Wereld in het klein Ka art nu m me rs 1 3 Groep 5/6 Aantal Duur van de Verwerking leerling kaart en Korte kaart Werkblad Lange kaart Kijkdoos + verslag 4 Korte kaart Groei paddenstoel en tekening 8 Korte kaart Muurkrant 10 Korte kaart Werkblad 12 Korte kaart Werkblad 13 Korte kaart Woordweb Planning Het thema Wereld in het klein loopt van maandag 12 oktober tot en met vrijdag 27 november 2015. Kaart 1 Thema Wereld in het klein Leerkracht Juf Willie Kaart 1: Je oor, klein maar fijn 1 lesuur Wat moet ik weten? Ik kan uitleggen wat geluid is. Ik kan stap voor stap beschrijven hoe we geluid kunnen horen. Ik weet uit welke delen het oor bestaat. Ik kan oorschelp, gehoorgang, trommelvlies, gehoorbeentjes en slakkenhuis aanwijzen op een plaatje van een oor. Ik kan uitleggen waar de oorschelp voor is. Ik kan uitleggen wat het trommelvlies en de gehoorbeentjes doen. Ik kan vertellen wat er gebeurt in het slakkenhuis. Ik kan uitleggen hoe we uiteindelijk weten welk geluid we horen. Ik kan uitleggen wat er gebeurt als je doof wordt. Ik kan vertellen wat er gebeurt als je doof wordt. Waar kan ik het vinden? ( informatiebronnen) Werkblad: Je oor, klein maar fijn. (Informatieblad kaart 10: Je oor, klein maar fijn.) Online klas Internet: www.wikipedia.nl. Je kunt dan verder zoeken onder: oor Welke vorm moet het krijgen? Je gaat het werkblad goed lezen, je onderstreept de belangrijkste dingen Daarna bedenk je 3 vragen over de belangrijkste dingen van het oor. Denk hierbij aan het doel van deze kaart: wat moet ik weten? Je gaat elkaar deze vragen stellen. Wie heeft het meest onthouden? Kaart 3 Thema 2 Leerkracht Kaart 3:De boerensloot Wereld in het klein Juf Neeltje Lesuren: Lange kaart 2-3 lesuren Wat moet ik weten? Ik kan een aantal insecten noemen dat bij een sloot leeft. Ik kan een beschrijving geven van een insect dat bij de sloot leeft met daarin: Waar bij de sloot het insect leeft. Waarom het insect bij de sloot leeft. Wat het insect eet. Welke vijanden het insect heeft. Waar kan ik het vinden? ( informatiebronnen) Internet: www.leerwereld.nu zoeken op: Sloot www.kinderpleinen.nl zoeken op: Sloot en Plas http://onderwijs.2metdenatuur.nl/slootenplasproject.htm Natuur boeken Biebboeken over sloot en slootdieren Welke vorm moet het krijgen? Je gaat met je groepje een kijkdoos maken van een sloot, waarin je alle insecten die je hebt gevonden namaakt. Stop ook insecten in je kijkdoos die je niet zelf hebt opgevist, maar op internet of in boeken hebt gevonden. Maak met je groepje een kort verslag over 3 insecten uit je kijkdoos, dit verslag mag je typen met lettertype arial 12. waar in de sloot het insect leeft. Wat het insect eet. Door wie het insect opgegeten wordt. Kaart 4 Thema Leerkracht Kaart 4: Zijn paddenstoelen schimmels Wereld in het klein Juf Judith Korte kaart Wat moet ik weten? - Wij kunnen een aantal paddenstoelen noemen. - Wij kunnen een eetbare paddenstoel noemen. - Wij kunnen een paddenstoel tekenen. - Wij kunnen bij de zwamvlok de ring, steel, hoed en plaatjes ( of buisjes) van een paddenstoel aanwijzen. - Wij kunnen vertellen wat een schimmel doet. - Wij kunnen stap voor stap uitleggen wat een schimmel doet. - Wij kunnen stap voor stap uitleggen hoe uit een schimmel een paddenstoel ontstaat. - Wij kunnen uitleggen wat sporen zijn. - Wij kunnen vertellen hoe de sporen in de bodem terechtkomen. - Wij kunnen beschrijven hoe uit een spore weer een schimmel groeit. Waar kan ik het vinden? ( informatiebronnen) Via internet kun je zoeken op: - http://paddenstoelen.startpagina.nl/ - http://paddestoelen.net/ - http://champignons.startkabel.nl/ - http://nl.wikipedia.org/wiki/Champignon - Via leerwereld zoeken op champignons en paddenstoelen. In het topondernemerslokaal zoeken in boeken over champignons en paddenstoelen of kijken op online klas topondernemers 2.0. Welke vorm moet het krijgen? Je gaat informatie opzoeken over hoe een paddenstoel groeit. Daarna krijg je een A3 papier en die verdeel je in zes vakken. Hierin ga je de groei van de paddenstoel tekenen. Zet bij elk plaatje wat er te zien is. Daarna draai je het blad om en maak je een grote tekening van een paddenstoel. Je krijgt van de leerkracht een champignon om te bekijken. Geef de volgende onderdelen op de tekening duidelijk aan: 1. hoed 2. steel 3. sporen 4. zwamvlok of schimmeldraden Kaart 8 Thema Leerkracht Kaart 8: Een hele hoop mieren op een mierenhoop Wereld in het klein Juf Judith Korte kaart Wat moet ik weten? - Wij kennen enkele soorten mieren - Wij kunnen beschrijven hoe een mier eruit ziet - Wij kunnen vertellen waar een mier leeft - Wij kunnen beschrijven hoe een mierennest eruit ziet - Wij kunnen het leven in een mierenhoop beschrijven - Wij kunnen de groei van eitje tot volwassen mier beschrijven - Wij kunnen uitleggen wat de taak van een koningin is - Wij kunnen vertellen wat de taken de andere mieren hebben - Wij kunnen vertellen hoe mieren samenwerken Waar kan ik het vinden? ( informatiebronnen) Op internet kun je op de volgende sites antwoorden vinden op je vragen: - www.kinderpleinen.nl/showPlein.php?plnId=367 - http://wikikids.wiki.kennisnet.nl/Mier - Online klas In het topondernemerslokaal zoeken in boeken over mieren. Welke vorm moet het krijgen? Je maakt met je tweetal een muurkrant, waarin je de volgende vragen over mieren gaat beantwoorden: - Welke verschillende soorten mieren zijn er? Hoe werken mieren samen? Hoe groeit een mier, van ei tot volwassen mier? Welke taken hebben mieren in een mierenhoop? De antwoorden op deze vragen moeten dus terug te vinden zijn op je muurkrant! Voor deze muurkrant mag je internet gebruiken. Je gebruikt dan lettertype Arial en grootte 12. Kaart 10 Thema Leerkracht Kaart 10: Wat hebben we waar? Wereld in het klein Juf Willie 2 lesuren Wat moet ik weten? Ik kan 4 grondsoorten noemen die in Nederland voorkomen. Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen zand, klei, löss en veen. Ik kan in een atlas de grondsoort in een bepaald gebied opzoeken. Ik kan zelf een kaart maken met landschappen in Nederland. Ik kan vertellen in welke delen van Nederland we zand, klei, löss en veen vinden. Waar kan ik het vinden? ( informatiebronnen) Kopieerkaart van Nederland (voor elk groepje 1 kaart). Atlas Online klas Werkblad: Landschappen in Nederland (voor elk groepje 1 werkblad). Zand en klei (om het verschil te onderzoeken). Groot karton (om de kaart van Nederland op te plakken). Welke vorm moet het krijgen? Je maakt met je groepje het werkblad door de vragen te beantwoorden die op het werkblad staan. Hierbij heb je een atlas nodig. Ook ga je zand en klei met elkaar vergelijken: wat valt je op? Daarna gaan jullie op een lege kaart van Nederland de 4 landschappen kleuren die worden genoemd op jullie werkblad. Jullie maken er ook een legenda bij: dit is een uitleg van de kleuren die jullie hebben gebruikt. Knip de kaart netjes uit en plak deze daarna op het karton. Kaart 12 Thema 2 Leerkracht Kaart 12: Zuurstof: klein maar fijn! Wereld in het klein Juf Neeltje Lesuren: Korte kaart, 1 lesuur Wat moet ik weten? Doelen: Ik kan vertellen waar we zuurstof voor nodig hebben. Ik kan uitleggen hoe we aan zuurstof komen. Ik weet waar de longen zitten. Ik kan uitleggen hoe de longen werken. Ik kan uitleggen wat er gebeurt bij hoesten en waarom we hoesten. Ik kan uitleggen wat astma is. Ik kan vertellen wat er gebeurt bij een astma aanval. Ik kan vertellen waar je het allemaal benauwd van kunt krijgen. Ik kan vertellen welke medicijnen er zijn tegen astma en hoe je die inneemt. Ik kan vertellen wat je nog meer kunt doen bij astma. Waar kan ik het vinden? ( informatiebronnen) Internet: www.leerwereld.nu zoeken op: astma en longen en zuurstof www.wikipedia.nl zoeken op: astma, long (orgaan) Biebboeken, over astma. Welke vorm moet het krijgen? Je maakt een werkblad over zuurstof. Hierop staan vragen. Beantwoord de vragen duidelijk en uitgebreid. Kaart 13 Thema Leerkracht Kaart 13: De wereld van de spin Wereld in het klein Juf Willie 2 lesuren Wat moet ik weten? Ik ken enkele soorten spinnen. Ik weet waarom een spin geen insect is. Ik kan vertellen wat spinnen eten. Ik kan beschrijven hoe een spin een web maakt. Ik kan vertellen hoe een spin een web maakt. Ik kan vertellen hoe een spin een insect opeet. Waar kan ik het vinden? ( informatiebronnen) Online klas Biebboeken Kijkpot Welke vorm moet het krijgen? Je maakt een woordweb met in het midden een tekening van een spin in zijn web. Daar omheen schrijf je alle informatie die je hebt opgezocht over spinnen. Ook ga je een spin bekijken in de kijkpot.