Samen op ontdekkingsreis naar de beste versie van jezelf!

advertisement
Titel
Platte tekst
Samen op ontdekkingsreis naar
de beste versie van jezelf!
Strategisch plan 2015-2018 Drenthe College
1
Samen op ontdekkingsreis naar
de beste versie van jezelf!
Strategisch plan 2015-2018 Drenthe College
3
Inhoudsopgave
1. Inleiding en verantwoording7
2. Analyse kader13
3. Externe ontwikkelingen19
3.1 Demografische ontwikkelingen19
3.2 Economie en arbeidsmarkt in Noord-Nederland
19
3.3 Verwachtingen van jongere studenten; de generatie Z
21
3.4 Onderwijsontwikkelingen22
3.5 Personeel23
3.6 Andere ROC’s23
3.7 Breukvlakken en inzichten23
4. Missie, visie en strategische lijnen en waarden
31
5. Ontwikkelingen en strategische keuzen
39
39
5.1 Kernprocessen; de inrichting van ons onderwijs
5.2 Leven Lang Leren40
5.3 Personeel 41
5.4 Structuur en sturing42
5.5 Cultuur en Communicatie44
5.6 Bedrijfsvoering, administratie en systemen
46
5.7 Financiën47
6. Wat is er bereikt in 2018?
53
5
1. Inleiding en verantwoording
Het voorliggende strategisch plan 2015-2018 is in
de periode april-december 2014 tot stand gekomen
met inbreng van een delegatie van het MT en het
CMT. Bureau Fresh Forward heeft het CMT, aangevuld met vier opleidingsmanagers, de coördinator
P&O, het hoofd projectenbureau en de bestuurssecretaris, begeleid op weg naar het formuleren van
een nieuwe missie en visie. De voorstellen daarvoor
zijn besproken met het MT, een groep professionals
(docenten), de Deelnemersraad en de Ondernemingsraad. De reacties daar waren positief.
Verdere input op het plan was de review op de periode 2010-2014; de periode van het strategisch plan
dat afloopt.
6
Het conceptplan is vervolgens besproken met de
Raad van Toezicht in december 2014 en vervolgens
in het licht van de gemaakte opmerkingen getoetst
bij stakeholders in de periode januari tot mei 2015.
Deze versie is het resultaat van alle ingezette acties.
Het plan heeft draagvlak in de organisatie. Het jaarplan 2015 is op dit plan gebaseerd. Op 1 juli 2015
start een nieuwe Voorzitter College van Bestuur.
Hij zal tot eind 2015 bezien welke accenten hij in
de strategie zal willen liggen. Tot dat moment is
dit plan uitgangspunt van handelen van Drenthe
College.
7
Hier werk ik aan mijn
passie, motortechniek
én motorsport
8
9
Welke richting ga je op
Heb je zelf al wat gekozen
Of zit het binnen nog verstopt
Moet je ontdekken wat het
zelf nog gaat worden
10
Tekst Drenthe College Rap Deel 1- Max Korte
11
2. Analyse kader
Voor het ontwikkelen van een strategisch plan
gebruikt Drenthe College “het wiel”. Dit analyse
kader is eerder voor het strategisch plan 2010-2014
gebruikt en is het format waarlangs ook het kwaliteitssysteem van Drenthe College is vormgegeven.
De onderwijsmarkt
Structuur
en
sturing
Cultuur en
communicatie
Missie en
strategie
Bedrijf svoering,
administratie en
systemen
Het model geeft niet meer en niet minder aan dan
dat Drenthe College strategische keuzes maakt op
basis van ontwikkelingen in de buitenwereld en de
verhouding van Drenthe College daartoe. Vervolgens
is een missie/visie ontwikkeld die leidt tot een strategie op alle aspecten van de organisatie.
12
De verhouding tot de buitenwereld en de voor
2015-2018 herijkte missie/visie leiden via een viertal strategische hoofdlijnen tot strategische keuzes
Personeel
Kern
processen
Financiën
op elk van de aspecten. Dit alles tezamen vormt het
strategisch plan 2015-2018. Op basis van dit strategisch plan en nieuwe ontwikkelingen stelt Drenthe
College jaarlijks een jaarplan op met belangrijke
prioriteiten voor dat jaar om het strategisch meerjarenplan te realiseren. Via resultaatafspraken op
elk niveau van de organisatie en het systeem van
resultaat- en beheer gesprekken wordt de voortgang
in de realisatie bewaakt.
13
The price of greatness
is responsibility
Winston Churchill
14
15
Dit is wat ik wil:
Analyseren en heel
nauwkeurig werken
16
17
3. Externe ontwikkelingen
18
In dit hoofdstuk zijn ontwikkelingen opgenomen die
de komende jaren van belang zijn voor de ontwikkeling van Drenthe College.
Dat laatste zal gevolgen moeten hebben voor de
kennis van medewerkers van in ieder geval Engels en
voor sommige bedrijven ook Duits.
3.1 Demografische ontwikkelingen
Het aantal 16-jarigen in Drenthe groeit de komende vier jaar, maar zal na 2018 gaan afnemen. Het
sterkst vanaf 2022. Daarmee moet Drenthe College
zich voorbereiden op een afname van het aantal
jongere studenten. Hoe groot die afname zal zijn is
niet met zekerheid te voorspellen, omdat daarvoor
ook relevant is welke schoolkeuze jongeren maken.
Landelijk is het aandeel van jongeren dat naar het
vmbo gaat in een aantal jaren gedaald van 60%
naar minder dan 50%. Drenthe liep tot drie jaar
geleden achter op deze ontwikkeling, maar heeft die
achterstand ingehaald. Tegelijkertijd lijkt er nu een
ontwikkeling gaande waarin studenten die de havo
niet aankunnen naar het mbo gaan. Alles overziend
lijkt het verstandig dat Drenthe College zich voorbereidt op een krimp van jongere studenten vanaf
2022.
Drenthe College kiest ervoor om mee te doen in kristallisatiecentra. Op dit moment zijn dat het Centrum
voor duurzame chemische technologie en het
Enery College met specialisatie warmtepompen in
Emmen. Het is de bedoeling in Assen een kristallisatiepunt rond het TT–Instituut te gaan vormgeven.
Daarbij zal aangesloten worden bij de ontwikkelingen die in Assen plaatsvinden rond sensortechnologie. In Meppel is nog niet echt sprake van een
kristallisatiepunt. Wat betreft de eigen opleidingen
gaan de gedachten uit naar (internationaal) ondernemerschap, eventueel ook in combinatie met zorg.
Inmiddels heeft een groep medewerkers met bureau
Fresh Forward een voorstel gedaan voor een richting
waarin het onderwijs van Drenthe College in Meppel
zich zou kunnen onderscheiden. Besluitvorming zal
onder leiding van de nieuwe Voorzitter College van
Bestuur plaatsvinden.
3.2 Economie en arbeidsmarkt in Noord
Nederland
Voor de periode 2015-2020 hebben de drie provincies in Noord Nederland een Noordelijke Innovatie
agenda opgesteld. Doel van die agenda is het MKB
te stimuleren tot groei door samen te werken met
kennisinstellingen in zogenaamde kristallisatiecentra. In die centra wordt samengewerkt op onderwerpen waarin het Noorden een voorsprong heeft
en verwacht wordt dat zij kunnen bijdragen aan de
versnelling van de economische groei. Een groei die
overigens vooral ook gerealiseerd zal moeten en
kunnen worden als het MKB meer toegang krijgt tot
internationale markten.
Los van de kristallisatiepunten kunnen groepen
bedrijven ook behoefte hebben aan specifieke opleidingen. Waar bedrijven een wens van voldoende
omvang hebben, werkt Drenthe College met deze
ondernemers samen. Een voorbeeld is de bedrijvenschool verspanen die in 2014 in Emmen is
gestart. Oudere samenwerkingsverbanden zijn het
vakcentrum schilderen en afbouw met Savantis in
Assen, de bouwopleidingen met de OCB in Emmen,
en de opleiding Allround Operationeel Technicus in
Emmen. Drenthe College heeft bij het samenwerken
met (groepen) bedrijven in het organiseren van het
onderwijs de voorkeur om met die bedrijven geen
gezamenlijke stichting op te richten of daarin te
participeren,
19
maar een samenwerkingsovereenkomst te sluiten
met een juridische entiteit die door bedrijven is opgericht. Voor een goede aansluiting op de behoeften
van bedrijven is het belangrijk dat zij het voortouw
hebben.
De snelle economische ontwikkeling leidt er toe dat
kennis snel veroudert. In 2014 zijn in diverse gremia
vraagtekens gezet bij de arbeidsmarktmogelijkheden
voor studenten op de niveaus 2 en 3. Sommigen
menen dat voor hen in bepaalde richtingen onvoldoende werk zal zijn. Anderen menen dat de ervaring
uit het verleden leert dat er nieuwe beroepen voor in
de plaats zullen komen. Drenthe College is aanhanger van de opvatting dat de arbeidsmarkt niet te
voorspellen is.
De arbeidsmarkt wordt dynamischer. De inhoud van
beroepen zal veranderen. Er zullen sectoren verdwijnen en nieuwe ontstaan. Verder zal het de vraag zijn
of er voor iedereen een voltijd baan zal zijn en zal
een loopbaan bij een of twee werkgevers niet meer
de norm zijn.
Gezien deze ontwikkelingen zal Drenthe College studenten bewust maken van de noodzaak een leven
lang te leren. Op 31 oktober 2014 heeft de minister
een brief naar de Kamer gestuurd met haar voornemens voor het verbeteren van de infrastructuur
voor een leven lang leren en het stimuleren van het
gebruik daarvan. De brief is onder meer een reactie
op de notitie van de Commissie Rinnooy Kan uit het
najaar 2013, waarin gesteld werd dat de mogelijkheden voor een leven lang leren in Nederland de afgelopen jaren sterk zijn afgenomen. In de brief gaat
de minister ook in op het niet bekostigd aanbod.
De minister vindt het belangrijk dat mensen zich
blijven ontwikkelen en bijscholen, maar het zou ook
beter mogelijk moeten zijn om te scholen naar een
andere branche.
20
De mogelijkheden die de minister ziet voor het mbo
zijn het samen met hbo ontwikkelen van de Associate Degree (AD). Bij voorkeur een AD die is afgestemd
op de regio. De minister gaat toestaan dat die AD
ook op de locatie van het ROC wordt gegeven. Het
mbo zou in het kader van een leven lang leren ook
modules van een opleiding moeten aanbieden. Vanaf 2016-2017 gaat het mogelijk worden om voor
dergelijke modules door de overheid erkende certificaten af te geven. Deze losse modules echter zullen
niet door de overheid bekostigd worden.
De minister overweegt ook certificaten te gaan
afgeven aan mensen die een opleiding minus taal
en rekenen afronden via de derde leerweg. Dat zijn
niet bekostigde opleidingen, waarvoor geen urennorm zal gelden en de kwaliteit getoetst wordt door
streng toezicht op de examinering. Verder zal er een
steunpunt ingericht worden voor de validering van
elders verworven competenties (EVC’s) voor hbo en
mbo. Ten slotte zal het op termijn mogelijk moeten
worden om onderdelen van een opleiding op verschillende niveaus af te sluiten.
Om deze voornemens te realiseren zullen bekostiging en studiefinanciering gewijzigd moeten worden.
Niet helder is hoe snel deze ontwikkelingen zullen
gaan. Het vergroten van de flexibiliteit en de
variëteit van opleidingen zal verder hoge eisen stellen aan het organisatievermogen van Drenthe College. Daarvoor is tijd nodig. Drenthe College zal zich
de komende vier jaar voorbereiden op de geschetste
ontwikkelingen, experimenten uitvoeren en mede
op basis daarvan keuzes maken. Uiteraard heeft
Drenthe College een rol om via het vergroten van
kennis en vaardigheden van (potentiële) werknemers
een rol te spelen in de economische ontwikkeling
van de regio. Daarbij zal wel de vraag beantwoord
moeten worden wat Drenthe College in dit verband
zelf wil uitvoeren, wat zij aan anderen overlaat en
wat Drenthe College in samenwerking met anderen
wil uitvoeren.
Drenthe College heeft een aantal criteria geformuleerd op basis waarvan zij tot besluitvorming wil
komen over haar aanbod in het kader van een leven
lang leren ( zie verder 5.2 ).
Belangrijke vraag die daarbij ook speelt, is wat
de toekomst is voor de BBL opleidingen. Met het
afnemen van het aantal grote ondernemingen en
de ontwikkeling dat werknemers in hun loopbaan
meerdere werkgevers zullen hebben, vaste dienstverbanden afnemen en mogelijk meer werknemers
dan thans aan het werk zullen gaan als ondernemer
of ZZP-ér zullen er mogelijk minder bedrijven zijn
die hun werknemers breed willen laten scholen via
een BBL-opleiding. De laatste jaren is het aantal
BBL-studenten zowel landelijk als bij het Drenthe
College al sterk teruggevallen. In de sector Economie en Dienstverlening is het aantal BBL studenten
ten opzichte van schooljaar 2009/2010 nagenoeg
gehalveerd, bij Techniek is het teruggelopen tot een
derde. Bij Zorg en Welzijn is ten opzichte van dat
schooljaar sprake van een lichte daling. Deze sector
heeft in 2011/2012 en 2012/2013 nagenoeg een
verdubbeling gehad van het aantal BBL studenten
vanwege een stimuleringsregeling. De afgelopen
jaren is de subsidiering van de BBL gewijzigd. De
eisen voor taal en rekenen zijn voor diplomering
verzwaard. De teruggang in BBL zal mede veroorzaakt zijn door de economische crisis. Mogelijk dat
bij een aantrekken van de economie en het ontstaan
van krapte op de arbeidsmarkt de behoefte aan de
BBL weer wat zal aantrekken. De conclusie is dat
het heel lastig is te voorspellen hoe de BBL zich zal
ontwikkelen. Mogelijk is er ook een behoefte aan
een vernieuwde BBL. Voor dit strategisch plan en de
bijbehorende meerjarenbegroting is uitgegaan van
een verhouding BOL/BBL van 80/20. Het zal zaak
zijn de ontwikkelingen in leven lang leren, de BBL, en
de kansen die daar mogelijk uit voortvloeien jaarlijks
te blijven volgen. Uit de toetsing van het strategisch
plan in het voorjaar bij een aantal bedrijven bleek
niet dat zij voor het ROC een prominente rol zagen
in een aanbod voor een leven lang leren.
Belangrijk punt zal wellicht zijn in hoeverre de minister modules toch zou willen bekostigen of taaleisen
zou willen versoepelen.
Naast beroepsonderwijs en vavo voert Drenthe College ook educatieve trajecten en contractonderwijs
uit voor gemeenten. Deze activiteiten zijn doorgaans
gericht op het verkleinen van de afstand tot school
en werk voor mensen die daar uitgevallen zijn. De
komende jaren wordt het budget voor educatieve
trajecten ingesluisd in het Participatiebudget van
de gemeenten. De verplichte uitvoering door een
ROC vervalt. Voor Drenthe College betekent dit dat
er voor gemeenten een nieuw aantrekkelijk aanbod
geformuleerd moet worden. Opdrachten zullen in
concurrentie verworven moeten worden. De ervaring
in andere markten heeft geleerd dat dit de eerste
jaren een druk op de prijzen tot gevolg heeft.
Drenthe College ziet het uitvoeren van activiteiten
aan de onderkant van de arbeidsmarkt voor gemeenten de komende jaren als haar taak. Omdat
groei gemakkelijker te managen is dan krimp en de
risico’s in krimp vanwege vaste lasten in huisvesting
en wachtgelden groter zijn, kiest Drenthe College
voor het realiseren van een zodanige flexibiliteit in
huisvesting en personeel dat 20% krimp door de
organisatie zelf opgevangen kan worden (zie verder
5.3 Personeel en 5.6 Bedrijfsvoering, administratie
en systemen).
3.3 Verwachtingen van jongere studenten;
de generatie Z
Jongeren verschillen. Niet iedereen is hetzelfde. Veel
jongeren hebben vandaag de dag een hekel aan
autoriteit en willen geïnspireerd worden. Gemiddeld is in hun beleving “niets”. Hetzelfde geldt voor
standaarden, ze gaan voor eigenheid, willen wel
graag uitblinken. Ze willen delen en samen nieuwe
dingen doen (co-creatie). Ze zijn op comfort gesteld,
maar willen zich ook onderscheiden. Ze zijn wars van
negativisme. De meeste willen graag bijdragen aan
het scheppen van een betere duurzame wereld.
21
Ze zijn uiteraard voortdurend “verbonden” met hun
omgeving. Ze vinden het echter ook niet altijd gemakkelijk om beren op de weg op te ruimen.
Een groot deel van onze studenten behoort tot deze
generatie: ook wel generatie Z genoemd. Drenthe
College zal met de kenmerken van deze jongeren in
de vormgeving van de opleidingen rekening moeten
houden. Punt van aandacht daarbij is dat succes in
loopbaancompetenties als samenwerken en doorzettingsvermogen vaak van groter belang zijn dan
cognitieve vermogens. Drenthe College zal in haar
opleidingen aandacht besteden aan het ontwikkelen
van deze competenties.
22
3.4 Onderwijsontwikkelingen
Regelmatig is er vanuit bedrijven en instellingen
en de overheid kritiek op het beroepsonderwijs. Nu
zijn zeker verbeteringen nodig en noodzakelijk, maar
enige relativering is ook op zijn plaats. In een rapport
van de OESO “Skills beyond School - The Netherlands” (november 2014) is deze organisatie positief
over het Nederlandse beroepsonderwijs. Het rapport
beschrijft onderstaande sterke kanten van het
Nederlandse middelbaar beroepsonderwijs:
•Nederland heeft een sterk ontwikkeld en goed gefinancierd beroepsonderwijs met een goede balans tussen publieke en private investeringen.
•Nederland investeert veel in leren op de werkplek in de vorm van BPV en leerwerk-
contracten, waardoor er sprake is van snelle
arbeidsmarktintegratie met lage jeugdwerkloosheid.
•Nederland heeft in de OESO het laagste percentage jongeren die niet werken of niet in opleiding zijn.
•Er is groot maatschappelijk draagvlak door samenwerking met bedrijfsleven en andere
maatschappelijke factoren.
•Niet-bekostigd beroepsonderwijs is vitaal en vernieuwt zich goed.
•De toevoeging van de Associate Degree, als missing link, geeft aan dat het stelsel beschikt
over een adequaat adaptief v ermogen.
Het rapport noemt de volgende aandachtspunten:
•BPV en BBL staan onder druk door demo-
grafische en economische ontwikkelingen. Constante samenwerking en steun vanuit de
sociale partners is onmisbaar.
•Samenwerking met en instroom vanuit het bedrijfsleven is noodzakelijk. Dit gezien de
vergrijzing van docententeams en de noodzaak
op de hoogte te blijven van de eisen die een
veranderende arbeidsmarkt stelt.
•Ondanks een ingewikkelde studentenpopulatie
zouden de niveaus 1 en 2 geïntegreerd moeten
worden om zo niveau 1 studenten optimaal te
kunnen laten presteren en te laten doorstromen naar hogere niveaus.
•Een leven lang leren is van nationaal belang, maar er zijn er te veel regels die een succes-
volle inzet realisatie in de weg staan.
•De arbeidsmarkt vraagt steeds meer van zijn
werknemers. Het is dan ook noodzaak door-
lopende leerlijnen te ontwikkelen en dit aanbod zichtbaar te maken.
Studenten in het mbo bereiden zich voor op een
plek op de arbeidsmarkt of doorstroom naar het
hbo. Voor de student die de route vmbo-mbo-hbo
doorloopt is het van belang dat hij soepel naar een
zo hoog mogelijk diploma wordt begeleid. Voor
de student die zich voorbereidt op een plek op de
arbeidsmarkt is van belang dat het mbo de kennis
en competenties aanleert die gevraagd worden op
de arbeidsmarkt. Er gaan stemmen op om het voor
studenten mogelijk te maken om examen te kunnen
doen op verschillende niveaus en om een soepele
overgang te creëren tussen vmbo en mbo: de vakmanschaps- of technologie routes.
In alle gevallen zal de student voorbereid moeten
zijn om een leven lang te leren. Dat kan in de ene
branche zijn op het gebied van bredere vaardigheden. In een andere branche kan behoefte zijn aan
smaller opgeleide vakmensen. In dit kader is overigens in de politiek nog niet de vraag beantwoord
waar de publieke bekostiging ophoudt en de private
investering begint. Voor het bepalen van de rol van
het mbo zijn ook de uitvoerbaarheid en organiseerbaarheid belangrijke aandachtspunten.
Los van bovenstaande vraagt beroepsonderwijs een
nauwe relatie met bedrijven en instellingen in de
branches waarvoor studenten worden opgeleid. Lessen door gastdocenten, stages en projecten moeten
studenten de kennis en vaardigheden bijbrengen die
van belang zijn voor de branche. In kristallisatiepunten als Centra voor Innovatief Vakmanschap moet
in de kennisuitwisseling tussen bedrijven onderling
en bedrijven en onderwijs innovatie ontstaan. Het
WRR rapport “Naar een lerende economie” schetst
het belang van het aanleren van 21 ste eeuwse
vaardigheden in het onderwijs. Drenthe College zal
deze vaardigheden inbedden in de curriculumontwikkeling voor de nieuwe kwalificatiedossiers. Deze
nieuwe kwalificatiedossiers zullen begin 2015 zijn
vastgesteld en Drenthe College zal ze per augustus
2016 gaan invoeren. Andere aspecten die bij de
curriculumvernieuwing meegenomen worden zijn:
internationale oriëntatie, ondernemerschap, en
doorstroom naar het hbo. Dat alles tegen het licht
van beheersbaarheid en flexibiliteit (zie verder 5.1
kernprocessen).
3.5 Personeel
Kennis is steeds meer voor iedereen op internet
voorhanden. Uiteraard zullen in elke studierichting
een aantal vakken essentieel zijn. In het traject van
curriculumontwikkeling zal over de essentiële vakken
binnen teams en sectoren overeenstemming bereikt moeten worden. Docenten bij Drenthe College
zullen zich meer gaan ontwikkelen tot begeleiders
voor onderwijsleerprocessen en er met de student op
gericht zijn om samen de opleiding vorm te geven.
Met het steeds helderder worden van het profiel van
een mbo-docent en mbo-instructeur zal professionalisering de komende jaren nadrukkelijk aandacht
moeten krijgen. Het blijft overigens van belang dat
medewerkers kennis hebben van de branche waarvoor zij studenten opleiden. De komende jaren zal
ook meer geïnvesteerd worden in docentstages.
Naast professionalisering van het bij onderwijs betrokken personeel is professionalisering van ondersteunende medewerkers en managers van belang.
Het professionaliseringsbeleid van de afgelopen
jaren zal worden voortgezet en versterkt.
3.6 Andere ROC’s
Drenthe College heeft in haar werkgebied te maken met Alfa-college in Groningen, Hoogeveen en
Hardenberg, Noorderpoort in Groningen, Assen en
Stadskanaal, Friesland College in Heerenveen, Friese
Poort in Drachten, Deltion en Landstede in Zwolle.
Conform de uitgangspunten van de macrodoelmatigheid heeft Drenthe College overleg met andere
ROC’s over haar aanbod en met vo en hbo over doorlopende en goed aansluitende leerlijnen.
3.7 Breukvlakken en inzichten
Drenthe College beschouwt de komende jaren de
volgende ontwikkelingen als breukvlak met het
verleden. •De flexibilisering van arbeid; minder vaste
contracten, vaker wisselingen van baan, steeds
meer zzp-érs.
•Afname van aantal grote werkgevers in haar
verzorgingsgebied
•Snelle technologische ontwikkelingen
•Afname routine arbeid, toename van niet routine arbeid.
•Kortere productcycli en daardoor sneller verouderen van kennis en vaardigheden.
23
•Verhogen van eisen aan beroepsbeoefenaren
op alle niveaus, tegelijkertijd verlagen van eisen van sommige beroepen aan de onderkant
van het loongebouw.
•Vervagen van verschillen tussen branches,
bedrijfstakken en sectoren, verdwijnen van
beroepen en komen van nieuwe beroepen.
•Leven lang leren als de standaard
•Toenemend belang om initiatieven te nemen
en kansen zien.
•Toegang tot netwerken en kennis worden
belangrijker dan het bezit ervan
•Verbindingen worden belangrijker dan organisaties
•Grote toegankelijkheid van de wereld via
internet en daarmee de mogelijkheid om vanuit de regio op wereldmarkt te acteren
•Ook school meer en meer onderdeel van een
netwerkketen
•Einde gedwongen winkelnering Educatieve
trajecten
•Integraal participatie-beleid bij gemeenten met
plaats voor educatieve trajecten
•Inburgering die eigen verantwoordelijkheid van
burger is
•Grotere aandacht voor duurzaamheid
•Toename van het aantal allochtonen in het
onderwijs in Drenthe
In haar aanbod, de opzet van opleidingen en de
exploitatie van de instelling zal Drenthe College met
deze ontwikkelingen meer en meer rekening
houden. 24
25
Nu leg ik een
stevige basis voor
mijn vak waarin ik
goed wil zijn
26
27
Je hebt een passie voor een vak
Je wilt het later worden
dus bewandel dan dat pad
Misschien mis je nog kracht,
vertrouwen in jezelf
Nog niet de allerbeste maar daar gaan
we nog aan werken
Wil je in de keuken werken als een kok
Monteur worden want je bent niet total loss
In de bediening want serveren vind je tof
Of de hulpverlening in, als dat is, wat je zocht
28
Tekst Drenthe College Rap Deel 2- Max Korte
29
4. Missie, visie en strategische lijnen en waarden
Op basis van de onze inschatting van externe
ontwikkelingen en dat wat jongeren beweegt, kiest
Drenthe College voor de periode 2015-2018 de
volgende visie (overtuiging):
Een opleiding met ruimte om te groeien vanuit je eigen passie en talent is een
belangrijke pijler voor een waardevolle &
betekenisvolle toekomst
Als onze maatschappelijke opdracht, onze missie
formuleren wij:
Samen op ontdekkingsreis gaan naar de beste versie van jezelf
Samen, dus medewerkers en studenten.
Met de keuze voor deze visie en missie kiest Drenthe
College voor de student als uitgangspunt voor haar
strategie. Uiteraard heeft en houdt Drenthe College
verbinding met de bedrijven en instellingen in de
branches en sectoren waar Drenthe College haar
studenten op voorbereidt. Drenthe College wil haar
studenten stimuleren hun talenten te ontwikkelen
en een zo hoog mogelijk diploma te behalen, maar
vooral ook die competenties te ontwikkelen die
ervoor zorgen dat de student met zelfvertrouwen de
arbeidsmarkt kan betreden of een succesvolle doorstart maakt op het hbo.
30
Uiteraard houdt Drenthe College bij de realisering
van missie en visie rekening met de kaders die
vanuit wet en regelgeving aan haar worden gesteld.
Ook heeft het bewaken van de continuïteit van de
organisatie de aandacht. Drenthe College voelt zich
medeverantwoordelijk voor een infrastructuur voor
een leven lang leren in de regio, maar zal de komende jaren bepalen hoe zij zich tot die infrastructuur
wenst te verhouden. Een instelling als Drenthe
College heeft beperkingen als flexibiliteit en variëteit
worden gevraagd.
Drenthe College onderscheidt in de realisering van
haar missie en visie de komende vier jaar de volgende vier strategische hoofdlijnen:
•De ontwikkeling van inspirerende opleidingen
die recht doen aan de visie en missie.
Dat betekent dat curricula de student als uitgangspunt nemen. Voor hen ontwerpt Drenthe College uitdagende opleidingsprogramma’s die passie en talent
van studenten aanspreken en ontwikkelen. Meer opdrachten en ontdekkingsgerichte leerprogramma’s,
waarin kruisbestuiving mogelijk is, en keuzevrijheid,
flexibiliteit en excellentie aandachtspunten zijn.
•De professionalisering van medewerkers om
studenten te begeleiden in de richting van de
visie/missie, maar ook zichzelf te ontwikkelen.
Met het oog op studenten is een prioriteit het waar
nodig aanleren van coachingsvaardigheden, het
leidinggeven aan integrale projecten en LOB. Verder
aandacht voor eigen professionele ontwikkeling en
de ontwikkeling van het team, zodat teams verantwoordelijkheid kunnen nemen voor de vormgeving
van het onderwijs.
•Het oog houden op ontwikkelingen in onze
omgeving.
De wereld verandert snel. Drenthe College vindt het
belangrijk de komende jaren steeds te blijven zoeken
naar mogelijkheden waar zij naast het opleiden
van studenten ook een bijdrage kan leveren aan de
ontwikkeling en de economische groei van de regio.
Zij houdt daarvoor actief contact met overheden,
bedrijven/instellingen en maatschappelijke organisaties in de regio.
31
•Bewaken van de financiële continuïteit.
Dit vraagt in ieder geval aandacht voor: de rationalisatie van onderwijsprocessen en een niet te groot
aanbod aan opleidingen. Met deze randvoorwaarden
wordt echter maximaal gestreefd naar een positieve en stimulerende leeromgeving. Verder vraagt
de financiële continuïteit een voldoende mate van
flexibiliteit in huisvesting en personeel.
De ontwikkeling
van inspirerende
opleidingen
De
professionalisering
van medewerkers
VISIE
Een opleiding met ruimte om te groeien vanuit je eigen passie en talent
is een belangrijke pijler voor een waardevolle & betekenisvolle toekomst
Samen op ontdekkingsreis gaan naar de beste versie van jezelf
MISSIE
Het oog houden op
ontwikkelingen in
onze omgeving.
32
Van belang is het besef dat het realiseren van deze
missie en visie een veranderingsproces van enige
jaren vraagt. De missie en visie zijn het uitdagend
perspectief dat Drenthe College langs boven geduide
Bewaken van
de financiële
continuïteit
strategische hoofdrichtingen wil realiseren. Per jaar
zullen voor elke strategische hoofdrichting prioriteiten in het jaarplan worden opgenomen.
Bij het vormgeven van de missie en visie staat Drenthe College ook voor de volgende drie waarden:
•Ambitie; wij gaan met plezier uitdagingen aan
in het besef dat iedereen de lat hoog legt
•Aandacht: wij zien en erkennen elkaar. Wij z ijn
nieuwsgierig en laten ons verwonderen
•Verantwoordelijkheid: een ieder neemt regie
van de eigen rol; je doet wat je zegt en bent
aanspreekbaar
Dat vraagt op elk van de waarden van medewerkers
onder meer het volgende gedrag:
Ambitie:
•Ik ga uitdagingen aan; binnen en buiten de school
•Ik neem initiatief in het realiseren van de ontdekkingsreis naar de beste versie van m
ijzelf
•Ik kan met tegenslag omgaan
•Ik maak keuzes
•Ik daag mezelf uit
•Ik vier successen; van mijzelf, mijn team enDC
•Ik zoek actief naar leersituaties in interactie
met mijn omgeving
•Ik haal mezelf en anderen uit de comfortzone
•Ik ga verandering niet aan vanuit ja, maar..,
maar vanuit ja, en….
•Ik ga voor een goed idee
•Ik help anderen in het realiseren van hun
ambitie
Aandacht:
•Ik investeer in de ander, ik geef en ontvang
feedback en complimenten
•Ik ontmoet anderen in gesprek; ik stel vragen,
ik luister en onderzoek
•Ik ben oprecht geïnteresseerd in de ander: ik begroet, toon belangstelling en handel vanuit
mogelijkheden in plaats van beperkingen
•Ik praat met de ander en niet over de ander
•Ik exploreer het onbekende; ik sluit op voor-
hand niets uit
Verantwoordelijkheid
•Ik hou me aan afspraken, als ik moet afwijken,
meld ik dat geargumenteerd
•Ik bied een helpende hand en vraag een helpende hand als dat nodig is
•Ik leer van mijn fouten
•Ik benoem mijn argumenten , luister naar anderen en weeg af
•Ik verbind me aan besluiten die genomen zijn,
handel ernaar en ben aanspreekbaar
•Ik zoek de beste oplossing voor mijn probleem;
alleen of met anderen
•Ik geef in elke situatie het goede voorbeeld
•Ik spreek collega’s en studenten aan op hun
verantwoordelijkheid
Besloten is dat er op elke locatie groepen aan de
slag gaan om de missie, visie en waarden de komende jaren te laten leven.
33
Ik leer organiseren
en motiveren in een
sportieve omgeving.
Mijn wereld.
34
35
Titel
Platte tekst
Intelligence without
ambition is a bird
without wings
Salvador Dali
36
37
5. Ontwikkelingen en strategische keuzen
In dit hoofdstuk wordt ingegaan wat de gekozen
missie en visie betekenen voor elk van de aspecten
van de organisatie. Uiteraard geldt ook hier dat er
een fors verandertraject nodig is om de doelstellingen te bereiken.
5.1 Kernprocessen; de inrichting van ons
onderwijs
Uitgangspunt bij het vormgeven van onze onderwijsprocessen is uiteraard onze overtuiging dat een
waardevolle en betekenisvolle toekomst start met
een opleiding waarbij er vrijheid is om te groeien
vanuit je eigen passie en talent.
Onderwijsinhoud
Kennis veroudert snel, door digitalisering is kennis
overal voor iedereen voor handen. Niet kennisoverdracht maar het betekenis toekennen, verwerken
en toepassen van kennis wordt onze kernopdracht.
Een leven lang leren is het uitgangspunt in een snel
veranderende samenleving. Daarbij zijn vaardigheden als creativiteit, kritisch denken, communiceren
(vooral ook digitaal), samenwerken, ondernemend
zijn - de zogenaamde vaardigheden voor de 21-ste
eeuw - van doorslaggevend belang. Continu verbeteren en innoveren is ook voor de Drentse regio aan de
orde. De rol van de mbo-er bij innovaties is vooral
het meedenken en meedoen in stapsgewijs verbeteren van processen, het zogenaamde incrementeel
innoveren. In het onderwijs bereidt Drenthe College
studenten op die rol voor door te werken aan projecten rondom levensechte vragen en opdrachten.
38
Generatie Z
Hoewel jongere studenten gekenschetst worden als
generatie Z leert niet iedereen op dezelfde manier
en er is geen aanpak denkbaar die alle studenten op
dezelfde manier aanzet tot echt leren en ontwikkelen. Dit gegeven vraagt om een variëteit in didactische werkvormen. Met ons onderwijs wil Drenthe
College de persoonlijke en professionele ontwikkeling
van studenten bevorderen en talent ontwikkelen. In
een positief pedagogisch klimaat groeit het zelfvertrouwen en krijgt talent de mogelijkheid zich te
ontwikkelen. Door een band met de student aan te
gaan en samen te werken aan inspirerende en uitdagende opdrachten kan Drenthe College snaren raken
en echt leren op gang brengen.
Versterking van de ingezette lijn
De analyse van de externe ontwikkelingen en geformuleerde missie en visie ligt het voor de hand
om de al ingezette lijn rond LOB, Positive Action en
projectonderwijs krachtig door te zetten. Dit biedt
aanknopingspunten voor betekenisvol onderwijs dat
gericht is op persoonlijke groei en een leven lang
leren dat in dialoog tussen student en docent vorm
krijgt.
Voor betekenisvol onderwijs is het nodig dat:
•er iets te kiezen is voor studenten; de student
in keuzedelen en projecten zijn eigen onderwijs
kan inkleuren.
•opdrachten en werkvormen uitdagend zijn;
innovatieve maatschappelijke opdrachten en
opdrachten uit de echte praktijk blijken daarin
het meest effect te hebben.
•Drenthe College het lef heeft om met studenten op ontdekkingstocht te gaan en aan te
sluiten bij de belangstelling van de student; in
de LOB lijn en in de projecten kan dit gestalte
krijgen.
39
•opleidingsprogramma’s meegroeien met
belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen
en veranderingen op de arbeidsmarkt; dat stelt
als eis dat programmaonderdelen snel vervangen moeten kunnen worden door nieuwe, zonder een heel nieuw leerplan te m
oeten maken.
•de student invloed heeft op het verloop van zijn
eigen studie en de voortgang individueel kan
volgen. Studiepunten of andere waarderingen
per onderdeel zijn daarbij ondersteunend.
•Drenthe College niet denkt voor de student
maar met de student, en samen met de student onderwijs vorm geeft.
Persoonlijke groei wordt gestimuleerd als:
•de student het uitgangspunt is in de begeleiding; in de intake en loopbaanontwikkeling
staat de student centraal en niet het o
nderwijsprogramma
•onderwijs en begeleiding worden gegeven in
een gastvrije en goed georganiseerde school
waar positieve feed back de collectieve omgangsvorm is.
•verbondenheid met de student het uitgangspunt voor de onderwijsorganisatie is; verschillende groeps- en organisatievormen horen
daarbij
•social media en elektronische leermiddelen
gecombineerd worden met persoonlijke aandacht; blended learning
•de lob-er extra hulp inroept als persoonlijke
problemen het leren in de weg staan; de studentadviseur arrangeert samen met regionale
hulpverleners de extra ondersteuning die nodig
is.
40
Co-creatie
We willen onze studenten echt iets meegeven voor
de toekomst. Daarvoor moeten studenten en medewerkers bevlogen samen op pad.
Het onderwijs geeft energie als:
•studenten ervaring op kunnen doen in uitdagende projecten liefst over levensechte vraagstukken
•als studenten op een positieve manier feedback krijgen op de vaardigheden die voor de toekomst van belang zijn
•aan uitdagende projecten werken waarin ruimte is om eigen oplossingen te vinden en deze te
presenteren aan de opdrachtgever
•gastdocenten van bedrijven en instellingen
regelmatig meedoen in het onderwijs
•alle mogelijkheden benut worden om met
elkaar in verbinding te staan; via ondermeer:
internet, social media en andere digitale hulpen leermiddelen.
•ouders en opvoeders betrokken zijn bij het
onderwijs van hun kind.
•alle opleidingen transparant en overzichtelijk
ingericht en georganiseerd zijn.
De docent en het team staan centraal in het inhoud
geven aan betekenisvol onderwijs en het scheppen
van een positief pedagogisch didactisch klimaat. De
ondersteuning die hiervoor aanwezig is in de organisatie is gericht op het waarmaken van deze taak.
5.2 Leven Lang Leren
In de periode van het strategisch plan zal Drenthe
College haar positie bepalen in het leven lang leren.
Drenthe College voelt zich medeverantwoordelijk
voor een goede infrastructuur op dit gebied in de
regio. Het is echter de vraag met het oog op organiseerbaarheid en betaalbaarheid wat Drenthe College op dit gebied zelf kan uitvoeren of dat zij beter
verbindingen kan aangaan met andere partijen.
Drenthe College maakt haar studenten uiteraard
bewust van het belang van een leven lang leren.
Samen met bedrijven en instellingen zal Drenthe
College uitdagende projecten en keuzemodulen
vormgeven. Ook zal de ontwikkeling naar modulair
onderwijs worden ingezet.
Voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt
of werkzoekenden voert Drenthe College in opdracht
van gemeenten of gemeentelijke instellingen bij-,
her- en omscholingsonderwijs uit. De bezuinigingen waar de gemeenten mee te maken hebben,
leiden er toe dat in het aanbod van Drenthe College
duidelijk moet zijn tot welke besparingen de investering op termijn leidt. De investering leidt er toe dat
de student sneller geschikt is voor een plek op de
arbeidsmarkt door trajecten parallel te schakelen of
de student krijgt eerder een baan, doordat hij kennis
of vaardigheden ontwikkelt die hem meer geschikt
maken. Voorwaarde is dat de contracten die afgesloten worden renderend zijn.
De vraag of en in welke mate Drenthe College de komende jaren in de toekomst contractonderwijs aan
bedrijven en instellingen moet blijven aanbieden, is
in dit plan voor de komende jaren nog niet definitief
beantwoord. Contractonderwijs heeft een andere
dynamiek dan het uitvoeren van regulier bekostigd
onderwijs. Het aanbieden van contractonderwijs kan
opleidingen enerzijds steunen om aan te sluiten bij
de marktvraag, maar anderzijds kan contractonderwijs ook verstorend werken in de uitvoering en
de beheersing van het onderwijs. Drenthe College
hanteert de komende jaren de volgende criteria voor
het aanbieden van contractonderwijs.
•De kosten voor het uitvoeren van de activiteit
moeten gedekt zijn; bij voorkeur moet enig
rendement behaald worden. Hierbij dienen alle
kosten in acht genomen te worden, dus ook
de facilitering van ruimte etc. Als een activiteit
niet kostendekkend is, moet het verlies op het
marketingbudget geboekt kunnen worden.
•De activiteit moet een meerwaarde voor het
team zijn.
•De activiteit moet de organisatie, inzet personeel, opening gebouwen etc. niet in de weg
staan. De voorkeur wordt gegeven aan het
gebruik van bestaande systemen.
•De activiteit moet het leereffect voor beide
partijen vergroten.
5.3 Personeel
De visie van DC: samen op ontdekkingstocht naar
de beste versie van jezelf geldt voor studenten en
medewerkers. Dat heeft gevolgen niet alleen voor
onderwijzend personeel, maar ook voor het ondersteunend personeel. Samen zal gewerkt worden aan
het positieve leerklimaat.
Studenten stimuleren betekent dat elke medewerker bij Drenthe College het inzicht moet hebben
hoe studenten benaderd en aangesproken moeten
worden om gestimuleerd te worden de beste versie
van zich zelf te worden. Er zal ook overeenstemming
ontstaan moeten zijn over wat in welke situatie het
beste werkt. Daarvoor zal een opleidingsaanbod
worden ontwikkeld.
Drenthe College stimuleert iedere medewerker en
manager zich te blijven ontwikkelen. Drenthe College zal de middelen voor opleidingen op het huidige
niveau van 2`% van de personeelskosten houden.
Een ieder wordt gestimuleerd eigen plannen te maken of gebruik te maken van het aanbod dat binnen
Drenthe College wordt georganiseerd (gele weken of
DC brede trajecten als voor examinering en LOB). In
het licht van dit strategisch plan zal een nieuw aanbod worden ontwikkeld voor zowel OP als OBP. Ook
zal Drenthe College docenten blijven stimuleren om
gebruik te maken van de lerarenbeurs. De afgelopen
jaren hebben meer dan 40 docenten hun Mastergraad gehaald. Het is de bedoeling dat uiteindelijk
elk team twee Masteropgeleiden heeft.
41
Verder zal de ontwikkeling van teams de aandacht
vragen. Teams kunnen alleen de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs waarmaken
als teamleden elkaar durven aan te spreken en in
staat zijn om samen te werken aan de uitvoering
van het onderwijs. Bezien zal worden welke teams
met welke begeleiding gebaat zijn.
De demografische opbouw 15-19 jarigen en de huidige economische ontwikkeling in het verzorgingsgebied van DC laat een krimp in aantallen studenten
zien vanaf 2022. De afname van het aantal studenten sluit aan bij de uitstroom van medewerkers die
in die periode de AOW gerechtigde leeftijd bereiken.
Onder gelijkblijvende omstandigheden zal DC om die
reden ook de komende vier jaren terughoudend zijn
in het aangaan van vaste dienstverbanden. Los van
de eventuele keuzen in vroeg pensioen, is er ruimte
voor circa 10-20 fte aan vaste dienstverbanden
per jaar. Aangezien omringende ROC’ s, gezien hun
leeftijdsopbouw nog meer ruimte hebben voor vaste
aanstellingen, zal punt van aandacht zijn op welke
wijze Drenthe College in staat kan zijn om docenten
die zij wil behouden ook te behouden in een krappere
arbeidsmarkt.
Drenthe College hecht aan docenten die kennis
hebben van het werkveld waarvoor zij opleiden. Er
zal een begin gemaakt worden met een beleid voor
het doen van docentstages. Er wordt verder landelijk
gewerkt aan een regeling waardoor zij–instromers
via een bijscholingsprogramma bevoegd verklaard
kunnen worden. Drenthe College zal beleid gaan
vormgeven zodat ervaren vakmensen uit bedrijven
en instellingen part-time bevoegd docent kunnen
worden bij Drenthe College.
42
Om te bevorderen dat onderwijzend en niet onderwijzend personeel samen het positieve leerklimaat
kunnen vormgeven en meer begrip krijgen voor
elkaars behoeften zal OBP stage gaan lopen bij de
onderwijsteams, en zal vervolgens gestimuleerd
worden dat uit elk team tenminste een docent stage
loopt bij de diensten of een van de OOD’s.
Verder vraagt de leeftijdsopbouw van het personeel
de komende jaren aandacht. Drenthe College heeft
veel oudere werknemers. Jonge medewerkers zijn
relatief ondervertegenwoordigd. De gemiddelde
leeftijd is 50 jaar. Er is inmiddels actie ondernomen
om oudere werknemers te ondersteunen met een
cursus om ook op oudere leeftijd vitaal en in harmonie tussen privé en werk gemotiveerd aan het
werk te kunnen blijven. In 2015 zal Drenthe College
bezien of een regeling mogelijk is om mensen die
niet goed inzetbaar meer zijn voor het onderwijs en
die de wens hebben met keuzepensioen te gaan een
tegemoetkoming te geven om hen daarbij te helpen.
Ten slotte zal het voor Drenthe College van belang
zijn om meer kennis van buiten binnen te halen via
bijvoorbeeld gastdocenten, tijdelijke specialisten.
Bezien zal worden op welke wijze dat binnen de Wet
Werk en Zekerheid gerealiseerd kan worden.
5.4 Structuur en sturing
Drenthe College kiest voor de periode van dit strategisch plan voor een nieuwe missie en visie. Daarbij
heeft Drenthe College een drietal waarden gekozen die de komende jaren extra aandacht zouden
moeten krijgen. De nieuwe missie, visie en waarden
moeten leiden naar inspirerend onderwijs dat studenten ondersteunt om de beste versie van zichzelf
te worden, en daarmee een waardevolle en betekenisvolle toekomst te realiseren.
Structuur
Drenthe College kiest er vooralsnog voor om de
komende strategisch periode de hoofdstructuur, de
indeling met vier sectoren en twee diensten in tact
te laten. De ervaring heeft geleerd dat structuurveranderingen veel interne energie kosten.
Verder bevalt de hoofdstructuur en pakt een ieder
steeds beter de rol. Het CMT is het belangrijkste
beleidsvormende orgaan. De Raad van Toezicht
houdt toezicht op de organisatie en het College van
Bestuur. De sectormanagers hebben de verantwoordelijkheid voor een sector en een regio.
Wat betreft de teams is in 2014 besloten in de
sectoren EDI, Techniek en Zorg&Welzijn een extra
opleidingsmanager aan te stellen om de span of
control in een periode van grote veranderingen aanvaardbaar te houden. Techniek heeft zijn teams met
ingang van 2014/2015 opnieuw ingericht. Hetzelfde
geldt voor DC*Start. EDI heeft dat deels gedaan. De
verwachting is dat EDI en Zorg&Welzijn eind 2015
hun teams nog zullen aanpassen aan de ordening
die bij de invoering van Focus op Vakmanschap
noodzakelijk is. Wat betreft de inrichting in de teams
maken de meeste opleidingsmanagers gebruik van
coördinatoren voor het uitvoeren van verschillende
taken. Ook wordt in grote teams gewerkt met een
kernteam.
Sturing
Belangrijk voor het bereiken van de missie, visie en
strategie is dat teams de ruimte voelen om verantwoordelijkheid te nemen voor de inrichting van
het onderwijs binnen de kaders die Drenthe College
stelt. Tot dusver werd die ruimte niet altijd gevoeld.
Leden van het MT en het CMT zullen nadrukkelijk
tijd moeten nemen om met elkaar te bespreken
welke belemmeringen er zijn of gevoeld worden in
het realiseren van het toekomstperspectief en welke
oplossingen er wenselijk en nodig zijn.
In dit kader is ook besloten een start te maken met
het opdoen van ervaring met outputsturing om te
bezien of deze manier van sturen het eigenaarschap
voor het onderwijs bij onderwijsteams bevordert.
Doel daarvan is dat het “ wat” voor een team in
overleg wordt bepaald en het “hoe” zo veel mogelijk
aan het team wordt gelaten. Daarbij zal er altijd een
spanning blijven tussen de vrijheid die een team of
een individuele professional zou wensen en DC kaders of afspraken die om efficiency redenen worden
gehanteerd. Gezien het belang van het eigenaarschap van teams voor onderwijs boven efficiency
zou er de komende jaren geëxperimenteerd kunnen
worden met een grotere mate van differentiatie.
Als duidelijk is welke doelstellingen van elke organisatorische eenheid worden verwacht, is het nodig
te monitoren of deze doelstellingen behaald gaan
worden of dat het nodig is bij te sturen. Daarvoor zal
een nieuwe set van data moeten worden samengesteld. Het gaat dan bijvoorbeeld om zaken als
marktpotentieel, vraag van gemeenten en bedrijven,
wensen van studenten. Voor een deel waren deze
data de afgelopen jaren beschikbaar via diverse
enquêtes. Ze zijn in die periode ook gebruikt voor bijstelling van beleid, maar toch min of meer los van de
data die periodiek beschikbaar komen ten behoeve
van de control cyclus van beheers- en resultaatgesprekken.
Belangrijk bij het vaststellen van doelstellingen en
het ontwerpen van de noodzakelijke dataset is dat
organisatorische eenheden daar een belangrijke rol
bij spelen. Het zijn de onderwijsteams die gesteund
door de diensten zowel hun doelstellingen als hun
behoefte aan data zouden moeten formuleren. Het
operationaliseren van missie/visie en waarden in
doelstellingen en ontwikkelen van de nodige informatie zal in het najaar van 2015 worden opgepakt.
Daarbij hoort ook een toets op de inrichting van de
systemen. Tot dus ver zijn deze nauw verbonden
met kernteams en studenten die hun opleiding
bij een kernteam volgen. Te verwachten valt dat
studenten vaker delen van hun opleiding in andere
opleidingen gaan volgen.
43
Ook moeten de systemen ingericht zijn voor het
roosteren en volgen van keuzedelen. Deze ontwikkelingen zullen het gevolg hebben dat docenten niet
meer vooral verbonden zijn aan een team. De huidige systemen zijn daarop niet echt ingericht.
Kwaliteit(systeem)
Bij het realiseren van de missie en visie staan (zelf)
reflectie en ontwikkeling centraal. Studenten die,
samen met docenten, onderzoeken waar hun interesse ligt en waar ze goed in zijn zodat ze zich verder
kunnen ontwikkelen. Docenten die deze ontwikkeling stimuleren, hierin zelf het voorbeeld geven
door continu te streven naar het verbeteren van
hun kwaliteit(en) en dit koppelen aan gezamenlijke
organisatiedoelen. Om gericht aan de organisatiedoelen te werken, heeft DC een kwaliteitssysteem,
waarbij centraal jaarlijks een aantal prioriteiten
wordt benoemd. Deze vinden hun weerklank in
sectorplannen die een deel van deze prioriteiten
overnemen zodat aan de hand hiervan de teamplannen kunnen worden opgesteld. Deze cascade
vervolgt zijn weg weer naar centraal door de doelen
in de teamplannen te evalueren en te bespreken in
de verschillende overleggen tussen MT en CvB-leden.
Dit kwaliteitssysteem ondersteunt de systematische
wijze van werken aan kwaliteit. Het zorgt echter niet
automatisch voor het versterken van het kwaliteitsbewustzijn.
44
De uitdaging waarvoor DC de komende jaren staat,
is het vergroten van dit bewustzijn. Hiervoor is een
(extra) systeem geen oplossing, het moet uit de medewerkers zelf komen. Vragen als: Hoe weet ik dat ik
voorzie in de behoefte van de klant? Welk resultaat
moet ik leveren? Lever ik dit ook, en als dit het geval
is, hoe zorg ik dat deze resultaten over een aantal
jaren nog steeds worden behaald? zijn hierbij essentieel. Kwaliteit dus niet alleen vanuit het perspectief
van een student (goede cijfers, begeleiding etc.)
maar ook vanuit een reflectie op eigen handelen.
Met studenten op ontdekkingsreis naar de beste
versie van hunzelf, kan alleen als er een kwaliteitscultuur bestaat waarbij medewerkers en studenten
elkaar aanspreken, ondersteunen, samenwerken aan
doelen en zich verantwoordelijk voelen voor de realisatie hiervan. Als daarnaast de opleidingsmanager
dit structureert door relevante kwaliteitsinformatie
en doelen regelmatig in het team aan de orde te
stellen, ontstaat de kwaliteitscultuur die DC in staat
stelt haar missie te volbrengen.
5.5 Cultuur en Communicatie
5.5.1 Cultuur
In de aanloop naar dit strategisch plan zijn de volgende kwalificaties voor de cultuur van DC gegeven.
•Kuddedier
•Vriendelijk
•Harde werker
•Gemoedelijk
•Doet z’n best
•Log
•Nuchter
•Honkvast
•Bescheiden
•Traditioneel
•Onzichtbaar
Met die kwalificaties zijn de afgelopen jaren goede
resultaten geboekt. Drenthe College is een soort
familie – met eigen decentrale mores - waar het
prettig werken is. Bij Drenthe College geldt: doe
maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.
Het DNA van Drenthe College heeft echter ook minder positieve kanten: het maakt dat DC een weinig
flexibele organisatie is, waar ook een eilandencultuur heerst. Managers en staf moeten het eens worden met professionals. Dat is lastig. Ze spreken een
verschillende taal. Besluitvorming duurt vaak lang
en vervolgens neemt acceptatie ook nog enige tijd.
De afgelopen periode is de cultuur al wel veranderd.
Voor de komende jaren staat Drenthe College voor
de uitdaging om een inspirerende focus te vinden,
bevlogenheid bij nog meer medewerkers te realiseren en de durf te hebben te gaan voor een ambitieus
doel. Om de geformuleerde ambities onder kernprocessen, personeel en kwaliteitsbeleid te kunnen
waarmaken, zullen de nu gekozen missie en visie in
de praktijk betekenis moeten krijgen voor alle medewerkers van DC. Voor sommige aspecten – begeleiding, verbondenheid met studenten en een gastvrije
school - zal dat relatief eenvoudig zijn: ze liggen
immers dicht bij het Drenthe College DNA. Voor
anderen, zoals ‘werken vanuit één visie’, flexibiliteit,
terugpraten, dialoog aangaan en lef zal de uitdaging
groter zijn.
De gezamenlijke missie en de visie zouden moeten
leiden tot gedrag dat de ambities dichterbij brengt.
Samen op ontdekkingsreis naar de beste versie van
jezelf kan gerealiseerd worden als medewerkers in
de praktijk vanuit de bedoeling vormgeven aan een
professionele leergemeenschap. Dan zal blijken dat
de verschillen in opvattingen, normen en waarden
niet zo groot zijn als nu wel eens gepercipieerd
wordt. Juist binnen Drenthe College gelooft iedereen
in het ontwikkelen van talent. Hiervoor zijn richting
en ruimte en nodig.
Richting
Om te zorgen dat medewerkers streven naar hetzelfde doel, daar verantwoordelijkheid voor nemen,
ruimte ervaren en keuzes accepteren, is het wenselijk dat missie, visie en waarden betekenis gaan
krijgen bij alle medewerkers van Drenthe College en
alle organisatorische eenheden. Per locatie en per
organisatorische eenheid zal daar tijd aan besteed
gaan worden en zal budget worden vrijgemaakt.
Ruimte
Zoals hiervoor ook is aangegeven is het belangrijk
dat medewerkers zich meer eigenaar gaan voelen
van de eigen werkzaamheden, kaders begrijpen en
de meerwaarde zien van samenwerken. Dat er ruimte is voor vernieuwing en daarmee ook voor eventuele onzekerheden of zelfs fouten. Een middel kan
zijn om teams in de gelegenheid stellen projecten in
te dienen en daar dan budget voor beschikbaar te
stellen uit de algemene middelen. Het zou mooi zijn
als er ook ideeën zouden zijn voor pilots waarin kan
worden samengewerkt over afdelingen heen of met
andere instellingen. Hierbij kunnen vernieuwende
werkvormen of werkwijzen weer aan collega’s worden gepresenteerd. Het is dus van belang te bezien
of daarvoor in de begroting 2015 en 2016 ruimte
hiervoor kan worden gevonden.
5.5.2 Communicatie
Er wordt veel gecommuniceerd binnen Drenthe College. De communicatie is echter nog lang niet altijd
succesvol: niet altijd worden de juiste mensen op het
juiste moment en op de juiste manier bereikt, zoals
ook uit het medewerker tevredenheidonderzoek
2015 blijkt. Medewerkers voelen zich geen eigenaar
van afspraken of besluiten. De informatie waarom
een besluit genomen is komt ook niet altijd door.
Besluiten die raken aan het “ hoe” van het onderwijs
zullen vaak nog stuiten op weerstand.
Er zullen manieren gevonden moeten worden om de
argumentatie voor besluiten beter de organisatie in
te krijgen. Dat geldt met name voor besluiten die het
“hoe” van het onderwijsproces raken.
Om in de relatie tussen onderwijs en diensten onbegrip uit te bannen en effectiever te gaan samenwerken, is het wenselijk om meer over elkaars perspectief te leren. Dit kan door de tijd te nemen bij elkaar
in de keuken te kijken. Zo zouden de diensten meer
over het onderwijs te weten moeten komen, om hen
gerichter te kunnen ondersteunen. Voor docenten
is het van belang dat zij zich realiseren dat zij in een
organisatiecontext werken en begrijpen waar de
kaders en regels uit voort komen. De kaders vormen
het speelveld, het spel wordt door de teams zelf gespeeld. Het eerder genomen besluit om bij elkaar in
de keuken te kijken zal naar verwachting dat begrip
gaan vergroten. Een ander aandachtspunt dat opgepakt zal worden is het vergroten van de adviesvaardigheden van de diensten.
45
De keuze om samen op ontdekkingsreis te gaan naar
de beste versie van jezelf betekent dat medewerkers
studenten serieus moeten nemen. In staat zijn samen te werken aan co-creatie. Verder zal de digitale
communicatie een belangrijke plek in het onderwijs
moeten gaan innemen. Studenten kennen immers
niet anders. Het is hun werkelijkheid. Uiteraard ten
behoeve van gebruik in werkvormen, maar ook bij
het creëren van een platform tussen studenten,
docenten en anderen. Ook de ontwikkeling van deze
punten zal de komende jaren aandacht vragen en
ruimte in het budget.
Naast interne communicatie is ook goede externe
communicatie van belang. In 2015 zal een communicatiebureau voorstellen doen voor een nieuwe payoff passend bij de nieuwe missie/visie. Vervolgens
zal in 2016, onder leiding van een nieuw College
van Bestuur een nieuw extern communicatie beleid
ontwikkeld worden.
nodig heeft. Op welke wijze die data ook voor iedereen beschikbaar kunnen komen. En ten slotte op
welke wijze de inrichting tegemoet kan komen aan
de wijziging van de aard van de nogal harde verbinding van studenten en docenten aan een opleiding
vanwege grotere flexibilisering en keuzemogelijkheden in de toekomst.
De komende jaren zal verder de aandacht vragen
wat DC wenst op het gebied van bijvoorbeeld
e-learning en video-conferencing in het onderwijsproces. Mocht daar behoefte aan bestaan, dan
zullen voorzieningen gerealiseerd moeten worden.
5.7 Financiën
Drenthe College heeft een meerjaren begroting opgesteld voor de periode 2015-2018. Dat is gebeurd
op basis van de volgende uitgangspunten: de actuele inzichten rond de toekomstige bekostiging, een
inschatting van BOL/BBL studenten, een formatie
van OBP als vastgesteld in 2011 met de wijzigingen
in de periode 2011-2014, de formatie van onderwijsteam in het beroepsonderwijs op basis van 1:
22, de formatie van DC Start op basis van kostendekkend zijn van VAVO en Educatie en een formatie
voor Entree van 1: 15. Op die basis kan jaarlijks een
positief resultaat van 0,4 mln gerealiseerd worden.
Voor het realiseren van de vernieuwing van het
onderwijs conform de nieuwe missie en visie zijn de
volgende bedragen beschikbaar:
2015:
€ 3.055.000
2016:
€ 2.030.000
2017:
€ 2.575.000
2018:
€ 2.375.000
Verder is er dan deze periode ruimte voor het aanstellen van vaste medewerkers in een omvang van
20 fte per jaar. Solvabiliteit en liquiditeit ontwikkelen
zich positief en blijven ruim boven de signaleringsgrenzen van OCW.
Wat betreft ondersteunende systemen is er behoefte
aan een nieuw pakket voor plannen en roosteren.
Het liefst geïntegreerd. Dit heeft prioriteit in
2015/2016.
5.6 Bedrijfsvoering, administratie en systemen
Drenthe College heeft de afgelopen jaren haar
huisvesting afgestemd op de te verwachte krimp.
Drenthe College lijkt op dit punt geen risico’s meer
te lopen. Verder zijn panden gemoderniseerd. Voor
2015 staan nog als belangrijke vernieuwingen; het
inrichten van het Technomatch gebouw in Emmen
voor het Centrum voor duurzame chemische technologie en het inhuizen van Horeca Emmen bij Stenden.
Op basis van de missie en visie zal de komende jaren
bezien moeten worden op welke wijze de in gebruik
zijnde gebouwen de nieuwe missie en visie kunnen
ondersteunen.
46
Wat betreft systemen is de infrastructuur grotendeels op orde. De komende jaren zullen ICT structuur en telefonie geïntegreerd worden om optimale
bereikbaarheid van medewerkers en studenten te
realiseren. Wat betreft de managementinformatie is
de wens in 2015 te bezien welke data elke organisatorische eenheid vanuit de nieuwe missie en visie
47
Ik wil in mijn werk iets
betekenen voor anderen,
dat is mijn ambitie.
48
49
The most precious gift
we can offer anyone is
our attention
Thich Nhat Hanh
51
6. Wat is er bereikt in 2018?
Als Drenthe College werk maakt van haar strategisch plan langs de lijnen die hiervoor zijn aangegeven zijn in 2018 de volgende resultaten behaald.
Bedrijven en instellingen zijn bereid om medewerkers
parttime docent bij Drenthe College te laten zijn en
leveren graag gastdocenten.
Studenten worden uitgedaagd hun talenten te ontwikkelen en de beste versie van zichzelf te worden.
Zij volgen programma’s waar iets te kiezen is (uiteraard binnen grenzen van organiseerbaarheid en
betaalbaarheid). Zij voeren uitdagende projecten uit
die relevant zijn voor hun ontwikkeling. Ze worden
gestimuleerd om een diploma op een zo hoog mogelijk niveau te halen of door te stromen naar het hbo.
In het laatste geval hebben zij bij Drenthe College
die kennis en vaardigheden ontwikkeld die hen succesvol doen zijn in het hbo. Als zij doorstromen naar
de arbeidsmarkt hebben zij een portfolio dat hen
met zelfvertrouwen de arbeidsmarkt doet betreden.
Indicatoren:
•Tevredenheid bedrijven over studenten, uitgevoerde projecten en gerealiseerde innovaties
•Toename aantal actieve stageverlenende
bedrijven
•Toename aantal gastdocenten
•Toename aantal projectopdrachten
Indicatoren:
•Tevredenheid alumni
•Succes in hbo
•Tevredenheid bedrijven (nemen studenten DC
graag in dienst)
•Tevredenheid studenten JOB, panelgesprekken
en blokevaluaties
Bedrijven en instellingen bieden studenten van
Drenthe College graag stageplekken aan en laten
projecten uitvoeren door studenten. In de gevormde
kristallisatiepunten worden tussen bedrijven, Drenthe College en hbo-instellingen samengewerkt aan
vernieuwende projecten.
Bedrijven en instellingen zijn graag bereid Drenthe
College over de inhoud van programma’s te adviseren in adviescommissies.
52
Gemeenten en gemeentelijke instellingen werken
graag samen met Drenthe College in scholing voor
werklozen en mensen aan de onderkant van de
arbeidsmarkt. Gemeenten zijn tevreden over de
samenwerking met Drenthe College op het gebied
van het voorkomen van VSV. Ook gemeenten bieden
studenten stageplekken en laten projecten uitvoeren
door studenten.
Indicatoren:
•Zie onder bedrijven en instellingen
•Tevredenheid VSV
•Tevredenheid effect opleidingen werklozen en
verkleinen afstand arbeidsmarkt of vergroten
maatschappelijke betrokkenheid.
•Toename studenten Entree die succesvol geleid
worden naar een baan of instroom in het mbo.
Vo scholen. Met de toeleverende vo scholen en met
name die in Assen, Emmen en Meppel heeft Drenthe
College doorlopende leerlijnen en afspraken wie wat
doet in de opleidingen voor niveau 2.
53
Hbo-instellingen. Met de hbo-instellingen heeft
Drenthe College doorlopende leerlijnen. Er zijn doorstroommodules die kans op succes van mbo-studenten in het hbo vergroten.
Indicatoren voor vo-scholen en hbo-instellingen
•Vergroten marktaandeel vo-studenten in opleidingen die Drenthe College aanbiedt
•Minder uitval studenten eerstejaars
•Meer succes mbo studenten in het hbo
Medewerkers Drenthe College vinden het leuk zich te
ontwikkelen en zich te verbeteren. Ze maken gebruik
van de geboden mogelijkheden, kennen de missie en
visie en de waarden en handelen er naar. Ondersteunende medewerkers en managers hebben gevoel
voor onderwijs en werken samen aan het positieve
leerklimaat dat Drenthe College voorstaat. Onderwijsteams nemen echt de verantwoordelijkheid voor
hun opleidingen. Vinden verantwoording afleggen
normaal.
Indicatoren:
•Tevredenheid medewerkers
•Toename aantal medewerkers dat opleiding volgt
•Toename aantal medewerkers dat aan verbeterprojecten werkt
•Stijging aantal medewerkers dat stage loopt in
onderwijs of bij bedrijven en instellingen.
54
55
Het is mijn uitdaging
om van de opleiding een
succes te maken.
56
57
Je moet niet acteren, accepteer hoe je bent
En zit het even niet mee, hou je koest
en ga niet weg
Want een ieder heeft iets, iets goeds
en iets slechts
niemand is perfect, zolang je maar timmert
aan die weg
Hier op DC een plek, waar alles wordt versterkt
De een werkt met z’n handen en
de ander high tech
Maar geloof in jezelf want dat is de eerste helft
En wordt vervolgens de beste versie van jezelf
58
Tekst Drenthe College Rap Deel 3- Max Korte
59
60
Download