Fotosynthese Lichtintensiteit BIOLOGIE Plant Fysiologie Aantekeningen voor Docenten Onderzoeksvraag: Wat is de relatie tussen de fotosynthesesnelheid en de lichtintensiteit? Toegepaste Techniek: Meten Leerling niveau: Bovenbouw Havo/Vwo Duur: 1 lesuur Aanbevolen toepassing: Onderzoek door leerling Leerdoelen De CO2-concentratie verschillen meten als gevolg van fotosynthese (en respiratie) van groene bladeren. De fotosynthesesnelheid bepalen. De relatie tussen de fotosynthesesnelheid en de lichtintensiteit bepalen. Didactiek In deze activiteit bestuderen leerlingen de fotosynthese. Ze gebruiken de CO2 sensor (wanneer mogelijk in combinatie met de O2 gassensor) en meten de concentratie koolstofdioxide in een afgesloten ruimte met verse groene bladeren. Ze vergelijken de koolstofdioxide productie van groene balderen in het donker en in fel helder licht om de relatie tussen de fotosynthesesnelheid en de lichtintensiteit te bepalen. Knelpunten voor leerlingen: - Het is soms lastig voor ze om het autotrofe voedingsproces van planten te begrijpen; een veelvoorkomend idee is dat planten hun voedsel uit de bodem betrekken. - Ze hebben soms moeite met enerzijds respiratie en anderzijds de relatie van respiratie met fotosynthese, alswel verwarring van fotosynthese met respiratie (sommige leerlingen beschouwen respiratie als een synoniem van ademen, terwijl anderen onder plantrespiratie een omgekeerde gasuitwisseling, vergeleken met die van dieren, verstaan). Voorbeelden van misconcepties bij fotosynthese en respiratie in planten zijn: Fotosynthese Lichtintensiteit – Aantekeningen voor Docenten 1 - Koolstofdioxide wordt gebruikt bij respiratie, hetgeen alleen voorkomt in groene planten en alleen als er geen licht energie is voor fotosynthese. - Respiratie vindt alleen plaats in de cellen van de bladeren - Respiratie is de uitwisseling van koolstofdioxide en zuurstof via het huidmondje. - Groene planten nemen koolstofdioxide op en geven zuurstof af tijdens respireren - Groene planten respireren alleen ’s nachts, als er geen lichtenergie is - Groene planten respireren niet, ze voeren alleen fotosynthese uit. - Planten respireren alleen als ze onvoldoende energie via fotosynthese krijgen. Dieren respireren continu, omdat ze geen fotosynthese kunnen uitvoeren. Aangeleerde concepten: – Fotosynthese, fotosynthesesnelheid Materialen In dit experiment gebruik je de volgende materialen: – – – – – – Interface of datalogger bijv. CMA VinciLab, CO2 gassensor, en/of [optioneel] O2 gassensor, [optioneel] lichtsensor, Sterke lichtbron, Speciale fotosynthesekamer of een bemonsteringsflesje meegeleverd met de CO 2 sensor en een bekerglas gevuld met water (koelelement), – Verse groene bladeren b.v. spinazie, – Aluminiumfolie. Procedure Verbind de CO2 gassensor met input 1 van je interface of datalogger. Open Coach Activiteit ‘Fotosynthese intensiteit’. Help de leerlingen het experiment op te zetten. Laat de leerlingen het experiment uitvoeren. Vragen en opdrachten 2 Wat is het effect van daglicht op de CO2 gasconcentratie? Wat is het effect van sterk licht op de CO2 gasconcentratie? Welke processen zijn hiervoor verantwoordelijk? Bepaal de respiratiesnelheid in deze drie gevallen: geen licht, daglicht en sterk licht. Bepaal de fotosynthesesnelheid in deze drie gevallen: geen licht, daglicht en sterk CMA Lesmateriaal licht. Hoe heeft lichtintensiteit invloed op de respiratiesnelheid? Hoe heeft lichtintensiteit invloed op de fotosynthesesnelheid? Data Analyse Het eerste experiment is relatief kort en kan in een lesuur uitgevoerd worden. Een voorbeeldmeting is hieronder te zien. In deze meting werden spinaziebladeren gebruikt die in een bemonsteringsflesje (meegeleverd met de CO2 sensor) werden gestopt. Gedurende de eerste 10 minuten van de meting was de meetfles in aluminiumfolie gewikkeld. Tijdens deze periode neemt de CO2 concentratie toe; de snelheid van de CO2 productie bedraagt 77 ppm/min (vastgesteld m.b.v. de hellingshoekfunctie). In dit deel van het experiment vindt uitsluitend respiratie plaats. De groene bladeren ‘oogsten’ de energie die is opgeslagen in glucosemoleculen door oxidatie van de glucose, waarbij CO2 vrijkomt. In het tweede deel van de meting wordt de aluminimumfolie verwijderd en staat de meetfles in het licht (ongeveer 700 Lux). De CO2 concentratie neemt nog steeds toe, maar wel langzamer, met een snelheid van 44 ppm/min. Er komt meer koolstofdioxide vrij door respiratie dan er wordt gebruikt door fotosynthese. In het laatste deel van het experiment wordt de felle lamp aangezet. De CO2 concentratie daalt dan snel. De fotosynthese verloopt nu veel sneller. De CO 2 wordt tijdens de fotosynthese gebruikt bij de vorming van suikers. Fotosynthese Lichtintensiteit - Aantekeningen voor Docenten 3 Spinaziebladeren werken bijzonder goed in dit experiment en zijn het gehele jaar door verkrijgbaar bij de groenteboer of supermarkt. Houd de bladeren gekoeld tot het moment van gebruik voor het beste resultaat. Vijf minuten voor het experiment stel je de bladeren bloot aan licht. 7 tot 8 bladeren in de meetfles zijn voldoende om de veranderingen in CO 2 concentratie snel aan te tonen. Bebehorende bestanden Coach Activiteit: Fotosynthese (lichtintensiteit).cma7 Copyright Authors: CMA Team © CMA Dit werk valt onder een Creative Commons NaamsvermeldingNietCommercieel-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. 4 CMA Lesmateriaal