Chemisch Rekenen & Zuren en Basen 3 Gassen 3.1 Molair volume van gassen Het volume van een stof wordt natuurlijk bepaald door het aantal deeltjes, de grootte van de deeltjes en de afstand tussen de deeltjes. We kennen de betrekking: massa = volume • dichtheid. Als de temperatuur stijgt, zetten stoffen uit: de afstand tussen deeltjes wordt groter, het volume neemt toe. De druk heeft ook invloed op het volume, vooral bij gassen. Daarom is de dichtheid afhankelijk van temperatuur en druk. Je hebt bij het berekenen van het volume van 1 mol van een gas kunnen zien, dat je steeds hetzelfde volume vindt. De verklaring hiervoor is dat bij gassen de afstand tussen de moleculen zo groot is, dat de grootte van de moleculen geen invloed heeft op de dichtheid en het volume. Er blijven dan slechts drie factoren over die het volume van een gas bepalen: - het aantal moleculen (of het aantal mol); - de temperatuur; - de druk. We kunnen het ook zo zeggen: Als de temperatuur en druk vastliggen, dan hangt het volume van een gas alleen af van het aantal moleculen. Dit geldt voor alle gassen, dus het doet er niet toe over welk gas we het hebben. De Italiaan Avogadro (1776-1856) formuleerde bovenstaande conclusie als volgt: wet van Avogadro Molair volume Gelijke volumes van gassen bevatten onder dezelfde omstandigheden evenveel moleculen (en dus evenveel mol). Uit deze wet van Avogadro volgt: Het volume van 1 mol van een gas wordt alleen bepaald door temperatuur en druk. Het ligt bij iedere temperatuur en druk vast en het volume van 1 mol wordt het molair volume of molvolume genoemd. De afkorting hiervoor is Vm. Als molair volume kom je vaak tegen: Vm (T = 273 K, ρo = 1 atm) = 22.4 dm3 Vm (T = 298 K, ρo = 1 atm) = 24.5 dm3 standaardomstandigheden Uit deze twee waarden kun je zien, dat de waarde van Vm sterk afhangt van de standaardomstandigheden. Chemici hebben daarom standaardomstandigheden afgesproken. Dat heeft duidelijke voordelen: Als waarden onder dezelfde omstandigheden gemeten worden, dan kun je ze vergelijken. Voor gassen wordt onder standaardomstandigheden verstaan: – Een temperatuur T = To van 273 K (dat is 20 °C) – Een druk p = po van 1 atmosfeer (dat is 1.013 kPa) Opmerking: Als bij een grootheid een nulletje staat, zoals bij po en To, dan gaat het over een afgesproken standaardomstandigheid. Het molair volume Vm is voor alle gassen onder dezelfde omstandigheden gelijk. Als je het aantal mol ngas gas kent, dan is het eenvoudig om het volume Vgas van een gas te berekenen. De formule luidt: Vgas = ngas • Vm Waarin: 13 Chemisch Rekenen & Zuren en Basen Vgas : ngas : Vm : volume van een gas in L (dm3) aantal mol gas molair volume in L/mol bij gegeven temperatuur en druk In schema: × Vm Voorbeeld Bereken het volume van 0.400 mol methaan bij 273 K en po. Oplossing: Zoek het molair volume (Vm) bij 273 K en p0. Dat is 22.4 dm3/mol. Je kunt dan direct Vgas berekenen door de formule Vgas = ngas • Vm in te vullen: Vgas = 0.400 mol • 22.4 dm3/mol = 8.96 dm3. Wanneer het volume van het gas gegeven is, kun je met het molair volume natuurlijk ook het aantal mol berekenen. Voorbeeld Bereken het aantal mol in 3.4 L helium van 298 K en p = p0. Oplossing: Invullen van Vm in de formule Vgas = ngas • Vm . Dus 3.4 L = nHe • 24.5 L/mol ; nHe = 3.4 L/24.5 L • mol–1 = 0.14 mol. 14 Chemisch Rekenen & Zuren en Basen De formule Vgas = ngas • Vm kunnen we ook onderbrengen in het blokschema van paragraaf 2.2 . We krijgen dan: Vgas (L) ×Vm (L/mol) m(stof) × Mw (g/mol) : ρ (g/mL of g/cm3) n(stof) : V (L) × NA (aantal deeltjes / mol) (mL of cm3) 15 Chemisch Rekenen & Zuren en Basen Uit het schema blijkt dat we uit een bepaald volume van een gas eenvoudig de massa kunnen berekenen en omgekeerd. Als gegevens hebben we daarvoor nodig: MW (stof) en Vm. De berekening verloopt in twee stappen: - van gasvolume naar aantal mol van aantal mol naar massa Voorbeeld Bereken de massa van 10.0 L koolstofdioxide (T = 273 K, p = p0) Oplossing: n gas = 10.0 L / 22.4 L • mol–1 = 0.44643 mol koolstofdioxide; m = 0.44643 mol • 44.01 g • mol–1 = 19.6 g koolstofdioxide. 16