Lectoraat: Lector: Cyber Security & Safety Marcel Spruit 1. Inleiding 1.1 Onderwerp Cyber security & safety richt zich op het borgen van de veiligheid in de digitale maatschappij, ook wel de cyberwereld of cyberspace genoemd. In onze informatiemaatschappij zijn de veiligheid in de digitale wereld en de veiligheid in de ‘gewone’ fysieke wereld onlosmakelijk met elkaar verbonden. Mensen en organisaties gebruiken steeds meer digitale systemen en netwerken en zijn daar steeds afhankelijker van geworden. Problemen in de digitale wereld kunnen directe en ernstige gevolgen hebben in de fysieke wereld en vice versa. Als bijvoorbeeld digitale bancaire processen worden verstoord, dan heeft dat direct ernstige maatschappelijke gevolgen. Door de vlucht van onder meer interactieve en mobiele media, sociale netwerken, big data en cloud computing, is de digitale maatschappij aan het veranderen en is het belang ervan verder toegenomen, maar ook de kwetsbaarheid. Cyber security & safety heeft een sterk multidisciplinair karakter en speelt zich af in een context van snel veranderende technologie en snel veranderende toepassingen ervan. De maatschappij heeft in de afgelopen millennia een aanzienlijke weerbaarheid opgebouwd tegen fysieke dreigingen. De digitalisering van de maatschappij is nog zo jong dat de maatschappij op dit gebied onvoldoende weerbaarheid heeft opgebouwd. Cybercrime, cyberspionage, hacktivisme, cyberterrorisme en cyberwarfare groeien snel. Cyber security & safety, ofwel het borgen van de veiligheid in de digitale maatschappij, heeft de afgelopen jaren weliswaar grote stappen gemaakt, maar heeft nog een lange weg te gaan. Dit geldt zowel voor preventie en tegenhouden, als voor opsporing en vervolging. 1.2 Relevantie Cyber security & safety is relevant voor iedereen. Als we alleen al naar het internet kijken dan zien we dat in Nederland bijna iedereen daar gebruik van maakt. Meer dan 85% van de Nederlanders maakt er zelfs dagelijks gebruik van.1 Veel van hen winkelen en bankieren op het internet. Het internet wordt daarnaast gebruikt Voor onder meer mailen, informatie delen, thuiswerken, winkelen en bankieren. Daarnaast wordt het steeds meer gebruikt voor het aansturen van maatschappelijk vitale objecten, zoals bruggen, sluizen, gemalen, waterzuivering en energiecentrales. De functionaliteit van het internet en andere digitale netwerken, waar we inmiddels met handen en voeten aan gebonden zijn, heeft een keerzijde. Het geruchtmakende incident bij Diginotar liet zien dat de vertrouwensrelaties onder internetcommunicatie heel kwetsbaar zijn.2 Het afluisterschandaal rondom de NSA liet zien dat internet en andere digitale netwerken geschikt zijn om grote hoeveelheden informatie te vergaren, te analyseren en te verspreiden, ook informatie die geheim had moeten blijven. Door het computervirus Stuxnet is grote schade aangericht aan een nucleaire installatie in Iran.3 Het spionagevirus Red October kon meer dan vijf jaar onopgemerkt vertrouwelijke en geheime gegevens wegsluizen uit vele organisaties, verspreid over de wereld.4 De 1 Internet use and activities, Eurostat, http://appsso.eurostat.ec.europa.eu/nui/submitViewTableAction.do. 2 Evaluatie van de rijkscrisisorganisatie tijdens de DigiNotar-crisis, Inspectie Veiligheid en Justitie, 2012. 3 Kim Zetter, Countdown to zero day: Stuxnet and the Launch of the World's First Digital Weapon, Crown, 2014. 4 http://www.kaspersky.com/about/news/virus/2013/Kaspersky_Lab_Identifies_Operation_Red_October_an_Advanced_ Cyber_Espionage_Campaign_Targeting_Diplomatic_and_Government_Institutions_Worldwide. 1 Zeeuwse gemeente Veere kwam in het nieuws toen bleek dat haar gemalen door de eerste de beste hacker gesaboteerd konden worden, waardoor de naastgelegen polder onder water had kunnen lopen.5 Naast de schade die cyberincidenten opleveren, kan cybercrime ook de persoonlijke levenssfeer en veiligheid aantasten. In binnen- en buitenland worden steeds meer gevallen van identiteitsfraude gemeld.6 Jong en oud zetten allerlei persoonlijke gegevens op Facebook, Dropbox en andere sociale netwerken, maar staan er vaak niet bij stil dat deze gegevens door anderen misbruikt kunnen worden. Veel mensen die op het internet winkelen en bankieren, denken phishing (het bemachtigen van persoonlijke gegevens via een nep website) niet te herkennen, en waarschijnlijk terecht. We zien dat aantal, variëteit en ernst van cyberdreigingen steeds verder toenemen. Dit leidt tot steeds meer en steeds ernstigere cyberincidenten. Daarmee komt de veiligheid van de digitale wereld steeds meer onder druk te staan, en daarmee ook de veiligheid in de ‘gewone’ fysieke wereld. Dit is een groeiend maatschappelijk probleem, waarvoor effectieve oplossingen gevonden moeten worden. De expertise voor cyber security & safety, ofwel het borgen van de veiligheid in de digitale maatschappij, is nog onvoldoende bij mensen en organisaties aanwezig. De vraag naar deze expertise zal verder toenemen door verdergaande digitalisering, toenemende afhankelijkheid van digitale systemen en een toenemende reeks cyberincidenten. 5 http://20jaareenvandaag.eenvandaag.nl/hoogtepunten/39770/sluizen_gemalen_en_bruggen_slecht_beveiligd. 6 L.Paulissen & J. van Wilsem, Dat heeft iemand anders gedaan!, Politie & Wetenschap en Universiteit Leiden, 2015; PWC, 2013-update onderzoek 'Omvang van identiteitsfraude & maatschappelijke schade in Nederland', 2013. 2 2. Visie en Missie 2.1 Visie Cyber security & safety richt zich op het borgen van de veiligheid in de digitale maatschappij. In onze informatiemaatschappij zijn de veiligheid in de digitale wereld en de veiligheid in de ‘gewone’ fysieke wereld onlosmakelijk met elkaar verbonden. Mede daardoor heeft cyber security & safety een sterk multidisciplinair karakter. Ondanks het maatschappelijke belang van cyber security & safety en de desastreuze gevolgen bij onvoldoende aandacht op dit terrein, is er in de maatschappij nog onvoldoende kennis en awareness met betrekking tot dit onderwerp. Dit leidt dan ook tot een groot aantal incidenten en een schadepost van, alleen in Nederland, al meer dan 1 miljard euro per jaar.7 Binnen het Nederlandse hoger onderwijs en onderzoek wordt nog onvoldoende aandacht besteed aan cyber security & safety, en de aandacht die eraan wordt besteed, betreft vooral de technische aspecten ervan. Uit de maatschappij komen evenwel steeds meer signalen dat er op het gebied van cyber security & safety meer en breder onderwijs en onderzoek nodig is.8 2.2 Missie Het lectoraat Cyber Security & Safety (CSS) wil voor het onderwerp cyber security & safety onderzoek uitvoeren, nieuw onderwijs ontwikkelen en kennis verspreiden. Hierbij ligt de nadruk op het uitbreiden en het praktisch toepasbaar maken van bestaande (wetenschappelijke) kennis, met voldoende aandacht voor de breedte van het onderwerp cyber security & safety, alsook het multidisciplinaire karakter ervan. Het lectoraat heeft de afgelopen jaren een aanzienlijke inbreng geleverd in het Haagse hoger onderwijs en onderzoek en wil dat continueren. Vooralsnog vormt De Haagse Hogeschool, mede door het lectoraat, op het gebied van cyber security & safety een kenniscentrum binnen Nederland. In dat licht bezien, was de vorming van een Centre of Expertise Cyber Security (COECS) van De Haagse Hogeschool in 2015 een logische stap. Het lectoraat vormt een kernonderdeel van dit Centre of Expertise. Het lectoraat heeft veel nieuw onderwijs op het gebied van cyber security & safety ontwikkeld en wil dat de komende jaren voortzetten. Tevens levert het lectoraat bijdragen aan bestaand onderwijs om het onderwerp cyber security & safety daarin aan bod te laten komen. Het onderzoek van het lectoraat richt zich op een aantal thema’s binnen het domein van cyber security & safety, te weten: Governance van cyber security in organisaties. Awareness met betrekking tot de veiligheid van de cyberwereld. Het ontwikkelen van nieuwe technieken tegen advanced persistent threats. Kwalificatie van professionals in cyber security. Juridische aspecten in relatie tot de cyberwereld. 7 The cost of cyber crime, Detica and The Cabinet Office, 2011; 2010/2011 Computer Crime and Security Survey, CSI, 2011; ICT Barometer over cybercrime, Ernst & Young, 2011. 8 E. Blok en D. Schoof, Advies aan de staatssecretarissen van Veiligheid en Justitie en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap inzake cybersecurity in het onderwijs en het bedrijfsleven, Cyber Security Raad, 2015; J.A. van Lakerveld e.a., Arbeidsmarkt voor Cyber Security Professionals, PLATO, 2015; Cybersecuritybeeld Nederland CSBN 2015, Nationaal Cyber Security Centrum, 2015; Nationale Cybersecurity Strategie 2, Nationaal Cyber Security Centrum, 2013. 3 De toepassingsdomeinen zijn: Medische technologie (ziekenhuizen en mobiele toepassingen). Organisaties voor waterbeheer (waterschappen en Rijkswaterstaat). Overheid (gemeenten, waterschappen en Rijksdienst). De geformuleerde thema’s zijn multidisciplinair en gespreid over het domein cyber security & safety. Vanwege het multidisciplinaire karakter van de thema’s kunnen deze worden uitgevoerd met docenten en studenten van verschillende opleidingen. Jaarlijks werken verscheidene docenten en enkele tientallen studenten mee in het onderzoek van het lectoraat. Het lectoraat streeft ernaar om bij het ontwikkelen van nieuw onderwijs en het uitvoeren van onderzoek niet alleen samen te werken met docenten en studenten van de hogeschool, maar ook met externe bedrijven en (kennis)instellingen. Hieronder vallen organisaties zoals het Nationaal Cyber Security Centrum, TNO, Hogeschool Leiden, het Ministerie van Defensie, waterschappen, Rijkswaterstaat, LUMC, MC Haaglanden-Bronovo-Bono, Fox-IT, PBLQ en VKA. Daarnaast wordt vanuit het lectoraat samengewerkt met The Hague Security Delta, een samenwerkingsverband van organisaties op het gebied van veiligheid in de Haagse regio, en het Platform voor Informatiebeveiliging, de brancheorganisatie voor cyber security professionals. 4 3. Inbedding lectoraat 3.1 De inbedding en positionering van het lectoraat binnen de instelling In het kader van de profilering van de hogeschool en de sturing van het onderzoek binnen de hogeschool is vanaf 2015 ieder lectoraten gekoppeld aan één of meer onderzoeksplatforms. Het lectoraat Cyber Security & Safety is gekoppeld aan de volgende platforms: Goed bestuur voor een veilige wereld. Kwaliteit van leven. De lector valt organisatorisch onder de Faculteit IT & Design. Bij de start van een jaarcyclus wordt door de lector het jaardocument (jaarverslag en -plan) opgemaakt, dat vervolgens wordt vastgesteld. Vervolgens wordt halfjaarlijks een gesprek gevoerd over de voortgang, wat kan leiden tot aanpassing en bijstelling van de activiteiten. Balansopname aan het eind van de cyclus wordt opgevat als de startsituatie van de nieuwe cyclus. De administratieve ondersteuning van het lectoraat Cyber Security & Safety wordt verzorgd door de diensten van de hogeschool. Daarnaast is in 2015 secretariële en administratieve ondersteuning geboden door het Centrum voor Lectoraten en Onderzoek: Dhr. A.H. de Hollander (beleidsmedewerker bedrijfsvoering); Mw. A.L. Legters (senior managementassistent); Mw. M. Schoenmaeckers (managementassistent); Mw. N. van der Voort (administratief medewerkster). In 2016 wordt deze secretariële en administratieve ondersteuning overgenomen door de faculteit IT & Design. 3.2 Inbedding in de kennisinfrastructuur Het lectoraat richt zich binnen het domein cyber security & safety enerzijds op technische onderwerpen, maar anderzijds ook zeer expliciet op de niet-technische onderwerpen mens, organisatie en maatschappij, in relatie tot cyber security & safety. Het inhoudelijke domein van het lectoraat is dan ook sterk multidisciplinair. Inhoudelijk sluit het lectoraat aan bij twee onderzoeksplatforms van de hogeschool, te weten ‘Goed bestuur voor een veilige wereld’ en ‘Kwaliteit van leven’. De aansluiting met het eerstgenoemde platform speelt vooral op het onderwerp besturing van cyber security in organisaties en sectoren. Hierbij spelen thema’s als cyberrisico-awareness en cyber security governance, met name met betrekking tot organisaties die opereren op het snijvlak van de fysieke wereld en de cyberwereld. De aansluiting met het tweede platform speelt vooral op het onderwerp cybertechnolgie, en meer specifiek het verbeteren van de veiligheid hiervan. De aansluiting op de onderzoeksplatforms van de hogeschool is zodanig ‘stevig’ dat de focus van het lectoraat voor de hogeschool zeer geschikt is om zich mee te profileren. Dit wordt versterkt door de brede belangstelling voor het onderwerp cyber security binnen en buiten de hogeschool. Dit is mede de reden dat de hogeschool in 2015 het Centre of Expertise voor Cyber Security (COECS) is gestart. Het lectoraat vormt een kernonderdeel van dit centre of expertise. In het centre of expertise werkt het lectoraat samen met verscheidene opleidingen en externe (kennis)partijen om gezamenlijk een prominente nationale kennispositie op het gebied van cyber security te verwerven. 5 Vanwege het multidisciplinaire karakter sluit het lectoraat inhoudelijk goed aan bij verscheidene opleidingen van verschillende faculteiten van de hogeschool, te weten de Faculteit IT & Design (ITD), de Faculteit Bestuur, Recht & Veiligheid (BRV), de Faculteit Business, Finance & Marketing (BFM) en de Academie voor Masters & Professional Courses (MPC). Het betreft met name de opleidingen Bachelor ICT (ICT), Integrale Veiligheidskunde (IVK), Accountancy (Acc) en Cyber Security Management (CSM). In onderstaand model zijn de belangrijkste inhoudelijke relaties binnen de hogeschool ten aanzien van het lectoraat schematisch weergegeven. Faculteit ITD Faculteit BRV COECS ICT IVK Lectoraat CSS Platform Goed bestuur voor een veilige wereld Acc CSM Platform Kwaliteit van leven Andere faculteiten (BFM, MPC) Vanuit het lectoraat wordt in verschillende meerjarige onderzoeken en projecten samengewerkt met faculteiten van de hogeschool en externe kennisinstellingen. Het betreft met name: Het onderzoek Cyberveiligheid in het waterbeheer. Binnen dit onderzoek is in 2014 en 2015 het succesvolle project Veilig Water uitgevoerd met een RAAK-Publiek subsidie. In 2016 wordt een nieuwe RAAK-Publiek subsidie aangevraagd. In dit onderzoek wordt samengewerkt met de Faculteit ITD, TNO, het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) en de waterschappen. Het onderzoek richt zich op het inventariseren en modelleren van de belangrijkste fysieke en digitale factoren voor de cyberveiligheid in het waterbeheer en het ontwikkelen van oplossingen om de cyberveiligheid te verbeteren. Het onderzoek Cyberveiligheid in de medische zorg. In 2016 wordt RAAK-Publiek subsidie aangevraagd. In dit onderzoek wordt samengewerkt met de Faculteit ITD, TNO, de Hogeschool Leiden en ziekenhuizen uit de regio. Het onderzoek richt zich op het ontwikkelen van oplossingen voor privacy- en awareness-vraagstukken in de medische zorg en het verbeteren van de veiligheid van medische technologie. Het onderzoek Duurzame maatregelen tegen advanced persistent threats. Binnen dit onderzoek is van 2009 tot 2015 in samenwerking met de Faculteit ITD en de Technische Universiteit Delft een promotieonderzoek uitgevoerd naar bestrijding van botnets op het internet. 6 Het project Qualification of Information Security. In dit project wordt samengewerkt met de Faculteit ITD, Platform voor Informatiebeveiliging, ECP en een aantal grote organisaties. Het project richt zich op het ontwikkelen van een kwalificatiestelsel voor informatiebeveiligers. Het promotieonderzoek Juridische aspecten in relatie tot auteursrechten in de digitale maatschappij. In dit project wordt samengewerkt met de Faculteit TISD en de Universiteit Leiden. Het project richt zich op het scheppen van meer duidelijkheid in de problematiek van auteursrechten op het internet. Naast de bovengenoemde onderzoeken en projecten levert het lectoraat op het gebied van cyber security & safety onderwijsbijdragen aan andere instellingen voor hoger onderwijs (Cyber Security Academy, Erasmus Universiteit Rotterdam, Universiteit van Amsterdam), geeft presentaties op conferenties, seminars en andere relevante gelegenheden en participeert in gremia die zich richten op cyber security & safety (The Hague Security Delta, Platform voor Informatiebeveiliging). Tevens vervullen de lector en de kenniskringleden buiten de hogeschool een aantal functies in de regionale en nationale kennisinfrastructuur, te weten: Managementconsultant bij PBLQ. Lid van Innovatiehuis Cyber security van The Hague Security Delta. Lid van de redactieraad van het Tijdschrift voor Veiligheid. Lid van Platform voor Informatiebeveiliging. 7 4. Voortgang van de werkzaamheden De kwaliteit van lectoraten en onderzoek wordt continu verbeterd en geoptimaliseerd aan de hand van de jaarlijkse monitoring volgens onderstaand model. Dit model vormt de basis van het jaarplan. In de werkwijze staan voorop: sturen op gezamenlijke visie- en ambitieontwikkeling, maken van prestatieafspraken, reflectie op voortgang en opbrengsten en hoe hiervan leren. In het jaardocument wordt gerapporteerd over de feitelijke realisatie en vervolgens wordt geanalyseerd en gewaardeerd wat wel en niet goed is gelopen en worden hieruit consequenties getrokken ten behoeve van de kwaliteitsverbetering in de volgende jaarcyclus. activiteiten / werkwijzen 1 1 streefsituatie startsituatie (einde jaarcyclus) (begin jaarcyclus) 4 Prestaties op vier doelen onderzoek curriculumontwikkeling professionalisering Prestaties op vier doelen 2 oog voor eigenaarschap en urgentie besef professionele aanpak Hoe wil je naar de streefsituatie toewerken? Welke leiderschap en 3 onderzoek gezamenlijke ontwikkeling van visie en ambitie welke werkwijze? kenniscirculatie curriculumontwikkeling professionalisering kenniscirculatie Doorwerking onderzoek op curriculumontwikkeling 5 condities en randvoorwaarden 4.1 professionalisering kenniscirculatie Onderzoek Huidige situatie Vanuit het lectoraat wordt toepassingsgericht onderzoek uitgevoerd op een aantal onderzoeksthema’s. Ieder lid van de kenniskring voert op ten minste één van deze thema’s onderzoek uit en begeleidt studentenprojecten. Het primaire doel is het opbouwen van praktisch toepasbare kennis en technieken. Er wordt naar gestreefd dat de onderzoeksresultaten toepasbaar zijn in het hoger onderwijs en/of de beroepspraktijk. De beoogde resultaten zijn in eerste instantie: input aan opleidingen in het hoger onderwijs, gastcolleges in het hoger onderwijs, publicaties in vaktijdschriften, presentaties buiten het onderwijs en praktisch toepasbare hulpmiddelen. Wetenschappelijk publiceren is weliswaar niet het voornaamste doel van het lectoraat, maar vergroot de bekendheid van en het draagvlak voor de behaalde onderzoeksresultaten en wordt dan ook in beperkte mate nagestreefd als aanvulling op de andere resultaten. De onderzoeksthema’s van het lectoraat zijn: Governance van cyber security in organisaties. In organisaties raken de fysieke en digitale componenten steeds meer met elkaar vervlochten. Dit betreft niet alleen de administratieve systemen, maar ook geautomatiseerde procesbesturingssystemen (ICS of SCADA-systemen). Het voortbestaan 8 van een organisatie en (in het geval van ICS of SCADA-systemen) de veiligheid van de omgeving hangen in hoge mate af van de veiligheid van de digitale component. Managers en cyber security specialisten spelen hierbij een cruciale rol, maar zijn niet altijd in staat om hun rol goed in te vullen. Dit onderzoek richt zich op het doen van metingen en analyses en het formuleren van modellen, richtlijnen en simulaties waarmee duidelijk gemaakt kan worden hoe cyber security beter ingericht kan worden, met name met bij organisaties die opereren op het snijvlak van de fysieke wereld en de cyberwereld. Binnen dit onderzoek liep tot eind van afgelopen jaar een tweejarig gesubsidieerd project Veilig Water met de waterschappen. In 2016 worden RAAK-Publiek subsidies aangevraagd voor een nieuw project met de waterschappen en een project met regionale ziekenhuizen. Het onderzoek in dit thema wordt uitgevoerd in samenwerking met TNO, het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), de Hogeschool Leiden en externe partijen uit de toepassingsdomeinen. Het onderzoek wordt getrokken door Pieter Burghouwt, Marinus Maris en Marcel Spruit. Awareness met betrekking tot de veiligheid van de cyberwereld. De sterke toename van interactieve en mobiele media in thuis-, straat- en werkomgeving en de vlucht die de sociale netwerken genomen hebben, vraagt om een toenemende awareness op het gebied van cyber security. In de praktijk blijkt deze awareness in hoge mate te ontbreken. Dit onderzoek richt zich met name op het meten van awareness en het formuleren van maatregelen en serious games waarmee deze awareness verbeterd kan worden. Binnen dit onderzoek liep een deelproject van het in 2015 afgeronde project Veilig Water met de waterschappen. De nieuw aan te vragen gesubsidieerde projecten hebben ook deelprojecten die zich richten op awareness. Er wordt gezocht naar opvolgers voor de onderzoekers Marjolein Faassen en Arianne Luik. Daarnaast loopt onder dit onderzoeksthema een project naar toepassing van blockchaintechnologie (onder andere gebruikt voor bitcoins). De onderzoeker is Arent Roggeveen. Het ontwikkelen van nieuwe technieken tegen advanced persistent threats. In de cyberwereld ontwikkelen aanval- en verdedigingstechnieken zich in een rat race in hoog tempo. In deze race heeft de verdediging van de cyberwereld behoefte aan technieken die meer proactief zijn en minder snel omzeild kunnen worden door beperkte aanpassingen in de aanvalstechnieken. Dit onderzoek richt zich met name op het ontwikkelen van proactieve verdedigingstechnieken tegen advanced persistent threats ofwel geavanceerde doelgerichte aanvallen op personen en organisaties via het internet. Binnen dit onderzoek is van 2009 tot 2015 een promotieonderzoek uitgevoerd in samenwerking met de Technische Universiteit Delft. De onderzoeker is Pieter Burghouwt. Kwalificatie van professionals in cyber security. In de huidige informatiemaatschappij wordt het beschermen van informatie steeds belangrijker, maar ook moeilijker. Hiervoor zijn goed opgeleide en ervaren professionals nodig. Uit eerder onderzoek bleek dat binnen de cyber security branche grote behoefte bestaat aan een breed gedragen, uniform en internationaal geaccepteerd kwalificatiestelsel. Dit onderzoek richt zich op het ontwikkelen van het benodigde kwalificatiestelsel. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met Platform voor Informatiebeveiliging, ECP (project Qualification of Information Security) en sponsors (Rabobank, ING Bank, ABNAMRO, EY, AkzoNobel, KPN, de Rijksoverheid). De onderzoekers vanuit de hogeschool zijn Leo van Koppen en de lector. 9 Juridische aspecten in relatie tot de cyberwereld. De cyberwereld, ook wel cyberspace of de cloud genoemd, is een fenomeen dat nog steeds verder groeit in functionaliteit en belang. De cyberwereld trekt zich weinig aan van fysieke grenzen en het gebruik ervan is niet zonder gevaren en heeft juridische consequenties. Wat juridisch wel en niet wenselijk en haalbaar is, is nog niet goed uitgekristalliseerd. Binnen dit thema loopt een promotieonderzoek naar juridische aspecten in relatie tot auteursrechten in de digitale maatschappij. In 2016 start daarnaast een onderzoek naar het fenomeen hacktivisme en de aanpak daarvan. Beide onderzoeken worden in samenwerking met de Universiteit Leiden uitgevoerd. De onderzoekers zijn Ellen Wesselingh en Marco Romagna. Impact en waardering Governance van cyber security in organisaties. Voor het project Veilig Water is een tweejarige RAAK-Publiek subsidie toegekend. Het aantal waterschappen dat actief meewerkt aan het onderzoek is gedurende het project gestegen van zeven naar tien. Het project is genomineerd voor de RAAK-award van subsidiegever SIA en kreeg na afronding van het project een zeer lovende terugkoppeling van SIA. Binnen dit onderzoek zijn in 2015 vijf studentenprojecten (17 studenten) uitgevoerd. Dit onderzoek heeft in 2015 geleid tot een aantal praktische producten voor de waterschappen, waaronder een benchmark voor de veiligheid van de procesautomatisering. Tevens heeft het onderzoek er toe geleid dat het onderwerp informatiebeveiliging bij de waterschappen beter op de kaart is komen te staan. Awareness met betrekking tot de veiligheid van de cyberwereld. Het onderzoek naar blockchain-technolgie heeft een publicatie in een vaktijdschrift opgeleverd. Het ontwikkelen van nieuwe technieken tegen advanced persistent threats. Begin 2015 is de onderzoeker Pieter Burghouwt gepromoveerd op onderzoek naar duurzame maatregelen tegen botnets op het internet. Naast de promotie (en dissertatie) begin 2015 heeft dit onderzoek in 2015 geleid tot een wetenschappelijke publicatie in de proceedings van de conferentie Securecomm en een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift. Het onderzoek heeft veelbelovende technieken opgeleverd om botnetverkeer op te sporen op basis van correlatie tussen netwerkactiviteiten. Kwalificatie van professionals in cyber security. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met verscheidene externe organisaties. Een aantal hiervan treedt als sponsor op. Het onderzoek heeft in 2015 geleid tot een een tweetal keuzemodulen voor mboopleidingen. Buiten de deelnemende partijen en sponsors is er nationaal en internationaal veel belangstelling voor dit onderzoek vanuit branche- en standaardisatieorganisaties, waaronder VNO-NCW, CIO Platform, NGI, NEN en CEN. Juridische aspecten in relatie tot de cyberwereld. Voor het promotieonderzoek over auteursrechten is in 2012 een NWO promotiebeurs voor leraren toegekend en in 2015 verlengd. Binnen dit onderzoek is in 2015 een studentenproject (3 studenten) uitgevoerd. Het onderzoek heeft in 2015 geleid tot een wetenschappelijke publicatie in de proceedings van de conferentie International Conference on Internet, Law & Politics. 10 Het onderzoeksvoorstel naar hacktivisme is recent lovend beoordeeld door de programmaraad van het onderzoeksplatform Goed bestuur voor een veilige wereld. Streefsituatie De huidige onderzoeksthema’s worden gecontinueerd. Het meetbare resultaat van het onderzoek is dat elk kenniskringlid vanaf het tweede jaar van deelname aan de kenniskring ten minste één publicatie per jaar in een vaktijdschrift realiseert. Voor een promotieonderzoek wordt ervan uit gegaan dat de publicaties in wetenschappelijk tijdschriften of proceedings worden gepubliceerd. Daarnaast levert het onderzoek (niet verder gekwantificeerde) input voor onderwijs, professionalisering en kenniscirculatie. Activiteiten en werkwijze Binnen het lectoraat wordt de volgende aanpak voor onderzoek gehanteerd: Ieder kenniskringlid adopteert een of meer onderzoeksthema’s. Hierop doet hij/zij zelf onderzoek en begeleidt studentenprojecten. Elk kenniskringlid realiseert jaarlijks een vakpublicatie (voor de promotieprojecten is dit een wetenschappelijke publicatie) en geeft daarover één of meer externe presentaties. Waar mogelijk koppelt het kenniskringlid nieuwe kennis uit het onderzoek terug naar het onderwijs. Ieder kenniskringlid initieert en begeleidt jaarlijks ten minste twee projecten voor studenten. Deze projecten worden veelal uitgevoerd in samenwerking met bedrijven en instellingen uit de regio. Hiervoor maakt het betreffende kenniskringlid waar mogelijk op voorhand afspraken met relevante bedrijven en instellingen. Bovendien maken de projecten deel uit van het onderzoek van de kenniskringleden. 4.2 Curriculumontwikkeling Huidige situatie Het lectoraat werkt samen met de faculteiten ITD, BRV en BFM en de Academie MPC van de hogeschool aan het ontwikkelen en verbeteren van onderwijs. Het afgelopen jaar betrof het de volgende activiteiten: Het ontwikkelen en uitvoeren van een post-initiële cursus Cyber Security Management. Het ontwikkelen en uitvoeren van een module Cyber Security voor de opleiding Integrale Veiligheidskunde. Het ondersteunen van de integratie van onderzoek in de Bachelor ICT en de opleiding Accountancy. Het ondersteunen van het eerste ontwerp van de professional master Cyber Security Engineer. Daarnaast wordt vanuit het lectoraat in beperkte mate onderwijs aan de hogeschool uitgevoerd (voor externe onderwijsbijdragen zie paragraaf 4.4). Het betreft: De uitvoering van de minor Informatiebeveiliging Expertiseblok (15 ects onderzoek) ligt vooralsnog bij het lectoraat. De module Cyber Security is uitgevoerd voor de opleiding Integrale Veiligheidskunde. Onderwijs over onderzoek(vaardigheden) wordt op verzoek van opleidingen gegeven. Bijdragen aan onderwijsblokken gericht op onderzoek worden op verzoek van opleidingen gegeven. Tevens lopen jaarlijks verscheidene studentenprojecten op het gebied van cyber security & safety (afstudeer-, stage- en minorprojecten). De begeleiding hiervan gebeurt door kenniskringleden. 11 Impact en waardering Mede met inbreng vanuit het lectoraat is de Haagse opleiding Information Security Management een succes geworden. Het lectoraat draagt inmiddels bij aan het ontwikkelen van de nieuwe professional master Cyber Security Engineer en de post-initiële cursus Cyber Security Management. De laatste is inmiddels voor de tweede keer gestart. Streefsituatie Het lectoraat blijft betrokken bij het ontwikkelen en (beperkt) uitvoeren van onderwijs op het gebied van cyber security & safety. Op het gebied van onderwijsontwikkeling zijn de volgende activiteiten voorzien: Het bijdragen aan de ontwikkelen van de professional master Cyber Security Engineer. Het bijdragen aan het integreren van onderzoek in onderwijs bij opleidingen. Activiteiten en werkwijze Het lectoraat formuleert op basis van signalen vanuit de hogeschool en externe organisaties en in overleg met het Centre of Expertise Cyber Security welk nieuw onderwijs op het gebied van cyber security & safety prioriteit krijgt. Dat wordt steeds in samenwerking met een opleiding van de hogeschool en/of één of meer organisaties uit de regio gedaan. Conform het beleid van de hogeschool wordt er naar gestreefd het eigenaarschap van nieuwe onderwijsproducten direct, of anders zo spoedig mogelijk na het ontwikkelen en proefdraaien, te beleggen bij een opleiding binnen de hogeschool. Het lectoraat is actief betrokken bij het uitvoeren van onderzoek binnen verschillende opleidingen. Dit omvat het geven van (gast)colleges over onderzoek(vaardigheden) en het begeleiden van onderzoeken met studenten. In beperkte mate draagt het lectoraat bij aan het uitvoeren van ander onderwijs op het gebied van cyber security & safety. 4.3 Professionalisering Huidige situatie Het lectoraat draagt bij aan het professionaliseren van docenten van de hogeschool. De professionalisering is vooral gekoppeld aan de onderwijs- en onderzoeksinitiatieven van het lectoraat. De volgende activiteiten worden vanuit het lectoraat ontplooid: Nieuwe onderwijsproducten worden ontwikkeld in samenwerking met docenten. Het lectoraat geeft ondersteuning bij het integreren van onderzoek in verschillende opleidingen. Tevens wordt bijgedragen aan een cursus om docenten meer onderzoekskennis en -vaardigheden bij te brengen. Het lectoraat ondersteunt onderzoeksprojecten in het onderwijs, zoals onderzoeksminoren en afstudeerprojecten. Alle kenniskringleden doen onderzoek. De betreffende docenten vergroten gaandeweg hun eigen onderzoek- en publicatievaardigheden en leren dat ook beter over te dragen aan studenten die zij begeleiden bij onderzoeksprojecten. De lector maakt deel uit van de promotiecommissie van de hogeschool. Deze commissie beoordeelt de promotievoorstellen van de docenten die een promotieonderzoek willen gaan doen. 12 Impact en waardering Een groeiend aantal docenten is via het lectoraat met het onderzoek en de onderwerpen van het lectoraat in aanraking gekomen en is in staat het gedachtegoed ten aanzien hiervan verder uit te dragen. Streefsituatie Het lectoraat blijft uitvoering geven aan het professionaliseren van docenten op het gebied van cyber security & safety en integratie van onderzoek in het onderwijs van de hogeschool. Vooralsnog zal de focus blijven liggen op de activiteiten die ook in de huidige situatie worden uitgevoerd. Activiteiten en werkwijze Professionaliseren wordt bij voorkeur niet als een autonome activiteit aangepakt, maar als een activiteit die is gekoppeld aan andere activiteiten in het kader van onderzoek en curriculumontwikkeling. Bij nieuw onderzoek of onderwijs wordt bekeken welke professionalisering daar mogelijk en nodig is. 4.4 Kenniscirculatie Huidige situatie De lector en leden van de kenniskring publiceren resultaten van het onderzoek, geven presentaties en gastcolleges en bijdragen aan seminars en ondersteunen daarmee het verspreiden van kennis op het gebied van cyber security & safety in het algemeen en de in het onderzoek opgebouwde kennis in het bijzonder. Waar nuttig en mogelijk wordt deelgenomen aan (internationale) conferenties. Het afgelopen jaar heeft dit geleid tot de volgende output: Boek (2x). Proefschrift (1x). Wetenschappelijke publicatie (1x). Conferentiebijdrage met publicatie in proceedings (2x). Artikel in vakblad (1x). Product of tool (2x). Externe workshop of masterclass (4x). Externe presentatie of seminarbijdrage (12x). Daarnaast vindt kennisoverdracht naar interne en externe partijen plaats binnen de projecten van het lectoraat (zie paragraaf 3.2). Tevens worden vanuit het lectoraat bijdragen geleverd aan het onderwijs van de hogeschool op het gebied van cyber security & safety en worden studenten begeleid in onderzoeksprojecten (zie paragraaf 4.2). Aanvullend daarop worden binnen de hogeschool waar nuttig presentaties en gastcolleges gegeven. Verder zijn onderwijsbijdragen geleverd aan andere instellingen voor hoger onderwijs, waaronder: De module Informatiemanagement en de module Systeemontwikkeling en -beheer van de post-initiële opleiding MPIM aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De workshop Beveiligen tegen menselijk falen van de post-initiële opleiding AITAP van de Universiteit van Amsterdam. Impact en waardering Intern en extern wordt geregeld een beroep gedaan op bijdragen vanuit het lectoraat. Dit kan worden beschouwd als een blijk van positieve waardering. 13 Als de bijdragen uit het lectoraat zijn geëvalueerd door de organiserende partij dan wordt steeds ten minste een 7 op een schaal van 1 tot 10 gescoord. Verscheidene publicaties voor tijdschriften en proceedings zijn positief beoordeeld door referees. De terugkoppeling vanuit de lopende projecten met externe partijen, zoals het project Veilig Water en het kwalificatieproject, is steeds zeer positief. Men is zeer tevreden over de behaalde resultaten alsook het verspreiden van de kennis. Het project Veilig Water is afgelopen jaar zelfs genomineerd voor de RAAK-award van subsidiegever SIA en kreeg na afronding van het project een zeer lovende terugkoppeling van SIA. Streefsituatie Het lectoraat blijft uitvoering geven aan het verspreiden van algemene en nieuwe kennis op het gebied van cyber security & safety. De huidige verdeling over projecten met externe partijen, presentaties, bijdragen aan conferenties en seminars, alsmede bijdragen aan intern en extern onderwijs wordt globaal gehandhaafd en afgestemd met het Centre of Expertise Cyber Security. Activiteiten en werkwijze De bijdragen aan projecten met externe partijen gaat onverkort door. Sinds de start van het Centre of Expertise Cyber Security doet het lectoraat dat ook onder de vlag van het centre of expertise. Op verzoek van externen worden vanuit het lectoraat of namens het centre of expertise presentaties of workshops gegeven of bijdragen geleverd aan seminars, mits daar voldoende capaciteit voor is. Op eigen initiatief worden publicaties en bijdragen aan conferenties ingepland. In overleg met opleidingen binnen de hogeschool en kennisinstellingen buiten de hogeschool worden afspraken gemaakt over het leveren van inbreng in het onderwijs. Het betreft steeds onderwijs op het gebied van cyber security & safety dat door of in samenwerking met het lectoraat is ontwikkeld. 14 5. Condities, randvoorwaarden en kwaliteitszorg 5.1 Condities en randvoorwaarden Uit ervaringen van de afgelopen jaren blijkt dat het lastig is om voldoende goede onderzoekers binnen het docentenkorps te vinden die mee kunnen en willen doen aan het onderzoek van het lectoraat. Dit is vooral te wijten aan personele krapte binnen de opleidingen van de hogeschool, waardoor de docenten die bereid worden gevonden om in het onderzoek te stappen moeilijk zijn los te weken van de onderwijsprocessen. Alle kenniskringleden hebben een onderzoekscapaciteit van minimaal 0.4 fte. Dit kan worden beschouwd als een minimum voor het uitvoeren van onderzoek, temeer daar de onderwijsprocessen door de waan van de dag de neiging hebben om onderzoekcapaciteit te confisqueren. De aanstellingen van ten minste 0.4 fte lijken binnen de beperkte capaciteit voor onderzoek binnen de hogeschool vrijwel alleen te realiseren door docenten in een promotietraject te laten stappen of ruime projectgelden beschikbaar te hebben. Vrijwel geen enkele docent zonder wetenschappelijke achtergrond heeft binnen de hogeschool extra opleiding en training gehad om de onderzoeksvaardigheid te vergroten. Bij elk nieuw kenniskringlid is het een verrassing in hoeverre hij of zij in staat is om zelf goed onderzoek te doen en onderzoek van studenten adequaat te begeleiden. Het lijkt nuttig als de hogeschool verdergaande training van onderzoeksvaardigheden introduceert voor alle docenten, of ten minste voor docenten die deelnemen in een kenniskring of anderszins betrokken zijn bij onderzoeksactiviteiten van henzelf of van studenten. 5.2 Kwaliteitszorg In 2013 is een evaluatie uitgevoerd van het toenmalige cluster Wereldburgerschap, Bestuur en Stad. Een aantal aanbevelingen uit deze evaluatie had betrekking op het lectoraat CSS. Het betrof de volgende aanbevelingen: De minimumaanstelling voor deelname aan de kenniskring te stellen op 0,4 fte. Vanaf 2013 heeft het lectoraat voor kenniskringleden geen vaste aanstelling meer van minder dan 0.4 fte. Het plan is deze lijn de komende jaren aan te houden. Inmiddels zijn er echter ook enkele docenten die meelopen met de kenniskring maar daarvoor geen aanstelling hebben. Voor deze docenten geldt dat ze zeer beperkte tijd voor onderzoek hebben. In de huidige situatie is het niet haalbaar om ook deze docenten een aanstelling van minimaal 0.4 fte in de kenniskring te laten krijgen. Het inrichten van een externe klankbordgroep of een vergelijkbare groep waar externe ontwikkelingen van belang voor het lectoraat besproken konden worden en aan de orde zouden komen. In plaats van één klankbordgroep voor het hele lectoraat is ervoor gekozen om een aantal prominente activiteiten/onderzoeksthema’s van een eigen stuurgroep en/of klankbordgroep te voorzien. Het kwalificatieonderzoek heeft een stuurgroep en een klankbordgroep. Het recent afgeronde project Veilig Water had een stuurgroep en een kernteamgroep. Voor omvangrijke nieuwe projecten zal bij voorkeur dezelfde constructie worden gevolgd. Uit het onderzoek van het lectoraat komen geregeld publicaties. Het streven is om jaarlijks enkele publicaties te schrijven voor tijdschriften en conferenties met peer review. Met het accepteren van een publicatie met peer review wordt een evaluatie gerealiseerd op de kwaliteit van de betreffende publicaties alsook op het onderliggende onderzoek. Het aantal geaccepteerde publicaties in 15 tijdschriften en conferenties met peer review ligt op een voldoende hoog niveau, om op basis daarvan te kunnen afleiden dat het onderzoek van het lectoraat ook van voldoende niveau is. Het lectoraat streeft er de komende jaren naar het aantal publicaties te verhogen en meer studenten te betrekken bij het onderzoek. In het onderwijs dat door het lectoraat wordt uitgevoerd, worden evaluaties uitgevoerd onder de deelnemende studenten. De streefnorm is dat de beoordeling voor geen van de bijdragen onder de 7 op een schaal van 1 tot 10 uitkomt. Deze streefnorm is de afgelopen jaren ruimschoots gehaald. 16 17 Bijlagen Bijlage 1. Publicaties/producten Product uitgever tijdschrift Naam auteur Titel Titel boek ISBN-nummer Springer Pieter Burghouwt, Marcel Spruit en Henk Sips Detection of Botnet Command and Control Traffic by the Multistage Trust Evaluation of Destination Identifiers Proceedings of SecureComm 2014, 10th International Conference on Security and Privacy in Communicatio n Networks, Beijing, China 24-26 sept. 2014 978-3-319-23828-9 ICST Transactions on Security and Safety, nr. 2 Pieter Burghouwt, Marcel Spruit, Henk Sips Detection of Botnet Command and Control Traffic by the Multistage Trust Evaluation of Destination Identifiers ICST Transactions on Security and Safety Pearson Education P. van Houten, M. Spruit & K. Wolters Informatiebeveiliging onder controle; derde, geheel herziene editie 978-90-430-3356-5 Sdu M. Spruit, B. Glashouwer & E. Dolle Safe in cyberspace; van awareness naar actie 978-90-75239-47-8 Applied Research Today, juni A. Roggeveen Bitcoin 2.0: Maatschappelijke implicaties TU-Delft P. Burghouwt Detection of Botnet Command and Control Traffic in Enterprise Networks (proefschrift) 978-94-6186-414-7 18 Product uitgever tijdschrift Naam auteur / maker Titel Titel boek UOC Huygens Editorial E.M. Wesselingh, P. van Willigenburg & H. Stokman DCCPP = Privacy By Design, Direct Current Communications & Privacy Protocol (DCCPP) proposed for a privacy protective DC Smart Grid Regulating smart cities: Proceedings of the 11th International Conference on Internet, Law & Politics, Barcelona 2-3 July, 2015 Product/tool J. van Peski e.a. DESIE demonstratieplatform Overig/film De Haagse Hogeschool M. Maris e.a. Veilig Water ISBN-nummer 19 Bijlage 2. Overzicht Personele samenstelling Lector De lector dr. M.E.M. Spruit is voor 0,6 fte verbonden aan het lectoraat. De lector stuurt het lectoraat en de bijbehorende kenniskring aan en is bovendien het aanspreekpunt voor het lectoraat. Kenniskring Aan het lectoraat is een kenniskring verbonden. De samenstelling per 1-1-2016 is als volgt: Herman de Bruine Pieter Burghouwt Leo van Koppen Marinus Maris Sjaak van Peski Dave Stikkelorum Ellen Wesselingh 20