1 Economie in de krant: Voor verbetering vatbaar In het kader van het project 'De krant gevisiteerd' heeft een onderzoeksteam van de Katholieke Universiteit Brabant de economische verslaggeving in de Nederlandse landelijke dagbladen onderzocht. De conclusie luidt dat de feitenweergave gebrekkig is, analyses en achtergronden grotendeels ontbreken, en dat de rol van de economische wetenschap in de krant klein is. NRC (door het leggen van verbanden) en FD (met een uitgebreide financiële berichtgeving) onderscheiden zich in positieve zin. De krant speelt een belangrijke rol in het dagelijks leven: volwassen Nederlanders lezen er per dag gemiddeld een half uur in, hetgeen op jaarbasis neerkomt op het equivalent van een maand werk. Is de krant zoveel aandacht waard? Is elke krant zoveel aandacht waard of zijn er verschillen tussen kranten? Benadrukt de ene krant andere onderwerpen dan de andere; is er, met andere woorden, sprake van horizontale productdifferentiatie? Is er sprake van verticale productdifferentiatie, d.w.z. zijn er kwaliteitsverschillen? Hoe is het krantenaanbod afgestemd op de vraag; werkt de berichtgevingsmarkt? Hoewel antwoorden op de bovenstaande vragen voor elke krantenlezer interessant zijn, heeft een econoom er een bijzonder belang bij. Economisch nieuws neemt in de krant een belangrijke plaats in en de econoom consumeert dit nieuws met speciale belangstelling. Economen produceren het nieuws voor een deel ook zelf, bijvoorbeeld via columns van vooraanstaande wetenschappers. De economische wetenschap wordt desondanks regelmatig verweten dat zij zich te weinig inlaat met de economische problemen van alledag. Van diverse zijden is betoogd dat het niet goed functioneren van de economische journalistiek hiervoor een reden zou kunnen zijn.1 Ook is het mogelijk dat economen hun producten via het journalistieke kanaal niet goed aan de man brengen. In beide gevallen zouden we moeten constateren dat de economische verslaggeving in de krant tekort schiet. Ook zijn economen professioneel in de werking van deze markt geïnteresseerd. De krantenmarkt is bijzonder vanwege het prijskartel. De Nederlandse Dagbladpers (NDP) betoogt dat uitsluiting van prijsconcurrentie in het algemeen belang is, omdat dit tot concurrentie op kwaliteit en een pluriform aanbod leidt. 2 Is het Nederlandse krantenaanbod inderdaad pluriform en van hoge kwaliteit? In een poging bovenstaande vragen te beantwoorden heeft onze onderzoeksgroep gedurende een maand (tussen 15 april en 13 mei) alle algemene landelijke kranten, alsmede het Financieele Dagblad (FD), intensief gevolgd. Het resultaat van onze inspanningen wordt beschreven in dit themanummer van ESB. Uiteraard was onze onderzoeksruimte beperkt. Zelfs over een tijdspanne van een maand bevatten de zes landelijke dagbladen en het FD een immense hoeveelheid economische informatie. Om toch een beeld te krijgen van de verschillen tussen kranten in hun verslaggeving op diverse terreinen, hebben we er voor gekozen om de kranten te volgen op een beperkt aantal thema's, die op dat moment in het nieuws waren. Gekozen is voor verslaggeving ten aanzien van het minimumloonplan, "oververhitting" en de 1 Zie de bijdrage van Frank Kalshoven. Zie ook diverse bijdragen in P. van Bergeijk. L. Bovenberg, E. van Damme en J. van Sinderen (red.): Economic Theory: Art or Asset?, Edward Elgar, 1997. 2 De economische theorie suggereert dat dit argument onjuist is. In een model à la Hotelling leidt intensere prijscompetitie tot meer pluriformiteit: om de scherpe concurrentie te vermijden worden de producten meer gediversificeerd. 2 (ludieke) discussie rond het wetenschappelijk onderzoek naar de noodzaak van een tweede Maasvlakte. Deze onderwerpen worden elders in dit themanummer apart besproken. Bovendien is voor iedere krant een profiel geschreven (zie kaders). In de rubriek Monitor verstrekken we tenslotte kwantitatieve gegevens over het aanbod van economisch nieuws in de dagbladen, met speciale aandacht voor de beursberichtgeving. Dit inleidende artikel bevat een algemeen overzicht en trekt een aantal conclusies. Na een korte beschrijving van de invalshoek van ons onderzoek beschrijven we allereerst de vraag naar economisch nieuws. Vervolgens worden de conclusies van ons onderzoek naar het aanbod, d.w.z. de kwantiteit en kwaliteit van de economische berichtgeving, beschreven. Tenslotte geven we antwoord op de in de inleiding gestelde vragen. De functie van de krant Bij de beoordeling van de kranten gaan we uit van de gebruikersgerichte kwaliteit. Kwaliteit is datgene wat klanten of gebruikers zeggen wat het is. Met andere woorden, waar heeft de econoom als lezer van de krant behoefte aan? Een krant vervult meerdere functies: zij is zowel informerend, opiniërend als diverterend. De primaire functie van de krant is het brengen van het feitelijk nieuws (informatieverschaffing). Economische nieuwsfeiten, zoals de verschijning van een jaarverslag, zijn op zichzelf echter niet zo interessant. Het gaat vooral om de consequenties en de samenhang met andere gebeurtenissen. Achtergrondartikelen plaatsen het nieuwsbericht in een context en stellen de lezer in staat over de ontwikkelingen een mening te vormen (opiniërende functie). Daarnaast kan een artikel amusementswaarde bevatten (diverterende functie); columns hebben vaak deze functie. De drie functies van de krant zijn niet ééndimensionaal. Zo dient een krant, om de functie van informatieverschaffing goed te kunnen vervullen, aan tenminste vijf eisen te voldoen:3 objectiviteit (een juiste en volledig weergave van de feiten), actualiteit, reductie van complexiteit, originaliteit en transparantie (vermelding van en kritische houding t.o.v. de nieuwsbronnen). Het is te verwachten dat elke krant op bepaalde aspecten relatief hoog scoort, en op andere relatief laag. Welke krant per saldo het beste uit de bus komt zal afhangen van de gewichten die een lezer toekent aan de diverse aspecten. Bovendien kunnen de verwachtingen die de lezer op voorhand van een krant heeft, zijn oordeel beïnvloeden. De groep economen die een krant leest, is zelf natuurlijk ook niet homogeen. Een student zal anders naar de krant kijken en andere informatie willen hebben dan een hoogleraar. Een bedrijfseconoom zal in andere nieuwsberichten geïnteresseerd zijn dan een fiscaal econoom. Dé beste krant voor alle economen bestaat daarom niet. Vraag naar economisch nieuws Het belang van de generieke lezer hoeft niet overeen te komen met dat van de lezer die econoom is. Hoe geïnteresseerd is de gemiddelde lezer in economisch nieuws? Tabel 1 geeft 3 Zie S. Ruß-Mohl, De kwaliteit van regionale kranten en mogelijkheden voor onderzoek op dit gebied, in A. van Hoof (red.), Krant en kwaliteit: Verkenningen rond de onderzoekbaarheid van journalistiek, Bohn Stafleu Van Loghum, 1996, blz. 143. 3 informatie op basis van een steekproef uit 1990. Minder dan de helft van de lezers blijkt geïnteresseerd in sociaal-economisch en financieel nieuws. De belangstelling voor economisch nieuws blijkt beduidend groter onder mannen dan onder vrouwen. Tabel 1. Lezersinteresse (algemeen). Totaal Steekproefgrootte 2949 Man 1185 Vrouw 1765 93 91 80 76 53 44 32 29 93 92 72 67 43 27 36 29 % geïnteresseerden in sensationeel binn. nieuws weer binnenlandse politiek buitenlandse politiek sociaal-econ. nieuws financieel nieuws kerkelijk nieuws agrarisch nieuws 93 92 76 72 48 36 34 29 Bron: Cebuco, Een kwestie van tijd: tijdsbestedingsonderzoek 1990. Deel 2: Interesse en mediagebruik, Amsterdam, 1992. Het SUMMO doelgroepenonderzoek van 1996, met 12.941 respondenten, toont interessante verschillen tussen kranten (waarbij het FD ontbreekt). Zie Tabel 2. De lezers van NRC zijn het meest in economie geïnteresseerd en de lezers van het Algemeen Dagblad (AD) en de Telegraaf het minst. Overigens blijken lezers van landelijke dagbladen meer in economie geïnteresseerd te zijn dan de gemiddelde Nederlander. Tabel 2. Lezersinteresse in economische onderwerpen (per krant). Economie/financiën Basis Te AD VK NRC Erg geïnteresseerd Tamelijk Niet zo Helemaal niet Geen antwoord 7.8 26.5 37.3 20.6 7.9 10.4 31.5 35.3 16.6 6.1 11.3 31.8 36.0 15.8 5.1 15.9 38.1 33.4 10.3 2.3 22.7 38.9 28.3 8.0 2.1 Tr Pa 14.9 33.3 31.8 10.5 9.4 13.7 36.6 31.8 13.9 3.9 Bron: SUMMO doelgroepenonderzoek 1996. Het genoemde cijfer betreft voor de "basis"-kolom het percentage van alle respondenten, en voor de overige kolommen het percentage lezers van de desbetreffende krant, dat het bijbehorende antwoord gaf. De kranten zijn: de Telegraaf (Te), het Algemeen Dagblad (AD), de Volkskrant (VK), het NRC Handelsblad (NRC), de Trouw (Tr) en het Parool (Pa). Het Cebuco en SUMMO onderzoek levert nog meer relevante achtergrondinformatie. Zo blijken opleidingsniveau en inkomen positief met interesse in economie gecorreleerd te zijn. NRC en Volkskrant hebben relatief veel lezers met een hoge opleiding, terwijl lezers van AD en Telegraaf een relatief lage opleiding hebben. De lezers van NRC hebben (gemiddeld) het 4 hoogste inkomen. Tabel 3 geeft de politieke voorkeur van de lezers van de diverse dagbladen. NRC afficheert zichzelf als liberale krant en heeft veel VVD-stemmers onder haar lezers, evenals de Telegraaf. De lezerskring van het AD is redelijk representatief voor het electoraat als geheel. Binnen het lezerspubliek van de Volkskrant en het Parool zijn PvdA en D66 oververtegenwoordigd. Trouw heeft duidelijk een christelijk lezerspubliek. Tabel 3. Partijkeuze van krantenlezers. Stemkeuze Basis Te VVD PvdA CDA D66 Overige partijen Geen antwoord 15.2 14.8 11.6 7.9 9.2 41.4 29.6 10.3 9.7 6.5 5.7 38.3 AD VK NRC Tr Pa 21.0 14.6 10.1 9.5 8.0 36.9 13.6 21.9 5.8 16.2 15.3 27.2 28.3 14.3 8.5 14.9 9.3 24.5 11.2 13.1 31.8 7.5 14.2 22.3 15.8 26.5 1.8 12.7 12.2 30.7 Bron: SUMMO, doelgroepenonderzoek 1996. De vraag die aan de lezers werd voorgelegd is wat de huidige stemvoorkeur is voor de tweede kamer. Zie Tabel 2 voor uitleg van de kolommen-indeling. Aanbod van economisch nieuws In hoeverre sluit het aanbod van economisch nieuws aan bij de vraag? In de rubriek Monitor geven we een summier kwantitief overzicht van het aanbod in de dagbladen. Daarnaast geeft het profiel van elke krant inzicht in de mate waarin het aanbod aansluit bij het zelfbeeld of imago van een krant (zie kaders). In verhouding met de relatief geringe belangstelling van de gemiddelde krantenlezer voor economisch nieuws blijkt het aanbod vrij groot, hoewel dit per krant verschilt (met FD en NRC als groot-aanbieders, en Trouw en Parool als kranten met relatief geringe aandacht voor economisch nieuws). Hoe staat het met de kwaliteit van de verslaggeving? In de drie artikelen over de berichtgeving omtrent het minimumloon, "oververhitting" en de tweede Maasvlakte staat deze vraag centraal. In het navolgende trekken we enkele algemene conclusies, waarbij we de algemeen-economische en bedrijfseconomische verslaggeving, alsmede de rol van de economische wetenschap in de krant, apart behandelen. Algemene economie Een voorbeeld van een algemeen-economisch onderwerp dat in de onderzoeksperiode in de kranten veel aandacht krijgt, is het beoogde belastingstelsel van de volgende eeuw. Op 3 mei publiceert Volkskrant een (spraakmakend) interview met staatssecretaris Vermeend over dit thema. Deze primeur wordt door Volkskrant overigens niet nader uitgebouwd via redactioneel commentaar of achtergrondanalyses. Alle andere dagbladen besteden in de eerstvolgende editie aandacht aan het interview met Vermeend. Een aspect uit Vermeend's voorstellen dat veel aandacht krijgt is een lastenverlichting van 10 miljard gulden (die dient om de inkomenseffecten van andere ingrepen in het belastingsysteem te repareren). Het ligt voor de hand om de vraag te stellen, waar dit bedrag 5 vandaan moet komen: bezuinigingen op de uitgaven of een oplopend financieringstekort? Bijna alle kranten laten deze vraag achterwege, en lijken (in hun redactioneel commentaar) een lastenverlichting als een vanzelfsprekende welvaartswinst voor de burger te zien. Alleen NRC legt op 10 mei het verband tussen cijfers van het Centraal Planbureau (waaruit blijkt dat alleen onder het gunstigste groeiscenario in de komende kabinetsperiode bij ongewijzigd beleid een bedrag van 10 miljard gulden beschikbaar is voor nieuwe beleidsinitiatieven) en het plan van Vermeend. NRC is, in een artikel van 5 mei, ook de enige krant die het geheel in een breder (Europees) perspectief plaatst door zich af te vragen hoeveel beleidsvrijheid Nederland heeft op dit gebied. Daarnaast zet het, met verwijzing naar CPB-onderzoek, vraagtekens bij het idee van Vermeend om via een verschuiving van een brede belastingbasis (de BTW) naar een smalle basis (luxe consumptiegoederen en milieuvervuilende productie) zowel het milieu als de werkgelegenheid te bevorderen. Inderdaad is het bestaan van zo'n tweesnijdend zwaard (dat door Trouw in het redactioneel commentaar op 6 mei als onomstreden waarheid lijkt te worden beschouwd) wetenschappelijk omstreden.4 De artikelen over het minimumloon en oververhitting, elders in deze ESB, staven dit beeld van de (algemeen)economische verslaggeving. Een goede berichtgeving blijkt voor de kranten moeilijk te zijn. Een helder overzicht van de relevante feiten ontbreekt vaak. Achtergrondreportages en analyses zijn schaars. Bredere verbanden worden, m.u.v. NRC, in geen enkele krant gelegd. Net als voor de wetenschapper is ook voor de journalist abstractie onvermijdelijk. De meeste kranten wagen zich daar echter niet aan. Bijgevolg blijft de lezer het totaalbeeld onthouden. Een korte zakelijke beschrijving in de krant, voorzien van een verwijzing naar waar op het internet de relevante definities en cijfers te vinden zijn, zou een aantrekkelijk alternatief kunnen zijn. Een elektronisch archief met achtergrondinformatie kan een zinvol complement voor de traditionele krant vormen. De NRC biedt hiervan een voorbeeld. De artikelenserie “Economie voor jou”van Rolf Schöndorff en Jan Pleus op het web is zeer de moeite waard. Verwacht mag worden dat zo’n elektronisch archief in de toekomst een hoge vlucht kan nemen. Bedrijfseconomie Wat heeft de krant voor de bedrijfseconoom te bieden? Natuurlijk besteden alle kranten aandacht aan de beurs (zie de rubriek Monitor) en geven ze korte bedrijfsberichten. Wat dat betreft ontlopen de algemene dagbladen elkaar niet veel: er zijn slechts verschillen in de details (zie het kader, waarin de verslaggeving omtrent Philips wordt besproken). Zij vormen echter geen van allen een goed substituut voor het FD dat op dit gebied veel uitgebreider is. Zo blijken de meeste algemene dagbladen in de beursgegeven te "knippen" om binnen de beschikbare ruimte te blijven. De andere deelgebieden van de bedrijfseconomie krijgen veel minder aandacht dan het vakgebied financiering. De conclusie is dat een bedrijfseconoom relatief weinig uit de krant kan leren: strategie, marketing en organisatie komen nauwelijks aan bod. Opmerkelijk is dat op dit gebied het FD weinig toevoegt. Een voorbeeld tijdens de onderzoeksperiode is het debat rond de optie-bonusregelingen voor managers, naar aanleiding van de opmerkingen van premier 4 Zie bijvoorbeeld A.L. Bovenberg en R.A. de Mooij, Environmental levies and distortionary taxation", American Economic Review, jrg. 94, blz. 1085-1089, 1994. 6 Kok over een "exhibitionistische verrijking van topmanagers" in Nova op 19 april. De kranten beperkten zich bij dit onderwerp in hoofdzaak tot verklaringen waarom de regelingen zo populair zijn (belastingvoordelen) en de standpunten van politieke partijen. De meeste kranten zwijgen over de economische effecten van optieplannen: verhogen optieregelingen voor managers inderdaad de aandeelhouderswaarde? Beweringen van topmanagers met die strekking worden voor zoete koek aangenomen. Een uitzondering is de column van Frank Kalshoven in de Volkskrant van 19 april, maar voor het overige blijkt juist deze krant vooral een negatieve opinie te geven zonder (gedegen) onderbouwing. PHILIPS In de onderzoeksperiode (15 april tot 13 mei) komt Philips om vier redenen in het nieuws. Ten eerste is er een tijdelijke staking bij de vestiging in Hoogeveen, waar de werknemers protesteren tegen het voornemen van de directie om de assemblage-afdeling te verplaatsen naar het "lage-lonen-land" Polen. Ten tweede presenteert Philips het kwartaalverslag. Ten derde wordt verslag gedaan van bezuinigingsoperaties bij Philips. Tenslotte komt ook de flexibele pensioenregeling voor werknemers van Philips onder de aandacht. De staking in Hoogeveen is het nieuws-item met de meeste sociale raakvlakken. Het zijn dan ook kranten die het nieuws vaak op een persoonlijke wijze behandelen (Algemeen Dagblad en Trouw), die relatief veel aandacht geven aan dit onderwerp. De dagbladen gaan nauwelijks in op prangende vragen. Wat is de omvang van de kostenbesparing i.v.m. de productieverplaatsing? Welke drijfveer legt het meeste gewicht in de schaal bij de beslissing tot overplaatsing: kostenreductie of toenemende flexibiliteit? Wat zijn de algemene gevolgen van toenemende globalisering voor de Nederlandse arbeidsmarkt? Alleen de NRC probeert in haar berichtgeving de bredere verbanden mee te nemen. Een andere positieve uitzondering is een achtergrondartikel in de Financiële Telegraaf van 10 mei. De cijfermatige verslaggeving van het kwartaalbericht in de dagbladen is vrij uniform. Het Financieele Dagblad (FD) is het meest uitvoerig. De aangekondigde bezuinigingsoperatie komt ook in alle kranten ter sprake, waarbij geen enkel dagblad het nodig acht om systematisch aan te geven waaruit het "zeven-stappen-plan" van topman Boonstra bestaat. Het AD heeft de primeur van het plan op 18 april, en noemt alle zeven stappen in de tekst, maar het vergt enig zoekwerk om hiervan een systematisch overzicht te krijgen. Opmerkelijk is dat bij alle nieuws-items rond Philips, de diverse kranten onderling afwijkende cijfers presenteren. Het FD scoort het best bij de cijfermatige onderbouwing. Wil men dit nieuws echter geplaatst zien in een context waarin tevens de maatschappelijke en algemeen-economische gevolgen worden belicht, dan lijkt men beter af bij (vooral) NRC of AD. Wetenschap en amusement Opvallend is de geringe aandacht die de economische wetenschap in de kranten krijgt, hoewel de meeste kranten een wekelijkse wetenschapskatern hebben. Die wordt echter voornamelijk 7 gevuld met natuurwetenschappelijk en medisch onderzoek. Vanuit sociaal-wetenschappelijke hoek is vooral sociologie vertegenwoordigd. Ook biologie is geliefd. Waarom komt zo weinig economische wetenschap in de wetenschapskaternen terecht? De voor de hand liggende verklaring dat de economische wetenschap minder interessants te bieden heeft dan de wetenschappen die wel vertegenwoordigd zijn, laten we hier buiten beschouwing: het zoveelste artikel over de kat van Schrödinger is voor de meeste lezers ook niet interessant. Misschien wordt economie minder expliciet als een wetenschap beschouwd, of ontbreekt de wetenschappelijke vooropleiding bij de economische journalisten. Een andere mogelijke verklaring is dat er al zoveel economie in de krant staat, dat de lezer er mee wordt overvoerd en het niet nodig is hem daar ook in de wetenschapsbijlage nog mee lastig te vallen. Het is juist dat er veel economie in de krant staat. Echter, ook in het reguliere deel van de krant speelt de economische wetenschap een geringe rol. Er wordt bij uitzondering wel eens verwezen naar economisch onderzoek, maar dan blijft de beschrijving beperkt tot de resultaten. De methode blijft buiten beschouwing. Uiteraard gaat het daarbij om direct toepasbaar onderzoek. Zoals ons artikel over de tweede Maasvlakte aangeeft, weten kranten daarmee overigens niet altijd even goed om te gaan. De economische wetenschap komt ook via columnisten in de kranten. Zij hebben toonaangevende wetenschappers aan zich verbonden: zo schrijft Jan Pen in het Parool, Eduard Bomhoff en Flip de Kam in de NRC, Rick van der Ploeg in het AD en prof.dr. F.W. Rutten in de Telegraaf. Deze columnisten voegen iets toe: ze betrachten vaak een grotere distantie tot het onderwerp en schetsen daarmee een nieuw perspectief. De rubriek “De stelling van ...” onder redactie van Frank Kalshoven in de Volkskrant op zaterdag vervult eenzelfde functie. Echter, de columns gaan bijna zonder uitzondering over direct praktisch relevante onderwerpen en zij zijn vooral opiniërend zonder analyserend te zijn. Tot besluit Aan het begin van dit artikel stelden we vijf vragen. Gezien de beperkingen van ons onderzoek, moeten we berscheiden zijn bij het beantwoorden van deze vragen. Desalniettemin zijn enkele conclusies (en dus antwoorden) onontkoombaar. De krant heeft wel degelijk iets te bieden voor de econoom: een actueel overzicht van recente politieke en bedrijfseconomische voorvallen, en uitgebreide beursgegevens. De informatie in kranten reikt ook verder dan het nieuws dat het ANP (bijvoorbeeld via NOS Teletekst) verstrekt. Daarentegen zal degene die zich beperkt tot ESB lang niet alle relevante nieuwsfeiten te weten komen, of met ruime vertraging. De kwaliteit van de economische berichtgeving is in de landelijke dagbladen en het FD echter gebrekkig. De feitenweergave is vaak onvolledig en onzorgvuldig. Daarnaast ontbreken (wetenschappelijke) analyses, achtergrondartikelen en bredere verbanden grotendeels. De aandacht voor economische wetenschap in de kranten is zeer gering. De pluriformeit in de economische berichtgeving in Nederland is niet al te groot. Er bestaan echter wel enige nuanceverschillen tussen kranten. Tabel 4 geeft een tentatieve rangschikking. De eerste twee kolommen geven de rangschikking op basis van het onderzoek naar respectievelijk het minimumloonplan en het oververhittingsvraagstuk (zie elders in deze ESB). Bij deze thema's verschaft NRC de meest complete berichtgeving. Trouw en het Financieele Dagblad (FD) doen het goed, Parool en Telegraaf scoren redelijk, terwijl AD en met name Volkskrant beide keren laag scoren. 8 De derde kolom geeft onze persoonlijke keuze op basis van de Borda-regel. Elk van ons heeft een eigen rangschikking gemaakt, waarbij iedere krant een cijfer is gegeven van 1 (beste) tot 7 (slechtste), naar aanleiding van de gelezen economische krantenartikelen in de onderzoeksperiode. Tussen haakjes staan in de tabel de gemiddelde scores vermeld. Deze geven een aardig beeld van de indruk die de diverse kranten op ons hebben gemaakt. Tabel 4. Tentatieve rangschikking dagbladen (van hoog naar laag) Minimumloonplan Oververhitting Persoonlijke keuze NRC NRC NRC (1,0) FD Trouw FD (2,6) Trouw Telegraaf Trouw (2,9) Parool Parool Telegraaf (5,0) AD FD Volkskrant (5,1) Telegraaf AD AD (5,2) Volkskrant Volkskrant Parool (6,2) NRC wordt door ons unaniem het hoogst ingeschaald. De voornaamste reden hiervoor is dat NRC als enige structureel aanzet tot het geven van verbanden en analyses. FD en Trouw worden door ons eveneens positief beoordeeld. FD biedt weinig analyse en achtergronden, maar onderscheidt zich door de goede en uitgebreide cijfermatige onderbouwing van het financieel en beursnieuws. Trouw kent geen zwakke punten, biedt bij veel sociaal-economische onderwerpen een "menselijk" en helder onderbouwd perspectief, en gaat efficiënt om met de beschikbare ruimte. Telegraaf, Volkskrant en AD bieden meer economisch nieuws dan de Trouw, maar kenmerken zich door een wisselvallige kwaliteit van de analyse. De Telegraaf biedt haar lezers een consistent, ééndimensionaal wereldbeeld overeenkomstig de Chicago-school: markten functioneren prima en de overheid moet worden gewantrouwd. De Volkskrant kenmerkt zich veelal door een scherpe (linkse) stellingname zonder onderbouwing. Bij beide kranten is de feitenweergave moeilijk te scheiden van opinie, waardoor de objectiviteit in het geding is. Telegraaf scoort positief t.a.v. de financiële verslaggeving. Volkskrant heeft hooguit een interessant zaterdagkatern. Waarom lezen zoveel economen de Volkskrant? Het fenomeen "kuddegedrag" biedt een mogelijke verklaring (zie kader). 9 KUDDEGEDRAG Bij alle onderwerpen die door ons zijn onderzocht, scoort de Volkskrant laag ten aanzien van de kwaliteit van economische analyses. Waarom lezen dan, als alternatief voor de NRC, veel (beleids)economen toch de Volkskrant? Een verklaring voor dit wonderlijke fenomeen wordt geboden door de theorie van het "kuddegedrag".1 Het kost veel tijd en moeite om alle landelijke dagbladen een periode op proef te nemen en te vergelijken. Het is dan ook rationeel om eerst om je heen te kijken. Welke keuze hebben anderen gemaakt? Als blijkt dat veel collegaeconomen de Volkskrant lezen, hebben zij waarschijnlijk private informatie die hen vertelt dat deze krant onmisbaar is voor de beginnende econoom. Ook al ben je zelf niet onder de indruk van het gebodene, zul je daarom wellicht toch besluiten om een abonnement te nemen op de Volkskrant. Wanneer een krant eenmaal een goede reputatie en een groot marktaandeel bezit, kan op deze manier het succes blijven voortduren; zelfs als de kwaliteit van de economische analyses in andere dagbladen hoger ligt. Een nieuwe lichting studenten economie volgt de keuze (voor NRC en Volkskrant) van de vorige generatie, zonder de proef op de som te nemen en zelf een (kostbare) vergelijking te maken. Bovendien spelen netwerk-externaliteiten een mogelijke rol. Als we allen dezelfde (Volks)krant lezen, kunnen we tijdens de koffiepauze gezellig keuvelen over de inhoud van deze krant: bijvoorbeeld over "De stelling van ..." of over de column van Frank Kalshoven. 1 In de Engelstalige literatuur staat dit fenomeen bekend als "herd behaviour" of "informational cascade". Zie D. Gale (1996), "What have we learned from social learning?", European Economic Review, jrg. 40, blz. 617-628 voor een overzicht. AD biedt evenals Trouw een menselijk perspectief, maar is daarbuiten (met betrekking tot de economische verslaggeving) een grijze muis. Hetzelfde geldt voor het Parool. Deze krant is bovendien uitermate summier met betrekking tot bijvoorbeeld de beursberichtgeving, en voegt in de regel weinig toe aan de ANP berichten. In een artikel over globalisering op 24 april citeert NRC het IMF als volgt: “Volgens het Fonds is het in dit verband essentieel dat het grote publiek een 'beter begrip' krijgt van de economische krachten die werkzaam zijn.”Gesteld moet worden dat Nederlandse kranten inderdaad slechts een geringe bijdrage leveren aan een beter begrip van de economie. De krant is er in de eerste instantie voor het nieuws (dat ook gebrekkig wordt weergegeven), niet voor de analyse. De krant informeert vooral over de economische problemen, voor de oplossing van deze problemen moet men elders zijn. Andere media, zoals ESB, blijken meer geschikt voor analyse, achtergrond en oplossingen. Op verschillende van de door ons gevolgde onderwerpen, zoals "oververhitting" en de tweede Maasvlakte, publiceerde ESB inmiddels inderdaad achtergrondartikelen die substantiële informatie toevoegen aan de berichtgeving in de kranten. Eric van Damme, Henri de Groot, Gilbert van Hagen, Jean-Jacques Herings, Theo Leers en Richard Nahuis Katholieke Universiteit Brabant. Met dank aan Michel Knapen voor bibliografische assistentie.