2009 jaargang 1 nr 2 In deze uitgave o.a. Pro Republica genomineerd. Pro Republica is genomineerd voor de prijs van de beste politieke weblog van 2009 Zilveren Garnaal. Genomineerd voor de jaarlijkse Pro Republica prijs van de ZILVEREN GARNAAL voor onderdanigheid aan Hare Majesteit Prins Constantijn en de CIA. De Bilderbergers mogen nu wel genoegzaam bekend zijn. Constatijns opa -Prins Bernhardstond aan de wieg van deze invloedrijke club. Ton Biesemaat Het grote gelijk van Bagehot. Grote kans dat het boek “The English Constitution” (of de Nederlandse vertaling van de relevante delen) van de 19e eeuwse Britse econoom en politicoloog Walter Bagehot op Beatrix’ nachtkastje ligt. Bob Elbracht Oranje, Blanje, Bleu? Toen ik enige tijd geleden over de zenders zapte viel me plotseling iets op waar ik nog niet eerder bij stilgestaan had. Frè Morel De Stadhoudersbrief. Het grootste mysterie in het leven van Prins Bernhard maar tegelijk het verhaal dat de geschiedenis van Nederland en de Tweede Wereldoorlog op zijn kop zou zetten is de beruchte stadhoudersbrief van de Prins aan Adolf Hitler. Ton Biesemaat Brief aan alle leden. Dat het rumoert in monarchaal Nederland zal niemand ontgaan zijn. De familie Von Amsberg lijkt de beste bondgenoot der republikeinen te worden. C.V. Lafeber En nog veel meer! COLOFON Res PVblica is een uitgave van Pro Republica T 06-27 40 39 57 E [email protected] I www.prorepublica.nl Bestuur Pro Republica Michel van de Sande - voorzitter Wil Verhoef - van der Kaap - secretaris Ruud de Vries - penningmeester Medewerkers aan dit nummer : Leo Adriaenssen Attie Brakenhoff Ton Biesemaat Leo Brabanticus Bob Elbracht Kurt Haverkort Rafaël Hebing Wim Hohage J.G. Kikkert prof. dr. Kees Lafeber Ger Mennens Montivagus Fré Morel Miranda Ungula Wil Verhoef-van der Kaap Annie de Vries Anna Wit Vormgeving/DTP Sweerman & de Vries 2 jaargang 1 - nummer 2 - Inhoud Res Publica 2009 - jaargang 1 - nummer 2 Redactioneel ........................................................... 4 Zilveren Garnaal ...................................................... 5 Respons-Abilité Webredactie ............................................................ 6 Lak aan alles en iedereen Bob Elbracht ............................................................ 8 Een rondje voor de NSB Ton Biesemaat ......................................................... 10 Brief aan een bankier Ton Biesemaat ......................................................... 12 Forbes fantaseert er op los Ton Biesemaat ......................................................... 14 Stichting Administratiekantoor De Nederlandsche Bank Ton Biesemaat ......................................................... 15 Fasseuren, fasseurde, gefasseurd Leo Brabanticus ...................................................... 17 Prins Constantijn en de CIA Ton Biesemaat ......................................................... 19 Edwin de Roy van Zuydewijn en de vastgoedfraude Ton Biesemaat ......................................................... 21 Woede Bob Elbracht ........................................................... 23 Willen wij eigenlijk wel een ceremoniele koningin? Bob Elbracht ........................................................... 25 Voor schut Ton Biesemaat ......................................................... 26 Het Erfelijkheidseuvel Rafaël Hebing ......................................................... 28 Het grote gelijk van Bagehot Bob Elbracht ........................................................... 31 De tovenaarsleerling Bob Elbracht ........................................................... 32 Voorbeeldfunctie Bob Elbracht ........................................................... 34 Koninkrijk op stelten Ton Biesemaat ......................................................... 36 Antie-Verlichting Bob Elbracht ........................................................... 40 Anatomie van de leugen Bob Elbracht ........................................................... 42 Geef de oranjes nog meer politieke macht Bob Elbracht ........................................................... 44 @Misericordiam Bob Elbracht ........................................................... 46 Oranje, Blanje, Bleu? Frè Morel ............................................................... 48 Beatrix en de kunst Kurt Haverkort ........................................................ 49 - jaargang 1 - nummer 2 Jip en Janneke en het torentje Ton Biesemaat ......................................................... 52 Pro Republica prof. dr. Kees Lafeber ............................................... 54 Fasseur en de contramine prof. dr. Kees Lafeber ............................................... 60 Je verzint het niet Montivagus ............................................................. 62 Republikeins stemmen Bob Elbracht ........................................................... 64 De Stadhoudersbrief Ton Biesemaat ......................................................... 74 De stadhouderlijke verspreking Ton Biesemaat ......................................................... 82 De Crisis, de Oranjes, de Tegenstelling Attie Brakenhoff ...................................................... 86 Geachte volksvertegenwoordiging Wim Hohage ........................................................... 88 Als kind wilde ik al geen oranje strik Wil Verhoef- van der Kaap .......................................... 90 Kaat Mossel, Helleveeg van Rotterdam - boekbespreking Kees Lafeber ........................................................... 92 Willem van Oranje Leo Adriaenssen ....................................................... 96 Staatsvormend geweld - boekbespreking ......................100 Broekriem en Seatbelts Anna Wit ..............................................................101 Eigen geld Miranda Ungula ......................................................102 Oranje en de ministeriele verantwoordelijkheid J.G. Kikkert ...........................................................104 Brief aan alle leden C.V. Lafeber ..........................................................106 Wim Lex op de sofa Ton Biesemaat ........................................................128 Vorstelijke onmatigheid Leo Brabanticus ......................................................129 Willem Alexander en de jacht Maartje ................................................................131 Ratio versus emotie Ger Mennens ..........................................................132 Maxima en de gelijke behandeling Miranda Ungula ......................................................136 Maiestas Miranda Ungula ......................................................137 Schipper mag ik overvaren Annie de Vries ........................................................139 Aanbevolen literatuur voor elke republikein .................140 3 R e d a c t i o n e e l Pro Republica is een jonge en energieke organisatie die zich ten doel stelt Nederland democratischer te maken. Dat kan vooraleerst door het hoogste bestuurlijke ambt in ons land verkiesbaar en daardoor controleerbaar te maken. Een erfelijk politiek ambt is niet meer van deze tijd. Het is hard gegaan. Uit onvrede met de bestaande republikeinse organisaties werd Pro Republica opgericht. Onze website met de dagelijkse artikelen is een enorm succes geworden. Nu ligt voor u ons gedrukte tijdschrift Respublica met daarin zowel nieuwe artikelen die deels al in electronische vorm in nummer 1 zijn verschenen en een selectie van artikelen die op onze website www.prorepublica.nl zijn te lezen. We hebben de wind meegehad. De familie Van Amsberg heeft er alles aan gedaan onze jonge organisatie te ondersteunen. De ene affaire was nog niet gaan liggen of de andere stak al weer de kop op. Groot succes voor onze organisatie is ook dat we op de shortlist van de Dutch Bloggies terecht zijn gekomen. Bij het ter perse gaan was nog niet bekend of we deze internetprijs ook in de wacht hebben gesleept. Maar omdat de republiek nog niet is gevestigd kunnen wij niet op onze lauweren rusten. Ook in de komende tijd hebben wij uw steun hard nodig om Nederland democratischer te maken. Het mag en kan niet zo zijn dat we straks opgescheept zitten met een Willem IV en zijn koningin uit een Argentijns fascistoïde milieu. 4 jaargang 1 - nummer 2 - Z I L V E R E N G A R N A A L Genomineerd voor de jaarlijkse Pro Republica prijs van de ZILVEREN GARNAAL voor onderdanigheid aan Hare Majesteit vervaardigd door de beeldend kunstenaar Frederik Jansen, en uit te reiken op de jaarlijkse bijeenkomst van Pro Republica op 12 december aanstaande te Nieuwegein Liesbeth Spies, vicevoorzitter van de Tweede Kamerfractie van het CDA, wegens: • haar scherpzinnige analyse dat alle recente gebeurtenissen rondom de monarchie ‘slechts incidenten’ zijn. • haar onsterfelijke woorden als antwoord op de vraag ‘of de stekker niet uit het [Mozambikaanse vastgoed]project getrokken moet worden’: • ...maar uiteindelijk zijn wij hier maar met zijn honderdvijftigen en niet bij machte om de kroonprins daar de stekker uit te laten trekken’. Met name laatstgenoemd citaat overtuigde de jury mevrouw Spies te nomineren voor de categorie ‘onderdanige politici’. Nog slechts 149 parlementariërs van dit kaliber en er verandert helemáál nooit meer iets. Grandioos! Jeroen Snel, presentator van het EO-televisieprogramma ‘Blauw Bloed’, die: • Hare Majesteits onderdanen erop geattendeerd heeft dat wanneer een foto gemaakt wordt door een koningin of prins, die daardoor ‘toch wel iets bijzonders krijgt’. • Voorts is de jury zijn perfecte timing niet ontgaan, waarbij hij nagenoeg synchroon met het uitspreken van het woord ‘prins’, het hoofd soepeltjes achterover gooit opdat hij - zoals dat wel betaamt - op precies het juiste moment omhóóg kijkt. Deze bijzondere nominatie valt de heer Snel in de categorie ‘onderdanige pers’ ten deel, voor zijn buitengewone vaardigheid daarbij nóch de camera te besproeien, nóch zijn eigen stropdas te besmeuren. Sjuul Paradijs, bijgenaamd ‘Panzer’; hoofdredacteur van De Telegraaf, die: • Desondanks van mening is dat alle kritiek op De Uitverkoren Familie ‘populisme’ is. • Zich bij Pauw & Witteman opwierp als koene ridder die de zelfverklaarde goddelijk uitverkoren staatsparasieten in bescherming meende te moeten nemen, omdat deze behoeftige en zwakke familie ‘zichzelf niet kan verdedigen’. • Zijn meesterlijke en heldhaftige apologie afsloot met een onvergetelijk ‘Wat wilde ik eigenlijk zeggen?’ • Maar met name de mededeling dat hij maar liefst 11 schilderijen van ‘Koningin Beatrix’ op zijn werkkamer heeft hangen overtuigde de jury ervan de heer Paradijs (‘Panzer Sjuul’) eveneens te nomineren in de categorie ‘onderdanige pers’. Alle genomineerden zullen deze week door Pro Republica worden benaderd en worden uitgenodigd voor de feestelijke uitreiking op 12 december aanstaande. - jaargang 1 - nummer 2 5 Respons-abilité door de webredactie H et vakantiehuis te Machangulo Mozambique zal verkocht worden. Deze affaire is een toonbeeld van staatsrechterlijke chaos. Toen de ‘Stichting Administratiekantoor Machangulo’ werd opgericht was dat voor de redactie van de Pro Republica website aanleiding tot een analyse. De eerste actie van de kersverse ‘Stichting Administratiekantoor Machangulo’ is een feit. Nadat donderdagmorgen in dagblad De Telegraaf een artikel verscheen onder de veelzeggende titel ‘Veel mis in paradijs van prins’ bleek het voordeel van deze nieuwe rechtspersoon. Normaalgesproken moet de RVD namens de premier ontkennen, draaien en verhullen, maar daarbij toch altijd wel enige voorzichtigheid in acht nemen. Immers, de RVD is per slot van rekening gewoon een onderdeel van het Ministerie van Algemene Zaken waar de premier uiteindelijk aan het hoofd staat. Bij eventuele kamervragen over een koninklijke blunder zoals nu bij de vakantievilla in Mozambique - kan het gebeuren dat de RVD-ontkenningen geen soelaas meer bieden. En dan staat de premier alsnog voor het parlement te stotteren. U kent het allemaal wel: ‘De prins bedoelde eigenlijk dat...’ en soortgelijk gênant gestuntel. Het juridische principe van de ministeriële Er is namelijk niemand die precies weet hoe dit wetsartikel in de praktijk werkt. verantwoordelijkheid wordt niet voor niets een ‘leerstuk’ genoemd. Er is namelijk niemand die precies weet hoe dit wetsartikel in de praktijk werkt. Duidelijk is dat de koning regeert en onschendbaar is en dat de ministers verantwoordelijk zijn. Maar tot in hoevérre dat zo is, voor welke personen dat precies geldt en in welke situaties die ministeriële verantwoordelijkheid geactiveerd dient te worden weet niemand. Sinds 1848, toen de wet in werking trad, rommelt iedere premier dus maar wat aan. En in de 6 marge van dat gerommel blundert de koninklijke familie er lustig op los. Jazeker, de hele clan, want de ambiguïteit van het artikel bleek een vruchtbare voedingsbodem voor ‘afgeleide verantwoordelijkheden’, zoals de onschendbaarheid voor de echtgeno(o)t(e) van de koning(in) en de vermoedelijke troonsopvolger plus diens echtgeno(o)t(e), voor wie de ministeriële verantwoordelijkheid ook geactiveerd kan worden. En zo, vanaf de troon naar buiten toe, verdunt de ministeriële verantwoordelijkheid als het ware, tot er uiteindelijk niets van overblijft. Maar of dit juist is, weten we natuurlijk niet. Het is en blijft de persoonlijke interpretatie van de zittende premier van dat moment. Soms laten RVD en premier iemand van de familie ook plotseling vallen als een baksteen, zoals bijvoorbeeld gebeurde toen een aangetrouwde juffrouw uit het bed van een beroepscrimineel werd gevist (Balkenende destijds: ‘Tegen onwaarheid is geen kruid gewassen’). Maar nu is er: De Stichting! Nog vóór de RVD, die, zoals eerder opgemerkt, als overheidsinstelling toch een beetje moet oppassen, komen we met vragen meteen bij De Stichting terecht. Voorziet de premier ál te grote ellende met een koninklijke frats, waar vermoedelijk noch hij, noch de RVD met ontkennen mee wegkomt, dan laat hij een Stichting oprichten. Deze onafhankelijke rechtspersoon kan dan de grootst denkbare lariekoek verkopen, zonder dat de premier daarop aangesproken kan worden. Als zodanig is De Stichting dan ook te beschouwen als een soort verlengstuk van de ministeriële verantjaargang 1 - nummer 2 - Respons-abilité door de webredactie woordelijkheid, die de premier op zijn beurt als het ware ook immuniseert. Dus: terwijl iedereen weet dat de arbeiders aan het vastgoedproject op Machangulo ingevlogen worden uit Zimbabwe en Zuid-Afrika, en het maar-niet-te-ontzenuwen gerucht van de moord op de leider van de lokale actievoerende bevolking doorettert, dan kan De Stichting met droge ogen beweren dat de lokale bevolking ‘nu al profiteert van het luxe resort van meneer Van Amsberg’. Balkenende heeft nergens wat mee te maken, en de prins al helemáál niet. Vanwege deze significante wijziging in ons staatsbestel door de komst van De Stichting, hebben wij het voor u wat inzichtelijker gemaakt: De werking is verrassend eenvoudig: 1. De koning is benoemd door God - althans, zo beweert de koning - en aan Hem alleen verantwoording verschuldigd. 2. Heeft het volk een vraag aan of over de koning, dan wendt het zich tot het parlement of tot de RVD. Aan God vragen heeft geen zin, want Hij benoemde de koning slechts en zal het volk onverbiddellijk doorverwijzen naar de premier. 3. Komt de vraag bij de RVD terecht, dan ontkenden deze in de oude situatie namens de premier. 4. Lukt het via het parlement, dan kan deze de vraag ter ontkenning voorleggen aan de premier, die dat in de oude situatie schriftelijk of mondeling in de plenaire zaal van de Tweede Kamer deed. Deze onafhankelijke rechtspersoon kan dan de grootst denkbare lariekoek verkopen... Hier houdt de voedselketen voor het volk op, want richting al het aardse is de premier verantwoordelijk voor de koning. 5. Maar nu heeft de koning op advies en ten behoeve van de premier De Stichting! opgericht, een geheel onafhankelijke rechtspersoon die op geen enkele wijze onder de regering valt. Onder helemaal niemand zelfs. 6. De Stichting ontkent, verdraait en beweert dat het het lieve lust is. Geheel namens zichzelf. En mocht het potje overkoken, dan komt er gewoon een ander bestuur. Fenteners genoeg. Het mechanisme werd in De Volkskrant gedemonstreerd: [1] De Stichting ontkent van de wantoestanden in Machangulo op de hoogte te zijn gebracht door [2] meneer Van Amsberg. Wie hem iets wil vragen komt terecht bij [3] Balkenende, die vervolgens doorverwijst naar de [4] RVD. En de RVD tenslotte, verwijst weer naar [1] De Stichting. Proost, Van Amsberg! - jaargang 1 - nummer 2 7 Lak aan alles en iedereen door Bob Elbracht O p paleis Noordeinde was gevestigd een belastingontwijkingsconstructie van Christina zur Lippe. Het postbusadres is veranderd en daar nam het parlement genoegen mee. Pro Republica niet en stelde van meet af aan kritische vragen die het parlement liet liggen. Voor wie er nog geen kennis [2] van genomen had: Na de obscure stichting van de kroonprins twee maanden geleden is er nu weer een nieuwe trust die in het belastingparadijs Guernsey is gevestigd ingeschreven op het werkpaleis van ons staatshoofd. Eerder dit jaar had het parlement al fel geprotesteerd tegen de handelswijze van Beatrix’ jongere zus Christina, maar daar hebben de Amsbergers gewoon lak aan. Lak aan de burger, lak aan de parlementaire democratie, lak aan de kredietcrisis, lak aan alles en iedereen. Eigenlijk hoeven wij er ook niet eens zoveel woorden aan vuil te maken, dit gefundenes fressen voor de republikein is natuurlijk gewoon een inkoppertje. Dat doen we dan dus ook maar. We zouden ons natuurlijk kunnen bezighouden Hoe ver gaat de macht van de Oranjes nou echt? met de vraag wat de woorden waard zijn van de verschillende politici die weer moord en brand schreeuwen. Dat hebben we eerder gezien. Vooralsnog ‘eist een meerderheid van de Tweede Kamer uitleg over de fiscale sluiproutes’. Pro Republica vraagt: uitleg waarover? Wat is er nog niet duidelijk dan? Wat telt is hun houding tijdens de verkiezingen, en wat nog meer telt of ze ook de moed hebben de daad bij het woord te voegen als ze eenmaal deelnemen aan een regeringscoalitie. Tot dat moment horen wij alles met de nodige skepsis aan. Ook interessant zou de vraag kunnen zijn waarom toch - in ‘s hemelsnaam - deze puissant rijke familie dit soort stommiteiten begaat. Als ze zo doorgaan kunnen we binnenkort dit hele doorluchtige kleptocratisch collectief lid maken 8 van Pro Republica. Klinkt ook wel aardig: KPR - Koninklijke Pro Republica. Want alles wat ze in feite alles wat ze te doen staat is zich gedeisd houden,- en dat is toch niet zo moeilijk zou je zeggen. Dit keer blijkt de premier zelfs niet te zijn geïnformeerd, dus binnenkort kunnen we Balkenende weer met zijn broek op zijn enkels voor de Kamer met zijn voortanden horen stotteren. Moe wordt je d’r van. Los van de plichtmatige kamervragen - voor wat ze waard zijn - hebben wij toch nog twee aanvullende vraagjes: In de eerste plaats is niet duidelijk of de erfenissen die Christina ontving eigenlijk ooit wel belast zijn geweest. Immers, de vrijstelling van successiebelasting geldt voor leden van het koninklijk huis, en daar behoort zij niet toe. In de tweede plaats is de erfenis van de zojuist ingeschreven trust afkomstig van pappie. Wij vragen ons af of onze volksvertegenwoordigers zich wel voldoende bewust zijn van de herkomst van dat geld. Om ze een handje te helpen hebben wij enkele bronnen op een rijtje gezet. Prins Bernhard hield zich vlak na de oorlog bezig met kunstsmokkel. Zie ook Philip Dröge’s ‘Het Oranjekapitaal’. De prins met de anjer handelde na de Tweede Wereldoorlog in oorlogsbuit. Ofschoon die Nederland toebehoorden, liet hij doodleuk vliegtuigen en auto’s bij zich inleveren. Dat was bij wet verboden, maar er was immers toch niemand die er wat van zou durven zeggen. Het geld stak Bernhard uiteraard in eigen zak. Bron: ‘Het Oranjekapitaal’ van Philip Dröge en Gerard Aalders. Bernhard ontving in 1963 van Duitsland een miljoen mark uit de Wiedergutmachung. Dat jaargang 1 - nummer 2 - Lak aan alles en iedereen door Bob Elbracht was een deal tussen Duitsland en Nederland van in totaal uiteindelijk 280 miljoen mark voor geleden oorlogsschade. Dat bedrag was vooral bedoeld voor de vervolgde Joden. Bernhard ontving het omdat zijn familie haar vorstelijke privileges had verloren na de val van het Duitse keizerrijk in 1918 en hij als rechthebbende een schadevergoeding kreeg. Hij ontving veel meer dan waar hij ooit volgens een Duitse wet recht op had (87.000 Reichsmark waarvan Bernhard notabene in Engeland in de oorlog vrijwillig afstand had gedaan). En hij had er zeker geen recht op via de Wiedergutmachung. Gevalletje zeer creatief boekhouden met ondersteuning van de Nederlandse staat? (Bron: ‘De Prins kan mij nog meer vertellen’ van Gerard Aalders en in het tijdschrift ‘De Republikein’ juni 2008 het artikel ‘Van vorstelijke graaizucht en royale toewijzingen’ eveneens van Gerard Aalders). In 1976 rapporteerde de Britse ambassadeur in Den Haag dat Bernhard $300.000 schadevergoeding had ontvangen van de communistische DDR. Dat zou een schadevergoeding zijn geweest voor het verlies van het landgoed Reckenwalde. Dat lag in elk geval na de oorlog in Polen. En Bernhards moeder als eigenaresse was geen Nederlandse, dus het paste niet in een restitutie-overeenkomst tussen de DDR en Nederland. Overigens was de DDR zeer terughoudend in het uitbetalen van claims. Waarom keerde de communistische staat uitgerekend DDR-schaarse dollars uit aan de notoire communistenvreter Prins Bernhard? (Bron: ‘De Prins kan mij nog meer vertellen’ van Gerard Aalders en in het tijdschrift ‘De Republikein’ juni 2008 het artikel ‘Van vorstelijke graaizucht en royale toewijzingen’ eveneens van Gerard Aalders). In 1976 kwam uit dat Prins Bernhard 1,1 miljoen dollar aan smeergeld had ontvangen van Lockheed. Er zijn ook zeer sterke aanwijzingen dat Bernhard ook nog smeergeld ontving van Northrop, ook een vliegtuigbouwer. Maar de lijst met potentiële smeergeldbetalers uit het militairindustriële complex kan wellicht ook uitgebreid worden met het Franse bedrijf Dassault. Ook wilde Bernhard zich graag laten betalen om de - jaargang 1 - nummer 2 Britse Chieftain-tank aan het Nederlandse leger te slijten. De affaires met vliegtuigen en wapens zijn maar het topje van de ijsberg. Bernhard was betrokken bij onfrisse affaires rondom banken. Zo was hij volgens journalsit Wim Klinkenberg betrokken bij de Commerciële Bank die in de jaren vijftig failliet ging. Daar hing de reuk van valse dollars omheen. (Bron: Wim Klinkenberg ‘prins Bernhard – Een politieke biografie’). Ook behoorden de nauwste kringen rondom de prins tot het netwerk van een andere bank die in de jaren zestig failliet ging. Dat was de bank Teixeira de Mattos. Een bank die zich bezig hield met o.a. obscure wapen- Waarom keerde de communistische staat uitgerekend DDR-schaarse dollars uit aan de notoire communistenvreter Prins Bernhard? transacties, commerciële televisie en wapentechnologie. En een bank waar bovendien mensen met een NSB, collaboratie of SS-verleden een warme belangstelling voor hadden. De Nederlandsche Bank wilde nooit toestemming geven om archiefonderzoek te doen naar deze banken. Ook zou het interessant zijn voor wettelijke instanties met opsporingsbevoegdheid om de gangen na te gaan van twee zeer vermogende dictators met wie Bernhard dik bevriend was. Dat waren Soeharto van Indonesië en Mobutu van Zaïre. Van Soeharto staat het wel vast dat hij miljarden wegsluisde via o.a. Nederlandse trustmaatschappijen. Over dit soort geld in de nieuwste trust spreken wij dus. Dit soort geld, dat in elk geval onbelast naar Beatrix en Margriet is gegaan, en van Irene en Christina weten we het niet. Dit soort geld van dit soort mensen, aan wie wij geacht worden er een voorbeeld aan te nemen, worden keer op keer uit de wind gehouden. Dit soort mensen, dat ons aanstaande dinsdag gaat vertellen dat wij volgend jaar allemaal de broekriem stevig moeten zullen aanhalen. 9 Een rondje voor de NSB Avonturen in Barretje Weimar B arretje Hilton, overigens ook door Prins Bernhard gefrequenteerd, had in het Amsterdamse geen beste naam met Klaas Bruinsma en andere onder- zo u wilt bovenwereld figuren die het bezochten. In de aanloop naar 10 mei 1940 en de Blitzkrieg die door de Lage Landen raasde had barretje Weimar in Rotterdam achteraf gezien een net zo’n slechte naam. Hotel Weimar kreeg bezoek van collaborateurs, Duitse spionnen en... Prins Bernhard. Oranje-historicus J.G. Kikkert voert in het ‘Vijfde Bulletin Tweede Wereldoorlog’ in zijn bijdrage ‘Bernhard zonder Anjer’ een voor de Britse inlichtingendienst MI6 in Rotterdam werkende dame op. Het is Valli Nael uit Estland. In 1937 werd zij door het toen net hoofd geworden van het Pasport Control Office Richard Henry Stevens geplaatst in de bar van Hotel Weimar. Het Pasport Control Office was een camouflage van waaruit de Britse geheime dienst haar operaties in Nederland tegen het Derde Rijk leidde. In de American bar van Hotel Weimar ontmoette de elite van Rotterdam haar gasten. Valli Nael had een natuurtalent om gesprekken die er gevoerd Hotel Weimar kreeg bezoek van collaborateurs, Duitse spionnen en... Prins Bernhard. werden op te vangen en nog belangrijker te kunnen navertellen. Onder de deftige klantenkring van de bar van Weimar vonden we vooral veel lieden met een pro-Duitse houding of soms regelrechte NSB’ers. De American bar werd gefrequenteerd door de steenrijke Pieter van Leeuwen Boomkamp die de NSBkas regelmatig vulde. In de vooroorlogse Nederlandse jaren van Prins Bernhard zou de prins ook wel eens zijn verschenen op de feestjes in Hofstede Oud-Bussem van de familie van Leeuwen Boomkamp. Daar toonde onze jonge Prins veel belangstelling voor de 21-jarige 10 door Ton Biesemaat dochter Hélène van Leeuwen-Boomkamp. Op die feestjes in huize van Leeuwen-Boomkamp kwam Bernilo ook wel Luca Fritze tegen de dochter van dr. G.M.A.J.H.K. Fritze, de man van het NW7-netwerk van IG Farben in Nederland en aangetrouwd familielid van Max Ilgner -opperbaas van de Farben-spionnen-. Dr. Fritze kwam net als van Leeuwen Boomkamper over de vloer bij Hotel Weimar. Beide stamgasten van Valli Nael kenden dus Prins Bernhard persoonlijk. Valli Nael zou volgens Kikkert die het optekende uit de mond van Pieter Brijnen van Houten, trouwens ook al een agent van de Britse geheime dienst MI6, tevens getuige geweest zijn van de eerste ontmoeting ten huize van Fritze tussen Prins Bernhard en Prinses Juliana. Valli Nael was door Fritze uitgenodigd om in zijn woning aan de Jan van Goyenkade 18 in Amsterdam de catering te verzorgen voor een feestje. De ontmoeting die Valli Nael aan de Britten meldde is de aanleiding geworden voor het verhaal dat Fritze als vriend, vertrouwensman en topfiguur binnen IG Farben NW7 er voor gezorgd heeft dat Bernhard zur Lippe-Biesterfeld in contact kwam met Prinses Juliana. Of dat een vooropgezet plan is geweest of een toeval valt natuurlijk niet te bewijzen. Wie de intriges en complotten van de Abwehr en IG Farben NW7 bestudeert zou niet terugschrikken voor de eerste conclusie te kiezen. Maar dan ook blijft het feit dat als Bernhard niet in de smaak was gevallen bij Juliana en Wilhelmina een dergelijk geraffineerd Duits plan al snel weer in duigen was gevallen. Maar de bardame jaargang 1 - nummer 2 - Een rondje voor de NSB Avonturen in Barretje Weimar Nelli Vael zag twee jaar na de ontmoeting in Amsterdam de prins weer terug in de American bar van Hotel Weimar. De prins verscheen er zonder anjer, maar Valli was er zeker van dat het toch Bernhard was. Hij ontmoette er twee Nederlandse NSB’ers en een Duitser genaamd Hans-Jürgen Sperling. Sperling bleek directeur van het Duitse Verkeersbureau in Amsterdam te zijn. Deze club van toeristenpromotors en vakantiepropagandisten naar het Zwarte Woud bleek er in werkelijkheid heel andere praktijken op na te houden. Het was het zinderende middelpunt van de Duitse spionagepraktijken in Nederland waar ‘Onkel Richard’ Protze de scepter zwaaide. ‘Onkel Richard’ van de Duitse militaire inlichtingendienst Abwehr die een klinkende overwinning in 1934 behaald had door de Poolse spion Sosnowski in de kladden te grijpen en zijn kompaan kolonel Pantchoulidzew, Bernhards ‘stiefvader’, om te draaien en bewoog met ‘zachte’ drang voor de Abwehr te gaan werken. Waarlijk interessant gezelschap dus dat Kikkert in zijn bijdrage voor het ‘Vijfde Bulletin van de Tweede Wereldoorlog’ opvoert. Nog zeker tweemaal zou Valli Nael in de American bar Prins Bernhard in gezelschap van van vooraanstaande NSB’ers of rechts-reactionaire lieden zien. Smakelijk wist Nael daar nog tegen Kikkert over te vertellen: “Bernhard liet een hotelkamer reserveren en - jaargang 1 - nummer 2 door Ton Biesemaat trok zich daar met zijn bezoek terug. Na enige tijd moest ik nieuwe flessen en glazen komen brengen. Er hingen blauwe rooksluiers onder de lamp en de tafel was bedekt met papieren.” Een andere schrijver die later in de jaren negentig bij een brand in zijn Rotterdamse woning om het leven kwam wist ook nog hoogst Het was het zinderende middelpunt van de Duitse spionagepraktijken in Nederland... interessante zaken te melden over Barretje Weimar. Dat was Loek Elfferich met zijn boek ‘Rotterdam werd verraden’. Elfferich sprak met een bejaarde Rotterdammer en voormalig marinier J.H.W. Dijkman. Die oude marinier werd in mei 1939 klusjesman in hotel Weimar. Elfferich in zijn boek: “Eigenaar was J.G.W. Teitsma, getrouwd met een Duitse. De ober was Duitser, de huisjuffrouw was Duitse, de huismeester en de boekhouder en diens vrouw waren NSB’ers.” Begin 1940 ontdekte Dijkman in een kelder kisten met uniformen en uniformlaarzen. Hij was er nog geen twee minuten of de boekhouder ontdekte hem en Dijkman werd op staande voet ontslagen omdat hij niet in de kelder mocht komen. Elfferich: “Dijkman kreeg naar zijn gevoel van toen ontslag omdat hij per ongeluk had ontdekt dat Weimar een NSB-nest was: naar zijn gevoel van nu was de zaak ernstiger; was Weimar een Nazi-nest. Wat de NSB voor de Duitse inval ook te verduren had, geen verbod van uniformen.” 11 Brief aan een bankier door Ton Biesemaat Den Haag, 1 juli 2009 Beste meneer van Amsberg, Ik las een artikel op de website van Elsevier. Opeens wordt het me duidelijk waarom De Nederlandsche Bank op 5 augustus 2003 mij als vrij burger en journalist geen toegang wilde verlenen voor onderzoek in hun archief. Ik had graag de ondergang van de Commerciële Bank en de bank Teixeira de Mattos willen bestuderen. Maar het mocht niet van Neerlands centrale bank. Er was nog geen kredietcrisis bij ons het volk in zicht. Wellicht dat u als financieel expert al wel beter wist? De banken waren respectievelijk in de jaren vijftig en zestig ten onder gegaan. Wat is er zo belangrijk om die archieven dan voor mij dicht te houden? Nou ja, de deftige en toen nog in het pré-kredietcrisis tijdperk door het volk gerespecteerde instelling zal wel bedacht hebben dat ik op onderzoek was naar belastend materiaal over uw opa. Want de Prins had immer warme belangstelling voor bankieren. U kent die verhalen als historicus en commissaris bij De Nederlandsche Bank natuurlijk wel. Wat geld van vliegtuigfabrieken op Zwitserse nummerrekeningen zetten en dat soort internationale bankiersactiviteiten. Jammer dat u als academicus mijn historisch onderzoek niet kon fiatteren. Gelukkig heb ik wel toegang tot mijn eigen archief (hoewel.... de politie nam in 2007 en 2009 archiefbestanden van mij in beslag). Had ik toen geweten dat u commissaris bij ‘de bank’ was dan had ik u persoonlijk kunnen aanschrijven. Dan had ik eigenlijk al per ongeluk mijn burgervinger op een zere royalistische plek gelegd. Want staat uw functie bij ‘de bank’, meneer van Amsberg, niet op zeer gespannen voet met de staatsinrichting van de polder? Alleen al het antwoord van uw bank aan mij maakt uw verantwoordelijke positie als commissaris onmogelijk. Of zie ik dat als juridische en financiële leek verkeerd? Meneer van Amsberg, is het niet droevig dat uw bank mij antwoordde dat men zelf een onderzoek had gedaan naar de Commerciële Bank en de bank Teixeira de Mattos naar aanleiding van mijn vragen. Toen ik om dat onderzoek van uw bank vroeg kreeg ik het deksel van de geldkist op mijn neus? Uw bankiers antwoorden me toen: “De door u geconstateerde betrokkenheid van de NV Commerciële Bank bij een affaire met valse dollars blijkt niet met de ons ten dienste staande dossiers, noch uit aanvullend onderzoek dat wij hierna hebben verricht.” Had ik dat onafhankelijk van uw bankiers kunnen constateren? Zulks lijkt me in een democratische rechtstaat vanzelfsprekend. 12 jaargang 1 - nummer 2 - Brief aan een bankier door Ton Biesemaat Dan bepaalde uw bankiers per decreet in de brief aan mij: “De door u gekozen invalshoek bij de bestudering van de teloorgang van het bankiershuis Texeira de Mattos (red. nog een spelfoutje ook!) lijkt politiek van aard.” Omdat mijn vragen politiek van aard waren kreeg ik geen toegang. Maar meneer van Amsberg: wanneer is iets eigenlijk niet politiek van aard? Dat de bank Teixeira de Mattos ten onder ging had volgens uw bank niets te maken met “...een aantal inmiddels overleden personen met een collaboratie- of naziverleden.” Wederom meneer van Amsberg, had ik die conclusie zelf mogen trekken na onafhankelijk onderzoek? Of was uw bank bang dat in de dossiers Teixeira de Mattos de naam van een voormalig familielid van u zou opduiken? Een zekere mr. De Roy van Zuydewijn, de vader van uw voormalig familielid. Meneer van Amsberg, ik wens u veel sterkte met uw zware commissariaat bij De Nederlandsche Bank. In deze tijden moet het een zware last zijn om uw familiekapitaal te beheren. Gelukkig zullen er genoeg knappe koppen bij uw bank rondlopen om u te adviseren om niet in de problemen te komen zoals veel van uw koninkrijksgenoten. En trekt u zich niets aan van Elsevier dat uw commissariaat maar niets vindt. Ik heb er het volste vertrouwen in dat uw moeder wel ‘Je maintiendrai’ zal verordenen binnen de pluche kantoren van De Nederlandsche Bank. Een sterke regent die dan nog uw positie ‘im Frage’ zou durven roepen. De bank en Oranje waken over ons in deze onzekere tijden. Om met Colijn te spreken: Gaat u, volk van Nederland, maar rustig slapen. Met de best bedoelde groeten, Ton Biesemaat PS. Meneer van Amsberg, geef even een adres door zodat ik mijn boek Bernhardgate naar u kan opsturen. Als commissaris van De Nederlandsche Bank kunt u daarin nog eens nalezen hoe uw opa bankierde. Altijd leerzaam. Doet u ook de groeten van mij aan uw broer Friso die zo leuk internationaal aan het bankieren is. En brengt u ook de groeten over aan uw vrouw die u zeker wel eens kan adviseren over microkredieten aan de gelukkigen die niet door God en Oranje geroepen zijn zo’n zware functie als u te moeten accepteren. Ik hou u nu niet meer langer op want wellicht moet u onder al die vervelende camera’s wel uw dochters naar school brengen, gaat u op drijfjacht of moet u uw internationale bouwprojecten inspecteren. - jaargang 1 - nummer 2 13 Forbes fantaseert er op los door Ton Biesemaat F orbes Magazine is een invloedrijk Amerikaans financieel-economisch tijdschrift. Ze zijn goed in dit soort lijstjes: the top 100 ‘Most powerful woman leaders’ Met stip op nummer 1 staat Angela Merkel. Ik liep vol spanning het lijstje langs. Waar staat mevrouw van Amsberg? Koningin Elisabeth van het Verenigd Koninkrijk vond ik op plaats 42 terug. Neelie Kroes op plaats 52 en ene koningin Rania van Jordanië op plek 75. Maar geen spoor van Trix. Toch gek, want ik geloof er niets van dat mevrouw van Amsberg minder geld en invloed heeft dan Neelie Kroes of die koningin Rania. Geld en invloed zijn dus de selectiecriteria voor de dames met macht. Verleden jaar stond Beatrix nog op een onderschatte 14e plaats in Forbes Magazine bij ‘s wereld rijkste royals. Zou Forbes niet weten dat de Oranjes nog zeer veel daadwerkelijke politieke macht hebben in Nederland? Zo kwam de familie terecht op de Forbes-lijst tussen armoedzaaiers als Arafat en Castro. Toen schoot me iets te binnen. In de zomer van 2003 belde prins Bernhard met Christopher Forbes, eigenaar van Forbes Magazine, om het Oranje-familievermogen te herwaarderen van $ 2,5 miljard naar $ 250 miljoen. Zo kwam de familie terecht op de Forbes-lijst tussen armoedzaaiers als Arafat en Castro. Het hielp dat Forbes getrouwd is met een nicht van Bernhard. Zou Forbes Magazine de boodschap van de Macher Prins Bernhard in haar oren geknoopt hebben? Geen vermelding van een Oranje-telg in de top? Nu is de waardering van $ 2,5 miljard vermogen van de familie Oranje-zur Lippe Biesterfeld-van Amsberg door Forbes veel te laag ingeschat. Hoe ik dat weet? Daarvoor haal ik de huidige minister Plasterk aan. Hij reageerde als toenmalig Volkskrant-columnist op 6 december 2002 op een uitspraak van Oranje-witwasser Professor Cees Fasseur. Die orakelde in Vrij Nederland 14 over het vermogen van de Oranje-clan: ‘Die onzinverhalen over Beatrix als rijkste vrouw. (...) Volgens de Duitsers hadden ze zestien miljoen bij elkaar gesprokkeld, en De Jong heeft dat sommetje nog eens overgedaan. Ik weet niet hoe er belegd is in de jaren veertig, vijftig, maar ik kan me niet voorstellen dat die zestien miljoen ineens zijn uitgedijd tot een fortuin van veertien miljard.’ Plasterk haalde zijn zakjapanner er bij: ‘Vijfenzestig jaar, rendement plus inflatie zeg eens 15 procent, start met zestien miljoen. Wat komt eruit: negen miljard! Dat komt aardig in de richting.’ Zo stond het echt in de Volkskrant van Pieter Broertjes, voordat die twee jaar later Prins Bernhard oranjer dan oranjer waste. Laten we eens uitgaan van die schamele negen miljard vermogen, goedgekeurd door minister Plasterk. Daarmee zou Beatrix zich toch wel inclusief haar politieke macht een plaatsje hebben kunnen bevechten in de top 100 van machtige en rijke vrouwen? Ik geloof dus geen snars van die Forbes-lijstjes. Als Beatrix het wil verdwijnt nummer 52 van dit Forbes-lijstje heel snel. Nog aannemelijker is dat Neelie in Brussel zit met welwillende goedkeuring van mevrouw van Amsberg. Hoe ik dat nú weer durf te suggereren? Een zoontje van Prinses Irene, Jaime de Bourbon de Parme, werkte tot voor kort als persoonlijk assistent voor Neelie... jaargang 1 - nummer 2 - Stichting Administratiekantoor De Nederlandsche Bank D e kroonprins is commissaris bij De Nederlandsche Bank. Hij strijkt er jaarlijks € 23.000 mee op. Maar over het geld zullen we het nu niet hebben. Het gaat om de positie van kroonprins en commissaris van De Nederlandsche Bank. Elke kritische Nederlander voelt op zijn vaderlandse klompen aan dat hier wat wringt. We vroegen De Nederlandsche Bank (DNB) hoe eigenlijk commissarissen benoemd worden. Is dat wel democratisch te noemen? Immers deze toezichthouders op de toezichthouder betreffende bancaire zaken maar inmiddels ook pensioenen en verzekeringen oefenen een zeer verantwoordelijke taak uit. De voorlichter van de DNB vertelde ons dat nieuwe commissarissen voorgedragen worden door de zittende commissarissen en de directie. Maar het is de Kroon die de commissarissen benoemt. Nu moet u als rechtgeaarde republikein niet gelijk gaan steigeren. Dat kunt u doen na de volgende zinnen. De Kroon is de regering, maar pas op: dat is dus de koning plús de ministers. Maar kunt ú zich voorstellen hoe iemand als zo’n snaakse Gerrit Zalm als minister van financiën een bevel van Beatrix zou weigeren, omdat volgens haar WimLex commissaris moet worden bij De Nederlandsche Bank? Om over onze premier en prins Bernhardaanbidder Balkenende nog maar te zwijgen. Als u nu ook commissaris wilt worden van De Nederlandsche Bank? Dan moet u voldoen aan - jaargang 1 - nummer 2 door Ton Biesemaat deze profielschets. We lichten er maar eens een zin uit: “De Raad dient zodanig te zijn samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de directie en enig deelbelang kritisch kunnen opereren.” Maar is dat niet strijdig met de positie van de kroonprins? Die kan gezien zijn positie als lid van het koningshuis toch nooit kritisch opereren? Wim Lex is het toch onmogelijk gemaakt -afgezien van een slip of the tongue om zijn schoonvader te verdedigen via een ingezonden brief van generaal Vidéla- om welke politieke uitspraak dan ook te doen? En alles wat over geld gaat is heel erg politiek. Hij mag het hoogstens doen tegenover Máxima als hij weer eens op vakantie is in Argentinië of Mozambique. Daarom kregen sommige Kamerleden eind juni In hun parlementaire moed besloten ze toen maar weinig te doen. ook het zweet op hun voorhoofd toen ze opeens ontdekten dat de kroonprins commissaris was bij De Nederlandsche Bank. Terwijl als die kamerleden de NRC van 29 april hadden gelezen hadden moeten weten dat onze geachte ProRepublica-medewerker Bob Elbracht al melding had gemaakt van die merkwaardige, staatsrechterlijk wringende dubbelrol van WimLex. In hun parlementaire moed besloten ze toen maar weinig te doen. Wim Lex mag zijn tijd tot volgend jaar uitzitten. Over het geld wilden we het niet hebben... maar hoeveel zou hij nog opstrijken? DNB ligt met haar directeur Nout Wellink onder vuur vanwege de economische en financiële crisis. Slechts weinigen vragen zich af waarom een zo belangrijk ZBO (Zelfstandig Bestuurs Orgaan) met de staat als enige aandeelhouder en eigenaar onder zo’n slechte democratische controle staat. Meestal is het argument dat De Nederlandsche Bank de vrijheid moet hebben 15 Stichting Administratiekantoor De Nederlandsche Bank onafhankelijk te opereren, los van de waan van de dag van de politiek. De bank houdt toezicht op de financiële instellingen en een andere belangrijke activiteit is binnen het stelsel van de Europese centrale banken de inflatie onder controle te houden. Maar als de bank de benodigde Richt gewoon nóg even een stichting voor de kroonprins op... vrijheid moet hebben om via haar expertise onze centen te bewaken waarom draagt die bank dan een commissaris voor met zo weinig expertise op financieel-economisch terrein als de kroonprins? We kunnen hoogstens stellen dat hij iets weet van geld vanwege het riante familievermogen. Maar het was toch logischer geweest voor ‘s burgers belang om een briljante econoom te benoemen? KijK 16 door Ton Biesemaat Balkenende & Co hebben hals over kop een ‘Stichting Administratiekantoor Machangulo’ in het leven geroepen. Dat omdat Wim Lex van zijn vakantieparadijs in aanbouw in Mozambique een zooitje heeft gemaakt. De stichting dient als stootkussen om de kroonprins een beetje uit de wind te houden als er weer wat verkeerd gaat met zijn vakantieproject. Gezien de Icesave-ramp en wie weet andere dreigende financieel-economische rampspoed (bijvoorbeeld een parlementaire enquête inzake de steun aan ABN AMRO en/of ING) geven we de volgende tip gratis weg aan onze geachte premier en zijn financieel expert Wouter Bos. Richt gewoon nóg even een stichting voor de kroonprins op, bijvoorbeeld de ‘Stichting Administratiekantoor De Nederlandsche Bank’, en laat die als DNB-stootkussen plaatsnemen in de raad van commissarissen. Balkenende en Bos kunnen vragen bij de well to do familie Fentener van Vlissingen hoe je zoiets in elkaar draait. Want die familie zit toch al bij WimLex op schoot in Machangulo-Mozambique en het pluche van de DNB-commissarisstoel. o o K o p w w w. p r o r e p u b l i c a . n l jaargang 1 - nummer 2 - Fasseuren, fasseurde, gefasseurd door Leo Brabanticus C ees Fasseur schreef via NRC-weekblad een brief aan mevrouw Juliana zur LippeBiesterfeld. Dat Fasseur niet de bekwame geschiedschrijver was, die hij ooit leek te zijn, werd al in het begin van deze eeuw duidelijk toen hij pretendeerde wèl een wetenschappelijke Wilhelmina-biografie te kunnen schrijven waartoe vakgenoten wegens het doelbewust vernietigde archiefmateriaal niet in staat waren. Over de motieven die hem er toe brachten lakei der oranjes te worden zijn geen geschreven berichten in ons bezit, weshalve zwijgen daarover plicht is. Het negatieve beeld dat Fasseur met deze boeken over zichzelf heeft afgeroepen, werd nog eens aanzienlijk versterkt door de publikatie in 2008 van zijn verhaal over het huwelijk van Juliana en Bernhard. Een paparazzo zou het hem niet hebben kunnen verbeteren. Veel lezers hebben het boek geërgerd weggesmeten. Niet alleen de een serieus historicus onwaardige romanschrijverij heeft Fasseurs reputatie ernstig beschadigd. Dat hebben nog veel meer zijn goedpraterij van de wandaden van Bernhard en zijn bewondering voor deze schavuit gedaan. Wanneer het waar is dat een biograaf zich identificeert met zijn onderwerp, is het niet best gesteld met de geestelijke gezondheid van deze auteur. Hoewel Fasseur constant een lawaaierige en opdringerige indruk achterlaat, moet hij beter zijn dan de slechterik die hij beschrijft. Wellicht heeft hij gemeend zijn opdrachtgeefster te behagen met zijn parti-pris ten gunste van pappie. Dat een en ander ten koste van mammie ging spreekt vanzelf. Ik kom op dit aspect terug. Fasseur bleef als geschiedschrijver eveneens onder de maat doordat hij het niet zo nauw nam met de objectiviteit der bronnen en de controle op het door hem geschrevene. Dat hij daarmee zondigde tegen de regels der collegialiteit is een bijkomstigheid vergeleken bij het feit dat Fasseur de gelegenheid heeft gekregen of genomen om een verhaal de wereld in te sturen dat door geen enkele contemporaine historicus op zijn waarheidsgehalte kan worden beoordeeld. Een geschiedschrijver die geen verantwoordelijkheid aflegt - want het archief was verder - jaargang 1 - nummer 2 voor iedereen gesloten - heeft de mogelijkheid de zaak aan alle kanten te bedriegen. Fasseur zal best - hij is daar sluw genoeg voor - het een tegen het ander hebben afgewogen en pas uiteindelijk gekozen hebben voor de Beatrix-Bernhardversie tegen de Jualiana-vleugel. En daar is hij ook gewiekst genoeg voor. Republikeinen kiezen geen partij in hofverhoudingen. Ze vinden het allemaal één zootje, een lachwekkende en dure grappenmakerij of ze nu Juliana heten of Willem, Bernhard of Máxima. Ze mogen allemaal koning bij de gratie Gods zijn, ze vechten elkaar de tent uit en hebben slechts hun eigen belang, macht en geld op het oog, alle mooie woorden ten spijt. Dat Fasseur een onvervalste oranjelakei is, bewijst deze brief aan Juliana. Oh, wat was die vrouw democratisch en wat zocht ze contact met ons, het gewone volk. En wat een verdiensten heeft ze voor het Nederlandse volk. Zelfs met haar geboorte be- Een paparazzo zou het hem niet hebben kunnen verbeteren. wees ze ons land al een grote dienst: anders zou een Duitse neef ons zijn gaan regeren. Ik durf er niet aan denken. Dan honderd keer liever bijna 60 jaar lang de proleet Bernhard, SS-er en oorlogshitser, oplichter, vrouwenloper en anti-demokraat. En wat was die Juliana ontwikkeld en intelligent en wat een goed geheugen had ze. Maar ze ontving wel afgezanten van verschillende planeten aan haar voordeur en ze joeg wel de journalisten met ‘haar tassie’ van het gazon, luid krijsend dat het ‘mijn gras’ was en ze heeft haar bedrieger nimmer met een ferme trap onder zijn broek het huis uitgejaagd. Ze heeft hem zelfs nog van het gevang gered waar hij levenslang had moeten zitten. Het gewone volk zegt dan dat ze stapelgek was. Rest de vraag waarom Fasseur deze dwaze en volledig onnodige brief geschreven heeft. Hadden de oranje-critici toch gelijk met hun bewering dat hij de geschiedwetenschap - en zichzelf - met zijn boeken een slechte dienst heeft bewezen? 17 Oud en nieuwviering 1936/1937 Oud en nieuwviering 1936/1937, gezelligheid kent geen tijd. Prins Bernhard heeft zich bij de Führer afgemeld als SS-lid. Prompt hult hij zich op deze foto in het uniform van de Spaanse fascisten. Naast hem zit Juliana. Op de grond zit de Duitse spion Pantchoulidzew, ook de geliefde van Bernhards moeder. Achter Juliana staat in vrouwenkleren met stola om Prins Aschwin, de broer van Bernhard. Die zat ten tijde van deze foto in de Duitse Wehrmacht. Kortom een gezellig feestje ten paleize. (Bron: Bernhardgate - Ton Biesemaat) 18 jaargang 1 - nummer 2 - Prins Constantijn en de CIA door Ton Biesemaat D e RVD maakt af en toe alle baantjes en ere-baantjes van het Koninklijk Huis bekend. Altijd handig voor een Oranje-watcher. Ik zoomde eens in op Prins Constantijn. Hij had twee interessante banen: ‘programme associate’ van de roemruchte Bilderbergers en werkzaam bij de ‘thinktank’ Rand Corporation in Brussel. De Bilderbergers mogen nu wel genoegzaam bekend zijn. Constatijns opa -Prins Bernhardstond aan de wieg van deze invloedrijke club waaraan koningin Beatrix vaak nooit door de vaderlandse pers gecoverde bezoeken brengt (De Bilderberg-conferentie van 2008 in Ottawa werd alleen door notabene de ‘Oranje-freund- qua uiterlijk toch al zo op de zur Lippe Biesterfeld broers Bernhard en Aschwin lijkende Prins Constantijn ook in de geheime dienst voetsporen te zijn getreden van zijn illustere voorvaderen. De Rand Corp werd onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog opgericht door de CIA en de Douglas vliegtuigfabrieken. Voorts werd deze ‘thinktank’ die zich grotendeels bezig houdt met militairindustriële ontwikkelingen gefinancierd door bijv. de Ford Foundation. Ook al weer een organisatie niet vrij van CIA-smetten. Dat de CIA invloed binnen de Rand Corp niet is afgenomen bewijst bijvoorbeeld een artikel in de Washington Post ,7 september 2004 CIA funds liberal efforts (http://www.washingtontimes.com/ news/2004/sep/07/20040907-122639-4027r/). - $200,000 for a conference paper produced by Steven Simon, a former Clinton administration Net als de Bilderberg-groep blijkt de Rand Corporation een schimmige wereld te zijn. National Security Council staff member, now with the RAND Corp. Mr. Simon’s paper was about how to restructure the U.S. government for the war on terrorism and was to be included as a chapter of a book. Mr. Simon was a deputy to Mr. Clarke. liche’ Vrij Nederland gebracht, de vroegere hoofdredacteur Emile Fallaux schreef wel eens speeches voor Prins Constantijn.). De Rand Corporation waar Prins Constantijn vier dagen per week werkt is de grote onbekende. Net als de Bilderberg-groep blijkt de Rand Corporation een schimmige wereld te zijn. Zelfs nog sterker dan bij de Bilderbergers lijkt er bij de Rand Corp sprake te zijn van krachtige ondersteuning en financiering door de CIA en het zo belangrijke militair-industriële complex. Daarmee lijkt de - jaargang 1 - nummer 2 - A grant of $100,000 for Bruce Hoffman, vice president for external affairs and public spokesman for RAND and a frequent columnist and guest on National Public Radio commenting on terrorism issues. Mr. Hoffman was granted highlevel security clearances at the CIA as part of his consultancy. Warren Robak, deputy director of RAND’s Office of External Communications, said, “Although RAND has done research for the U.S. intelligence community for many years, we do not discuss details or confirm the existence of any individual contract.” 19 Prins Constantijn en de CIA door Ton Biesemaat Maar ook de Brusselse afdeling van de Rand Corp houdt zich met ‘intelligence-vraagstukken’ bezig. Volgens een Telegraaf-interview met Prins Constantijn houdt hij zich bezig met een rapport over de impact van ICT op de Duitse samenleving in 2015. Klinkt vrij onschuldig, hoewel we niet weten wat nu zijn eigenlijke werk is bij de Rand Corp. Het Koninklijk Huis ...is het nu mogelijk dat een Oranjeprins werkt in een deels door de CIA gefinancierde organisatie. houdt het op beleidsonderzoeker informatietechnologie en transport. De vraag is of het staatsrechterlijk gewenst is dat Prins Constantijn werkt bij een organisatie die zo duidelijk gelieerd is aan inlichtingendiensten en het militair-industriële complex. Die combinatie was er de oorzaak van dat zijn grootvader Prins Bernhard enorme reputatieschade opliep. De geschiedenis lijkt zich dus te herhalen. De tweede zoon van koningin Beatrix maakt -ook al zou zijn baan bij de Rand KijK 20 Corp slechts civiel zijn- ongewild vuile handen doordat de Rand Corp financiële ondersteuning krijgt van de CIA. Dat deze situatie is ontstaan toont aan dat de Oranjes zich weinig gelegen laten liggen aan de democratische controle van de Tweede Kamer en de regering. Van een premier als Balkenende onder wiens regeringsverantwoordelijkheid Prins Constantijn in 2004 aan zijn werk begon bij de Rand Corp valt ook weinig weerwerk tegen de nukken en grillen van de Oranjes te verwachten. Balkende afficheert zich openlijk als een monarchist. Maar dan wel een van de simpele gereformeerde soort. Een bijna uitgestorven soort die nog stiekem denkt dat het Oranje-huis ons door God geschonken is. Dat het Oranje-huis er een welbewuste politieke agenda op na houdt om de touwtjes der macht in handen te houden zal nimmer bij Balkenende of om het even welke bekende politicus opkomen. Of beter gezegd: zelfs de Mao-aanhanger Jan Marijnissen vindt het Oranje-gevoel tegenwoordig fantastisch. Met die falende democratische controle is het nu mogelijk dat een Oranje-prins werkt in een deels door de CIA gefinancierde organisatie. o o K o p w w w. p r o r e p u b l i c a . n l jaargang 1 - nummer 2 - Edwin de Roy van Zuydewijn en de vastgoedfraude D e affaire Edwin de Roy van Zuydewijn blijft hardnekkig de kop op steken. De Volkskrant van 18 november 2009 bericht dat de nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer de voormalige directeur van het kabinet van de koningin Felix Rhodius wil horen. Hiermee lijkt de ombudsman zich te weren tegen het gemarchandeer van lakei Balkenende die de rol van Felix Rhodius buiten het onderzoek van de ombudsman wilde houden. Het argument van Balkenende is dat het kabinet van de koningin geen bestuursorgaan is. Met dat onzinnige argument verwerpt Balkenende de motie van Ella Kalsbeek die het kabinet van de koningin indeelde als bestuursorgaan. Dus een onderdeel van de overheid en daarom is de ombudsman wel degelijk bevoegd de rol van Felix Rhodius te onderzoeken. door Ton Biesemaat Hij heeft het slim gespeeld. Door het in de publiciteit gooien van de brieven van lakei Balkenende zette hij de ombudsman voor het blok zich tegen de premier te keren. Jan van Vlijmen is één van de spilfiguren in de omvangrijke vastgoedfraudezaak die nu door de rechtbank is opgestart. Als Bouwfonds-directeur werd hij door Eelco Brinkman gebeld om Edwin de Roy van Zuydewijn uit het Bouwfonds te werken. Dat heet broodroof. Brinkman belde met Van Vlijmen omdat dit hem door Felix Rhodius was ingefluisterd. Jan van Vlijmen heeft gezien zijn rol in de vastgoedfraude weinig meer te verliezen en schijnt bereid te zijn voor de ombudsman een boekje open te doen over de rol van Felix Rhodius. De affaire De Roy van Zuydewijn begint met deze ontwikkelingen enigszins te lijken op de zaak Willem Oltmans. Oltmans wist na decennia juridisch getrouwtrek met de staat De affaire De Roy van Zuydewijn begint met deze ontwikkelingen enigszins te lijken op de zaak Willem Oltmans. Toch wijst er veel op dat de ombudsman wel geïmponeerd was door het optreden van Balkenende. Bronnen berichten ons dat de ombudsman voordat de brieven van Balkenende naar De Volkskrant en Eénvandaag gelekt werden niet van plan was hoofdrolspelers als Felix Rhodius en directeur Vastgoedontwikkeling van het Bouwfonds Jan van Vlijmen te horen. De enige bron die de brieven van Balkenende aan de ombudsman gelekt kan hebben is Edwin de Roy van Zuydewijn. De Roy van Zuydewijn heeft van oudsher goede contacten met redacteur Jan Born van Eénvandaag en John Schoorl van De Volkskrant. - jaargang 1 - nummer 2 zijn miljoenen binnen te halen vanwege broodroof door de staat. Oltmans kreeg zijn miljoenen nadat hij Prinses Margriet had laten oproepen en Prins Bernhard de volgende was die op de rol stond om gehoord te worden. Gaat met het horen van Felix Rhodius Edwin de Roy van Zuydewijn dezelfde weg op als Willem Oltmans? Wat waarschijnlijk in het onderzoek van de ombudsman geen rol zal spelen is de vastgoedrelatie tussen Felix Rhodius en Jan van Vlijmen. Jan van Vlijmen kocht in zijn glorietijd het landgoed van Felix Rhodius bij Heemstede. Daarmee ligt er een verband tussen de grote man van de vastgoedfraude en de toenmalige directeur van het kabinet van de koningin. Edwin de Roy van Zuydewijn heeft me in 2005 omstandig de criminele werkwijze van het Bouwfonds beschreven. Zover is na te gaan is hij niet opgeroepen als getuige in de vastgoedfraude zaak. De 21 Edwin de Roy van Zuydewijn en de vastgoedfraude door Ton Biesemaat uitspraken van Edwin heb ik destijds op tapes opgenomen en zijn later door de Amsterdamse recherche in beslag genomen vanwege een aangifte wegens smaad en laster van een broer van Margarita. De Amsterdamse recherche is dus via die weg ook op de hoogte van de uitspraken van Edwin over de criminele praktijken van het Bouwfonds, de hoofdverdachten in de vastgoed- De betrekkingen tussen de ‘extended’ familie Van Amsberg en een foute vastgoedmagnaat. fraude en het gemanipuleer van Felix Rhodius. Daarmee zijn we beland bij een interessante connectie. De betrekkingen tussen de ‘extended’ familie Van Amsberg en een foute vastgoedmagnaat. Jan Dirk Paarlberg staat terecht voor het witwassen van afpersgeld. Hij wordt o.a. in KijK 22 verband gebracht met Willem Holleeder die 17 miljoen euro zou hebben afgeperst van Willem Endstra. Paarlberg zou die 17 miljoen voor Holleeder hebben geïnvesteerd. Paarlberg heeft zijn werkkasteel Bolenstein in Maarssen. Daar verleende hij ook welwillend onderdak aan onze nu zo bejubelde Eurocommissaris mw. Kroes. Die smeerde ‘m uit Bolenstein nadat Paarlberg verdachte werd na de moord op Willem Endstra. Toen Neelie Kroes nog chique resideerde te Bolenstein had ze contact met ons aller WimLex die haar belde (Volkskrant 11 juli 2009). Neelie Kroes was voor Jan Dirk Paarlberg zijn eigen lobbyïste, sleutel tot de macht van Nederland. Ook prins Bernhard junior kwam over de vloer bij Bolenstein. Paarlberg zou een soort van zakelijk adviseur op de achtergrond voor deze zoon van Margriet en Pieter van Vollenhoven worden. o o K o p w w w. p r o r e p u b l i c a . n l jaargang 1 - nummer 2 - Woede door Bob Elbracht “Ich stimme mit der Mathematik nicht überein. Ich meine, daß die Summe von Nullen eine gefährliche Zahl ist.” Stanislav Lec spreken weet niemand behalve zijzelf en God, die dit treffen gearrangeerd heeft. Terwijl ik verder improviseerde op die beeldspraak, werd de associatie met het sprookje van Thorbecke op z’n smalst Doornroosje sterker: een geheime torenkamer, “Ik voorspel u: als de monarchie valt, dan zal dat een boze fee die een vloek uitgesproken had en niet eens onze schuld zijn”, zo grapte ik voor de het wachten op de reddende prins. Hebben wij liberale jongerenorganisatie JOVD waar ik een het hier over de Efteling? Neen, we spreken hier lezing gaf. Voor mij sprak Uri Rosenthal, fracover de Nederlandse parlementaire democratie. tievoorzitter van de VVD in de Eerste Kamer en Het juridische monstrum van Thorbecke, namena mij hield Maurice de Hond een vlammend lijk dat van de ministeriële verantwoordelijkbetoog over zijn directe burgerdemocratie. Ons heid, elastisch, ambigu, onbegrijpelijk, irratiodrieën was gevraagd iets te vertellen over het neel, bestuurlijk onhoudbaar en onhanteerbaar had vandaag weer eens een staaltje jongleerkunst van een voormalig premier onthuld*. Zo gaat dat namelijk: omwille van de eenheid van de kroon wordt tot elke prijs de schijn opgehouden. Echt élke prijs? Jazeker, elke prijs. Terwijl Ik voorspel u: als de monarchie valt, dan zal dat niet eens onze schuld zijn Huis van Thorbecke vanuit ieders eigen perspectief. Nadat Rosenthal uitgelegd had dat het oorspronkelijke bouwwerk inmiddels was voorzien van allerhande aanbouw, een kelder en gebukt ging onder een chronisch lekkend dak besloot ik daarop voort te borduren. Het Huis van Thorbecke heeft namelijk nog een geheim torenkamertje, duister en afgesloten voor iedereen. Eén keer per week, doorgaans op maandagmiddag, betreedt onze premier dat geheimzinnige vertrek om te overleggen met De Uitverkorene. Waarover zij - jaargang 1 - nummer 2 de één in de fout gaat, krijgt de ander op z’n donder - rare boel, dat begrijpt zelfs een klein kind. Maar in Nederland tilt men daar niet zo zwaar aan, in zekere zin zijn wij er zelfs een beetje aan gewend geraakt. Murw geslagen door ministeriële mantra’s als “De prins is verkeerd geciteerd” of “De Majesteit bedoelde eigenlijk te zeggen dat...” en zo voort, strompelt de monarchie verder. Dan volgt steevast een charmeoffensief, op weg naar het volgende incident. De kunst van het Niets Doen Zoals niets doen van de Majesteit tot het ongeschreven staatsrecht behoort (denk aan Juliana die herhaaldelijk weigerde een wet te ondertekenen) blijkt thans* wat er gebeurt als een premier niets doet; met andere woorden, zijn ministeriële verantwoordelijkheid gewoon niet neemt. Den Uyl begreep dat als na Lockheed ook nog de omkoopkwestie Northrop in de openbaarheid gebracht zou worden, de roep om strafrechte23 Woede door Bob Elbracht lijke vervolging van de Prins-Charlatan te sterk zou worden en vervolging onvermijdelijk. Juliana zou aftreden en Beatrix had reeds aangegeven in dat geval te weigeren haar op te volgen. Een kolossale en langdurige constitutionele crisis zou Nederland ten deel vallen, wellicht zou het zelfs het einde van de monarchie betekenen. Dus plaats van het openbaar ministerie, die toch niet heeft kunnen vinden en dan de boel maar onder de hoed houdt? Nee, in zo’n land leven wij gelukkig niet. Behalve als het om die ene familie gaat, dan maken wij graag een uitzondering. Behalve als jouw kabinet het niet zal overleven omdat het verantwoordelijk is voor wat een ander heeft gedaan. Thorbecke op z’n smalst. Die republiek komt er toch wel. De republiek onvermijdelijk Zoals Philipp Bekaert van onze Belgische zusterorganisatie CRK treffend formuleerde: “Discretie is de essentie van de constitutionele monarchie. De koning moet discreet handelen om efficiënt te kunnen handelen”. Zo is dat. Zo gaat dat in onze schijndemocratie: duister, geheim, afgeschermd en onttrokken aan ieders waarneming. En als wat daar gebeurt de spuigaten uitloopt veeg je het gewoon onder de mat. Terwijl Jeltje van Nieuwenhoven de loftrompet steekt over Den Uyl en Van Thijn het ‘een briljante zet’ noemt, wachten wij geduldig af. Die republiek komt er toch wel. Helemaal vanzelf. En dan is dat niet eens onze schuld. Wij wachten. Woedend. wat deed de premier? Juist, niets. Immers, híj was hier verantwoordelijk voor. Onder de mat vegen dus die rommel, om vervolgens als een vakkundig staatsman die vastberaden de monarchie gered heeft de geschiedenisboekjes in te gaan. Klassejustitie De scheidslijn tussen liegen en verzwijgen is flinterdun, zo blijkt. Maar waarom eigenlijk? Omdat Den Uyl en Juliana elkaar zo graag mochten? Of is het omdat deze uitzonderlijk geprivilegieerde familie door God uitverkoren is en daardoor boven de wet staat? Leven wij in zo’n land waar de premier voorspelt dat “in de Kamer zal worden gevraagd strafrechtelijk onderzoek te doen naar niet opgehelderde strafbare feiten” omdat zijn ingestelde commissie, in 24 * Het gaat hier over het verschijnen van het boek over Joop den Uyl van Annet Bleich in 2007. jaargang 1 - nummer 2 - Willen wij eigenlijk wel een ceremoniële koning? Op 30 Januari 2008 verscheen in NRC Handelsblad een pleidooi van Prof. H.W. von der Dunk voor een ceremonieel koningschap. In de discussies lijken er twee alternatieven te worden voorgelegd: een monarchie of een monarchie. Statutair streeft Pro Republica echter de republiek na, maar veel van onze leden zouden met het door Prof. von der Dunk bepleitte “Zweedse model” reeds genoegen nemen. Het is een geluid dat geregeld te horen is: hetzij door een beledigd parlementslid dat luidruchtig een steen in de vijver werpt, hetzij door speculaties over een komende abdicatie. Ook de monarch betekent in post-absolutistisch tijdperk nog steeds een bestuurlijke black box, dat zich aan parlementaire controle onttrekt. Het diffuse pragmatische compromis van de constitutionele monarchie is daardoor onaanvaardbaar. De essentie van de constitutioneel vorst is dat hij discreet moet handelen wil hij efficiënt kunnen handelen. Verborgenheid als hoeksteen van een bestuurlijk bestel staat haaks op de pijler van de moderne democratie, namelijk transparantie en openheid van bestuur. In zoverre zou een gedepolitiseerd koningschap inderdaad wenselijk zijn door het bestuurlijke monstrum van Thorbecke uit de grondwet te verwijderen. Toch is nog een en ander af te dingen op het pleidooi voor een ceremonieel koningschap. In de eerste plaats zou de historische plooi niet worden gladgestreken, immers, het zou hoogstens leiden tot een ‘pseudo-president’ in een ‘amfibische pseudo-republiek’. Nederland blijft dan een monarchie als staatsvorm behouden maar dan met een republikeinse regeringsvorm. Het ene compromis wordt dan verruild voor het andere. Nadeel is echter wel dat de koning in dat geval geheel onkwetsbaar is geworden, en de weg naar een republikeinse staatsvorm vrijwel definitief wordt afgesneden. In de tweede plaats is er het emotionele argument. De historische verankering van de Oranje-stadhouders als ‘pseudo-monarchen’ in - jaargang 1 - nummer 2 door Bob Elbracht een ‘amfibische pseudo-republiek’ zou tot een emotionele verwevenheid met het Nederlandse volk hebben geleid, dat een monarchie met gedepolitiseerd koningschap zou rechtvaardigen. In zijn historische overzicht verzuimt von der Dunk echter melding te maken van de politieke rust en economische voorspoed die tijdens de republiek heerste tijdens de stadhouderloze periodes, dankzij het Oranjeloze bestuur en zeer nadrukkelijk ondanks de Oranjes. Met andere woorden: er is altijd, reeds vanaf Maurits, een politieke tegenbeweging geweest die dit pseudoelement wenste te elimineren. Die tegenbeweging herkende in het erfelijk stadhouderschap een bestuurlijk instabiele factor. Verborgenheid als hoeksteen van een bestuurlijk bestel staat haaks op de pijler van de moderne democratie... Die tegenbeweging is evenzeer in het Nederlands collectief bewustzijn verankerd als de door von der Dunk vermeende aanhankelijkheid. Dat is het diep gewortelde gevoel geen onderdaan te willen zijn, nimmer en van niemand, dan hoogstens van zichzelf. Deze mentale houding treft men door het gehele politieke spectrum aan en in alle sociale lagen van de bevolking. Het laten voortbestaan van de monarchie als een staatkundige anomalie omdat nu eenmaal ‘de samenleving aan elkaar hangt van anomalieën en relicten’ biedt daarvoor onvoldoende bestuurlijke en emotionele grondslag. 25 Voor schut Hier sta ik, ik kan niet anders... H et zal u niet ontgaan zijn dat de Dirk Scheringa Bank (DSB) is omgevallen. Daarmee is niet alleen Scheringa aangeschoten wild geworden. Ook de gebrekkige rol van de huidige toezichthouder AFM en hun voorganger De Nederlandsche Bank (DNB) staat weer ter discussie. Al eerder bij het Icesave-debacle en de ABN-Amro-perikelen kwam DNB-directeur Nout Wellink in zwaar weer terecht. Dat herhaalt zich nu. Dirk Scheringa en Nout Wellink onder vuur, maar Pro Republica mist iemand die ook wel eens genoemd mag worden. Want De Nederlandsche Bank als toezichthouder staat weer onder toezicht van haar commissarissen. En één van die commissarissen is de heer Van Amsberg te Wassenaar. Dus na Icesave, Fortis, ABN-Amro, ING kunnen we zeggen dat deze commissaris door zijn falende toezicht op de DNB weer een minpuntje op zijn palmares kan bijschrijven. Maar ter verdediging van de heer Van Amsberg te Wassenaar kunnen we zeggen dat een watermanager en internationaal olympiër natuurlijk niet zoveel verstand heeft van bankieren. Hij heeft wel een boel geld maar gezien zijn omstreden vastgoedprojecten blinkt hij niet uit in financieel inzicht. Van geld meer geld maken dus. Maar had de heer Van Amsberg als DNBcommissaris dan niet beter de eer aan zich zelf moeten houden? Hij moet toch wel eens zittend op een gouden bril in zijn private kamertje na- Petje af dat WimLex zich vrijwillig voor een voor hem luttele fooi van slechts € 23.000 voor schut laat zetten als DNB-commissaris. gedacht hebben. Zoiets in de trant van: ‘Waarom ben ik in godsnaam commissaris bij De Nederlandsche Bank? Mijn familie bezit miljarden van dat spul maar verstand ervan heb ik niet’. Dat WimLex al op de gouden bril zittend een ont26 door Ton Biesemaat slagbrief samenstelde? De man heeft toch een beetje dat Julianeske over zich. ‘Wie ben ik dat ik deze zware taak op me neem?’ Een spoortje twijfel dat zijn grootvader en moeder ten enen male respectievelijk miste of mist. Dat WimLex iets te verwijten valt komt natuurlijk voort uit de absurdistische, onlogische staatsinrichting van onze polder en de daaruit ontsproten regentencultuur. De heer Van Amsberg maakte men ondanks bewezen ondeskundigheid toch commissaris van zoiets belangrijks als De Nederlandsche Bank. Dat krijg je er nou van als je de burgers van dit land niet vertrouwt en alles regelt in achterkamertjes. Omvallend dominosteentje Dirk Scheringa beschadigt dominosteentje Nout Wellink die dominosteentje WimLex beschadigt. ‘s Avonds voor het slapen gaan oefent WimLex met Máxima bancaire theorie. Maar het blijft niet hangen. Dan belt hij weer met zijn broer Friso die het nog beter weet dan Máxima. Maar die heeft het te druk om de familiemiljarden uit de klauwen van de hedge funds te redden. Zo modddert de commissaris maar door. Je hoort het aanhangers van de monarchie vaak zeggen ‘dat het een zware taak is die je niemand gunt. Mooi dat de oranjes het op zich willen nemen.’ Ze hebben gelijk. Petje af dat WimLex zich vrijwillig voor een voor hem luttele fooi van slechts € 23.000 voor schut laat zetten als DNBcommissaris. Maar laten we toch nog even doorredeneren over een weergaloze spagaat theoretisch zou kunnen ontstaan als gevolg van een curieuze afgeleide ministeriële verantwoordelijkheid. Stel nu eens dat de zaak gierend uit de hand loopt jaargang 1 - nummer 2 - Voor schut Hier sta ik, ik kan niet anders... en er een parlementaire enquête komt over de gebrekkige rol van de toezichthouders. Immers, niet alleen de huidige DSB-bestuurders zullen aan de tand worden gevoeld, maar ook ex-bestuurders zoals Gerrit Zalm en Ed Nijpels ontspringen de dans niet. Dus zo hypothetisch is deze veronderstelling niet eens. Een gedachtenexcercitie ad absurdum: 1. Zouden de toezichthoudende commissarissen van De Nederlandsche Bank bij zo’n enquête gehoord worden, dan zou dat uiteraard ook voor commissaris Willem-Alexander gelden. 2. Maar die kan niet opgeroepen worden, want de prins is onschendbaar. Dus wordt de ministeriële verantwoordelijkheid geactiveerd, met als resultaat dat de premier in zijn plaats voor de commissie moet verschijnen. door Ton Biesemaat 4. Dan zit premier Balkenende op het verhoorbankje onder zijn eigen vice-premier, als plaatsvervanger voor de falende prins. Maar Balke- Stel nu eens dat de zaak gierend uit de hand loopt en er een parlementaire enquête komt over de gebrekkige rol van de toezichthouders. nende kan nergens van weten om de simpele reden dat hij nooit aan de vergadertafel van De Nederlandsche Bank heeft gezeten. Je blijft lachen met zo’n constitutionele monarchie. 3. De prins staat hiërarchisch onder Nout Wellink als hoogste baas van De Nederlandsche Bank, en die op zijn beurt weer onder de Minister van Financiën, Wouter Bos. - jaargang 1 - nummer 2 27 Het Erfelijkheidseuvel door Rafaël Hebing P olitici die elkaar de hand boven het hoofd houden, ministers die bewust misstanden onder de pet houden, een volksvertegenwoordiging die zich gewillig het juk van het kabinet en de regeringspartijen laat opleggen, het onderling verdelen van bestuurlijke functies, aanbestedingen en privileges... Een kleine selectie van Haagse monarchale praktijken die ertoe hebben geleid, dat er inmiddels een diepe kloof gaapt tussen bestuur en kiezer. Burgers hebben inmiddels de indruk, dat deze praktijken onderdeel zijn geworden van ons politieke proces. Dat brengt op zijn beurt het gevoel teweeg, dat alles toch al een uitgemaakte zaak is en dat gewone burgers onmogelijk invloed kunnen uitoefenen op de plannen van de Haagse elite, laat staan op onze staatsinrichting. Mensen die wel de moeite nemen om kritisch na te denken over onze staatsinrichting, worden geconfronteerd met reacties als “waar maak je ... dat gewone burgers onmogelijk invloed kunnen uitoefenen op de plannen van de Haagse elite, laat staan op onze staatsinrichting. je toch druk om, alles werkt toch?” en “wat gaat jou dat aan?”. Maar waarom zetten zo weinig politici vraagtekens bij deze misstanden? Hoe heeft het kunnen gebeuren, dat anno 2009 geen enkele zichzelf respecterende democraat naar de interruptiemicrofoon is gestapt en in het openbaar heeft durven vragen of het allemaal wel in orde is met onze monarchie? Een verklaring in de vorm van een schijnbaar gebrek aan electorale urgentie is mijns inziens te simplistisch. Bij kritische vragen over de monarchie wordt doorgaans de indruk gewekt, dat er van daadwerkelijke politieke macht helemaal geen sprake is. Sterker nog, de koninklijke familie zou Nederland, ondanks het ontberen van daadwerkelijke politieke macht, een heleboel voordelen opleveren. Met name op diplomatiek en econo28 misch gebied. Er is dus geen probleem. Over tot de orde van de dag. Maar klopt het eigenlijk wel wat onze politici ons willen doen geloven? Hoe ver gaat de macht van de Oranjes nou echt? Dat de diplomatieke en economische invloed van de Oranjes wezenlijk is, moge volkomen duidelijk zijn. Natuurlijk zijn er enkele gevallen te noemen waarin de interventie van de monarch heeft geleid tot gewenste veranderingen in de diplomatieke en economische betrekkingen met een specifiek land. Daar valt tegenin te brengen, dat er met name in Europees verband erg moeilijk wordt gedaan over het feit dat wij Nederlanders (en een groepje andere Europese monarchieën) nog steeds een koningin als de jure staatshoofd hebben. Naast het feit dat de monarchale regeringsvorm volkomen haaks staat op democratische principes is het voor andere Europese landen niet altijd even duidelijk waar de soevereiniteit ligt (of in dit geval, de bevoegdheid om namens de Nederlandse regering te spreken). Enerzijds heb je op Europees en nationaal niveau democratisch gekozen bestuurders, anderzijds word je geconfronteerd met een de jure staatshoofd dat haar positie dankt aan het feit dat ze toevallig uit een bepaalde baarmoeder komt, of, als we de grondwet mogen geloven, omdat ze daartoe door God uitverkoren zou zijn. Deze op zich al ongemakkelijke situatie kan een stuk ongerieflijker worden als de monarch plotseling controversiële uitlatingen doet die niet in lijn zijn met het beleid van de democratisch gekozen regering. Daardoor kunnen niet alleen situaties ontstaan waarin andere landen het democratische bestuur verantwoordelijk houden voor uitlatingen die zij in eerste instantie zelf niet onderschrijft, maar daarmee is ook de geloofwaardigheid van het democratische bestuur in het geding. De notie dat Beatrix met haar bezoekjes aan buitenlandse staatshoofden ons nationaal product een boost zou geven in de orde van enkele miljarden, blijkt volkomen ongefundeerd te zijn. De voorstanders van de monarchie wijzen met name jaargang 1 - nummer 2 - Het Erfelijkheidseuvel door Rafaël Hebing op de langdurige (en vaak persoonlijke) betrekkingen die monarchen met elkaar zouden hebben. Hierdoor zou de Nederlandse monarch (in tegenoverstelling tot een democratisch gekozen bestuurder) veel meer kunnen bewerkstelligen. Naast het feit dat de monarchieën op mondiaal niveau inmiddels tot de minderheid behoren, wordt daarbij compleet buiten beschouwing gelaten, dat buitenlandse mogendheden algemene economische belangen veel zwaarder laten wegen dan het feit dat er toevallig een koningin als de jure staatshoofd op de proppen komt. De economische belangen zijn simpelweg te groot om zich te laten leiden door de willekeur van een individueel staatshoofd. De politieke invloed van de monarch is allerminst een sinecure, waar het gevaar ‘m niet alleen zit in de omvang van haar macht, maar vooral in de onduidelijkheid van die macht. De ministeriële verantwoordelijkheid wordt gezien als het mechanisme bij uitstek om die macht beperkt te houden. Daarbij wordt doorgaans verzwegen, dat de koningin de facto een carte blanche kan krijgen, als de minister-president bereid is om hier heimelijk aan mee te werken. De implicaties daarvan werden op pijnlijke wijze zichtbaar bij de vele gevallen van machtsmisbruik door leden van de koninklijke familie. Zo was er de minister-president, Joop den Uyl, die er blijkbaar, zonder enige vorm van voorafgaande parlementaire controle, voor kon kiezen om de Northrop-affaire onder de pet te houden. Zo kon de ‘prins’ ongestoord giften aannemen van buitenlandse bedrijven en in ruil daarvoor privileges en aanbestedingen aan die bedrijven toekennen. Van andere praktijken die het daglicht niet konden verdragen bleef de ‘prins’ evenmin verschoond, zoals het wegkapen van 1 miljoen gulden uit de Widergutmachung. Een bittere pil voor de nabestaanden van holocaustslachtoffers en gesneuvelde verzetsstrijders, die met lede ogen moesten aanzien hoe de fervente collaborateur werd gehuldigd als held van het Nederlandse volk. Ik zeg met hoogoplopende ironie ‘prins’, omdat ieder denkend individu der - jaargang 1 - nummer 2 mensheid zich in het gezelschap zou wanen van een de facto staatshoofd uit een ongure bananenrepubliek. Gezien het feit dat er sinds die tijd op legislatief vlak nagenoeg niets is gedaan om toekomstige herhalingen van dit soort misstanden te voorkomen, is het zeer aannemelijk dat historici over enige tijd weer stuiten op een beerput vol monarchale onregelmatigheden. Dit omdat onze huidige bestuurders al dan niet moedwillig over (de mogelijkheid tot het bedrijven van) dergelijke praktijken zwijgen. De ministeriële verantwoordelijkheid blijkt zelfs zo’n ondoorzichtig en ambigu monstrum te zijn, dat zelfs hoogleraren in constitutioneel recht het niet eens kunnen worden over de exacte juridische betekenis ervan. Of met het regeringsvliegtuig naar Milaan willen gaan om daar op rekening van de staat te gaanshoppen? Dan zijn er nog de talloze voorrechten van de koninklijke familie. Zo hoeft de monarch zich tegenover ons ‘onderdanen’ niet te verantwoorden voor zijn (al dan niet strafbare) handelen vanwege de koninlijke onschendbaarheid. Daarnaast heeft de koninklijke familie het (exclusieve) gebruiksrecht op zeer riante voorzieningen, waaronder diverse paleizen, jachtgronden, een vloot aan rij-, vaar- en vliegtuigen, die stuk voor stuk door de Nederlandse belastingbetaler worden opgebracht en onderhouden. Wie zou niet op kosten van de belastingbetaler in een afgeschermd gebied, in het gezelschap van andere prominente lieden, willen jagen op fazanten? Of met het regeringsvliegtuig naar Milaan willen gaan om daar op rekening van de staat te gaan shoppen? Op grond waarvan hebben zij schijnbaar het exclusieve recht op al die privileges? Vanwege hun vermeend belangrijke historische rol? De bijdrage die hun vermeende voorouder, te weten Willem van Oranje, zou hebben geleverd aan de 29 Het Erfelijkheidseuvel door Rafaël Hebing Nederlandse opstand tegen Spanje? Als we sommige parlementariërs mogen geloven, waaronder Martin Bosma van de PVV, wel. De positie van de koninklijke familie wordt gelegitimeerd door afstamming van Willem van Oranje. Die legitimatie staat, zoals velen inmiddels weten, op gespannen voet met de waarheid. De directe lijn werd begin 18e eeuw onderbroken, toen de laatste mannelijke telg van het geslacht van zijn paard viel en kinderloos stierf. Van een belangrijke rol bij de opstand tegen Spanje was evenmin sprake. Men zou eerder kunnen stellen dat de opstand is gelukt ondanks de inspanningen van de veronderstelde ‘koninlijke’ lieden. Zo kwam Maurits bij raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt verhaal halen vanwege gedorven oorlogsbuit, en maakten Van een belangrijke rol bij de opstand tegen Spanje was evenmin sprake. Korea en alle daaraan verbonden privileges. Het moge volkomen duidelijk zijn, dat zo’n situatie volstrekt onwenselijk is. Toch lijkt niemand in de Nederlandse volksvertegenwoordiging zich hier iets van aan te trekken. De huidige situatie is allerminst bemoedigend. Toch zijn er in de ontwikkelingen van de laatste jaren redenen te vinden voor voorzichtig optimisme. Het cynisme van het electoraat tegenover de gevestigde orde heeft er mede toe geleid, dat de gevestigde orde er voor een steeds groter wordende groep Nederlanders steeds minder toe doet. De opkomst van nieuwe media heeft een nieuw democratiseringsproces op gang gebracht, waarin niet langer de Haagse elite, maar de burgers zelf zorgen voor sociale cohesie, alsmede voor de kaders van hun eigen ‘civil society’. In dit kerende tij zal de rol van de monarch steeds marginaler worden, ten einde de monarchie onder het gewicht van haar eigen conservatisme zal bezwijken... Maurits en consorten geregeld gebruik van bruut geweld en intimidatie (veelal middels orangistische knokploegen) om hun positie verder te consolideren. Even los van de veronderstelde historische rol die ons koninklijk huis zou hebben gespeeld, zou het toekennen van het exclusieve recht op het hoogste bestuurlijke ambt van ons land aan het veronderstelde nageslacht van Willem van Oranje niet betekenen dat wij bezig zijn om niet alleen Willem van Oranje, maar ook diens vermeende nageslacht, tot in lengte der dagen te belonen voor de vooralsnog hypothetische bijdrage die Willem van Oranje zou hebben geleverd? Een kleine analogie om dit gegeven in perspectief te plaatsen. In Noord-Korea, een land dat in het algemeen wordt beschouwd als stalinistisch en anti-democratisch, is men bezig om Kim-Il-Sung en zijn nakomelingen tot in lengte der dagen te belonen voor de bijdrage die Kim-Il-Sung zou hebben geleverd tijdens hun revolutie. Te weten, met het exclusieve recht op het leiderschap van Noord30 jaargang 1 - nummer 2 - Het grote gelijk van Bagehot door Bob Elbracht G rote kans dat het boek “The English Constitution” (of de Nederlandse vertaling van de relevante delen) van de 19e eeuwse Britse econoom en politicoloog Walter Bagehot* op Beatrix’ nachtkastje ligt. Het is een van de weinige geschriften - zoniet het enige - dat na de zeventiende eeuwse verlichting een enigszins rationele rechtvaardiging biedt voor de constitutionele monarchie. Een soort massa-psychologie avant la lettre. De prijs die daarvoor betaald moet worden is wel erg hoog. De onderdanen worden namelijk voor volslagen achterlijk gehouden: “Dienovereenkomstig zal het koningschap, zolang het mensenhart sterk en het menselijk verstand zwak is, sterk staan, omdat het vage gevoelens aanspreekt en zal de republiek zwak staan omdat zij een beroep doet op begrip.” Vanwege de intrinsieke irrationaliteit van de monarchie komt Bagehot met een klemmend advies. Men moet omwille van de mystiek de monarch niet in het felle daglicht plaatsen. Dat is inderdaad een valide argument. Voltaire wist het zelfs nóg sterker te formuleren: het toppunt van arrogantie is je helemáál niet meer laten zien, zoals bijvoorbeeld de vooroorlogse Japanse keizer. Dan heeft de mythe alle ruimte om te bloeien, zichzelf uit te vergroten en te versterken. Beatrix begrijpt dat als geen ander. Toen Nederland een republiek was hadden zo’n beetje alle andere Europese landen een monarchie. En toen die na de Franse Revolutie stuk voor stuk vielen om plaats te maken voor een republiek werd Nederland juist een monarchie. Om dat anachronisme te compenseren begreep Beatrix - in tegenstelling tot haar moeder - dat daarvoor de mystiek van Bagehot uit de kast gehaald moest worden. Aan het begin van de 19e eeuw kon je immers niet meer met goed fatsoen je onderdanen laten geloven dat je door God uitverkoren was,- laat staan in de 21e eeuw. Om die reden liet zij zich bijvoorbeeld in een hermelijnen mantel inhuldigen en zich met de archaïsche titel ‘Majesteit’ aanspreken. Om haar - jaargang 1 - nummer 2 veronderstelde sociale meerwaarde maatschappelijk te verankeren meet zij zich arrogantie aan als politiek-grandioze stijlvorm. Heel slim, zou Bagehot vinden. Welnu, wat bakt haar troonopvolger ervan? Hij kondigde reeds aan een stijl te zullen volgen die meer met die van zijn grootmoeder overeen zal komen dan met die van zijn moeder. Zijn grootmoeder, die zich liever met ‘mevrouw’ liet aanspreken, gaf te kennen dat - ware zij geen koningin - zij republikein zou zijn geweest. Willem-Alexander gaat echter wél in het felle daglicht staan. En wat krijgen we dan te zien? Stuitende taferelen van een hossendeen feestende platte troonopvolger tussen het even platte oranjegrauw tijdens de Olympische Spelen in Peking waarvan zijzelf plots ook deel uit blijken te maken. Van mys- Men moet omwille van de mystiek de monarch niet in het felle daglicht plaatsen. tiek is hier weinig sprake, om van ‘Hoogheid’ of ‘Majesteitelijk’ maar te zwijgen. Emotie (het zwakke menselijke verstand volgens Bagehot) is inderdaad de kurk waarop Oranje drijft, maar op deze manier heeft Bagehot het zeer zeker niet bedoeld. Om de irrationaliteit van de monarchie te kunnen handhaven zou Bagehot dit vast niet zo slim gevonden hebben. Wie goed luistert kan Alexanders vrouw zelfs ‘een beetje dom’ horen fluisteren. * Zie ook het artikel ‘De Tovenaarslering’ voor meer over Walter Bagehot. Walter Bagehot: ‘De voor- en nadelen van een koning’, vertaald door Hans van Cuijlenborg, 95 blz. ISBN 90.351.2938.5 Uitgeverij Bert Bakker. € 9,90 31 De tovenaarsleerling door Bob Elbracht Z oals bekend heeft de republikein een bestuurlijk bezwaar tegen het monarchale bestel. En omdat de hoogste bestuurlijke regionen het domein van politici is, komt dat in de praktijk neer op een politiek probleem. Maar daarnaast zijn er natuurlijk nog veel meer bezwaren. Het afgelopen jaar is er naast dat bestuurlijk-politieke probleem er een nieuw bezwaar bijgekomen: namelijk dat van de kosten van de monarchie. Tegenover die (overigens nog steeds onduidelijke) kosten staat een economisch argument, dat geregeld opduikt in discussies, internetfora en dat zelfs in de Tweede Kamer gehanteerd wordt. Dat argument luidt ongeveer als volgt: ‘het kan wel zijn dat het koningshuis ons jaarlijks ruim € 100 miljoen kost, maar ze brengen een veelvoud van dit bedrag (schrik niet, € 3 à 4 miljard) in het laatje’. Dit argument indachtig, wordt de ven vaak onbenoemd of men onderzoekt de baten vooral in het amusements- of cultuurwaarde van het koningshuis.’ Vervolgens wakkert hij de nieuwsgierigheid van de lezer verder aan door te suggereren dat ‘...volgens velen is het onmogelijk om de waarde van het koningshuis te benaderen, zelfs onder economen’. Wel wel, dat belooft wat. Deze man heeft het kennelijk allemaal keurig uitgezocht en gaat ons uit de doeken doen wat de baten zijn van onze operettemonarchie. Om te beginnen komt Van Dalen met een schier eindeloze opsomming van de kosten,- maar die kenden we al. Paragraaf drie wordt interessant met de intrigerende titel ‘De baten van een monarchie in theorie’. Tjonge, theoretische baten, wat zou dat moeten zijn? Zoiets als een bakker die een theoretisch brood heeft gebakken? Hoe zou dat smaken, en belangrijker nog, zou het ook de honger stillen? ...wordt de stereotype zuinige Nederlander geacht in termen van kosten en baten ons koningshuis als eenbuitengewoon winstgevende onderneming te beschouwen... De bron van dit fabeltje – want dat is het namelijk, zoals u later zult zien - een artikel van H.P. van Dalen* dat is gepubliceerd in het Jaarboek Overheidsfinanciën 2007 (SDU Uitgevers, Den Haag blz-155-172). In dit artikel wil van Dalen een cijfermatig inzicht bieden in de kosten en de baten van het koningshuis, want zo zegt hij zelf: ‘In de populaire pers en in de parlementaire debatten worden de kosten van het koningshuis wel eens ter sprake gebracht, maar de baten blij32 € stereotype zuinige Nederlander geacht in termen van kosten en baten ons koningshuis als een buitengewoon winstgevende onderneming te beschouwen, dus waarom zou je daar beknibbelen op een dubbeltje,- laat staan opheffen? Volgens Van Dalen is Beatrix een uitstekende leerlinge van Walter Bagehot, de negentiende eeuwse econoom en politicoloog, oprichter van The Economist en schrijven van het beroemde The English Constitution. Behalve beroemd is dit werk ook berucht vanwege het cynische mensbeeld dat eruit spreekt; de onderdanen houdt hij voor volslagen achterlijk omdat de monarchie dat zou vereisen, terwijl de republiek appelleert aan het verstand. En aldus, zo redeneert Bagehot, heeft een constitutioneel vorst er alle belang bij ‘de magie van het koningschap niet in jaargang 1 - nummer 2 - De tovenaarsleerling door Bob Elbracht het felle daglicht te plaatsen’. Daar is inderdaad wat voor te zeggen. Immers, een sprookje of goocheltruc verliest onmiddellijk zijn charme als het tot op de vezel geanalyseerd wordt. Het is van belang dat u de betekenis en vooral de context van Bagehot’s voorwaarde even vasthoudt. Want dan belanden wij bij paragraaf 4 van zijn artikel: ‘De baten van de monarchie in praktijk’. Hier wordt dan uiteindelijk daadwerkelijk gerekend, tot hij plotseling - in drie luttele zinnetjes - het waagt voor Nederland een voorzichtige schatting te maken van de praktische baten door ons vorstenhuis. En ja hoor, daar zijn die € 3 à 4 miljard aan baten. Daarop volgen onvermijdelijk vele bezwaren, waaruit blijkt dat Van Dalen toch niet zo zeker is van zijn zaak. In gewoon Nederlands: hij komt er niet uit. Wat nu te doen? En hier tovert Van Dalen Bagehot uit zijn hoge hoed: ‘Een cruciale vraag die op de achtergrond blijft spelen is of waar die baten precies vandaan komen. Hier moet deze studie in gebreke blijven en misschien moeten we ons aan de woorden houden van Bagehot dat we niet teveel daglicht op de magie moeten laten schijnen anders verdwijnt wellicht de monarchiebonus.’ Geloof het of niet, maar dit schrijft hij écht. Echt waar. Samenvattend komt het neer op het volgende: Van Dalen misbruikt Bagehots massapsychologische argument in een economische context om vooral maar niet de kosten en geclaimde baten te berekenen, want stel je voor dat dan wel eens zou kunnen blijken dat de monarchie ons meer kost dan dat zij oplevert. Van Dalen misbruikt Bagehots massapsychologische argument in een economische context om vooral maar niet de kosten en geclaimde baten te berekenen... Laten we hopen dat Gerrit Zalm, die door Balkenende onlangs werd aangewezen als voorzitter van de commissie die de komende twee jaar de kosten en eventuele baten van ons koningshuis moet uitpluizen, een slechte leerling van Bagehot is. Zeker is echter dat Van Dalen het beste jongetje van klas is: hij houdt ons voor volslagen achterlijk. * H.P. Van Dalen is verbonden aan Erasmus Competition and Regulation Institute (ECRI)van de Erasmus Universiteit en het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) in Den Haag. ** Zie ook het artikel ‘Het grote gelijk van Bagehot’. - jaargang 1 - nummer 2 33 Voorbeeldfunctie door Bob Elbracht H et is van tweeën één: ófwel nemen diegenen die het staatshoofd een voorbeelden symboolfunctie toedenken daadwerkelijk een voorbeeld aan haar, ófwel zij laten dat beeld los en erkennen dat het staatshoofd geheel en al losstaat van het volk. Om met de laatstgenoemde te beginnen: de koningin bekleedt géén voorbeeld- en symboolfunctie. Haar curieuze gedrag en privileges zijn dan niet langer het gevolg van een hoge maatschappelijke positie of anderszins, maar gewoonweg omdat zij - net als een exotische diersoort, behalve dan misschien een biologische – geen enkele verwantschap met ons heeft. Voor haar gelden andere regels, zoals er misschien wel leven op Mars is, maar dan alleen niet in een vorm die wij kennen. Misschien is zij inderdaad wel door God uitverkoren, wie – behalve zijzelf zo, voor dit wezen gelden nu eenmaal andere regels. Zelfs hele gewone regels gelden niet voor deze merkwaardige species, bijvoorbeeld nooit te hoeven wachten, zoals op de bus of voor de kassa bij de supermarkt. Onbegrijpelijk, maar waar. Het eerstgenoemde alternatief is plausibeler, maar met vérstrekkender gevolgen. Ons staatshoofd bekleedt wél een voorbeeld- en symboolfunctie en daar houden wij ons strikt aan. Mooi zo, daar gaat –ie dan. Als er een file staat gaan we over de vluchtstrook rijden en zetten een grote mond op als de politie ons op de bon dreigt te slingeren. We houden per direct op Misschien is zij inderdaad wel door God uitverkoren, wie – behalve zijzelf - zal het zeggen? - zal het zeggen? Dat zou een mooie verklaring zijn waarom zij geen belasting behoeft te betalen, waarom zij, hoewel ongekozen, tóch politieke zeggenschap heeft, en nooit haar gestaag uitdijende privé-vermogen hoeft aan te spreken, omdat alles voor haar gratis is. Ze woont gratis, het onderhoud aan haar paleizen is gratis, ze vervoert zich gratis en kan onbeperkt fouten maken omdat zij wettelijk niet verantwoordelijk gehouden mag worden voor haar doen en laten. Inderdaad, net of we over een andere wereld spreken. Maar ja, erkent men dat ons staatshoofd geheel en al losstaat van het volk, dan is dit de enige zinnige hypothese waarom men deze toestand laat voortbestaan. Alsof we een raar exotisch dier hebben gevangen, in de dierentuin tentoonstellen en vervolgens constateren dat het zichzelf elke dag doodt en opeet. Tja, zullen de biologen dan zeggen terwijl zij zich achter de hooggeleerde oren krabben: het is nu eenmaal 34 inkomsten- successie- en vermogensbelasting te betalen. Op ons aangifteformulier lichten we toe dat we een voorbeeld nemen aan het staatshoofd. De inspecteur zal vast begripvol reageren, ook als we familie en vrienden (‘vrinden’) helpen de fiscus te ontwijken. We bestellen vliegtickets bij de KLM en laten de factuur naar een of ander ministerie sturen. En als we een boot hebben, vergeten we natuurlijk niet de onderhoudsbonnetjes er ook nog even bij te sluiten. Trouwens, de catering kan er ook nog wel bij. Allochtone medelanders hoeven zich niet langer bezwaard te voelen vanwege hun dubbele nationaliteit en we sturen een mailtje aan Balkenende dat wij graag ook de notulen van de ministerraad willen ontvangen, omdat wij zojuist middels een goddelijke ingeving te horen hebben gekregen dat we uitverkoren zijn. Oh, en we bemoeien ons ook nog met de volgende kabinetsformatie en willen óók onze handtekening onder nieuwe jaargang 1 - nummer 2 - Voorbeeldfunctie door Bob Elbracht wetten zetten. We verkopen onze huizen aan de staat en bedingen dat wij de enigen zijn die erin mogen wonen, maar dat de staat onze huizen moet onderhouden. En als wij het moment geschikt achten, dan schenkt de staat ons de huizen terug. Ja, we hebben goed opgelet: verkopen aan de staat en aan het eind van de rit terug krijgen. We volgen immers nauwgezet het voorbeeld van ons staatshoofd. Flauw? Geldt de voorbeeldfunctie alleen morele categorieën? Breek me de bek niet open: drie vakanties in drie weken op staatskosten (de kroonprins vierde vorig jaar maar liefst 32 vakanties), buitenlandse vastgoedinvesteringen in dezelfde week dat het kabinet tot solidariteit oproept en vraagt zoveel mogelijk deviezen binnen de nationale grenzen te houden. Om nog maar te zwijgen over de schandalige klassenjustitie, waar deze lieden vrijuit gaan waar ieder ander strafrechtelijk voor zou worden vervolgd. Als er één groep mensen is die het predikaat ‘koninklijk’ onmiddellijk zou moeten inleveren, dan is het wel het koninklijk huis. ‘Het huis’ heten ze dan gewoon, zelfs die hoofdletter verdienen ze niet eens. Hoewel beide alternatieven volstrekt absurd zijn, zullen wij toch onze positie moeten bepalen. Tertium non datur. Wij republikeinen zien geen nationaal symbool in deze rare snuiters, laat staan dat wij er een voorbeeld aan nemen. Nee, KijK - jaargang 1 - nummer 2 dank je feestelijk. Via een heel eenvoudig proces van demystificatie en desacrificatie ontmaskerden wij het gedrag van dit exotisch-monarchale dier als een archaïsch trucje. Het volk wordt een banale poets gebakken en wij wensen daar niet langer in te trappen. Dus: gewoon belasting Als er één groep mensen is die het predikaat ‘koninklijk’ onmiddellijk zou moeten inleveren, dan is het wel het koninklijk huis. betalen, gewoon verantwoordelijkheid dragen voor je doen en laten, geen obscure metafysica, gewoon werken voor je geld en gewoon betalen voor het huis waarin je woont. En met dat duistere politieke gewroet is het onmiddellijk afgelopen. Flauwe kul. Ze doen wel net alsof ze het niet kunnen, maar ze moesten zich schamen. Dat kunnen ze namelijk bést. Héél gewoon. o o K o p w w w. p r o r e p u b l i c a . n l 35 Koninkrijk op stelten Ton Biesemaat P ieter van Vollenhoven is uiteraard op eigen kracht professor geworden. En zoals we wel meer zien bij leden van koninklijke families is de man een homo universalis. Een ware Leonardo da Vinci. U weet natuurlijk ook dat hij een virtuoze pianist is die vaak samen met Louis van Dijk de sterren van de hemel pingelt. Wat weinigen echter weten is dat Pieter ook filmregi