Nanotoets Voedingsstoffen CM 1. Vitamines kunnen in je lichaam worden gevormd. 2. Een ander woord voor bouwstoffen is mineralen. 3. In één vetmolecuul kan verzadig en onverzadigd vetzuur zitten. 4. Opslag van koolhydraten in je lichaam gebeurt in de vorm van glycogeen. 5. De essentiële aminozuren kan je lichaam niet zelf maken of omvormen uit andere stoffen. 6. Veel witbrood en witte rijst eten kan leiden tot moeizaam poepen. 7. Rode bloedcellen bevatten heel veel eiwitten. 8. Een ander woord voor eiwitten is lipiden. 9. Zouten zijn ballaststoffen. 10. Een gram vet levert ongeveer twee keer zoveel energie als een gram koolhydraat. 11. Een gram zetmeel levert vele malen meer energie dan een gram glucose. 12. Watertekort is gevaarlijk omdat de osmotische waarde van het bloed dan te hoog wordt. 13. IJzer is een spoorelement, jodium niet. 14. Vitamine K kun je niet zelf maken. 15. Een voedselvergiftiging komt door bacteriepoepjes. 1. + 2. 0 3. + 4. + 5. + 6. + 7. + 8. 0 9. 0 10. + 11. 0 12. + 13. 0 14. + 15. + Sommige, uit provitamines. Er zijn veel meer bouwstoffen. Ja, want aan 1 glycerol kunnen 3 verschillende vetzuren zitten. In lever en spieren. Bij planten is het vergelijkbare spul zetmeel. Te weinig vezels: darmfile Hemoglobine Proteïnen is het andere woord; lipiden zijn vetten. 38 en 17 kJ evenveel evenveel zouten in minder water hoge osm. Waarde Allebei zijn ze het dat doen bacteriën in dikke darm Stofwissleingsproducten