O EFENTOETS M A S S A M E D I A (HAVO en VWO) 1. Zijn onderstaande beweringen over ‘massamedia’ waar of niet waar ? (5 punten) a. Het Commissariaat van de Media is een onafhankelijke instantie die zowel commerciële als publieke omroepen controleert op naleving van de Mediawet. b. De STER is een overheidsfonds waaruit noodlijdende dagbladen worden gefinancierd. c. Het ministerie van Binnenlandse Zaken is verantwoordelijk voor het mediabeleid. d. Er is sprake van subjectief nieuws wanneer een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen feiten en meningen. e. Groot-Brittannië heeft een omroepbestel dat zowel uit publieke als uit commerciële omroepen bestaat. f. CNN is een Amerikaanse publieke omroep. g. Een ‘boulevard’-krant is een dagblad voor hoger opgeleide lezers uit de Randstad. h. Radio Oranje, opgericht door het verzet aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, was de voorloper van de TROS. i. De bioscoop is een massamedium. j. Nederland 1, Nederland 2 en Nederland 3 zijn publieke omroepen. 2. In de Telegraaf van 23 december jongstleden stond het volgende bericht: ”[ ] Uit gisteren gepubliceerde gegevens blijkt dat de oplages van het Rotterdams Dagblad (-8%), Haagsche Courant (-7%) en Utrechts Nieuwsblad (-6%) zwaar onder druk staan. Deze regionale kranten staan op het punt te fuseren met het Algemeen Dagblad. De nieuwe fusiekrant [ ] moet in augustus 2005 voor het eerst van de persen rollen. PCM en Wegener lijken van plan de nieuwe krant ook op zondag te laten verschijnen. “ a. Vanwege het grote oplageverlies hebben de hierboven genoemde kranten besloten te fuseren. Leg uit hoe een fusie van verlieslijdende kranten kan leiden tot een winstgevende krant. (4 punten) b. Beredeneer welke mogelijke doelgroep de nieuwe fusiekrant zal hebben. Tip: kijk goed naar de dagbladen die opgaan in de nieuwe fusiekrant ! (3 punten) c. Wie zijn PCM en Wegener ? (2 punten) 3. De berichtgeving over de tsunami-ramp in het gebied rond de Indische Oceaan is in de landelijke dagbladen heel verschillend. Hieronder staan 3 fragmenten van artikelen die op de dezelfde dag (dd 30-122004) op de voorpagina van 3 landelijke dagbladen stonden. Lees ze aandachtig: I. “Rode Kruis: meer dan 100.000 doden (kop). [ ] Het Internationale Rode Kruis verwacht dat het aantal doden in de getroffen landen rond de noordoostelijke punt van de Indische Oceaan samen boven de 100.00 zal uitkomen. [ ] Alleen al op het Indonesische eiland Sumatra zijn volgens de telling van het ministerie van Gezondheid in Jakarta bijna 52.000 mensen om het leven gekomen. Gisteren al waarschuwde de WHO voor een verdubbeling van het dodental door ziektes in de nasleep van de ramp van afgelopen zondag. [ ] Globaal worden vanuit de Europese landen nog bijna 5000 toeristen –waaronder 1000 Duitse en 1500 Zweedse toeristen- vermist die in Thailand vakantie hielden. De Duitse bondskanselier Schröder noemde de ramp…..[ ]” II. “Iedereen geeft gul aan Azië (kop). Nederland komt massaal in actie voor hulp aan de slachtoffers van de watersnoodramp in Azië. Jong en oud, particulier en bedrijf, iedereen slaat de handen ineen om geld in te zamelen. [ ] Voor veel mensen steekt de ellende schril af tegen het naderende feestgedruis van oud en nieuw. [ ]” III. “Alleen in Atjeh al 80 duizend doden (kop). Verkenningen vanuit de lucht door Indonesische militairen hebben woensdag aan het licht gebracht hoe zwaar Atjeh is getroffen. In dit noordelijke deel van Sumatra, vlakbij het epicentrum van de zeebeving, zal het dodental vermoedelijk oplopen tot vijftig- a tachtigduizend. [ ] De aantallen gewonden en daklozen lopen in de honderdduizenden. Vijf miljoen mensen moeten dringend worden geholpen met drinkwater, voedsel, medicamenten, kleding en onderdak [ ]” a. Geef aan uit welk dagblad de fragmenten I, II en III afkomstig zijn. (3 punten) b. Leg je keuze van krant bij fragment I uit aan de hand van 2 relevante argumenten. Gebruik hierbij voorbeelden uit het krantenbericht. (2 punten) c. Doe hetzelfde bij fragment II. (2 punten) d. Doe tenslotte hetzelfde bij fragment III. (2 punten) 4. Beantwoord onderstaande vragen over de volgende 6 buitenlandse dagbladen: I. Frankfurter Allgemeine II. Die Welt III. Bild Zeitung IV. The Sun V. The Guardian VI. The Washington Post a. Uit welke landen komen deze landelijke dagbladen ? Noteer de Romeinse cijfers met daarachter de naam van het land. (3 punten) b. Welke 2 dagbladen zijn populaire dagbladen ? (2 punten) c. De Britten spreken van ‘tabloids’ en ‘broadsheets’ . Wat bedoelen ze met deze 2 termen ? (2 punten) 5. Er wordt al sinds jaar en dag flink geruzied in politiek Den Haag over de publieke omroepen. Stel, jij bent de staatssecretaris van Mediabeleid. Je wilt in de Tweede Kamer duidelijk maken dat het maar eens afgelopen moet zijn met het geruzie. Schrijf een betoog van ongeveer 100 woorden waarin je je standpunt over het afschaffen dan wel het behouden (maak een keuze !!!) van de publieke omroepen duidelijk uiteen zet. (5 punten) 6. Het volgende krantenbericht stond vanochtend op de voorpagina van de Volkskrant: “Van Aartsen kiest voor leiderschap: In de VVD is gisteren positief gereageerd op de openlijke sollicitatie naar het politieke leiderschap van Jozias van Aartsen. Hij kondigde woensdagnacht op televisie aan dat hij “de ambitie heeft leider te worden”. [ ] Tot nu toe deelde hij het politieke leiderschap met vice-premier Zalm. Dit veroorzaakte volgens veel VVD’ers onduidelijkheid. Van Aartsen geeft nu voor het eerst toe dat deze situatie in de VVD-partijleiding “niet ideaal is “. [ ] In de VVD is onrust ontstaan over de slechte opiniepeilingen. Ex-VVD’er Wilders staat in een van de peilingen op 18 zetels, de VVD nog maar op 19.” (dd 17-12-2004) a. Welke 8 criteria gebruiken krantenredacties bij hun selectie uit het ruime aanbod van nieuwsgebeurtenissen ? (4 punten) b. Aan welke selectiecriteria voldoet bovenstaand artikel ? (3 punten) c. Toon dit aan met behulp van een citaat per selectiecriterium. (3 punten) 7. Lees onderstaand krantenfragment (‘2006 wordt jaar van waarheid voor kranten’; dd 04-01-’06) en beantwoord de bijbehorende vragen: “[ ] De neerwaartse trend werd een paar jaar geleden ingezet. Jaarlijks levert de krant enkele procenten in. Langzaam maar zeker worden de problemen nijpender. De totale verspreide oplage van de Nederlandse kranten daalde tussen 2002 en 2005 met een half miljoen kranten tot 3.851.265. [ ] Met nieuwe initiatieven proberen uitgevers de neerwaartse trend te stuiten.” a. Bedenk 2 plausibele verklaringen voor de dalende verkoop van kranten. (2 punten) b. In regel 5/6 is er sprake van nieuwe initiatieven om dalende verkoopcijfers tegen te gaan. Hierbij moet de uitgeverij rekening houden met het redactiestatuut. Waarom ? (4 punten) c. Bedenk een maatregel die krantenuitgeverijen kunnen nemen om dalende verkoopcijfers tegen te gaan. (2 punten) 8. Lees onderstaand recent krantenfragment en beantwoord de bijbehorende vragen: “CIA-agenten zijn gedesillusioneerd: journalist Risen onthulde het afluisterprogramma van Bush’. James Risen (46) slentert binnen. Afgetrapte spijkerbroek, handen in de zakken. Een zachte stem. Sinds hij vorige maand in de krant The New York Times het binnenlandse spionageprogramma van de regering-Bush onthulde, is hij een van de meest besproken reporters in de VS. Deze week publiceerde Risen, gespecialiseerd in inlichtingendiensten, het boek State of War: the secret history of the CIA and the Bush-administration , een boek over de Amerikaanse aanpak van het internationale terrorisme. [ ]” a. Dit fragment is afkomstig uit het NRC Handelsblad. Waaraan kun je dat zien ? Noem 2 inhoudelijke kenmerken. (2 punten) b. Tot welke categorie journalist behoort de Amerikaan Risen ? Leg je antwoord uit aan de hand van info uit het tekstfragment. (2 punten) 9. Er bestaan veel soorten tijdschriften in Nederland, bijvoorbeeld vakbladen en special-interestbladen. a. Geef het verschil tussen beiden aan. Gebruik in je antwoord van beide soorten een voorbeeld. (2 punten) b. Welke 6 soorten ken je nog meer ? (3 punten) c. Hieronder zie je de (ingekorte) inhoudsopgave van een bepaald tijdschrift. Beoordeel aan de hand van de thema’s om welk soort tijdschrift het gaat: (2 ½ punten) - profiel van de Groningse dichter C.O.Jellema - ontmoeting met europarlementarier Cohn-Bendit - fotoreportage van kerstmaaltijden in 6 Nederlandse gezinnen - interview met wetenschapper Peter Watson - stripverhaal ‘Een kerst met Johan Remkes’ (minister van BZK) 10. Hieronder volgen 5 krantenkoppen op de voorpagina van een Britse krant op 2 januari jongstleden.: I. ”Austrians promise Blair an EU battle” II. ”Zero tolerance urged on foreign criminals” III. ”Russia accuses Ukraine of stealing gas” IV. ”Corner shops face closure” V. ”British skydivers killed in Australia plane crash” Beredeneer aan de hand van de thema’s en de wijze van formulering van bovenstaande krantenkoppen of je hier te maken hebt met een populaire krant of een kwaliteitskrant. (3 punten) 11. Om het huidige Nederlandse omroepbestel beter te kunnen begrijpen, moet je in de historie van Nederland duiken. Het tijdperk van de verzuilde samenleving is hierbij van grote betekenis. a. In welke tijdsperiode was er in Nederland sprake van verzuiling ? (2 punten) b. Onze samenleving was in die tijd niet homogeen maar verdeeld in 4 subculturen, oftewel ‘zuilen’. Noem deze 4 zuilen. (2 punten) c. Elke zuil had o.a. zijn eigen krant en zijn eigen omroepvereniging. Noem bij elke zuil de bijbehorende omroep en krant. (4 punten) 12. Nederland heeft sinds de beginjaren 90 zowel publieke als commerciële omroepen. a. Hoe heet een dergelijk omroepbestel ? (2 punten) b. Is Nederland uniek met een dergelijk omroepbestel ? Zo nee, noem 2 landen die ook een omroepbestel hebben met publieke en commerciële omroepen. (2 punt) Tot de dag van vandaag treden nieuwe commerciële en publieke omroepen toe tot het Nederlandse omroepbestel, denk aan Talpa, LLiNK en MAX. Maar terwijl Talpa een commerciële onderneming is en daarmee vrij is om uit te zenden, moeten de oprichters van Link en MAX voldoen aan een aantal criteria voordat zij toestemming krijgen van de overheid om uit te zenden. c. Noem 4 criteria waaraan een publieke omroep moet voldoen om zendtijd en overheidssubsidies te krijgen. (4 punten) d. Behalve deze criteria zijn er nog meer verschillen te noemen tussen de publieke en de commerciële omroepen. Noem nog 2 verschillen. (4 punten) 13. Stel dat je voor een werkstuk voor Maatschappijleer uitsluitend informatie uit Nederlandse regionale en landelijke dagbladen mag halen. a. Welke kranten kun je het beste raadplegen wanneer je informatie zoekt over de onderstaande thema’s: (3 punten) I. showbizz-huwelijken van bekende soapsterren en voetballers II. overeenkomsten tussen christelijke en islamitische feesten III. Henk Westbroek als kandidaat voor het Utrechtse burgemeesterschap IV. de invloed van de oorlog in Irak op de wereldeconomie V. de geschiedenis van de Friese Elfstedentocht VI. de toenemende kiezersaanhang van de PvdA tijdens de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen. b. Leg elk van je keuzen kort uit. (3 punten) 14. De landelijke dagbladen maakten gisteren allemaal melding van de ramp in Polen door een instortend dak van een jaarbeurshal. a. Van welk landelijk dagblad is deze kop: ”Dodental Polen stijgt” ? (1 punt) b. Van welk landelijk dagblad is deze kop: ”Het dak stortte in als een harmonica” ? (1 punt) c. Behalve de kop zijn er nog andere verschillen te ontdekken tussen de twee krantenberichten over de Poolse ramp. Bedenk 2 belangrijke inhoudelijke verschillen tussen de krantenberichten die bij deze koppen horen. (2 punten) 15. Zijn onderstaande beweringen over het thema ‘massamedia’ waar of niet waar ? (5 punten) a. Massamedia worden gekenmerkt door een hoge mate van interactiviteit. b. De voorpagina van het NRC Handelsblad lijkt qua lay-out veel op die van Trouw. c. De Nederlandse commerciële omroepen hoeven zich niet te houden aan de reclamebepalingen van de Mediawet. d. PCM is een krantenconcern dat zowel de NRC uitgeeft als de Trouw en de Volkskrant. e. De overheid bemoeit zich niet met de geschreven pers. f. Bloggers en twitteraars zijn als burgerjournalisten niet gebonden aan de journalistieke normen rond objectiviteit. g. Spits en Metro zijn landelijke dagbladen want ze zijn in heel Nederland te koop. h. De Volkskrant was oorspronkelijk een socialistische krant. i. De invoering van de algemene leerplicht aan het begin van de 19e eeuw was een noodzakelijke stap in de ontwikkeling van het boek en de krant als massamedium. j. Een doelgroep is een groep mensen die een krant of een tijdschrift financieel ondersteunen. 16. Verklaar onderstaande bewering aan de hand van de 4 kenmerken van een massamedium. Let op: noem deze kenmerken expliciet in je uitleg ! (4 punten) “Het is tegenwoordig nog onduidelijk of internet een massamedium kan worden genoemd !” 17. In het Volkskrant-magazine van 23 december j.l. stond het volgende citaat van Jan Wolkers: ”Het klinkt als het intrappen van een open doodkist, maar het sterven is de enige zekerheid in het leven. “ Vervolgens legt de auteur een link met kranten door zijn opmerking: ”Men trekt vaak in twijfel wat er in de kranten geschreven wordt, maar ik heb nog nooit iemand over de pagina met rouwadvertenties horen zeggen: ‘Ze kunnen zo veel beweren’, en ‘We laten ons niet in de maling nemen’.” a. Leg uit waarom lezers vaak in twijfel trekken wat er in de kranten staat ? Gebruik in je antwoord het begrip ‘objectiviteit’. (2 punten) b. Objectiviteit is een journalistiek principe waar alle serieuze journalisten zich aan houden. Welke 3 journalistieke principes ken je nog meer ? (3 punten) 18. Lees onderstaand krantenfragment (titel ‘Een nieuw jaar is begonnen’, dd 0601-‘06) en beantwoord de bijbehorende vragen. ”We leven weer in een nieuw jaar ! Het verwelkomen van 2006 is vrij rustig verlopen. De meeste mensen vierden het thuis met oliebollen, appelflappen en champagne. Er waren wel wat kleine incidenten in het land, een paar ongelukken met vuurwerk en de brandweer moest vaak uitrukken. [ ] Op de eerste dag van het nieuwe jaar namen 8000 mensen een traditionele nieuwjaarsduik in het koude zeewater bij Scheveningen. En over tradities gesproken…de nieuwjaarszoen is er ook zo een. Tot ver in januari vliegen mensen je om de hals om je een goed jaar te wensen. Goedbedoeld, maar niet iedereen vindt deze traditie fijn. Als het aan psycholoog Kohnstamm ligt, is de nieuwjaarszoen niet langer vanzelfsprekend. Iedereen moet dat gewoon voor zichzelf weten. Hij richtte de site www.zoenbutton.nl op. [ ] ” a. Uit welke krant is dit krantenfragment afkomstig ? Kies uit: (2 punten) I. Kidsweek II. Telegraaf III. Spits! IV. AD/Utrechts Nieuwsblad b. Geef 2 argumenten voor je antwoord op bovenstaande vraag. (4 punten) 19. Bekijk onderstaande tabel (uit 2004) aandachtig. Formuleer je antwoorden nauwkeurig en met argumenten ! a. Welke conclusie kun je trekken t.a.v. de krantenvoorkeur van senioren (50+) in Nederland ? (3 punten) b. Welke algemene conclusie kun je trekken uit deze tabel ? (2 punten) c. Het lezersprofiel van een krant is opgebouwd uit een aantal ‘indicatoren’. Leeftijd is zo’n indicator, waarbij ‘leeftijdscategorieën 15-24 jaar, 25-34 jaar, enzovoort’ (kwantificeerbare) variabelen zijn. I. Bedenk 4 aanvullende indicatoren die relevant zijn voor het lezersprofiel van een krant. (2 punten) II. Noem bij elk van deze 4 indicatoren mogelijke variabelen. (2 punten) d. Het Algemeen Dagblad is in de zomer van 2005 een fusie aangegaan met een aantal noodlijdende regionale dagbladen. De eerste oplagecijfers (uit december 2005) van deze fusie geven een treurig beeld. Geef hiervoor een mogelijke verklaring. (2 punten) 20. Lees onderstaande krantenfragment en beantwoord daarna de bijbehorende vragen: ”Digitale kranten winnen terrein in oplagecijfers: De oplagen van de meeste kranten zijn ook in het derde kwartaal van 2006 gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2005. Alleen Het Financieel Dagblad (3.2 %), Het Parool (0.2 %) en Trouw (0.7 %) zagen hun oplage stijgen. Dat bleek woensdag uit cijfers van het oplage-instituut HOI. De totale oplage van de kranten van uitgeefconcern PCM nam desondanks toe met 6.8 procent, maar die groei komt vrijwel geheel op conto van de nieuwe tabloid ‘nrc.next’, die sinds maart 2006 verschijnt. [ ] De oplage van de Volkskrant daalde met 3.4 % naar 278.922 exemplaren. Het aantal lezers met een webabonnement nam echter fors toe: de Volkskrant had in het derde kwartaal 17.652 abonnees van de webeditie, een stijging van 78.1 procent. NRC Handelsblad had er 6703. De totaal verspreide oplage van het AD is in het derde kwartaal van 2006 behoorlijk gedaald: van 582.950 naar 522.650 exemplaren. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat de AD-cijfers uit 2005 slechts een maand betreffen. In september 2005 fuseerde het AD met 7 regionale kranten. Daardoor telt alleen de maand september mee met het derde kwartaal 2005. De Telegraaf zag de oplage dalen van 765.210 naar 735.088. Uit onderzoek van het bureau Cebuco blijkt verder dat de nieuwssites van kranten erg goed worden bekeken. Het bezoek aan dagbladportals steeg in 2006 met 19.9 procent. Cebuco concludeert uit dit cijfer dat dagbladen nog steeds sterke merken zijn.[ ]” (bron: de Volkskrant, dd 14-12-2006) a. Ondanks een dalende oplage is De Telegraaf nog steeds veruit het grootste landelijke dagblad van Nederland. Een achterliggende succesfactor zou het efficiënte management van de Telegraaf Media Groep (TMG) kunnen zijn. In elk geval heeft het succes van De Telegraaf zeker ook iets te maken met haar doelgroep. Maak het causale verband tussen het succes van De Telegraaf en haar doelgroep duidelijk. (2 punten) b. Vergelijk de doelgroepen van nrc.next en NRC Handelsblad met elkaar. Noem 2 relevante verschillen. (2 punten) c. Wat wordt bedoeld met het begrip ‘tabloid’ in deze context (regel 8) ? (1 punt) d. Bedenk 2 plausibele redenen voor de populariteit van webabonnementen t.o.v. papieren abonnementen van kranten. (2 punten) 21. Lees onderstaande tekst en beantwoord daarna de bijbehorende vragen: ”Een krant die een regering kan breken: Mag je Gazeta Wyborcza een politiek geëngageerde krant noemen ? Stel die vraag aan de Poolse vice-premier Lepper en er is geen twijfel mogelijk: enkele weken geleden beschuldigde de leider van de regerende ‘Zelfverdedigingspartij’ de belangrijkste Poolse krant van het beramen van een staatsgreep. Die ‘staatsgreep’ bestond uit een reportage waarin Lepper door een gewezen partijgenote van seksueel misbruik werd beschuldigd. Volgens Lepper wilde de krant zo de regering ten val brengen. Bijgestaan door de ‘Liga van Poolse Families’-partij (de coalitiepartner van de Zelfverdedigingspartij) vroeg hij de rechter om een onderzoek te starten. Met het vriendelijke verzoek om de verschijning van Gazeta Wyborcza stop te zetten. Dat gerechtelijk onderzoek kwam er ook, alleen is het niet gericht tegen de krant maar tegen de praktijken die bij de grootste regeringspartij schering en inslag bleken. Recent werd een naaste medewerker van Lepper door het Poolse gerecht beschuldigd van verkrachting. Als hij straks ook zelf in het beklaagdenbankje moet plaatsnemen, lijken zijn dagen in de regering-Kazynski geteld. Bij Gazeta Wyborcza zouden ze daar niet rouwig om zijn. Hoofdredacteur Michnik heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij de populisten en hun bondgenoten het liefst van het politieke toneel zou zien verdwijnen. ‘Laten we er alles aan doen’, schreef hij dit voorjaar, ‘om onbeschoftheid en demagogie de pas af te snijden. Zij zijn de voorlopers van dictatuur en domheid’. [ ] Mede dankzij zijn stevige journalistieke reputatie haalt de Gazeta Wyborcza een gemiddelde betaalde oplage van 445.000 exemplaren per dag, meer dan zijn 2 belangrijkste concurrenten bij elkaar. [ ] De manier waarop Gazeta Wyborcza voortdurend de oorlog verklaart aan corruptie kan symbool staan voor de maatschappelijke betrokkenheid van de 780 journalisten sterke redactieploeg. ‘Wij waren en zijn geen objectieve waarnemers van de Poolse problemen’, schreef Michnik n.a.v. de tiende verjaardag van de krant in 1999. ‘Wij waren en blijven actieve deelnemers aan de strijd in Polen’.” (bron: de Volkskrant, dd 30-12-’06) a. Onderaan deze bladzijde zie je een afbeelding van de voorpagina van de Poolse krant Gazeta Wyborcza. Is deze krant een kwaliteitskrant of een populaire krant ? (1 punt) b. Bepaal de politieke signatuur van de Gazeta Wyborcza op basis van de informatie uit de tekst. Illustreer je antwoord met 2 citaten uit de tekst. (2 punten) c. Hoofdredacteur Michnik van Gazeta Wyborcza is geboren en getogen in het communistische Polen van vóór de val van de Berlijnse Muur. Dit verklaart zijn afkeer tegen dictaturen. Leg uit waarom persvrijheid en een (communistische) dictatuur niet samengaan. (2 punten) d. Welke politieke functies herken je in de tekst ? Onderbouw je antwoord met relevante tekstregels. (4 punten) Voorpagina Gazeta Wyborcza: