energiegids.nlEnergietransitie 17 Energietransitie, onbalans en Demand Side Management (DSM) De wereldwijde energieconsumptie moet lager en efficiënter worden en de manier waarop energie wordt opgewekt moet veranderen om het versterkte broeikaseffect tegen te gaan. In het Energieakkoord 2013 is vastgesteld dat in 2020 14% en in 2023 16% van de opgewekte elektriciteit via duurzame middelen moet plaatsvinden. Hierbij wordt de focus vooral gelegd op windparken op land en zee, zonne-energie en tot op zeker hoogte op biomassa. Zo moet de capaciteit van wind op zee een veel groter aandeel krijgen. Edwin Bossenbroek, Energy Circle BV Bij de energietransitie speelt ook het probleem met de aardgaswinning in Groningen een rol. De gaswinning heeft diverse aardbevingen veroorzaakt en bij veel inwoners in de omgeving grote schade veroorzaakt. De gaswinning in Groningen wordt nu ook sterk beperkt en men wil in de toekomst zoveel mogelijk ‘van het aardgas af ’. Dit heeft tot gevolg dat er meer overgeschakeld zal gaan worden naar elektriciteit. Duurzame energie heeft dus de toekomst. De opwekking ervan is schoon, er vindt veel minder uitstoot van broeikasgassen plaats. Duurzame Energie Productie (DEP) brengt echter ook nadelen met zich mee. Wind- en zonne-energie is heel erg afhankelijk van het weer. Bij veel wind en/of zon is er veel productie en als deze wegvalt is er geen of weinig productie. Dit betekent dat productie moeilijk tot niet te controleren is en er moet worden uitgegaan van weersvoorspellingen om de toekomstige productie in te schatten. Hier ontstaat een uitdaging voor de elektriciteitsmarkt. De uitdaging schuilt in het verschil tussen de productievoorspelling en de daadwerkelijke productie. Gemiddeld genomen zit de weersvoorspelling er 30% naast. Dit verschil kan zorgen voor overschotten of tekorten op het net. Afwijkingen door onvoorspelbare windproductie zorgen voor onbalans en dit brengt de leveringszekerheid van elektriciteit in gevaar, vooral als het aandeel DEP in de energiemix groeit. DEP TENNET, de landelijke netbeheerder van Nederland heeft verschillende mogelijkheden om onbalans op het net zoveel mogelijk te voorkomen. De kosten voor het gebruik van deze middelen worden doorberekend aan de partij die verantwoordelijk is voor de onbalans en deze kunnen hoog oplopen. Wanneer de elektriciteitsvoorzieningen steeds meer afhankelijk gaat worden van DEP zal de kans op onbalans steeds groter worden. Het bestrijden van de onbalans is een maatschappelijke uitdaging; iedereen die aangesloten is op het elektriciteitsnet zal de gevolgen van onbalans kunnen voelen wanneer deze te groot wordt. Maar naast deze maatschappelijke uitdaging ontstaat er ook een economische kans. Flexibiliteit in het afname patroon creëren wordt ook wel Demand Side Management (DSM) genoemd. Demand Side Management kan vrij vertaald worden naar ‘het managen van vraag’. Door vraag te managen en aan te passen aan het aanbod kunnen verschillen tussen vraag en beschikbare elektriciteit verkleind worden en onbalans worden beperkt. Flexibiliteit met DSM Ondernemers die zich flexibeler op kunnen stellen in hun elektriciteitsverbruik kunnen hier op inspelen. Door meer of minder te consumeren of te produceren wanneer de markt daarom vraagt kunnen kostenbesparingen ontstaan voor de ondernemer. Tegelijkertijd kan deze flexibiliteit helpen de leveringszekerheid te vergroten en/of uitval van het net te voorkomen. 18 Energietransitieenergiegids.nl Belemmeringen Om te komen tot een markt met productie van energie uit duurzame bronnen, dient het energiesysteem anders ingericht te worden. De behoefte aan flexibele middelen om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen neemt toe. Hierdoor zal een aantal belemmeringen in het huidige systeem aangepast moeten worden. Door het verbeteren van de markttoegang, het aanpassen van de kostentoerekening en het toepassen van congestiemanagement, zal de flexibiliteit toenemen en ontstaat er ruimte om DSM als oplossing aan te bieden. Obstakels DSM kan worden gezien als een manier om kostenbesparing op de energiemarkt toe te passen, maar ook als het aanbieden van een service; namelijk flexibiliteit. Om deze service aan te kunnen bieden moet de ondernemer zijn afname kunnen aanpassen. Er zijn drie manieren om deze flexibiliteit mogelijk te maken: • Peak Clipping. De vraag tijdelijk reduceren zonder dat dit afname op de korte termijn beïnvloedt. • Load Shifting. De vraag verplaatsen naar een ander tijdstip. Dit kan eerder of later zijn. • Flexible Load. Een eigen productiemethode bezitten. Bedrijven die aan Peak Clipping kunnen doen hebben bedrijfsprocessen die uitgesteld of waarbij de vraag verminderd kan worden, zonder grote gevolgen voor het totale proces. Met Load Shifting kan een proces in tijd verplaatst worden. De koeling van een koel- en vrieshuis kan hier een voorbeeld van zijn. Als er eerder meer of dieper gekoeld wordt, kan op een later moment de koelinstallatie tijdelijk uitgeschakeld worden. Bedrijven die een eigen productiemethode bezitten kunnen hun afname verdelen over eigen productie en afname van het net. Hun eigenlijke verbruik verandert dus niet, maar de bron van productie verandert. Op deze manier bestaat de mogelijkheid meer of minder af te nemen als daar de prikkels voor zijn. Op deze manier ontstaat er sturing op verbruik vanuit de vraagzijde en kan er ook ingespeeld worden door verschillende bedrijven als er een overschot of juist een tekort op het net ontstaat. Daarnaast zal ook het omzetten van zon- en windenergie in synthetisch gas een rol gaan spelen. Het doel hiervan is het opslaan van energie, waar op dat moment onvoldoende vraag naar is. Dit is echter vooral gericht op het aanpassen van de productie aan de vraag, zoals we nu ook gewend zijn. In de toekomst is dit echter onvoldoende om het gehele energiesysteem draaiende te houden. Het grootste deel van de bedrijven koopt elektriciteit in, al dan niet als onderdeel van een collectief, zoals een Full Service Contract (FSC). Met een FSC hoeven afnemers niet na te denken over hun energiemanagement en kunnen zich volledig richten op de bedrijfsprocessen. Daarnaast is energie veelal ondergeschikt aan het bedrijfsproces. Bijvoorbeeld een ziekenhuis is in bezit van een WKK en zou Flexible Load kunnen toepassen. Dit vermogen, de backup of noodvermogen, levert in noodgevallen energie aan het ziekenhuis. Men vindt het dan ethisch onverantwoord om het vermogen ook voor andere doeleinden in te zetten. Uit onderzoeken is verder ook naar voren gekomen dat het lastig is om als buitenstaander een goed overzicht van de elektriciteitsmarkt te kunnen vormen. De energierekeningen zijn ingewikkeld en er is geen of onvoldoende kennis van de energiemarkt. Ook weet men niet welke inkoopmogelijkheden er zijn en dus wordt het overstappen van een FSC naar een ander systeem als een te grote barrière ervaren. Kleine ondernemers zijn vaak druk bezig met de bedrijfsprocessen en energiemanagement krijgt daar vaak een lage prioriteit, ook al kunnen elektriciteitskosten een significant onderdeel van de totale bedrijfskosten uitmaken. Al deze factoren beïnvloeden elkaar en maken een introductie van DSM lastig voor ondernemingen. Relatieve voordeel DSM De grootte van het relatieve voordeel dat te behalen valt is voor veel afnemers onbekend. Deze voordelen bestaan vooral uit een kostenvoordeel, toename van flexibiliteit en het meewerken aan een maatschappelijke taak; het in stand houden van het net door onbalansbestrijding. Omdat elektriciteitsverbruik ondergeschikt is aan het bedrijfsproces wordt het versimpelen van energiemanagement met een FSC belangrijker gevonden dan de flexibiliteit die gewonnen wordt met DSM. Dit betekent dat het bedrijven duidelijk moet worden gemaakt dat elektriciteitsmanagement geen negatieve invloed heeft op het bedrijfsproces. Implementatie DSM De implementatie van DSM is naast een technisch probleem ook vooral een ‘sociaal’ probleem. Het zijn gewoontes en verwachtingen die we hebben bij het gebruik van elektriciteit die worden beschouwd als de norm en deze conflicteren met de waarden van DSM. Deze conflicten zorgen ervoor dat DSM als innovatie nog weinig voet aan de grond heeft weten te krijgen. Maar in de toekomst zal DSM een steeds grotere en belangrijkere rol gaan spelen.