefstal gewapenderhand’ in Nieuwpoort geen groot probleem. Er werden 3 feiten geregistreerd in 2000. In de twee daaropvolgende jaren werden geen gewapende diefstallen gepleegd. In de jaren 2003-2004 werden telkens 2 feiten vastgesteld. winkeldiefstal 37 40 37 32 22 0 10 20 30 40 50 Uit deze cijfers kan men vaststellen dat het fenomeen winkeldiefstal in Nieuwpoort een probleem aan het worden is. De cijfers stijgen van 22 feiten in 2000 naar het piekmoment in 2003 met 40 feiten. In 2004 hebben we een lichte daling naar 37 winkeldiefstallen. 60 Cijfers vermogenscriminaliteit: zonale vergelijking38 cijfers vermogenscriminaliteit zone Westkust 600 Autodiefstal 500 Bromfietsdiefstal 400 Fietsdiefstal Diefstal uit voertuig 300 Inbraak in woning diefstal gewapenderhand 200 handtasdiefstal 100 winkeldiefstal 0 2001 2002 2003 2004 Als we de gegevens voor de zone Westkust analyseren, zien we meteen dat de fietsdiefstallen er met kop en schouders bovenuit steken. Dit voor de vier opeenvolgende jaren. In 2003 werd een piekmoment geregistreerd voor dit feit. De inbraken in woningen, diefstallen uit voertuigen en winkeldiefstallen kennen een min of meer stabiele trend. De bromfiets- en autodiefstallen zijn gedaald tijdens de gemeten jaren. Vergelijkingen per maand 2001 90 80 Autodiefstal 70 Bromfietsdiefstal 60 Fietsdiefstal 50 Diefstal uit voertuig 40 Inbraak in woning 30 diefstal gewapenderhand 20 handtasdiefstal 10 winkeldiefstal 0 Jan 38 Feb Maa Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec FPF/DGS/DSB/dmv datawarehouse, extractie 2002-2005 61 2002 60 Autodiefstal 50 Bromfietsdiefstal 40 Fietsdiefstal Diefstal uit voertuig 30 Inbraak in woning diefstal gewapenderhand 20 handtasdiefstal 10 winkeldiefstal 0 Jan Feb Maa Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec 2003 140 120 Autodiefstal Bromfietsdiefstal 100 Fietsdiefstal 80 Diefstal uit voertuig 60 Inbraak in woning diefstal gewapenderhand 40 handtasdiefstal 20 winkeldiefstal 0 Jan Feb Maa Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec 2004 100 90 Autodiefstal 80 Bromfietsdiefstal 70 Fietsdiefstal 60 Diefstal uit voertuig 50 Inbraak in woning 40 diefstal gewapenderhand 30 handtasdiefstal 20 winkeldiefstal 10 0 Jan Feb Maa Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec 62 Als we de jaartabellen onderling vergelijken, stellen we vast dat voor de verschillende jaren 2001-2004 de fietsdiefstallen telkens de uitschieters zijn. De cijfers stijgen gestaag vanaf de maand april, om in augustus tot een piek te komen en daarna weer fors te dalen. Het feit dat de cijfers behoorlijk hoog zijn in april, kan wijzen op de paasvakantie en de verhoogde aanwezigheid van toeristen en tweedeverblijvers. In juli en augustus kan de zomervakantie een verklaring zijn. Een ander fenomeen is de inbraken in woningen die in maart 2002 de hoogte ingaan, ten opzichte van de andere maanden en jaren. De bromfietsdiefstallen zijn ook verhoogd in de vakantieperiodes, voornamelijk in april en juli-augustus. d. ) Gegevens uit databank Rechtbank Eerste Aanleg: zonale vergelijking 39 De cijfers uit de databank van de rechtbank van eerste aanleg werden niet opgenomen in deze diagnostiek omdat we de cijfers niet kunnen interpreteren onder meer door onderstaande problemen: Het gebruik van verschillende databanksystemen en bijgevolg ook hantering van andere kwalificaties, variabelen en indelingen : ISLP (politie) versus Sybase (justitie). Het ontbreken van een betrouwbare technische tool die elektronische overdracht van politiedata mogelijk maakt De behandeling van feiten in de strafrechtelijke keten en de diverse mogelijkheden van justitie : werkstraffen, proefzorg, pretoriaanse probatiemaatregelen, seponering, minnelijke schikking, bemiddeling in strafzaken,…) Op 23 november 2006 werd tijdens een studiedag in Gent een meet-en opvolgingsinstrument voor de strafrechtelijke keten voorgesteld door Prof. Dr. P. Ponsaers. Het instrument beoogt de instroom, doorstroom en beslissingen doorheen de strafrechtelijke keten zichtbaar te maken. Het ‘zichtbaar maken’ van de weg die dossiers doorheen de strafrechtelijke keten afleggen, wordt zeer concreet bereikt door een koppeling van de bestaande politie-, parket- en veroordelingsstatistieken. Gezien de praktische modaliteiten van dit gegeven uitermate recent zijn en tot op heden in een niet academische omgeving nog geen resultaten werden geconcipieerd, verkiezen wij om hierboven aangehaalde redenen ons te onthouden van de vergelijking tussen de gegevens uit deze twee databanken. In de bijlage (grafische voorstelling 2) vindt u volledigheidshalve toch een voorstelling van de gegevens uit de REAdatabank. De gegevens komen uit de databank van het gerechtelijk arrondissement Veurne. Alle strafrechtelijke feiten vastgesteld op het grondgebied van de zone Westkust, werden doorgegeven aan bovenstaand parket. 39 REA-databank Parket Veurne, 2006 63 2.3.1.3 CIJFERS VERMOGENSCRIMINALITEIT: ARRONDISSEMENT VEURNE arrondissement Veurne 2000-2005 1000 900 Autodiefstal 800 Bromfietsdiefstal 700 Diefstal gewapenderhand 600 Diefstal uit voertuig 500 Fietsdiefstal 400 Handtasdiefstal 300 Inbraak in woning 200 Motordiefstal 100 Winkeldiefstal 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 Voor de jaren 2000-2005 zien we voor het arrondissement Veurne een gelijkaardige trend met de gegevens van de zone Westkust, namelijk het hoogste cijfers zijn de fietsdiefstallen, gevolgd door inbraken in woningen. Op de derde plaats zien we diefstal uit voertuig, gevolgd door winkeldiefstal op de vierde plaats. De fenomenen diefstal gewapenderhand, handtasdiefstal en motordiefstallen komen in mindere mate voor. 2.3.1.4 CIJFERS VERMOGENSCRIMINALITEIT: PROVINCIE WEST-VLAANDEREN Provincie West-Vlaanderen 2000-2005 10.000 9.000 Autodiefstal 8.000 Bromfietsdiefstal 7.000 Diefstal gewapenderhand 6.000 Diefstal uit voertuig 5.000 Fietsdiefstal 4.000 Handtasdiefstal 3.000 Inbraak in woning 2.000 Motordiefstal 1.000 Winkeldiefstal 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 In de Provincie West-Vlaanderen is het hoogste fenomeen fietsdiefstal, gevolgd door inbraak in woningen. Op de derde plaats zien we ook hier (cfr Arrondissement Veurne) het fenomeen diefstal uit voertuig en als vierde hoogste fenomeen winkeldiefstal. De laagste cijfers vinden we terug in de categorieën ‘motordiefstal’ en ‘diefstal gewapenderhand’. Deze trend is jaarlijks merkbaar. 64 2.3.1.5 CIJFERS VERMOGENSCRIMINALITEIT 2002-2005: NATIONALE GEGEVENS40 nationale gegevens 2000-2005 120.000 Autodiefstal 100.000 Bromfietsdiefstal Diefstal gewapenderhand 80.000 Diefstal uit voertuig 60.000 Fietsdiefstal Handtasdiefstal 40.000 Inbraak in woning Motordiefstal 20.000 Winkeldiefstal 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 Nationaal is een andere trend merkbaar dan op de andere vlakken. Hier is het fenomeen diefstal uit voertuig het hoogst, gevolgd en/of op een gedeelde plaats met inbraak in woning. De helft van alle nationale feiten zijn de fietsdiefstallen en autodiefstallen. Eenzelfde trend met de voorgaande cijfers zijn de lage cijfers van motordiefstallen en diefstal gewapenderhand. 40 FPF/DGS/DSB/dmv datawarehouse, extractie 2002-2005 65 2.3.1.6 LOKALE CIJFERS ROND OVERLAST: 2004-2005 a) Gegevens uit ontvangerij en milieudienst Parkeerbelasting In 2004 werden 519 boetes uitgeschreven van foutief parkeren (blauwe zone, bewonersparkeren). In 2005 werd een extra personeelslid aangeworven voor deze taak en werden 2336 retributies uitgeschreven. In 2006 waren dat er 1840. Hondenpoep en loslopende honden In 2004 en 2005 werden 2 retributies in verband met honden geïnd. (2x50 euro) Sinds eind 2005 werden de politiereglementen echter aangepast in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties en werden er in 2006 meer sancties gegeven, nl 31 pv’s van 25 tot 60 euro. Voorafgaand aan de periode van de GAS, werd zes maand preventief actie gevoerd en werden 25 schriftelijke waarschuwingen opgemaakt. sluikstorten Er werden in 2004 zo’n 36 retributies voor sluikstorten uitgeschreven. In 2005 waren dit er 43, waarvan 2 in onwaarde (aan buitenlanders). In 2006 werden 7 retributies geïnd, waarvan 1 niet betaald werd. b) Gegevens van politie Op het grondgebied van Stad Nieuwpoort waren er in 2004 , 68 tussenkomsten inzake sluikstorten en hondenpoep. Daarvan waren er 35 vaststellingen op heterdaad (6 overtreders inwoners van Nieuwpoort). Voornoemde vaststellingen resulteerden in 12 PV’s en 34 retributies (13 welke onmiddellijk betaald werden en 21 overgemaakt aan de stad voor inning). Eén feit werd door het college van Burgemeester en Schepenen geseponeerd. Van de 21 retributies die overgemaakt werden waren er op 31.12.2004 reeds 18 betaald. Gevolgen vaststellingen milieu 20% 25% PV Retributies Andere 55% Tijdens het jaar 2005 werden er 36 geplande acties gevoerd. Daarvoor werd 288 manuur gepresteerd. Dit resulteerde in 46 vaststellingen op heterdaad die aanleiding gaven voor het opmaken van een retributiedossier. De acties werden hoofdzakelijk uitgevoerd door de hulpagenten. In 2005 werden door de politie 46 vaststellingen van sluikstorten opgesteld en in 2006 17. 66 2.3.1.7 CONCLUSIE We merken op dat we bij het nemen van deze en volgende conclusies enkel rekening houden met de cijfers uit de ANG databank. Deze cijfers omvatten alle gevalideerde gegevens en zijn bijgevolg veel accurater dan de cijfers uit de ISLP bron. Uit de cijfers kan de algemene conclusie worden getrokken dat Nieuwpoort op slechts aantal aspecten veiliger is geworden. Zo zien we onder andere het aantal autodiefstallen dalen van 33 feiten in 2000 naar 12 feiten in 2004. Ook het fenomeen ‘bromfietsdiefstal’ is er een continue daling merkbaar vanaf 2002. Diefstal uit voertuig is ook licht gedaald van 35 feiten in 2000 naar 32 aangiften in 2004. We merken wel dat het aantal diefstallen in woningen in 2004 met 69 geregistreerde inbraken verontrustend stijgt ten opzichte van het jaar 2003 met 52 feiten. Er werden in Nieuwpoort in het jaar 2004, 37 feiten van winkeldiefstal geregistreerd. Dit is een daling in vergelijking met het voorgaand piekjaar (40 feiten). Sinds 2000 is er echter wel bijna een verdubbeling van de feiten. Over de vijf gemeten jaren gezien, werden er in Nieuwpoort gemiddeld 93 fietsen per jaar gestolen. In 2004 zitten we met 117 diefstallen een stuk boven dit gemiddelde. Het fenomeen fietsdiefstallen is voor zowel het arrondissement Veurne als voor de provincie West-Vlaanderen het hoogst. Op nationaal vlak is ‘diefstal uit voertuig’, gevolgd door ‘inbraak in woning’ het hoogst. Fietsdiefstal komt op het nationale vlak op de derde plaats, op sommige jaren op een gedeelde plaats met motordiefstal. De algemene trend , arrondissementeel, provinciaal en nationaal, is dat de cijfers de laatste jaren voor de besproken criminaliteitsfenomenen weinig of niet dalen. 67 2.3.2 PRESENTATIE VAN DE WAARNEMINGEN EN VERWACHTINGEN VAN DE BURGERS (SUBJECTIEVE ONVEILIGHEID) 2.3.2.1 SCANNING IN HET KADER VAN DE PRIORITEITENBEPALING ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN PZ WESTKUST Vanuit een filosofie van externe gerichtheid en het streven naar een gemeenschapsgerichte politiezorg werd voor het vastleggen en formuleren van de zonale prioriteiten gepeild naar de verwachtingen en behoeften vanuit de bevolking. In eerste instantie werd dit gedaan door middel van een enquête bij de leden van de politieraad vanuit hun functie als sleutelfiguur én vanuit hun functie als beslissingsbevoegde overheid. Met een responsgraad van 45 % werden volgende resultaten bekomen: ‘Welke aan te pakken criminele/overlast fenomenen verdienen uw inziens de hoogste prioriteit?’ Top 5 van de antwoorden: Inbraken in gebouwen Drughandel en druggebruik Onaangepaste en overdreven snelheid Vandalisme Sturen onder invloed (alcohol/drugs) Het fenomeen ‘inbraak in gebouwen’ wordt door de bevolking, politieraad en veiligheidsmonitor gezien als het primair aan te pakken feit. Dit werd later vertaald als prioriteit binnen het Zonaal Veiligheidsplan als ‘diefstallen met braak in woningen en handelszaken’. Eenzelfde eensgezindheid kan men terugvinden bij verkeersgerelateerde problemen: onaangepaste snelheid en hinderlijk parkeren wordt gezien als het voornaamste aan te pakken feit. Lawaaioverlast en hondenpoep scoren hoog wat maatschappelijke overlast betreft. Rondvraag bij de bevolking (2003) Via de gemeentelijke infobladen werd medio 2003 een schriftelijke enquête gehouden: ‘rondvraag bij de bevolking over de werking van de politiezone Westkust’. Bedoeling van de vragenlijst was het leren kennen van de meningen rond politiewerking, bekendheid van politie- en veiligheidsinitiatieven en de meningen rond buurtproblemen. In het kader van deze rondvraag werden enkele voorvallen en misdrijven geschetst die mogelijks deel konden uitmaken van de onmiddellijke leefomgeving van de geënquêteerden. Daarbij ging het om volgende zaken: fietsdiefstallen diefstal uit auto’s agressief verkeersgedrag geluidsoverlast door verkeer andere vormen van geluidsoverlast bedreigingen bekladden van muren en/of gebouwen overlast van groepen jongeren onaangepaste snelheid in het verkeer dronken mensen op straat vrouwen en mannen die op straat lastig gevallen worden rommel op straat hondenpoep op straat aanrijdingen vernieling van telefooncellen, bus- of tramhokjes inbraak in woning of andere gebouwen geweld De meest aan te pakken buurtproblemen waren: hondenpoep op straat geluidsoverlast (excl. verkeer) onaangepaste snelheid in het verkeer rommel op straat 68 2.3.2.2 MELDINGEN CONFLICTBEMIDDELAARS Het project conflictbemiddelaars is ontstaan uit het fenomeen ‘maatschappelijke overlast door rondhangende jongeren’ in onze zone. De conflictbemiddelaars vormen een brugfunctie tussen jongeren, burgers en politie. De belangrijkste doelgroep voor de conflictbemiddelaars zijn dus de jongeren. De conflictbemiddelaars werken nauw samen met jeugddiensten, omdat jongeren die met problematieken geconfronteerd worden, niet altijd of onvoldoende door de vaste beroepskrachten kunnen worden opgevolgd. Vanuit het jeugdhuis is er soms geen ruimte (personeelstekort) om rond deze problematieken iets te ondernemen. Op de tweede plaats worden veel jongeren gezien op de straat en op pleintjes. Er zijn echter nog heel wat andere plaatsen waar de conflictbemiddelaars doelgroepsleden aantreffen, tijdens hun vindplaatsgericht werk. Bij deze andere contactpunten is er een grote spreiding waar te nemen waar ze hun vrije tijd doorbrengen. De vindplaatsen situeren zich voor een deel in het uitgaansmilieu, maar evenzeer gewoon ergens op straat, skatepark of op een plein waar de jongeren zich ophouden. Een belangrijk kenmerk van het vindplaatsgericht werken is de laagdrempelige benadering van de doelgroep. Een conflictbemiddelaar zoekt jongeren actief op in hun eigen leefwereld. Dat kan zijn op de hoek van de straat, in een wijk, skatepark,... Mede door te proberen een dialoog op te starten tussen de jongeren en de bevolking (en beide partijen te laten kennismaken met elkaar) bestrijden de conflictbemiddelaars onrechtstreeks het onveiligheidsgevoel van de burger. Bij de meeste meldingen merken we een combinatie van verschillende problematieken op. Hierbij gaat het in eerste instantie over lawaaioverlast en vandalisme. Overzicht meldingen volgens categorie Afgewerkte meldingen in 2004 De Panne Koksijde 1. Spelende kinderen (en) Overlast afval Overlast lawaai Vandalisme 2. Rondhangende jongeren 1 Nieuwpoort Procent 1 4.17% 1 4.17% 2 1 12.51% 2 2 20.85% Overlast afval 1 3 16.68% Overlast lawaai 4 2 25.02% Vandalisme 1 4.17% 1 8.34% 3. Overlast afval 4. Overlast lawaai 5. Vandalisme 1 6. Andere 1 Totaal 6 6 4.17% 12 Totaal = 100 20,85 % in 2004 van de meldingen gaat over overlast veroorzaakt door rondhangende jongeren, waarvan 25,02% van deze meldingen specifieke klachten zijn rond lawaai door jongeren. In Nieuwpoort zijn er de meeste meldingen, maar dit betekent niet dat er meer problemen zijn. Doordat het bureau van de conflictbemiddelaars zich in Nieuwpoort bevindt, komen misschien meer meldingen rechtstreeks bij hen terecht. In De Panne gingen de meeste klachten in 2004 over lawaai afkomstig van jongeren. 69 Koksijde scoort gemiddeld wat betreft het aantal klachten. De meldingen zijn gespreid en er piekt geen specifiek onderwerp. Onderstaand werd een overzicht gecreëerd waar de meldingen zich plaatsvonden en welke afgewerkt zijn in de voorbije jaren. AF 2002 BEGIN 2002 BEGIN 2003 AF 2003 Vierboete AF 2004 AF 2005 Apollo Deswartelaan Haringhoek Mauritspark Vierboete II BEGIN 2004 Theo Goedhuysplein I Avonturenpark – Zwartewegel I Jeugdcentrum jeugdhuis Ramskapelle-straat + plein I Skateramp Ramskapelle Van Clichthovenstraat Financie-centrum Immo Eecke Speelplein Nieuwpoort Bad Astridpark – Ankerstraat Skatepark Nieuwpoort Stad Theo Goedhuysplein II Avonturenpark – Zwartewegel II Canadalaan Theo Goedhuysplein III Astridpark – Leopold II park Speelplein stuiverwijk + Skateramp Nieuwpoort Seastarterminal BEGIN 2005 Sint – Bernarduscollege Albert I-laan Ramskapelle-straat + plein II Nijverheidstraat Stuiverwijk Schipstraat Koolhofput W. Deroolaan BEGIN 2006 totaal LOPEND 2006 Speelplein Stuiverwijk + Avonturenpar k II Sportpark Van Clichthovenstraat II Garages Astridlaan Roger Vyveystraat 1 4 12 15 5 In bijlage wordt in tabelvorm nog een voorstelling gegegeven van het aantal betrokkenen bij de behandelde dossiers van de conflictbemiddelaars. (tabel 2) 70 2.4.2.3 VEILIGHEIDSMONITOR414243 De veiligheidsmonitor is een grootschalig bevolkingsonderzoek, gerealiseerd in opdracht van de Minister van Binnenlandse zaken. De monitor werd een eerste keer afgenomen in 1997. De dataverzameling voor de Monitor 2004 vond plaats in het laatste semester van 2004 en die van de Monitor 2006 in het laatste semester van 2006. De steekproef van 2004 was dezelfde als die van 2006. (73 gemeenten met een veiligheids- en preventiecontract en lokale opstappen). Het onderzoek gaat over de veiligheid en het slachtofferschap van de burgers, alsook het functioneren van de politiediensten. Het werd zo uitgevoerd dat er zowel op het federale niveau als op het niveau van enkele gemeenten/politiezones resultaten beschikbaar zijn. De resultaten van de enquête worden in verschillende tabellenrapporten voorgesteld, namelijk in het federale rapport, in het vergelijkende rapport (federaal, gewesten, provincies, gemeentetypen, politiezonecategorieën) en in de lokale rapporten (politiezones, gemeenten). De Veiligheidsmonitor omvat vragen inzake buurtproblemen, onveiligheidsgevoelens, slachtofferschap en aangifte, de contacten tussen burgers en politiediensten, de werking van de politiediensten en de achtergrondkenmerken van de respondent. Gezien de omvang van de respectievelijke rapporten en de grote hoeveelheid cijfermateriaal werd binnen de context van dit document ervoor geopteerd om de meest relevante resultaten voor de stad Nieuwpoort en de politiezone Westkust te analyseren en te vergelijken met de beschikbare Federale resultaten. Bij de lezing van de tabellen dienen een aantal methodologische regels in acht te worden genomen gezien de veiligheidsmonitor berust op een representatieve steekproef. Zoals andere onderzoeken, die zich baseren op een steekproef om uitspraken te doen die generaliseerbaar zijn naar de populatie, laat dit onderzoek geen 100% zekere uitspraken toe. Men moet rekening houden met een foutenmarge. Zo kan men op grond van een steekproef van 500 respondenten niet beweren dat 20 % van de bevolking zich onveilig voelt. Men kan enkel beweren dat, rekening houdend met een foutenmarge van (bijvoorbeeld) 10 op 100, tussen 17% en 23 % van de bevolking zich onveilig voelt. In de bevraging voor de politiezone Westkust werden telkens gemiddeld 350 personen bevraagd. In 2004 werden lokale monitoren afgenomen in de 73 gemeenten met een veiligheids- en preventiecontract. Indien de gemeente deel uitmaakte van een meergemeentezone, werden enkele bijkomende enquêtes, proportioneel met de bevolking, uitgevoerd in de andere entiteiten van de zone. Andere gemeenten of politiezones die wensten deel te nemen, konden aansluiten via een lokale opstap, mits eigen financiering. 41 Jaarverslag PZ Westkust 2006 PolFed/DGS/DSB/Beleidsgegevens, samenvatting van de grote tendensen van 2006, Veiligheidsmonitor 2006 43 PolFed/DGS/DSB/Beleidsgegevens, Veiligheidsmonitor Veiligheidsmonitor 2004 42 71 a .) Onveiligheidsgevoelens44 Federaal Niveau Na een stijging van het onveiligheidsgevoel tussen 1997 en 2002, kent het aantal mensen dat zich ‘altijd’ of ‘meestal’ onveilig voelen, een daling tussen 2002 en 2004. In 2006 zijn het uiteindelijk 9% van van de bevraagde burgers die aangeven zich ‘altijd’ of ‘vaak’ onveilig te voelen, dit is een status quo met de voorgaande afname. De ontwikkeling die we op federaal niveau vaststellen, vinden we globaal genomen ook terug in de drie gewesten, die op een vrij vergelijkbare wijze evolueren in de tijd . Toch is het onveiligheidsgevoel van de inwoners licht verschillend naargelang het betrokken gewest. Doorheen alle jaren heen blijven de Vlamingen zich lichtjes veiliger voelen (69%) dan de Walen (55%) of de Brusselaars (47%). De onveiligheidgevoelens zijn vrij ongelijk verdeeld over de bevolking; ze doen zich meer voor bij vrouwen (11,2%) dan bij mannen (7%). De ouderen (65- plussers), voelen zich het meest onveilig (12,7%), en voelen zich altijd en vaak onveilig. Er is wel geen significant verschil tussen de percentages. Onveiligheidsgevoel naargelang de leeftijdsgroep 15 % altijd en vaak onveilig 12,7 10,2 10 8,5 7,1 7,3 25-34 jaar 35-49 jaar 5 0 15-24 jaar 44 50-64 jaar 65+ jaar PolFed/DGS/DSB/B, samenvatting van de grote tendensen van 2006, Veiligheidsmonitor 2006 72 Stad Nieuwpoort Onveiligheidsgevoelens: indeing naar categorie 2006 Onveiligheidsgevoelens 60 50 % 40 30 35,9 37,8 Zelden Nooit 20,6 20 10 4,8 0,9 0 Altijd -10 Vaak Soms We zien dat 37,8% van de ondervraagde bevolking van Nieuwpoort zich in 2006 nooit onveilig voelde in Nieuwpoort. Op lokaal vlak is er er meestal geen significant verschil tussen de percentages, aangezien de steekproef te klein is om significant te zijn. Evolutie van het onveiligheidsgevoel 2004-2006 Evolutie van het onveiligheidsgevoel % altijd & vaak onveilig voelt 12 10 7,89 8 5,67 6 4 2 0 2004 2006 De onveiligheidsgevoelens van de respondenten in Nieuwpoort zijn gedaald. In 2004 antwoordden 7,89% van de mensen dat ze zich altijd en vaak onveilig voelden. In 2006 was dat nog 5,67%. 73 Geografische vergelijking van de onveiligheidsgevoelens 2006 16,8 13,6 10,9 8,9 7,0 Nieuwpoort Brussel Vlaanderen Gemeentetypen : Regionale steden 5,7 Provincie :VlaamsBrabant 9,2 Wallonië 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 Federaal niveau % altijd & vaak onveilig Geografische vergelijking van het onveiligheidsgevoel De respondenten in Nieuwpoort voelen zich veiliger (5,7%) dan in de rest van het land. In Vlaanderen zijn dat 7,0% van de respondenten, op federaal niveau voelt 9,2% van de bevolking zich altijd en vaak onveilig in 2006. Onveiligheidsgevoelens ingedeeld volgens leeftijd 2006 Onveiligheidsgevoel naargelang de leeftijdsgroep 20 % altijd en vaak onveilig 15 10,4 10 8,3 7,2 5 0,0 0,0 0 15-24 jaar 25-34 jaar 35-49 jaar 50-64 jaar 65+ jaar -5 10,4% van de respondenten die zich altijd en vaak onveilig voelen in Nieuwpoort zijn de senioren. Er is geen significant verschil tussen de percentages. 74 Mijdingsgedragingen Nieuwpoort 2006 Mijdingsgedragingen % altijd & vaak 50 40 31,2 30 26,8 20,2 20 14,9 7,1 10 0 Waardevolle spullen Niet opendoen voor Bij duisternis w egbrengen naar onbekenden vermijden om w eg te een veiliger plaats gaan Vermijden om de kinderen ergens naar toe te laten gaan Plekken in de gemeente mijden 31,2% van de respondenten vermijden om de kinderen ergens naartoe te laten gaan om zo het onveiligheidsgevoel te verminderen. Op de tweede plaats met 26,8% staat het wegbrengen van waardevolle spullen naar een veiliger plaats. Ingeschat risico op slachtofferschap 2006 Ingeschatte risico op slachtofferschap % heel groot en groot risico 40 30 26,1 20 14,6 13,8 8,7 10 0 Verkeersmisdrijf Inbraak Diefstal zonder (bedreiging met) gew eld (Bedreiging met) lichamelijk gew eld De grootste groep (26,1%) van de respondenten denkt dat ze een groot tot heel groot risico lopen om slachtoffer te worden van inbraak. 75 Slachtofferschap ingedeeld op type delict 2004-2006 2004 Misdrijven tegen de huishoudens 1,57 3,94 0,790,00 0,00 6,30 Vernieling aan een auto Vernieling (excl. auto/inbraak) Poging tot inbraak (zonder diefstal) 11,81 Diefstal van een fiets 44,88 Inbraak in w oning met diefstal Diefstal uit een auto Vernieling aan een motor 12,60 Diefstal van een bromfiets Vernieling aan moto Motodiefstal 18,11 2006 Misdrijven tegen de huishoudens 2006 6,35 0,79 0,790,00 0,00 2,38 Vernieling aan een auto 9,52 Diefstal van een fiets Poging tot inbraak (zonder diefstal) Vernieling (excl. auto/inbraak) Diefstal uit een auto 10,32 51,59 Inbraak in w oning met diefstal Diefstal van een auto Vernieling aan een motor Vernieling aan moto Motodiefstal 18,25 Over de twee gemeten jaren, zien we dat de grootste categorie misdrijven in Nieuwpoort ‘vernieling van een auto’ is, met respectievelijk en 44,88 % 51,59%. In 2004 werd dit gevolgd door ‘vernieling algemeen’ (18,11%), maar in 2006 is de tweede grootste groep (18,25%) ‘diefstal van een fiets’. 76 Misdrijven tegen de personen Nieuwpoort 2004-2006 Misdrijven tegen de personen 2004 0,952,09 0 0,95 Bedreiging lichamelijk gew eld 15,36 Vluchtmisdrijf in het verkeer Andere misdrijven 44,72 Diefst. vanaf pers. zonder bedr./gew eld Lichamelijk gew eld 16,42 Misdrijf tegen seksuele moraal Diefst. buitenshuis, slachtoffer afw ezig 19,5 sexuele delicten Misdrijven tegen de personen 2006 0 13,79 Seksuele delicten 18,65 59,74 Bedreiging lichamelijk gew eld 36,55 Diefst. buitenshuis, slachtoffer afw ezig Diefst. vanaf pers. zonder bedr./gew eld Vluchtmisdrijf in het verkeer 55,17 43,38 Diefst. vanaf pers. met bedr./gew eld Lichamelijk gew eld 50 Andere delicten Wat betreft de misdrijven tegen de personen voor de jaren 2004-2006 merken we dat er een verschuiving is van de feiten. In 2004 antwoordden de meeste respondenten (44,72%) dat ‘bedreiging lichamelijk geweld’ het misdrijf was waar ze mee gecontacteerd worden. In 2006 is dit gewijzigd naar ‘lichamelijk geweld’ met 55,17%. Verder willen we opmerken dat de resultaten van de bevraging tussen 2004 en 2006 een totaal gewijzigd resultaat aangeeft. 77 0 Om te voorkomen dat de situatie erger werd Om een bewijs te krijgen voor verzekering, 2,5 3,6 2,9 2,3 Uit principe Omdat het een plicht is uit civisme Uit gewoonte 2,5 Aanrijdingen Omdat het voorval ernstig genoeg is 3,1 Andere vormen van Overlast van groepen 3,9 Bekladde muren en/of gebouwen 4,4 Laten weten zonder meer Om de politiediensten maatregelen te laten 5,0 Mensen worden op straat Bedreiging Overlast verbonden aan Geweld Geluidsoverlast door verkeer 0 5,1 Omdat de dader moet gepakt, gestraft worden 6,9 Vernieling van telefooncellen, 6,9 Autodiefstal Uit onveiligheidsgevoelens Uit angst 9,4 Fietsendiefstal Rommel op straat 9,4 Om dergelijke feiten in de toekomst te Om een herstel van de schade te bekomen 10 Diefstal uit auto's b) Andere 30 Agressief verkeersgedrag Inbraak in woningen of -10 Om de gestolen goederen terug te 40 Onaangepaste snelheid in het % respondenten die volgende items als 'helemaal wel' en 'eerder wel' als een buurtprobleem ervaren Meldingsgedrag Nieuwpoort 2006 Redenen van melding 60 50 37,0 22,5 20 Wanneer we de reden van melding bij de ondervraagde personen uit Nieuwpoort nagaan, merken we dat 37,0% dit doet om de gestolen terug te krijgen. 22,5% van de respondenten maakt melding om andere redenen. Buurtproblemen Stad Nieuwpoort Vergelijkende tabel 2004-2006 Buurtproblemen 70 60 50 40 30 2004 20 2006 10 De top drie van de buurtproblemen in Nieuwpoort zijn in 2004 en 2006 ‘onaangepaste snelheid in het verkeer’, ‘agressief verkeersgedrag’ en ‘inbraak in woningen’. Deze worden gevolgd door ‘diestal uit auto’s en ‘rommel op straat’. In 2006 is er een opmerkelijk nieuw fenomeen dat voor buurtproblemen zorgt, namelijk ‘geluidsoverlast door verkeer’. 78 Er is echter geen significant verschil in de percentages, waardoor we moeilijk conclusies kunnen trekken. 79 2.3.2.4 LEEFBAARHEIDSONDERZOEK VAN DE KUST45 De uitvoering van het leefbaarheidsonderzoek van de kust maakt deel uit van de opdracht die het provinciebestuur West-Vlaanderen kreeg van de Vlaamse regering, om mee te zorgen voor het vormen en het stroomlijnen van het Europese Doelstelling 2 programma voor de Kust. Het leefbaarheidsondezoek van de Kust biedt de kans om een ‘beleid op maat’ te ontwikkelen waarin problemen en kansen in specifieke gebieden of streken centraal staan. Het Kustgebied is een voorbeeld van een dergelijke specifieke streek. De negen aaneengesloten gemeenten van De Panne tot Knokke-Heist vormen in onze provincie in meerdere opzichten een aparte entiteit. Het leefbaarheidonderzoek van de Kust geeft niet enkel de kwantiteiten van de verschillende gemeenten terug, maar ook de kwaliteiten. Door middel van een vragenlijst werden heel wat mensen en sleutelfiguren ondervraagd. De inspiratie van het onderzoek is geput uit de methode van een grootschalig leefbaarheidsonderzoek dat in 1996 in Nederland werd uitgevoerd. De bevragingswijze biedt tal van voordelen: - Het bevragen van sleutelfiguren komt tegemoet aan een aantal methodologische problemen in het kader van een vergelijkend wijkonderzoek. Bewoners van verschillende wijken hebben immers telkens een referentiekader, waardoor ze geen relatief oordeel kunnen geven ten opzichte van andere wijken. - De mensen hebben bovendien ook de neiging om de situatie waarin ze zich bevinden, positiever te beoordelen (cognitieve dissonantietheorie). - Tot slot is er het selectie-effect: bewoners die echt ontevreden zijn, zijn reeds verhuisd en zouden niet meer tot de steekproef behoren. Op de volgende pagina’s geven we de resultaten weer voor de desbetreffende wijk van de bevraging van de sleutelpersonen. Meer bepaald gaat het om de zestien gemeten dimensies van leefbaarheid, gequoteerd op tien, zoals deze naar voren zijn gekomen uit het leefbaarheidsonderzoek46. Van de grafiek zijn zowel de eigenlijke scores af te lezen als de mate waarin elk van de scores afwijkt ten opzichte van hun respectievelijke gemiddelden. We geven hieronder de volledige benaming van de zestien dimensies, evenals de gemiddelde score (dus voor alle 71 wijken samen genomen) en de standaardafwijking. Afkorting Dimensie van leefbaarheid Gemiddelde Std. ZEB Veiligheid oversteekplaatsen 6,2 1,9 VOET Veiligheid voetpaden 6,5 2,0 VEIL Fiets- en kindvriendelijk verkeer 5,6 1,6 CRIM Veiligheid m.b.t. criminaliteit 6,4 1,5 UITZ Uitzicht/aantrekkelijkheid wijk 6,6 1,4 HINDER Afval- en lawaaihinder 6,5 1,6 STAAT Staat/onderhoud publieke ruimte 6,6 1,5 PUBL Voldoende publieke ruimte 6,2 1,9 PRYS Betaalbaar wonen 4,9 1,7 SAMEN Samenleven/overeenkomen bewoners 6,3 1,3 PERMANEN Permanente bewoning 7,5 1,8 ONTMOET Voldoende ontmoetingsmogelijkheden 5,3 1,9 ARMOEDE Armoede/lage inkomens 6,9 2,2 BETROK Betrokkenheid bewoners 5,8 1,8 BELEID Betrokkenheid bewoners bij beleid, e.o. 6,0 1,5 VOORZ Voorzieningen 6,0 1,8 Gebruikte afkorting, betekenis, gemiddelde en standaardafwijking van de zestien dimensies 45 46 Leefbaarheidsonderzoek van de Kust, Meire en Bracke, 2004 De effecten van het al dan niet inwoner zijn van de wijk en van de categorie sleutelpersoon waartoe men behoort onder controle gehouden. 80 De hoogte van de grafiekbalken geeft dus de score weer die deze wijk kreeg op de desbetreffende dimensie. De kleur van elk van de balkjes, verwijst naar hun gestandaardiseerde score, of met andere woorden: hun afwijking ten opzichte van de gemiddelde score van die dimensie. De legende van de kleuren ziet er als volgt uit: Beter dan gemiddeld (tussen 0 en +1 standaardafwijking van gemiddelde) Behoorlijk beter dan gemiddeld (tussen +1 en +2 standaardafwijkingen) Veel beter dan gemiddeld (tussen +2 en +3 standaardafwijkingen) Slechter dan gemiddeld (tussen 0 en –1 standaardafwijking van gemiddelde) Behoorlijk slechter dan gemiddeld (tussen -1 en –2 standaardafwijking) Veel slechter dan gemiddeld (tussen -2 en –3 standaardafwijking) Uitzonderlijk slechter dan gemiddeld (meer dan –3 standaardafwijkingen ) Er worden ook een aantal cijfers meegegeven met betrekking tot de wijk: aantal inwoners/huishoudens, jongeren (- 20 jaar), ouderen (60+), hoogbejaarden (80+), alleenstaanden, gezinnen met kinderen, eenoudergezinnen en tenslotte het aantal woningen waarvan de eigenaar de bewoner is. Met uitzondering van dit laatste kengetal, dat afkomstig is uit het Kadaster, 2003, zijn alle andere gegevens afkomstig uit het Rijksregister, gemeten op 01.01.2004. Door het koppelen van deze gegevens aan de verschillende adrespuntenkaarten van de respectievelijke gemeenten, kunnen deze cijfers op het wijkniveau bekomen worden. Deze zogenaamde adrespuntenkaarten zijn in geen enkel van de gevallen volledig. Of met andere woorden: het aantal gezinnen en inwoners waarover gegevens beschikbaar zijn in de respectievelijke gemeenten is dus niet gelijk aan het totaal aantal gezinnen en inwoners in die gemeenten. Deze adrespuntenkaarten worden continu door de gemeenten verbeterd. Dit is een uiterst positieve ontwikkeling, maar houdt meteen ook in dat vergelijkingen over de jaren heen momenteel niet helemaal correct zijn. Een stijging van het aantal inwoners kan namelijk zowel het gevolg zijn van een effectieve stijging van het aantal inwoners als ook van een verbeterde adrespuntenkaart. Om de bruikbaarheid van het gegeven cijfermateriaal op te schroeven, worden in onderstaande tabel de vergelijkbare (en beschikbare) gegevens op gemeentelijk, provinciaal en gewestelijk niveau weergegeven. 81 St. Joris 10 8 6 4 2 0 VOORZ BELEID BETROK ARMOEDE ONTMOET PERMANEN SAMEN PRYS PUBL STAAT HINDER UITZ CRIM VEIL VOET ZEB Inwoners/huishoudens: Aandeel jongeren: Aandeel senioren: Aantal hoogbejaarden: Aandeel alleenwonenden: Aandeel gezinnen met kinderen: Aantal eenoudergezinnen: Aandeel woningen waarvan eigenaar bewoner: 84/34 24% 18% 0 24% 26% 2 % Deze kleinere kern die tot Nieuwpoort behoort, kenmerkt zich door zijn aantrekkelijkheid naar jonge gezinnen en kinderen. Het dorpsplein is in feite een speelplein en ondanks de nabijheid van een drukke weg, wordt de verkeersveiligheid er toch positief ervaren. Binnenkort zal de kern ook wel nog wat uitbreiden met een nieuwe verkaveling – een verkaveling die zich eerder richt tot de (hogere) middenklasse. Sowieso maakt ook hier de afstand tot voorzieningen dat je als inwoner van deze wijk over eigen vervoer moet beschikken. De wijk wordt bijgevolg door de sleutelpersonen als onaantrekkelijk voor ouderen en gezinnen met een laag inkomen beschouwd. Stuiverwijk, Monoblock Coupe Gorge 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 VOORZ BELEID BETROK ARMOEDE ONTMOET PERMANEN SAMEN PRYS PUBL STAAT HINDER UITZ CRIM VEIL VOET ZEB Inwoners/huishoudens: aandeel jongeren: aandeel senioren: aantal hoogbejaarden: aandeel alleenwonenden: Aandeel gezinnen met kinderen: Aantal eenoudergezinnen: Aandeel woningen waarvan eigenaar bewoner: 2195/903 24% 29% 159 30% 29% 46 48% De Stuiverwijk en Monobloc-Coupe Gorge worden vooral gekenmerkt door de sociale woningbouw. In tegenstelling tot heel wat andere wijken met overwegend sociale woningen, krijgen de Stuiverwijk en Monobloc-Coupe Gorge van de sleutelpersonen toch betere tot behoorlijke betere punten dan gemiddeld. Qua leeftijd van de inwoners bemerken we enerzijds een goede mix van jong en oud. Maar anderzijds valt toch ook wel het hoge aantal hoogbejaarden in de wijk op. Verder kan, op basis van het leefbaarheidsonderzoek althans, weinig over deze wijk opgemerkt worden. 82 Nieuwpoort Bad Nieuwpoort Bad 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 VOORZ BELEID BETROK ARMOEDE ONTMOET PERMANEN SAMEN PRYS PUBL STAAT HINDER UITZ CRIM VEIL VOET ZEB Inwoners/huishoudens: Aandeel jongeren: Aandeel senioren: Aantal hoogbejaarden: Aandeel alleenwonenden: Aandeel gezinnen met kinderen: Aantal eenoudergezinnen: Aandeel woningen waarvan eigenaar bewoner: 1732/1045 10% 45% 120 54% 10% 36 9% De badplaatswijk Nieuwpoort Bad onderging in de laatste jaren een ware metamorfose. Straten werden heraangelegd, voetpaden verbreed, oudere woningen vervangen door appartementsgebouwen enz. De meeste sleutelpersonen menen dan ook dat het uitzicht van deze wijk in de laatste vijf jaar merkbaar verbeterde. Toch komt de aantrekkelijkheid van de wijk momenteel nog wat in het gedrang, en dit vooral door de verkeersdrukte enerzijds en de vele aan de hand zijnde werken anderzijds. De verkeersdrukte in deze wijk beperkt zich niet tot de zomer en brengt zelfs de leefbaarheid van de naburige (Simli)wijk in het gedrang. Alternatieve oplossingen zouden tot ieders tevredenheid – inwoner én toerist – kunnen bijdragen. Verder kenmerkt de wijk zich ook door haar profilering naar de beter gegoeden. Dit neemt echter niet weg dat een wijk met dergelijke leeftijdskenmerken, aandeel alleenstaanden, druk van toerisme, enz. hoogstwaarschijnlijk een verzwakt sociaal weefsel kent. Deze (vermeende) slechte sociale kwaliteit van de wijk, en de druk op de leefbaarheid vanwege de verkeersdrukte zijn de twee voornaamste aandachtspunten voor Nieuwpoort Bad. 83 Middenstad/Sluizen Middenstad-Sluizen 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 VOORZ BELEID BETROK ARMOEDE ONTMOET PERMANEN SAMEN PRYS PUBL STAAT HINDER UITZ CRIM VEIL VOET ZEB Inwoners/huishoudens: Aandeel jongeren: Aandeel senioren: Aantal hoogbejaarden: Aandeel alleenwonenden: Aandeel gezinnen met kinderen: Aantal eenoudergezinnen: Aandeel woningen waarvan eigenaar bewoner: 2231/1021 22% 26% 111 37% 25% 34% 55% De meeste leefbaarheidsaspecten in deze centrumwijk van Nieuwpoort krijgen toch een slechtere beoordeling vanwege de sleutelpersonen. Zowel veiligheids-, fysieke als sociale kenmerken doen het slechter tot behoorlijk slechter dan gemiddeld. Behalve het mooie marktplein, wordt deze wijk eerder ‘grijs’ ervaren, zo leren de antwoorden op de open vragen ons. Dit ‘grijs’ kan geenszins op de inwoners slaan: centrumwijk zijnde, kent deze wijk eigenlijk een vrij jonge bevolking. En in tegenstelling tot heel wat andere centrumwijken, is het aandeel hoogbejaarden er eerder gemiddeld. Opvallend afwezig in het straatbeeld van deze wijk is (sociale) publieke ruimte: pleintjes, parkjes, plaatsjes die uitnodigen om even halt te nemen te midden de drukte die deze wijk kent. Hier samen met bewoners rond werken, kan een aanknopingspunt zijn om ook de betrokkenheid van deze bewoners te verhogen. De wijk is tenslotte ook één van de acht wijken waarvan de sleutelpersonen zo goed als zeker zijn dat er sprake is van kamerwonen. Ramskapelle NP Ramskapelle NP (kern) 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 VOORZ BELEID BETROK ARMOEDE ONTMOET PERMANEN SAMEN PRYS PUBL STAAT HINDER UITZ CRIM VEIL VOET ZEB Inwoners/ huishoudens: aandeel jongeren: aandeel senioren: aantal hoogbejaarden: aandeel alleenwonenden: aandeel gezinnen met kinderen: aantal eenoudergezinnen: aandeel woningen waarvan eigenaar bewoner: 302/119 24% 20% 5 21% 35% 3 82% Ramskapelle is één van de twee polderdorpjes die in 1971 bij Nieuwpoort werden aangehecht. Net zoals de meeste wijken in het hinterland, wordt ook Ramskapelle gekenmerkt door zijn jongere bevolking en aantrekkingskracht naar jonge gezinnen toe. Immers, voor deze gezinnen is de afstand tot de voorzieningen minder problematisch dan voor ouderen. Bovendien – en dit merken we tevens in Ramskapelle – is de woningduurte er minder onderhevig aan de druk van de tweede verblijvenmarkt en is het wonen er voor jongere inwoners nog relatief haalbaar. Ramskapelle krijgt van de sleutelpersonen een zo goed als volledige positieve beoordeling. In de open vragen worden het buurtinformatienetwerk en het bloeiende verenigingsleven geprezen. 84 Jachthavenwijk Jachthavenwijk 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 VOORZ BELEID BETROK ARMOEDE ONTMOET PERMANEN SAMEN PRYS PUBL STAAT HINDER UITZ CRIM VEIL VOET ZEB Inwoners/huishoudens: Aandeel jongeren: Aandeel senioren: Aantal hoogbejaarden: Aandeel alleenwonenden: Aandeel gezinnen met kinderen: Aantal eenoudergezinnen: Aandeel woningen waarvan eigenaar bewoner: 1360/451 24% 21% 70 10% 37% 7 92% De Jachthavenwijk is een woonwijk die overwegend bewoond wordt door wat men noemt tweeverdienersgezinnen. Aan de rand en fysisch van de wijk gescheiden, bevinden zich ook een aantal sociale woningen. Verder kenmerkt deze wijk zich door een heel jonge bevolking; het is één van de jongste wijken aan de kust en kent bovendien het laagste aandeel alleenstaanden. Op de leefbaarheid van de wijk hebben de sleutelpersonen eigenlijk weinig op te merken. Enkel de betrokkenheid van de bewoners op het wijkgebeuren en de betrokkenheid van de bewoners bij het beleid e.a. doen het iets minder goed dan gemiddeld. Simliwijk Simliwijk 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 VOORZ BELEID BETROK ARMOEDE ONTMOET PERMANEN SAMEN PRYS PUBL STAAT HINDER UITZ CRIM VEIL VOET ZEB Inwoners/huishoudens: Aandeel jongeren: Aandeel senioren: Aantal hoogbejaarden: Aandeel alleenwonenden: Aandeel gezinnen met kinderen: Aantal eenoudergezinnen: Aandeel woningen waarvan eigenaar bewoner: 682/327 14% 39% 43 33% 14% 5 37% Deze oudere villawijk van Nieuwpoort krijgt van de sleutelpersonen zowel een aantal heel positieve punten als een aantal heel negatieve beoordelingen. Vooral de slechte scores op de veiligheidsaspecten springen in het oog. De verkeersdrukte en het tekort aan parkeermogelijkheden in het toeristisch centrum – Nieuwpoort Bad- laten zich ook in deze wijk voelen. Fysisch wordt de wijk gekenmerkt door de niveauverschillen (duinen) en grasbermen. Samen zorgen deze twee eigenschappen er dan voor dat de wijk als vrij onveilig – voornamelijk verkeersonveilig - wordt ervaren. Positief zijn de goede punten op een aantal meer sociale kenmerken van de wijk, en dit ondanks het feit dat de wijk een eerder eenzijdige samenstelling qua sociale klasse heeft en ook heel wat tweedeverblijven kent. Wat hiervan aan de oorzaak ligt, is op basis van dit leefbaarheidsonderzoek niet duidelijk, maar zou wel als inspiratiebron kunnen dienen voor gelijkaardige wijken die het heel wat slechter doen op de sociale kenmerken. 85 III FENOMENEN Aan de hand van een analyse van de hoogste criminaliteitscijfers en maatschappelijke onveiligheidsgevoelens worden fenomenen zichtbaar. De fenomenen ‘inbraak’, ‘fietsdiefstal’ en ‘sociale overlast’ werden voor onze zone Westkust weerhouden. Onder ‘sociale overlast’ vinden we onder meer vandalisme, overlast door jongeren, druggebruik bij jongeren, hondepoep en sluikstorten, buurtinformatienetwerken en resocialisatie van probleemjongeren. 3.1. DISPOSITIEF COÖRDINATIE 3.1.1 BESCHRIJVING Nieuwpoort zal samen met Koksijde en De Panne een uniform preventie- en veiligheidsbeleid voeren. Alle doelstellingen zullen, op enkele uitzonderingen na, geformuleerd worden voor het ganse grondgebied van de politiezone. Hiertoe werd een protocolakkoord afgesloten tussen deze drie gemeenten. De algemene doelstelling van het dispositief coördinatie is de aanwending van het strategisch veiligheids- en preventieplan en het totstandbrengen, bevorderen en besturen van een lokaal geïntegreerd en integraal preventiebeleid. Onder dit dispositief wordt voorzien in bekwaam personeel, vorming, logistieke ondersteuning, overlegfora, een goede adminstratieve en financiële werking van het plan, samenwerkingsverbanden en informatie naar de bevolking. Er wordt een personeelslid van het niveau 1 behouden voor de functie van intern evaluator. De intern evaluator wordt ook ten behoeve van Koksijde en De Panne aangesteld, zoals bepaald in het protocolakkoord. Deze intern evaluator zal voor elke gemeente evaluatie maken van de fenomenen binnen het plan en is tevens verantwoordelijk voor de criminaliteitsanalyse binnen de zone Westkust. De persoon aangesteld als preventieambtenaar voor de gemeente Koksijde, zal deze functie eveneens uitoefenen voor de stad Nieuwpoort. Hiertoe werd een protocolakkoord ondertekend. Rekening houdende met de omzendbrief d.d. 11 maart 1998, wordt er een consultatieve preventieraad opgericht, als overlegforum. De taak van de Preventieraad is de gemeenteoverheid en de verschillende organen van het gemeentebestuur, ieder wat zijn bevoegdheid betreft, van advies te dienen in hun preventie- en veiligheidsbeleid. Andere overlegstructuren zijn de maandelijkse bijeenkomsten van de preventiediensten en de deelname aan zittingen van de zonale veiligheidsraad. Daarnaast worden ook interne vergaderingen gehouden. De informatie naar de bevolking toe wordt gegeven door middel van brochures en folders die ter beschikking gesteld worden bij diverse gemeentelijke diensten en affiches uithangen op diverse plaatsen in het straatbeeld. De dienst preventie is ook met een preventiestand aanwezig op avondmarkten en andere toeristische evenementen, om bekendheid te geven aan de dienst en hun acties. De veiligheidsbeambten zijn tot slot dagelijks in het straatbeeld aanwezig en maken de diensten, werking en specifieke acties van de preventiedienst door middel van ‘mond-aan-mond-reclame’ bekend. De BIN-leden worden geïnformeerd rond de werking van het BIN via een krantje dat door het BIN-netwerk wordt uitgegeven. 86 3.1.2 SWOT-ANALYSE Strength Elke preventiedienst heeft een eigen coördinator, dit maakt het makkelijker om lokale problemen aan te pakken en kort op de bal te spelen Er zijn duidelijke en realiseerbare doelstellingen geformuleerd wat betreft de coördinatie van de dienst. Weakness Door de gemeentelijke autonomie worden de afstemmingsmogelijkheden bemoeilijkt. Opportunity De opmaak van een lokale Veiligheidsdiagnostiek is een kans om de beleidslijnen beter op elkaar af te stemmen. Threats Functies van intern evaluator en preventieambtenaren hangen af van de subsidies van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Diverse uitvoerende niveaus bemoeilijken de werking en coördinatie 3.1.3 CIJFERS In 2004 kwam de preventieraad 2 maal samen, namelijk op 25 maart en 30 september. In 2005 kwam de preventieraad 1 maal samen, dit op 8 december. De preventieraad neemt plaats in de Raadzaal van het gemeentehuis van De Panne. Er worden een aantal keer per jaar overlegmomenten georganiseerd met de coördinatoren van de drie preventiediensten, de zonechef en de conflictbemiddelaars, de zonale preventievergadering. Al naargelang de agendapunten worden er deskundigen uitgenodigd. In 2004 kwamen we 7 maal samen en in 2005 slechts 4 maal. Dit doordat de intern evaluator (secretaris) van deze vergaderingen een tijd afwezig was wegens ziekte. De lokale coördinatoren van het Kustactieplan worden ook een aantal keer per jaar uitgenodigd op vergaderingen van in het stadhuis van Oostende. In 2004 werd 4 keer een vergadering gehouden en in 2005 eveneens 4 keer. 3.2. FENOMEEN INBRAAK 3.2.1 BESCHRIJVING De regio Westkust is traditioneel een welvarende streek, met bijzonder veel zelfstandige ondernemers. Daarnaast werkt de regio, met zijn vele handelszaken, tweede verblijven en uitstekende verbindingswegen als een magneet voor lieden met criminele bedoelingen. Het fenomeen inbraak (diefstal in woningen, winkels en bedrijven), zorgt ook voor een groot onveiligheidsgevoel. De veiligheidsbeambten voeren sensibiliseringsacties door, de federaal ter beschikking gestelde, brochures, leaflets en affiches een zo ruim mogelijke verspreiding te geven. De veiligheidsbeambten voeren in samenwerking met de politie afwezigheidstoezicht uit. Er wordt technopreventief advies gegeven op vraag van en aan de personen die het slachtoffer zijn van een inbraak. Dit gebeurt door een technopreventief adviseur (TPA) die de slachtoffers informeert over het bestaan van de dienst slachtofferhulp van de politie, die kan zorgen voor verdere doorverwijzing. Daarnaast licht hij de burger in over het bestaan van inbraakpremies. De technopreventief adviseur staat ook in voor sensibilisering van alle actoren die iets met de bouw te maken hebben. Er worden voordrachten georganiseerd voor de eigenaars van handelszaken, personen die het slachtoffer geworden zijn van een inbraak en andere geïnteresseerden. 87 3.2.2 SWOT-ANALYSE 3.2.3 CIJFERS Strength Goede samenwerking politie en preventie Goede taakverdeling Competente medewerkers Voldoende bijscholingsmogelijkheden voor TPA’s Bestaand en goed gekend premiestelsel Weakness Complexe administratieve verwerking Opportunity Implementeren van info en knowhow van externe partners in het gehele systeem Voorzien in bijscholing Threats Afschaffing van premiestelsel zal zorgen voor verminderde interesse bij de doelgroep en zal resulteren in minder beveiliging en uiteindelijk groter risico op inbraak Aantal Vakantietoezichten Bedrag aan inbraakpremies Aantal controles Aantal adviezen 2003 200 4 2005 2006 208 Geen gegevens 62 4960,00 euro 33 2141,44 euro 107 3988,63 euro Geen gegevens 198 (Koksijde en Nieuwpoort) Geen gegevens 217 (Koksijde en Nieuwpoort) 15 17 26 26 3.3. FENOMEEN FIETSDIEFSTAL 3.3.1 BESCHRIJVING Fietsdiefstal is in onze zone één van de grootste problemen. In de drukke zomermaanden zien we dat het fenomeen fietsdiefstal nog toeneemt. Een ander probleem is het aantal gevonden fietsen dat niet kan teruggeven worden aan de rechtmatige eigenaar. Er worden door de veiligheidsbeambten sensibiliseringsacties georganiseerd en toezicht gehouden op diefstalgevoelige plaatsen. Op regelmatige tijdstippen worden er gratis fietsgraveeracties georganiseerd. Bedoeling is om enerzijds zoveel mogelijk fietsen te registreren, en anderzijds de aangiftebereidheid van slachtoffers van een fietsdiefstal te verhogen. In samenwerking met de politiediensten worden de gevonden fietsen opgehaald en de eigenaars van de teruggevonden fietsen opgespoord. Indien mogelijk worden deze fietsen terugbezorgd aan de eigenaars. 3.3.2 SWOT-ANALYSE Strength Grote bekendheid van fietsgraveeracties Grote vraag naar graveeracties Goede samenwerking met politie ICT-ondersteuning van politie Goede infrastructuur Weakness Onvoldoende bekendheid van premies fietssloten Stroeve samenwerking met fietshandelaars ART-keurlijst is te beperkend naar fietsgebruikers Opportunity Nieuwe lijst genereren al dan niet in samenwerking met fietshandelaars Threats Vasthouden aan huidig systeem en werkwijze (i.v.m. fietssloten) 88 3.3.3 CIJFERS Aantal gegraveerde fietsen Aantal premies fietssloten: Aantal Bewaakte Fietsstallingen Aantal opgehaalde fietsen 3.4. 3.4.1 20 04 376 2005 631 2006 490 0 1 3 5 4 40 38 0 (worden niet meer bewaakt) 37 SOCIALE OVERLAST BESCHRIJVING Dit fenomeen is meervoudig en kan heel ruim geïnterpreteerd worden. Doordat dit een heel subjectief fenomeen is, kunnen er in de toekomst meer pijnpunten naar boven komen, waarrond gewerkt zal worden. Voorlopig werd het fenomeen opgesplitst in vier delen: Als eerste hebben we het druggebruik bij jongeren. Een algehele abstinentie van legale en illegale drugs is in onze samenleving niet haalbaar. Jongeren worden steeds vaker en jonger geconfronteerd met drugs. Dit resulteert in een stijgende jeugdcriminaliteit en hangt samen met een stijgend agressief gedrag onder en door jongeren. Een tweede onderdeel van de sociale overlast is de problematiek van rondhangende jongeren, fuifgangers, … die voor de andere bevolkingscategorieën voor overlast van lawaai en/of vandalisme zorgen en een gevoel van onveiligheid bij hen teweegbrengen. Een volgend punt is de overlast die ervaren wordt door hondepoep en sluikstorten. Een vierde gedeelte is het algemeen stijgend onveilgheidsgevoel door recreatie- en erosievandalisme. 3.4.2 SWOT-ANALYSE 3.4.3 CIJFERS Strength Overleg dynamische persoonlijkheden Brugfunctie politie-burgers Verbetering leefbaarheid Onmisbare actoren binnen de diverse preventieprojecten Lage toegankelijksdrempel Zichtbaar in het straatbeeld Vertrouwd in de omgeving Voorkomen van overlast Weakness Gebrek aan FTE Te weinig bekendheid bij het grote publiek Opportunity Voorzien in bijikomend/vervangend en geschoold personeel naar de toekomst toe. Exhausievere promotiemiddelen door overkoepelende instanties (scholen, seniorenraad) Threats Beperkte financiële armslag die belet dat er bijkomend personeel aangeworven wordt. Uitdovend karakter van veiligheidsbeambten is een bedreiging voor de continuïteit van alle projecten. De cijfers voor dit fenomeen kan men terugvinden onder het hoofdstuk 2.3.1.2 Criminaliteitscijfers van de zone westkust en 2.3.2.3 Veiligheidsmonitor. 89 IV CONCLUSIE In deze lokale veiligheidsdiagnostiek zijn de ontwikkelingen op het gebied van veiligheid beschreven. De lokale veiligheidsdiagnostiek biedt voor alle direct betrokkenen en diverse partners die zich met het thema veiligheid bezighouden aanknopingspunten om inhoud te geven aan het integrale veiligheidsbeleid in de gemeente of stad. Ook kan het een aanzet zijn om de ontwikkeling van het beleid te monitoren. Er is een onderlinge vergelijking mogelijk doordat deze lokale veiligheidsdiagnostiek ook in andere gemeenten wordt uitgevoerd (benchmarking). Om een actueel en integraal beeld te krijgen van de veiligheid in een gemeente is het belangrijk medewerking van de externe partners te krijgen. Uit deze veiligheidsdiagnostiek kan de algemene conclusie worden getrokken dat Nieuwpoort slechts op een aantal aspecten veiliger is geworden (autodiefstallen en bromfietsdiefstallen). We stellen vast dat een aantal fenomenen aan het stijgen zijn, namelijk fietdiefstallen, inbraak in woningen en winkeldiefstallen. Het fenomeen autodiefstallen heeft een dalende trend met in 2004 12 feiten. In 2000 werden er 33 autodiefstallen geregistreerd. Bromfietsdiefstallen zijn sinds 2001 bestendig aan het dalen. In 2001 werden er 37 feiten vastgesteld ten opzichte van 14 feiten in 2004. Wat de diefstallen uit voertuigen betreft, zien we een stabiel verloop tussen 2000 en 2004 met jaarlijks gemiddeld 33 feiten. In 2002 was er wel een piekmoment van 47 diefstallen uit voertuig. In de periode 2000-2004 werden er jaarlijks gemiddeld 109 fietsen gestolen in Nieuwpoort. Er is een stijgende trend merkbaar in 2003 en 2004 met respectievelijk 144 en 117 fietsdiefstallen. Het fenomeen handtasdiefstal is vrij stabiel en is niet echt een probleem in Nieuwpoort (gemiddeld 3 feiten per jaar). De inbraken in woningen vertonen een sterk stijgend verloop van 31 feiten in 2000 naar 69 feiten in 2004. Dit is meer dan een verdubbeling. Motordiefstallen zijn in Nieuwpoort een verwaarloosbaar fenomeen. Het aantal winkeldiefstallen is sinds 2000 (22 feiten) zo goed als verdubbeld in de jaren 2003 (40 feiten) en 2004 (37 feiten). Als we de stad Nieuwpoort vergelijken met het arrondissement Veurne, de provincie West-Vlaanderen en nationaal, zien we dat er drie fenomenen (fietsdiefstal, inbraak in woning en winkeldiefstal) stijgen, terwij deze op de andere niveaus stabiel blijven of dalen. De inwoners van Nieuwpoort voelen zich, vergeleken met de inwoners van België, relatief veilig. De top-5 van de problemen die de inwoners ervaren zijn onaangepaste snelheid in het verkeer, inbraak in woningen of andere gebouwen, fietsendiefstal, agressief verkeersgedrag en diefstal uit auto’s. Van de conclusies uit deze lokale veiligheidsdiagnostiek volgt hieronder per veiligheidsaspect een uitgebreide samenvatting. Jeugdcriminaliteit Er werd geen analyse van de jeugdcriminaliteit uitgevoerd. Deze analyse zal onderdeel vormen van een later onderzoek. Subjectieve veiligheid De inwoners van Nieuwpoort voelen zich, vergeleken met de inwoners van België, relatief veilig. 90 V SAMENVATTING VEILIGHEIDSMONITOR Oneiligheidsgevoelens De onveiligheidsgevoelens zijn afgenomen sinds 2004. 37,8% van de respondenten van Nieuwpoort geven aan zich nooit onveilig te voelen binnen de gemeentegrenzen. De grootste groep ondervraagden die zich altijd en vaak onveilig voelen, zijn de 65 plussers. De meeste mensen (31,2%) vermijden om de kinderen ergens naartoe te laten gaan om zichzelf veiliger te voelen. Buurtproblemen In de ogen van de bewoners van Nieuwpoort komen onaangepaste snelheid in het verkeer en agressief verkeersgedrag en inbraak in woningen veel voor. Ook rommel op straat en diefstal uit auto’s scoren relatief hoog. Gezien de eerste twee feiten niet langer weerhouden worden door het VSP, moet men vooral inbraak in woning, en rommel op straat als de belangrijkste aan te pakken buurtproblemen beschouwen. Diefstal in auto’ s wordt voorlopig niet aangepakt. Eventuele acties zullen afhangen van de evolutie van het fenomeen. Slachtofferschap De meest genoemde delicten in 2006 zijn vernieling van een auto en diefstal van een fiets. Vervolgens komen poging tot inbraak, gevolgd door vernieling algemeen . Aangiftebereidheid Als we het totaal overzien, lijkt het aangiftepercentage redelijk. 100% van de slachtoffers van met name diefstal in woning, diefstal van een auto en diefstal uit een voertuig auto doen hiervan aangifte bij de politie. Redenen van het doen van aangifte is ten eerste om de gestolen goederen te recuperen. Ten tweede gelden andere redenen. Aan de aan andere kant doen relatief veel mensen geen aangifte van de categorie, vernielingen van de auto (32,31%), vernieling algemeen (50%), poging tot inbraak (53,85%) en fietsdiefstal (54,55%) … . 91 VI SUGGESTIES VOOR PRIORITEITEN IN LOKAAL VEILIGHEIDSBELEID Op basis van deze inventarisatie en analyse van de veiligheid en leefbaarheid in de stad Nieuwpoort zouden volgende onderwerpen met voorrang moeten worden aangepakt in het kader van het lokale veiligheidsbeleid. - Fietsdiefstal - Diefstal in woning - Sociale overlast (met onder andere vandalisme) Deze onderwerpen komen naar voren uit de objectieve en subjectieve benadering van de veiligheid. Naar de toekomst toe wordt gekeken hoe de fenomenen ‘winkeldiefstal’ en ‘diefstal uit voertuig’ evolueren. Indien dit een blijvende stijgende trend vertoont, zullen hier acties rond gevoerd worden en zal dit als prioriteit worden opgenomen in de volgende diagnostiek of in de vervolgacties van deze diagnostiek. 92 VII Gegevensbronnen en referenties Actieplannen verkeersveiligheid, 2006 BIN charter, 2002 Cursus criminologie, Hebberecht, 1999 Cursus criminaliteitspreventie Cursus praxis – vps 2006 Cultuurbeleidsplan 2002 Datawarehouse, extractie 2002-2005 FPF/DGS/DSB/Beleidsgegevens 2004-2006 Het leven zoals het is : de Kust, Leefbaarheidsonderzoek van de kust: M. Meire, P. Bracke, 2004 ISLP databank extractie 2002-2005, 2006 Jaarverslag PZ Westkust 2005-2006 Jaarverslag OCMW 2005 Jeugdwerkbeleidsplan 2005-2007 NIS PolFed/DGS/DSB/B Veiligheidsmonitor 2004 REA-databank Parket Veurne, 2006 VDAB www.infozone.be www.vlaanderen.be/aps www.lokalestatistieken.be, 2006 www.infozone.be/documentatie/kadernota integrale veiligheid 2004 Zonaal Veiligheidsplan 2005 - 2008 93 VIII Bijlagen ALGEMEEN 1. gannt-chart GANNT CHART Projectnaam:lokale veiligheidsdiagnostiek Nieuwpoort Projectleider: Barbara Wyseure 2006 Naam Actie ID Projectnr. 1 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Jan Feb Mar Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec start project: gegevensverzameling terugkoppeling redactieteam en sponsor basisversie LVD afwerken eerste versie laten goedkeuren in Brussel en door sponsor zwangerschapsverlof int. Evaluator terugkeer zwangerschapsverlof ziekteverlof intern evaluator terugkeer intern evaluatorherwerken layout LVD De Panne door foute manipulatie … 2007 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Naam Actie Jan Feb Mar Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec cursus Veiligheidsmonitor VSP verder afwerken LVD 3 gemeenten terugkoppeling afgewerkte versie LVD Koksijde naar redactieteam terugkoppeling afgewerkte versie LVD Nieuwpoort naar redactieteam terugkoppeling afgewerkte versie LVD De Panne naar redactieteam 2 PCDA Cirkel: planning Start-en Planfase Naam Projectleider Sponsor lokale veiligheidsdiagnostiek Barbara Wyseure zonechef, N. Paelinck Opdrachtdefinitie Vraag: Maak een volledige veiligheidsdiagnostiek op volgens de lokale problematieken. (Key Succes Factor) Scope: / toepassingsgebied: Nieuwpoort, Koksijde en De Panne randvoorwaarden: geen sleutelfiguren: (stakeholders) wie heeft belang bij de opmaak van het document? Zonechef Parket Stads-en gemeentebestuur SLIV-Binnenlandse Zaken 94 Doelstelling: Aan de hand van deze diagnostiek een duidelijk beeld krijgen over welke problemen specifiek zijn voor onze stad/gemeente en hierop inspelen door projecten te ontwikkelen. Analyse: Benchmarks: evaluaties VSP, sociaal beleidsplan (OCMW) Hefbomen voor verbetering Running: kostenraming (nihil) Validering: goedkeuring opstart in de zonale vergadering dd 17/2/06 Projectplanning RedactieTeam: Barbara Wyseure (intern evaluator preventiecontracten Nieuwpoort, De Panne, Koksijde) Nicholas Paelinck (zonechef politie Westkust) Johan Segaert (procesbegeleider zone westkust) Stefan Mathys (politiesecretaris van politie Westkust) Stefanie Weerbrouck (preventiedienst Koksijde) Marie Declercq (preventiedienst De Panne) Partners: Secretaris OCMW De Panne DMI stad De Panne bevolkingsdienst De Panne ontvangerij stad De Panne Nikka Breem of Jochen Despeghel (conflictbemiddelaars Nieuwpoort, De Panne en Koksijde) Strategisch analist AIK Parket Veurne Terugkoppeling naar: politiecollege (burgemeesters) en preventieraad Validering: ok dd 17/2/06 Opties:/ Plan: Begin: februari ’06 Maandelijks: samenzitten interne werkgroep Maandelijks: terugkoppeling in zonale vergadering Maandelijks: samenzitten redactieteam Tweewekelijks: contactname partners voor cijfermateriaal Eind: juni ‘06 GANNT-chart Taakverdeling: Johan Segaert: alle zonale cijfers 2003-2004-2005 AIK: cijfers ANG 2003-2004-2005 Parket: cijfers sepot, recidive, aanhoudingen 2003-2004 ivm vermogenscriminaliteit en drugs Recherche: cijfers ivm drugs 2003-2004 Conflictbemiddelaars: meldingen overlast 2004-2005-2006 Milieudienst/ontvangerij: aantal retributies 2004-2005 Bevolking: demografische gegevens, socio-economische gegevens Validering: goedgekeurd in zonale preventievergadering dd 17/2/06 Do-Fase Startvergadering beleggen ivm uitvoering. Deze vergadering ging door op 29/03/06. Rapportering, zowel intern als extern (zoals voorzien in het communicatieplan). Check + Act-Fase Validering: 4 mei 06: ok Bijsturing: deadline wordt vervroegd naar eind mei 06 (inzake zwangerschap intern evaluator) Projectevaluatie en aanvulling, eventuele bijsturing, eindevaluatie. 95 CIJFERTABELLEN tabel : evolutie van de diefstallen in Nieuwpoort voor de jaren 2000-2004. Diefstallen criminele figuren 2000-2004 NIEUWPOORT 2000 Predictie 2001 Predictie 2002 Predictie 2003 Predictie 2004 Predictie Autodiefstal 33 33 11 11 13 13 18 18 12 13 Bromfietsdiefstal 17 17 37 37 23 23 16 16 14 15 2 2 2 2 Diefstal gewapenderhand Diefstal uit voertuig 3 3 35 35 35 47 47 47 32 32 32 34 Fietsdiefstal 94 94 102 89 89 89 142 144 117 126 Handtasdiefstal 3 3 4 4 4 4 3 3 2 2 Havendiefstal 1 1 Inbraak in woning 31 31 46 55 55 55 51 52 69 74 Motordiefstal 1 1 1 Winkeldiefstal 22 22 32 37 37 37 40 40 37 40 240 240 268 268 268 269 304 308 285 307 Totaal Tabel: Totaal aantal criminele feiten per maand & per gemeente in 2005 1 Jan 2 F eb Maa Ap r 3 Mei Ju n Ju l 4 Au g Sep Okt To taal Nov Dec De Panne 93 67 75 105 99 115 175 208 103 38 47 68 1.193 Kok sij de 138 131 158 149 103 136 188 218 109 75 57 73 1.535 79 74 66 128 91 95 114 122 73 59 51 65 1.017 310 272 299 382 293 346 477 548 285 172 155 206 3.745 Nieuw poort To taal: Tabel: Cijfers vermogenscriminaliteit Zone Westkust (PCS) Autodiefstal 2001 56 2002 61 2003 48 2004 38 104 354 122 134 91 306 121 140 3 20 147 6 13 137 68 504 95 139 2 27 106 59 408 121 129 5 21 117 Bromfietsdiefstal Fietsdiefstal Diefstal uit voertuig Inbraak in woning diefstal gewapenderhand handtasdiefstal winkeldiefstal Tabel: cijfers vermogenscriminaliteit Arrondissement Veurne Veurne PCS overzicht 2000 - 2005 Autodiefstal Bromfietsdiefstal Diefstal gewapenderhand Diefstal uit voertuig Fietsdiefstal 2000 174 144 10 259 677 2001 123 183 6 244 718 2002 106 154 17 263 599 2003 92 115 9 207 862 2004 93 92 7 229 644 2005 68 96 5 207 645 96 Handtasdiefstal Inbraak in woning Motordiefstal Winkeldiefstal 23 415 3 190 38 374 5 211 25 439 4 192 41 356 2 165 25 396 2 195 18 296 2 144 Tabel: cijfers vermogenscriminaliteit provincie West-Vlaanderen West-Vlaanderen PCS overzicht 2000 - 2005 2000 1.566 2.022 93 2.957 8.859 402 4.431 49 2.316 Autodiefstal Bromfietsdiefstal Diefstal gewapenderhand Diefstal uit voertuig Fietsdiefstal Handtasdiefstal Inbraak in woning Motordiefstal Winkeldiefstal 2001 1.310 2.128 69 3.742 9.130 560 4.163 55 2.522 2002 1.080 2.026 155 3.411 8.300 659 4.238 71 1.977 2003 885 1.610 102 2.881 9.019 624 3.860 56 2.132 2004 806 1.075 84 2.719 7.659 444 3.863 39 2.096 2005 659 1.066 82 2.996 8.238 372 3.967 60 2.125 Tabel: cijfers vermogenscriminaliteit België Nationale Cijfers PCS overzicht 2000 - 2005 2000 37.600 10.648 4.133 81.061 33.508 9.178 85.604 1.185 19.394 Autodiefstal Bromfietsdiefstal Diefstal gewapenderhand Diefstal uit voertuig Fietsdiefstal Handtasdiefstal Inbraak in woning Motordiefstal Winkeldiefstal 2001 32.882 10.913 3.962 93.273 32.510 10.158 81.379 1.243 18.374 2002 28.448 10.376 4.554 97.923 33.408 10.932 88.234 1.332 17.281 2003 22.721 8.965 4.240 89.221 36.995 9.674 70.826 1.248 17.688 2004 18.695 7.348 3.626 83.789 33.554 7.847 60.784 1.304 18.124 2005 16.512 6.619 3.579 78.090 35.714 7.316 60.624 1.176 18.947 Tabel :gegevens uit REA-databank Diefstal van een wagen vonnis De Panne Nieuwpoort Koksijde eindtotaal vonnis waartegen beroep 0 0 2 2 zonder gevolg eindtotaal 10 1 4 15 10 1 7 In onderzoek Info 2 3 3 Voeging Ter beschikking raadkamer 0 1 1 Vonnis 3 1 7 5 4 3 0 0 1 1 Gegevens woninginbraak Arrest Hof van Beroep De Panne Nieuwpoort Koksijde De Panne Nieuwpoort Koksijde 1 0 0 Vonnis op verzet 1 2 strafbemiddeling 3 5 2 zonder gevolg 0 1 eindtotaal 151 126 107 185 147 143 97 Aantal drugsfeiten arrest Hof van Beroep ter beschikking info voeging bezit amfetamine, XTC vonnis zonder gevolg 1 bezit cannabis 1 2 bezit cocaïne 5 1 bezit heroïne LSD Eindtotaal 7 1 2 1 1 1 1 verdovende middelen 1 2 6 4 2 11 26 Eindtotaal 2 2 8 4 6 16 38 Gegevens diefstal fiets/bromfiets Gevolg De Panne Koksijde Nieuwpoort Eindtotaal arrest Hof van Beroep 1 1 te betekenen 1 1 Vonnis 2 2 zonder gevolg 3 2 3 8 Eindtotaal 6 3 3 12 Gegevens: Dealen van drugs De Panne Koksijde Nieuwpoort Eindtotaal Informatie 1 1 1 2 Voeging 1 Vonnis 5 5 vonnis op verzet 2 2 vonnis waartegen beroep 1 1 Zitting 5 5 zonder gevolg Eindtotaal 8 8 1 1 1 17 Tabel : overzicht aantal betrokkenen dossiers conflictbemiddelaars 2002-2005 2004 Datum Af Aantal betrokkenen Ramskapelle spp + plein 8/3/2004 29/4/2004 1 Avonturenpark 30/3/2004 21/6/2004 4 Ankerstr, astridpark, tramhaltes 30/3/2004 3/6/2004 1 Immo Eecke 12/5/2004 8/12/2004 21 Skateramp Ramskapelle 19/5/2004 25/8/2004? 1 Canadalaan 2/6/2004 17/3/2005 9 98 Van Clichthovenstraat 3/6/2004 21/6/2004? 33 T. Goedhuisplein 17/6/2004 14/8/2004 2 Financiecentrum 16/8/2004 23/8/2004? 2 T. Goedhuisplein 27/8/2004 12/5/2005 8 Spp Nieuwpoort-Bad 1/9/2004 4/11/2004 10 Spp Stuiverwijkskateramp 2/9/2004 ? 9 AstridparkLeopoldIIpark 8/9/2004 13/7/2005 1 LeopoldIIpark 13/9/2004 13/7/2005 1 12-22/10/2004 13/7/2005 122 3/11/2004 12/7/2005 1 Schooloverlast Nwpt Seastarterminal Totaal aantal meldingen 2004 = 16 2005 Totaal aantal betrokkenen 2004 = 226 Datum Af Aantal betrokkenen AlbertIlaan 5/2/2005? ? 1 W. De Roolaan 8/2/2005 23/5/2005 2 Schipstraat 17/2/2005 12/7/2005 7 St. Bernarduscollege 12/4/2005 29/9/2005 1 Plein Stuiverwijk 29/4/2005 Nog openstaande melding 3 AlbertIlaan 1/6/2005 12/9/2005 1 99 Spp Stuiverwijk, Avonturenpark 3/6/2005 28/9/2006 21 Koolhofput 9/6/2005 27/11/2005 11 Plein Ramskapelle 17/6/2005 12/9/2005 2 Stuiverwijk 22/6/2005 23/6/2005 1 Nijverheidstraat 10/8/2005 7/9/2005 1 Totaal aantal meldingen 2005: 19 2006 Totaal aantal betrokkenen: 120 Datum Af Aantal betrokkenen Garage Astridlaan 21/1/2006 7/3/2006 1 Tram Nwpt-De Panne 9/2/2006 8/11/2006 2 R. Vyveystraat 15/3/2006 19/4/2006 2 T. Goedhuisplein 28/7/2006 21/11/2006 1 Stuiverwijk 5/8/2006 28/9/2006 7 Totaal aantal meldingen 2006 = 5 Totaal aantal betrokkenen = 13 100