Regel Voorbeelden van woorden

advertisement
Regel
Bij de f/v leg je vinger op je keel.
Bij de v voel je iets trillen.
Bij de f niet.
Voorbeelden van woorden
fabriek, vliegtuig, verderop, folder
Bij de s/z leg je vinger op je keel.
Bij de z voel je iets trillen.
Bij de s niet.
Sinterklaas, zestien, zilver, zuster
De ng wat klinkt dat raar.
De n en de g horen bij elkaar.
De n en k zitten samen op een bank.
Er mag niemand tussen, anders kunnen ze
niet kussen.
Hoor je na een s een g,
dan schrijf je sch.
In woorden met be-, ge- en ver-,
hoor je een u , maar schrijf je een e
oplossing, rekening
moeilijk is dat woorden vaak verkeerd worden
uitgesproken.
moeilijk is dat woorden vaak verkeerd worden
uitgesproken.
sprinkhaan, winkelier, blanke
schrikken, geschreeuw, schuldig, schroothoop
geboorte, verjaardag, bekend
be, ge, en ver noemen we kopstukken (kop v/h
woord)
Ken je de woorden uit het ei-verhaal?
Die schrijf je met ei .
De andere schrijf je met een ij.
Ken je de woorden uit het au-verhaal?
Die schrijf je met au.
De andere schrijf je met een ou.
Hoor je aai, ooi of oei in een woord?
Schrijf dan nooit de j die je hoort.
seizoen, wedstrijd, tijdschrift, onderwijs
kauwgom, pauze, kabouter, juffrouw
hooiberg, roeiboot, toernooi
Pas op voor de plaagletter r .
De ee, de oo en de eu klinken er
anders door.
Hoor je een t aan het eind van een woord?
Maak dan het woord langer,
zodat je d of t hoort.
Als ik aan het eind van een woord een lange
klank hoor, dan gebruik ik daar maar één
letter voor.
Alleen de ee, die doet niet mee. In plaats van
één letter schrijf ik er dan toch twee.
Alle woorden eindigen op een g behalve ach,
och, pech, joch, zich, lach, toch, kuch.
kunstenaar, ongeveer, natuur, oordeel
Hoor je na een korte klank –gt, dan schrijf je
cht. Behalve bij werkwoorden. (Bij ligt en
zegt)
Verkleinwoorden: (43abcde)
achteruit, opdracht, gezicht
Zoek eerst het grondwoord.
Eindigt het woord op r-n-w-i-l, dan komt er
-tje achter.
Eindigt het woord op een m, dan komt er
-pje achter
grondstof, vliegveld, vanavond, stad
radio, twee, tempo, kano
lichaam, kachel
Bij werkwoorden eindigt hij vaak op een g.
pad – paadje
verhaal – verhaaltje
film – filmpje
kam – kammetje
tong – tongetje
leiding - leidinkje
 Eindigt het woord op een ng, dan eindigt
het verkleinwoord op -nkje of -etje.
Eindigt het woord niet op deze letters, dan
komt er -je achter.
Bij uw, eeuw en ieuw,
staat voor de w een u
Lange klanken op een hoek hebben pech, ik
haal gewoon een letter weg.
Korte klanken op een hoek,
krijgen 2 medeklinkers op bezoek.
De stomme -i .
De -ig klinkt als -ug of -eg. De klemtoon valt
dan nooit op -ig.
De stomme -ij-.
De lijk klinkt als luk, lek of lik. De klemtoon
valt nooit op lijk, want dan zou het als lijk
klinken.
Buitenlandse i
De woorden komen uit het buitenland en
worden met een i geschreven i.p.v. een ie.
leeuwin, opnieuw, zwaluw
gratis, inwoner, belonen
gesprekken, zwakke, massa
prachtig, jarig, keurig
-ig noemen we een staartstuk
heerlijk, landelijk, natuurlijk
-lijk noemen we een staartstuk
liter, klimaat, sigaar
Download