Overzicht van soorten expertises Versie januari 2010 Dit overzicht heeft niet de pretentie volledig te zijn. Ook kan het geen absolute zekerheid bieden. Met name de status van het blokkeringsrecht is nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Bij twijfel wordt aanbevolen om wél gelegenheid te bieden tot uitoefening van het blokkeringsrecht. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend. Toepasselijke regelgeving Verhouding waarop de expertise betrekking heeft Algemene Bepalingen WGBO TENZIJ art. 7:464 lid 1 BW van toepassing is Keuringen in verband met letselschade, in een gerechtelijke procedure op benoeming van de rechter. Keuringen in verband met letselschade op gezamenlijk verzoek van partijen in een buitengerechtelijk geschil (keuring in opdracht van beide partijen) Keuringen in verband met letselschade op verzoek van één partij lopende particuliere verzekeringen zoals een particuliere arbeidsongeschiktheidsverze kering (AOV) of een particuliere ongevallen polis beoogde arbeidsverhoudingen, zowel bij een particuliere werkgever als bij aanstelling in openbare dienst Blokkerings recht Art. 7:464 lid 2 sub b BW X X X ? ** X (Beperkt tot: levensverz., arbeidsongeschiktheidsverz. en pensioenverz.) X X X X X X X (Beperkt tot: levensverz., arbeidsongeschiktheidsverz. en pensioenverz.) X X beoogde particuliere verzekeringen keuringen i.v.m. toelating tot een opleiding opleidingen waartoe betrokkenen al zijn toegelaten keuringen ter verkrijging van een bevoegdheid (bijv. rijbewijs of invalidenparkeerkaart) X X Protocol Verzekeringskeuringen * X X Wet Medische Keuringen ? *** Dit document hoort bij de ‘Aanbeveling procedure medisch deskundigenbericht’ van de Projectgroep medische deskundigen in de rechtspleging van de Vrije Universiteit Vindplaats: http://www.rechten.vu.nl./iwmd > Projecten > Procedure deskundigenbericht X WAO-keuringen sociale zekerheid sociale voorzieningen X X X pensioenregelingen X collectieve arbeidsovereenkomsten Wettelijk verplichte keuringen: keuringen i.v.m. bijzondere risico’s voor derden bijv. beroepspersonen vervoer etc. X (mits vallend onder Pensioen- en Spaarfondsenwet) X X X *.. Artikel 7:464 lid 1 BW breidt het toepassingsgebied van de WGBO uit tot tal van medische situaties - waaronder medische keuringen - waaraan geen behandelingsovereenkomst ten grondslag ligt. Dit betekent dat de ‘algemene’ patiëntenrechten uit de WGBO ook bij medische keuringssituaties kunnen gelden. Een voorbeeld hiervan is het aanvullingsrecht van patiënten (art.7:456 BW) dat bedoeld is voor de behandelingssituatie waarin patiënten desgewenst een eigen verklaring aan hun dossier kunnen toevoegen. Echter: de WGBO wordt niet zonder meer één op één van overeenkomstige toepassing verklaard in niet-behandelingssituaties. Art. 7:464 lid 1 biedt een 'ontsnappingsclausule' voor de gevallen dat onverkorte van toepassingverklaring zou gaan wringen: de WGBO is van toepassing, tenzij de aard der rechtsbetrekking zich daartegen verzet. Een voorbeeld van dit laatste is art. 7:460 BW waarin is bepaald dat de hulpverlener de behandelingsovereenkomst niet kan opzeggen (behoudens gewichtige redenen). Een ander voorbeeld is de geheimhoudingsplicht (art. 7:457 BW). In een keuringssituatie geldt immers het inzage- en blokkeringsrecht (art. 7:464 lid 2 sub b BW) en als een betrokkene daar geen gebruik van maakt hoeft de arts zich uiteraard niet aan zijn geheimhoudingsverplichting te houden. ** De projectgroep gaat er vanuit dat het blokkeringsrecht geen rol speelt in de medische advisering van de medisch adviseur (of een door hem ingeschakelde medische deskundige) van het slachtoffer aan (de belangenbehartiger van) het slachtoffer. In dat geval is immers geen sprake van een opdracht van een ander, maar van het slachtoffer zelf (of de belangenbehartiger als zijn vertegenwoordiger. Voor adviezen van de medisch adviseur van de verzekeraar (of een door hem ingeschakelde medische deskundige) ligt dit wellicht anders. Bij een (dossier)onderzoek door de medisch adviseur van de verzekeraar is immers wel sprake van de beoordeling van de gezondheidstoestand van het slachtoffer in opdracht van een ander, nl. de verzekeraar, in verband met de vaststelling van aanspraken of verplichtingen. De conclusie dat het blokkeringsrecht ook van toepassing is op de adviezen van de medisch adviseur van de verzekeraar in een letselschadezaak onafwendbaar. Desondanks verschillen de meningen in de literatuur over dit onderwerp en is ook de rechtspraak verdeeld. Zo oordeelde de rechtbank Rotterdam op 4 maart 2009 dat het slachtoffer ten aanzien van adviezen van de medisch adviseur van de verzekeraar (of door hem ingeschakelde medische deskundigen) geen blokkeringsrecht toekomt, terwijl het Hof van Discipline er in een uitspraak van 30 november 2009 zonder meer vanuit gaat dat het blokkeringsrecht in dergelijke situaties wel van toepassing is. *** In de literatuur en jurisprudentie bestaat al lange tijd onduidelijkheid over de vraag of het blokkeringsrecht ook geldt bij rijbewijskeuringen op grond van de Wegenverkeerswet. Op 30 oktober 2008 heeft het Centraal Tuchtcollege een uitspraak gedaan waarmee op het eerste gezicht een einde gekomen leek te zijn aan deze onduidelijkheid. Het Centraal Tuchtcollege oordeelde dat het blokkeringsrecht niet van toepassing is bij rijbewijskeuringen: het allesoverheersende belang van publieke veiligheid dat met de rijbewijsrapportage gemoeid is, brengt volgens het Centraal Tuchtcollege met zich dat de aard van de rechtsbetrekking tussen CBR, rapporteur en de betrokkene, een blokkeringsrecht uitsluit. In de literatuur is deze uitspraak van het Centraal Tuchtcollege kritisch Dit document hoort bij de ‘Aanbeveling procedure medisch deskundigenbericht’ van de Projectgroep medische deskundigen in de rechtspleging van de Vrije Universiteit Vindplaats: http://www.rechten.vu.nl./iwmd > Projecten > Procedure deskundigenbericht ontvangen. Het voornaamste bezwaar dat naar voren komt, is dat het Centraal Tuchtcollege het wettelijke blokkeringsrecht – dat van dwingend recht is (artikel 7:468 BW) – te eenvoudig buitenspel heeft gezet. Daarbij wordt betwijfeld of de publieke veiligheid hier wel echt in het geding is. Als een bestuurder namelijk een rapportage in opdracht van het CBR zou blokkeren, wordt dat aangemerkt als het niet verlenen van de vereiste medewerking aan een onderzoek naar de geschiktheid als bedoeld in artikel 132 lid 1 WVW en wordt zijn rijbewijs op grond van artikel 132 lid 2 WVW onverwijld ongeldig verklaard. De publieke veiligheid lijkt dan niet langer in het geding te zijn. Op grond van exact deze redenering heeft de Raad van State in een uitspraak van 25 februari 2009 geoordeeld dat een bestuurder in het kader van een rijbewijskeuring wél een beroep op het blokkeringsrecht toekomt. De stand van zaken met betrekking tot de vraag of het blokkeringsrecht van toepassing is bij rijbewijskeuringen is dus dat er tegenstrijdige rechtspraak van het Centraal Tuchtcollege en de Raad van State ligt en het bestaan van het blokkeringsrecht in dergelijke zaken nog steeds omstreden is. Op 21 april 2009 heeft het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam, onder verwijzing naar deze tegenstrijdige rechtspraak, een klacht afgewezen tegen een psychiater die door het CBR was ingeschakeld in het kader van een rijbewijskeuring en de bestuurder geen gelegenheid tot blokkering had gegeven: als in de rechtspraak (en literatuur) al verschillend wordt gedacht en geoordeeld over de toepasselijkheid van het blokkeringsrecht bij rijbewijskeuringen, kan van de betrokken artsen natuurlijk niet worden verwacht dat zij het ‘goed’ doen. Dit document hoort bij de ‘Aanbeveling procedure medisch deskundigenbericht’ van de Projectgroep medische deskundigen in de rechtspleging van de Vrije Universiteit Vindplaats: http://www.rechten.vu.nl./iwmd > Projecten > Procedure deskundigenbericht