Voor de sociale werkplaatsen

advertisement
Versie 22 maart 2016
Dienst Sociale Economie
Koning Albert II-laan 35 bus 20
1030 BRUSSEL
www.werk.be
SCHORSING MAATWERKBESLUIT – VEELGESTELDE VRAGEN
(versie sociale werkplaatsen)
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Op 26 januari 2016 besliste de Raad van State tot een schorsing van het Maatwerkbesluit. Hierdoor
trad op 8 februari 2016 de voormalige regelgeving inzake sociale werkplaatsen opnieuw in werking.
Door de heropleving van de oude regelgeving worden andere doelgroepcriteria en
subsidievoorwaarden dan de maatwerkregelgeving van toepassing. Bijgevolg heeft de schorsing van
het Maatwerkbesluit een impact op de werking van de sociale werkplaatsen, evenals de
operationalisering van het subsidiemechanisme.
Dit document verzamelt veelgestelde vragen rond de impact van de schorsing op de sociale
werkplaatsen. Mocht u echter geen antwoord vinden op uw vraag, mag u deze signaleren aan
[email protected].
1. DOELGROEP
1.1 Welke criteria gelden voor een doelgroepwerknemer sociale werkplaatsen?
Door de schorsing zijn de voormalige doelgroepcriteria opnieuw van toepassing. Deze criteria
verschillen van een doelgroepwerknemer met recht op maatwerk. Een werknemer die in dienst wil
treden bij een sociale werkplaats dient:
Ofwel tegelijkertijd aan volgende voorwaarden te voldoen:





Fysieke of psychische of sociale beperkingen en moeilijkheden hebben;
De dag voor indiensttreding ingeschreven zijn bij de VDAB als niet-werkende werkzoekende;
Een begeleidingstraject volgen van de VDAB, een door VDAB erkende derde, of een Vlaamse
openbare instelling waarmee de VDAB een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten;
Dag voor de indienstneming ononderbroken een periode van minstens 5 jaar inactief zijn;
Geen hoger diploma, getuigschrift of brevet hebben behaald dan lager secundair onderwijs,
buitengewoon hoger secundair onderwijs, of hoger secundair beroepsonderwijs;
Ofwel op de dag voor indiensttreding doelgroepwerknemer te zijn in een erkende sociale werkplaats.
1.2 Welke doelgroepwerknemers zijn momenteel subsidiabel?
Enkel doelgroepwerknemers die voldoen aan de doelgroepcriteria uit de regelgeving sociale
werkplaatsen zijn op dit moment subsidiabel. Dit betekent dat personen toegeleid onder de ICFmethodiek, vb. zonder 5 jaar inactiviteit, niet subsidiabel zijn.
Dit betekent dat – op dit moment – enkel doelgroepwerknemers die bij de sociale werkplaats in
dienst traden voor 1 april 2015, of vanaf 8 februari 2016, conform de doelgroepcriteria sociale
werkplaatsen, een subsidie kunnen ontvangen.
1.3 Wat met de doelgroepwerknemers die aangeworven zijn tussen 1 april 2015 en
7 februari 2016, op basis van ICF werden toegeleid, en niet voldoen aan de
doelgroepcriteria uit de regelgeving sociale werkplaatsen of op basis van attesten PMAH?
Het is de ambitie van de beleidsmakers om rechtszekerheid te garanderen voor deze handelingen
gesteld in toepassing van de maatwerkregelgeving, die volgens het SW-kader geen toepassing
hebben, waaronder de doelgroep toegeleid in toepassing van maatwerk.
Het Departement WSE onderzoekt de juridische mogelijkheden om via een aanpassing van de
regelgeving sociale werkplaatsen een regularisatie van de doelgroepwerknemers aangeworven in
toepassing van de maatwerkregelgeving te waarborgen.
Om het ingeven van de prestaties niet in het gedrang te brengen, zullen deze personen op basis van
de door de werkgever bezorgde individuele fiche in de toepassing worden opgenomen - evenwel
onder voorbehoud dat deze personen als doelgroepwerknemer zullen worden aanvaard.
1.4 Wat met de doelgroepwerknemers die aangeworven zijn op 8 - 9 februari 2016, op basis
van ICF werden toegeleid, en niet voldoen aan de doelgroepcriteria uit de regelgeving
sociale werkplaatsen of op basis van attesten PMAH?
Het is de ambitie van de beleidsmakers om rechtszekerheid te garanderen voor deze handelingen die
op 8 – 9 februari 2016 nog werden gesteld in onwetendheid van de ingangsdatum van de schorsing.
Om het ingeven van de prestaties niet in het gedrang te brengen, zullen deze personen op basis van
de door de werkgever bezorgde individuele fiche in de toepassing worden opgenomen - evenwel
onder voorbehoud dat deze personen als doelgroepwerknemer zullen worden aanvaard.
1.5 Wat met de doelgroep ‘uiterst kwetsbaren’?
De doelgroep ‘uiterst kwetsbaren’, zoals voorzien in de maatwerkregelgeving, omvat personen die
voorafgaand aan hun tewerkstelling gedurende minstens 24 maanden geen betaalde beroepsarbeid
hebben verricht omwille van persoonlijke redenen.
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
pagina 2 van 14
Voor deze doelgroep is geen rechtsgrond tot regularisatie in de regelgeving sociale werkplaatsen.
Deze personen voldoen niet aan de criteria van een doelgroepwerknemer sociale werkplaats.
Bijgevolg zijn deze personen met ingang van 8 februari 2016 niet subsidiabel.
De plaatsen ingevuld door de doelgroep ‘uiterst kwetsbaren’ gelden als openstaande plaatsen, en
kunnen binnen het toegekende contingent ingevuld worden door doelgroepwerknemers conform de
regelgeving sociale werkplaatsen.
2. BETALINGEN
2.1 Wat betekent de schorsing voor het verwerven van de subsidies?
Door de schorsing zijn de voormalige subsidievoorwaarden en -procedures opnieuw van toepassing
vanaf 8 februari 2016. Bijgevolg komt – in tegenstelling tot maatwerk – de bewijslast voor het
verwerven van de subsidie opnieuw bij de werkgever te liggen.
De instrumenten die deze bewijslast ondersteunen zijn:


De individuele fiche voor alle personeelsbewegingen en –wijzigingen in tewerkstelling vanaf
1 april 2015 van zowel doelgroep als omkadering;
De prestatiegegevens van alle doelgroepwerknemers en omkaderingspersoneel
aangeworven binnen het toegekende contingent.
2.2 Hoe vul ik een individuele fiche in?
Voor een vlotte verwerking en een correcte berekening van de subsidies dient de individuele fiche
volledig ingevuld te worden!
De werkplaats voorziet een fiche voor alle subsidiegerechtigde doelgroepwerknemers en
omkaderingsleden binnen het toegekende contingent. Voor werknemers in overtal dient geen
individuele fiche opgestuurd te worden. De fiche wordt steeds gelinkt met het correcte
conventienummer (83xxx, 84xxx, of 85xxx). Het contingent per conventie wordt opgevuld door de
werktijd van de werknemer zoals opgenomen in de fiche.
Wat u verplicht dient aan te duiden:







Gegevens van de werkgever (conventienummer, adres, KBO, rekeningsnummer, etc.)
Gegevens van de werknemer (naam, adres, rijksregisternummer, diploma, vervanging, etc.)
Statuut van de werknemer ( belang gesco of sine): bepaalt de subsidie
Datum indiensttreding: bepaalt de start van het subsidierecht
Titularis – vervanger: bepaalt het subsidietype ( onderscheid tussen eerste 2 jaren, en
volgende jaren)
Werktijd en werkregeling: noodzakelijk voor berekening subsidiebedrag
Handtekening door werkgever (en desgevallend VDAB en werknemer)
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
pagina 3 van 14
2.3 Waar vind ik een individuele fiche?
Voor alle nieuwe aanwervingen vanaf 1 april 2016 gebruikt u de digitale individuele fiche die u kan
aanmaken in het e-Subsidieloket. Meer info vindt u in de specifieke video’s “individuele fiches
online” die u kan bekijken op:
http://www.werk.be/online-diensten/e-subsidieloket-wse/betaal-en-prestatiestatentewerkstellingsprogrammas/video-uitleg.
Voor alle aanwervingen voor 1 april 2016 gebruikt u de papieren individuele fiche. Het sjabloon van
de papieren individuele fiche is beschikbaar op:
http://www.werk.be/online-diensten/tewerkstelling-en-sociale-economie/betalingen-en-bijhorendedocumenten
2.4 Voor welke werknemers dien ik een individuele fiche in?
Het Departement WSE beschikt in principe reeds over alle individuele fiches van toepassing op de
periode t.e.m. 31 maart 2015. Vanaf 1 april 2015 werden alle werknemers omgezet naar de
(geschorste) maatwerkregelgeving. Deze fiches worden automatisch geactiveerd, en dient u niet
opnieuw in te sturen.
Om de subsidies correct te kunnen berekenen, dient u wel voor volgende werknemers een fiche in te
sturen:




Alle werknemers die vanaf 8 februari 2016 in dienst traden volgens de criteria sociale
werkplaatsen;
Alle werknemers (doelgroep + omkadering) tussen 1 april 2015 en 7 februari 2016 in dienst
traden als gesco-omkaderingspersoneelslid , doelgroep PSP’er of doelgroep PMAH (met
uitzondering van de categorie ‘uiterst kwetsbaren’);
Alle personeelsbewegingen vanaf 1 april 2015 door vervangers (PSP of PMAH) van
titularissen;
Alle personeelswijzigingen vanaf 1 april 2015: aanpassing werktijdregeling, aanpassing
statuut, etc.
2.5 Welke fiches dienen door de VDAB en werknemer gevalideerd te worden?
U dient geen validatie door de VDAB of werknemer aan te vragen voor de individuele fiches:


Van werknemers die nieuw in dienst traden tussen 1 april 2015 en 7 februari 2016;
Bij vervanging of wijziging contract vanaf 1 april 2015, indien de tewerkstelling onafgebroken
bleef bij dezelfde werkgever.
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
pagina 4 van 14
De fiche dient wel gevalideerd te worden door de VDAB en de werknemer:



Bij vervanging of wijziging contract vanaf 1 april 2015, indien de tewerkstelling minstens 1
dag onderbroken werd;
Voor personen nieuw in dienst vanaf 8 februari 2016 (onder de regelgeving SW);
Bij vervanging of wijziging contract vanaf 8 februari 2016, indien de tewerkstelling minstens 1
dag onderbroken werd.
2.6 Wanneer dien ik de individuele fiches in?
Gezien de beperkte behandelingstijd dienen de fiches gefaseerd per kwartaal ingestuurd te worden,
te starten met het 2e kwartaal 2015.
De fiches zijn van belang om de prestatielijnen te kunnen aanmaken in het e-Subsidieloket.
Betrokken periode individuele fiche
Verwacht bij het Departement WSE
e
Uiterlijk maandag 7 maart 2016
e
Uiterlijk maandag 14 maart 2016
e
Uiterlijk maandag 21 maart 2016
e
Uiterlijk vrijdag 15 april 2016
e
Voor de start van de tewerkstelling van werknemer
2 kwartaal 2015
3 kwartaal 2015
4 kwartaal 2015
1 kwartaal 2016
2 kwartaal 2016
2.7 Kunnen de individuele fiches ook elektronisch ingevuld worden?
Voor de periode tussen 1 april 2015 en 7 februari 2016 gebruikt u standaard de papieren individuele
fiches. Aanvullend kan u de ondertekende individuele fiches gescand per mail bezorgen via
[email protected].
Voor aanwervingen vanaf 8 februari 2016 t.e.m. 31 maart 2016 kan u ofwel een papieren, of een
elektronische individuele fiche gebruiken.
Voor aanwervingen en wijzigingen t.a.v. van nieuw aangeworven personeelsleden vanaf 1 april 2016
dient u de digitale fiche beschikbaar in het e-Subsidieloket te gebruiken.
Voor wijzigingen aan de tewerkstelling van alle voor 1 april 2016 aangeworven personeelsleden,
waarbij geen attestering van VDAB noodzakelijk is, blijft u steeds de papieren individuele fiche
gebruiken.
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
pagina 5 van 14
2.8 Richtlijnen voor individuele fiche en vacatures
WERKNEMER
IN DIENST
GETREDEN
NA 9/2/2016 NIEUW
CONTRACT BIJ …
DATUM IN DIENST
BIJ NIEUWE
WERKGEVER
VACATURE
PUBLICEREN ?
VOLDOEN AAN
5 CRITERIA ?
(Art.2 1°)
NIEUWE
INDIVIDUELE
FICHE ?
ATTESTEREN
DOOR VDAB ?
PAPIEREN
FICHE?
AANEENSLUITEND
Neen
Neen
Ja
Neen
Ja
ONDERBROKEN
Ja
Ja
Ja
Ja
Neen
AANEENSLUITEND
Ja
Neen *
Ja
Ja
Neen
ONDERBROKEN
Ja
Ja
Ja
Ja
Neen
AANEENSLUITEND
Neen
Neen
Ja
Neen
Ja
ONDERBROKEN
Ja
Ja
Ja
Ja
Neen
AANEENSLUITEND
Ja
Ja
Ja
Ja
Neen
ONDERBROKEN
Ja
Ja
Ja
Ja
Neen
AANEENSLUITEND
Neen
Neen
Ja
Neen
Ja
ONDERBROKEN
Ja
Ja
Ja
Ja
Neen
AANEENSLUITEND
Ja
Neen *
Ja
Ja
Neen
ONDERBROKEN
Ja
Ja
Ja
Ja
Neen
ZELFDE WERKGEVER
VOOR 1/4/2015
ANDERE WERKGEVER
ZELFDE WERKGEVER
1/4/2015 7/2/2016
ANDERE WERKGEVER
ZELFDE WERKGEVER
VANAF 8/2/2016
ANDERE WERKGEVER
(* Statuutgelijkstelling: de doelgroepwerknemer voldoet aan Art. 2, 2°  op dag voor indienstneming doelgroepwerknemer zijn in andere erkende sociale werkplaats)
2.9 Hoe vul ik de prestatiestaten in?
Eenmaal de individuele fiche verwerkt is door het Departement WSE zal u de prestatiegegevens van
de werknemer kunnen invoeren. Dit vanaf de start tot het eind van het contract, en volgens het
arbeidsregime zoals vermeld op de individuele fiche.
Let wel, u dient eerst een volledige maand afgewerkt te hebben, vooraleer met een nieuwe volgende
maand gestart kan worden.
Voor verdere informatie over het subsidieloket (inclusief video-uitleg bij de invoer van prestaties):
http://www.werk.be/eSubsidieloketWSE
2.10
Wat is de verwachte deadline voor het invoeren en insturen van de prestatiestaten
in e-Subsidieloket?
Het insturen van correcte prestatiestaten is enkel mogelijk indien alle personeelsbewegingen en
wijzigen voor de betrokken maand zijn verwerkt. Om het Departement WSE de kans te geven deze
bewegingen te verwerken, wordt de mogelijkheid tot het invoeren en doorsturen van prestaties
gestuurd door het Departement WSE.
Hieronder vindt u onze richtdata naar het invoeren van prestaties. Het doorsturen van prestaties zal
ten vroegste mogelijk zijn bij opstart van een nieuwe invoerperiode. Wij brengen u op de hoogte
telkens wanneer het doorsturen voor een welbepaald kwartaal mogelijk is.
Betrokken periode prestaties
2e kwartaal 2015
Vanaf maandag 14 maart 2016 tot zondag 20 maart 2016
e
Vanaf maandag 21 maart 2016 tot zondag 3 april 2016
e
Vanaf maandag 4 april 2016 tot zondag 17 april 2016
e
Vanaf maandag 18 april 2016 tot zondag 3 mei 2016
e
Vanaf maandag 4 mei 2016 tot woensdag 3 augustus 2016
3 kwartaal 2015
4 kwartaal 2015
1 kwartaal 2016
2 kwartaal 2016
2.11
Waarom dienen de prestaties van de periode 1 april 2015 – 7 februari 2016
ingediend te worden?
Het arrest van de Raad van State resulteert in een heropleving van de regelgeving sociale
werkplaatsen vanaf 8 februari 2016. Hierdoor blijven de subsidies (vaste enveloppe) die onder de
periode van de maatwerkregelgeving (1 april 2015 – 7 februari 2016) behouden.
Het Departement WSE vraagt echter de prestatiegegevens van de werknemers voor de periode van
de maatwerkregelgeving ook op omwille van twee redenen:


Om de subsidies correct te kunnen berekenen vanaf 8 februari 2016 moet het Departement
WSE kennis hebben over de historiek van de personeelsbewegingen (o.a. voor het bepalen
van het verlofrecht 2016);
De beslissing tot schorsing van het maatwerkbesluit kan gevolgd worden door een beslissing
tot vernietiging van dit besluit door de Raad van State. Bijgevolg zou de maatwerkregelgeving
geacht zijn nooit te hebben bestaan, en dienen alle subsidies voor de periode 1 april 2015 – 7
februari 2016 volgens de regelgeving SW berekend te worden. Hiervoor is de correcte
informatie nodig, en worden complexe herberekeningen of risico op fouten grotendeels
vermeden.
2.12
Hoe wordt het voorschot berekend?
De voorschotten onder de oude regelgeving sociale werkplaatsen werden berekend op basis van de
het aantal in dienst zijnde doelgroepwerknemers op de dag voor de voorschotberekening. Vermits
het Departement WSE op korte termijn niet over deze gegevens zal beschikken, kunnen de
voorschotten niet volgens de oude regelgeving berekend worden.
In het belang van de financiële continuïteit voor ondernemingen en de tewerkstelling van de
doelgroepwerknemers wil het DWSE blijven voorzien in de uitbetaling van de voorschotten.
De Vlaamse Regering keurde op 26 februari 2016 een besluit goed dat voorziet in een forfaitair
voorschot. Dit bedrag zal uitbetaald worden, totdat alle gegevens verzameld zijn in het eSubsidieloket om de voorschotten conform de regelgeving sociale werkplaatsen te berekenen.
Periode
Voorschotregeling
Januari 2016 – Februari 2016
Maatwerk
Maart 2016 - …
BVR 26 februari 2016
 forfaitair bedrag (basis = voorschot maart 2015)
 betaald op 1e dag van de maand
Eenmaal de prestaties verwerkt zijn in Regelgeving SW
e-Subsidieloket
 eerste voorschot voor de 10e dag van de maand
 tweede voorschot einde van de maand
2.13
Hoe zullen de kwartaalafrekeningen verlopen?
De afrekening van het 4e kwartaal 2015 valt onder de maatwerkregelgeving, en zal in april 2016
berekend worden. In mei 2016 zal een jaarafrekening volgens de maatwerkregelgeving gebeuren. Die
jaarafrekening zal - gezien de van toepassing zijnde overgangsregeling - geen invloed zal hebben op
uw subsidie 2015
De Raad van State heeft de maatwerkreglementering met ingang van 8 februari 2016 geschorst. Als
gevolg hiervan dient de financiering van het 1e kwartaal 2016 zowel gedeeltelijk volgens de
maatwerkregelgeving als de heropgestarte regelgeving van de sociale werkplaatsen berekend te
worden. Bijgevolg zal de financiering van het 1e kwartaal 2016 pro-rata worden verrekend. Vanaf het
2e kwartaal 2016 zal de afrekening volledig conform de regelgeving sociale werkplaatsen verlopen.
Periode
Afrekening
e
April 2016 ( maatwerk)
e
Juni 2016 ( pro rata maatwerk – SW)
e
4 augustus 2016
e
4 november 2016
4 kwartaal 2015
1 kwartaal 2016
2 kwartaal 2016
3 kwartaal 2016
2.14
Door de moeizame toeleiding van PSP-profielen vanaf 1 april 2015 kan de
bezettingsgraad gedaald zijn? Wat betekent dit financieel bij een nietigverklaring?
Indien de Raad van State zou beslissen om het maatwerkbesluit (of onderdelen hiervan) te
vernietigen, is de vernietiging met terugwerkende kracht. Dit betekent dat de oude regelgeving
sociale werkplaatsen retroactief met ingang van 1 april 2015 moet worden toegepast (voor wat
betreft de vernietigde delen van het besluit).
Indien de vernietiging ook de subsidieregeling (= vaste enveloppe) als voorwerp heeft, zullen de
subsidieregels sociale werkplaatsen moeten worden toegepast. Bijgevolg zullen de werkelijke
prestaties en de invulling voor de betrokken periode dienen als financieringsbasis van de subsidies
(dit binnen de perken van het begrotingskrediet).
2.15
Wat is de impact van de schorsing op de voormalige maatwerklabels? Zullen de
afrekeningen en de voorschotten onder de oude conventienummers gebeuren?
Vermits de oude regelgeving sociale werkplaatsen heropleeft, gelden de voormalige
conventienummers. Alle betalingen en verrekeningen zullen op niveau van het oude conventies
gebeuren. Fusies tussen werkplaatsen die op 1 januari 2016 van kracht waren, zullen worden
gerespecteerd, en zullen met ingang van de prestaties voor januari 2016 worden toegepast.
3. VACATURES EN TOELEIDING
3.1 Wat betekent de schorsing van het maatwerkbesluit voor aanwervingen en toeleiding?
Door de schorsing van het maatwerkbesluit zijn de subsidievoorwaarden en de doelgroepcriteria
conform de regelgeving sociale werkplaatsen opnieuw van toepassing vanaf 8 februari 2016.
Nieuwe aanwervingen vanaf deze datum dienen conform de doelgroepcriteria SW te verlopen (zie
vraag 1.1). Ook de toeleiding zal volgens de procedures onder de regelgeving sociale werkplaatsen
verlopen. Bijgevolg blijft de VDAB verantwoordelijk voor de toeleiding van doelgroepwerknemers
naar openstaande vacatures. De beoordeling van de sociale/psychische/fysieke beperkingen zal
gebeuren op basis van het psychosociaal verslag.
Het is evenwel de ambitie van de beleidsmakers om de principes van de maatwerkregelgeving
onverminderd verder uit te voeren. Zo voorzag de maatwerkregelgeving de indicering van
doelgroepwerknemers via het ICF-instrument om de afstand tot de arbeidsmarkt te bepalen.
Gelet op de moeilijke toeleiding van PSP-profielen onder de maatwerkregelgeving beoogt de VDAB
bij elke persoon die voldoet aan de doelgroepcriteria SW een ICF-screening te doen. Hiermee kan
informatie verzameld worden om de problematiek in kaart te brengen met oog op een toekomstige
maatwerkregelgeving.
3.2 Hoe dien ik als sociale werkplaats openstaande vacatures in?
Voor een vlotte gang van zaken is de registratie van een openstaande vacature door uw organisatie
via ‘Mijn VDAB’ van cruciaal belang. Ook aanwervingen dienen steeds geregistreerd te worden door
de werkgever in ‘Mijn VDAB’.
3.3 Kan een sociale werkplaats eigen kandidaten voorstellen?
Jazeker. U kan steeds een kandidaat-doelgroepwerknemer voorstellen, conform de geldende
doelgroepcriteria of via de inschattingslijst.
3.4 Geldt de vervangingstermijn opnieuw?
De regelgeving sociale werkplaatsen treedt opnieuw in werking vanaf 8 februari 2016. Bijgevolg is
ook de verplichte vervangingstermijn van toepassing.
Uitdienstgetreden doelgroepwerknemers dienen binnen een periode van 3 maanden vervangen te
worden, met een eenmalige verlenging met 3 maanden na goedkeuring van de minister.
De verplichte vervangingstermijn start vanaf 8 februari 2016, ongeacht de datum van
uitdiensttreding. Bijvoorbeeld:


Persoon uit dienst op 4 januari 2016: verplichte invulling voor 8 mei 2016 (dus niet 4 april
2016), eenmaal verlengbaar tot maximaal 8 augustus 2016;
Persoon uit dienst op 10 februari 2016: verplichte invulling voor 10 mei 2016, eenmaal
verlengbaar tot maximaal 10 augustus 2016.
3.5 Voor welke vervangingen dien ik een individuele fiche in te dienen?
U dient voor elke vervanging een individuele fiche in te dienen, waarin u aanduidt welke werknemer
vervangen wordt.
Bij vervangingen vanaf 1 april 2015, waarbij de tewerkstelling van de persoon onafgebroken blijft (=
geen dag of meer tussen een tewerkstelling), dient u geen validatie door de VDAB of werknemer aan
te vragen.
Bij vervangingen vanaf 1 april 2015, waarbij de tewerkstelling onderbroken is met minstens een dag,
dient u wel een validatie door de VDAB en werknemer te bekomen.
3.6 Kan ik een werknemer met ‘recht op maatwerk’ als vervanger inzetten na 8 februari 2016?
U kan een persoon, aangeworven tussen 1 april 2015 en 9 februari 2016 met een WOP-pakket
aanduiden als vervanger mits deze persoon voldoet aan de doelgroepcriteria conform de regelgeving
sociale werkplaatsen.
Het is evenwel de ambitie van de beleidsmakers om doelgroepwerknemers aangeworven met een
WOP-pakket tussen 1 april 2015 en 9 februari 2016 te regulariseren, maar dit vergt een beslissing van
de Vlaamse Regering.
3.7 Dien ik individuele fiches door te sturen voor doelgroepwerknemers in overtal?
Doelgroepwerknemers die buiten het toegekende contingent vallen, dienen geen individuele fiche te
voorzien.
3.8 Wat is de impact van de schorsing op reguliere contracten en interimcontracten?
Conform de regelgeving sociale werkplaatsen mag u, met uitzondering van het
omkaderingspersoneel, enkel doelgroepwerknemers tewerkstellen. De maatwerkregelgeving
voorzag echter de mogelijkheid tot reguliere tewerkstelling.
Het is de ambitie van de beleidsmakers om rechtszekerheid te garanderen voor deze handelingen,
gesteld in toepassing van de maatwerkregelgeving, die volgens de regelgeving sociale werkplaatsen
geen toepassing hebben, waaronder reguliere tewerkstelling zonder ondersteuning.
Het Departement WSE onderzoekt de juridische mogelijkheid via een beperkte aanpassing van de
regelgeving sociale werkplaatsen een oplossing te bieden.
Tot zolang blijft de oude regelgeving sociale werkplaatsen van kracht. Het Departement WSE zal in
afwachting van een beslissing van de Vlaamse Regering over dit punt geen actief handhavingsbeleid
toepassen op deze handelingen.
3.9 Wat is de impact van de schorsing op de contracten van bepaalde duur?
De maatwerkregelgeving voorzag de vrijheid in het type contract voor een doelgroepwerknemer. De
regelgeving sociale werkplaatsen verplicht echter tot aanwerving met contract van onbepaalde duur.
Het is de ambitie van de beleidsmakers om rechtszekerheid te garanderen voor deze handelingen,
gesteld in toepassing van de maatwerkregelgeving, die volgens de regelgeving sociale werkplaatsen
geen toepassing hebben, waaronder reguliere tewerkstelling zonder ondersteuning.
Het Departement WSE onderzoekt de juridische mogelijkheid via een beperkte aanpassing van de
regelgeving sociale werkplaatsen een oplossing te bieden.
Tot zolang blijft de oude regelgeving sociale werkplaatsen van kracht.
De huidige contracten van onbepaalde duur, zoals afgesloten in de periode tussen 1 april 2015 en
7 februari 2016 kunnen behouden blijven. Het Departement WSE zal in afwachting van een beslissing
van de Vlaamse Regering over dit punt geen actief handhavingsbeleid toepassen op deze
handelingen.
3.10
Wat is de impact van de schorsing op de progressief tewerkgestelde personen?
Onder de maatwerkregelgeving werden progressief tewerkgestelden meegeteld in het contingent op
basis van de werkelijke prestaties.
Onder de regelgeving sociale werkplaatsen zal de invulling van het contingent voor van progressief
tewerkgestelden opnieuw berekend worden op basis van de contractbreuk.
3.11
Welke gelijkstellingen gelden voor een erkenning als doelgroepwerknemer sociale
werkplaats?
De periode van onafgebroken inactiviteit kan in welbepaalde gevallen gelijkgesteld worden. Deze
criteria worden geregeld in het Ministerieel besluit van 21 juni 1999.
Samengevat wordt gelijkgesteld:










De periode van onderbreking van werkloosheid, met inbegrip van de periodes van deeltijdse
arbeid, kleiner dan 3 maanden;
De periode van onderbreking van inschrijving als werkzoekende, met inbegrip van de
periodes van deeltijdse arbeid, kleiner dan 3 maanden;
De periode van onderbreking van de wachttijd, zoals bepaald in artikel 36 van het koninklijk
besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, kleiner dan 3
maanden;
De periode van onderbreking van de wachttijd, zoals bepaald in artikel 35, §§ 1 en 3 van het
koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in het
geval zoals bedoeld in artikel 39 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende
de werkloosheidsreglementering, kleiner dan 3 maanden;
De periode van tewerkstelling in een beschutte werkplaats;
De periode van tewerkstelling krachtens artikel 60 § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976
betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
De periode van tewerkstelling van een doelgroepwerknemer in een door de minister erkende
sociale werkplaats;
De periode van tewerkstelling als gesubsidieerde contractueel op grond van de artikelen
6bis, 6ter, 7 en 7bis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 tot
veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen;
De periode van tewerkstelling als gesubsidieerde contractueel op grond van de artikelen
6bis, 6ter, 7 en 7bis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende
uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel
van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen;
De periode van tewerkstelling op grond van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni
1997 houdende harmonisering van diverse stelsels werkervaringsprojecten.
4. ENCLAVES EN ACTIVITEITEN
4.1 Wat is de impact van de schorsing op lopende enclaves?
In de regelgeving sociale werkplaatsen wordt geen melding gemaakt van de mogelijkheid tot
enclavewerking. Desalniettemin kan u in het kader van een aanneming van diensten wel opdrachten
uitvoeren voor een ander bedrijf.
Belangrijk is wel dat u het gezag en toezicht over de werknemers niet overdraagt aan het bedrijf met
wie u deze overeenkomst sluit. Met andere woorden, er moet altijd een begeleider vanuit de sociale
werkplaats aanwezig zijn. Zo niet, valt u onder de toepassing van terbeschikkingstelling.
4.2 Wat is de impact van de schorsing op activiteiten waarvoor de werkplaats voorheen geen
erkenning had? Behoudt de werkplaats hier de vrijheid?
Conform de regelgeving sociale werkplaatsen is een sociale werkplaats verplicht om de goedkeuring
voor een wijziging van activiteiten te vragen. De maatwerkregelgeving voorzag de vrijheid van
activiteit, zonder voorafgaande goedkeuring.
Het is de ambitie van de beleidsmakers om rechtszekerheid te garanderen voor deze handelingen,
gesteld in toepassing van de maatwerkregelgeving, die volgens de regelgeving sociale werkplaatsen
geen toepassing hebben, waaronder wijziging of uitbreiding van activiteiten.
Het Departement WSE onderzoekt de juridische mogelijkheid via een beperkte aanpassing van de
regelgeving sociale werkplaatsen een oplossing te bieden.
Tot zolang blijft de oude regelgeving sociale werkplaatsen van kracht. Het Departement WSE zal in
afwachting van een beslissing van de Vlaamse Regering over dit punt geen actief handhavingsbeleid
toepassen op deze handelingen.
5. DOORSTROOM
5.1 Wat betekent de schorsing van maatwerk voor doorstroom?
De regelgeving sociale werkplaatsen voorziet dat, in het kader van het individuele
herinschakelingstraject, de sociale werkplaats, samen met de trajectbegeleider/bemiddelaar, de
nodige inspanningen levert voor de doorstroming van de erkende doelgroepwerknemer.
De schorsing beïnvloedt eveneens de ESF-oproep ‘Doorstroom sociale economie’. In afwachting tot
meer duidelijkheid over de rechtsgrond is de oproep ‘on hold’ gezet. Aanvullend onderzoekt het
Departement WSE samen met de VDAB wat de schorsing van maatwerk betekent voor de
doorstroommandaten. Deze doorstroommandaten hebben vooralsnog geen rechtsgrond onder de
oude regelgeving sociale werkplaatsen.
6. EVALUATIE
6.1 Gaat men zoals voorzien starten
doelgroepwerknemers op 1 april 2016?
met
de
evaluatie
van
de
10%
zittende
De voorziene evaluatie van de 10% zittende doelgroepwerknemers maakte deel uit van het
maatwerkbesluit en staat dus voorlopig ‘on hold’.
7. REGELGEVING
7.1 De toekomst voor het decreet Maatwerk?
Ondanks de schorsing - en de mogelijke toekomstige vernietiging - van het Maatwerkbesluit is er nog
steeds een grote maatschappelijke en politieke wil om het maatwerkdecreet van 12 juli 2013 verder
uit te voeren. Hiertoe werkt het Departement WSE momenteel een aantal mogelijke scenario’s uit.
Zodra hierover meer nieuws is, zal het Departement WSE u hierover informeren.
Download