Werkwijze Dynamische Hyperinflatie d.m.v. Metronome Paced Tachypnea Document ID Document titel Publicatiedatum Versie Herzieningsdatum NVLA 160412 ww DynHypMPT lf Meting Dynamische Hyperinflatie d.m.v. Metronome Paced Tachypnea April 2016 1.0 April 2020 Doel Het meten van dynamische hyperinflatie door bepaling van de inspiratoire capaciteit (IC) in rust en na MPT (Metronome-Paced Tachypnea) Handelingsbevoegdheid Gediplomeerde longfunctieanalisten. Longfunctieanalisten i.o (in opleiding) onder supervisie van een gediplomeerd begeleider. Definities VT Teugvolume IRV Inspiratoire reserve volume IC Inspiratoire capaciteit = VT + IRV TLC Totale Long Capaciteit EELV Eind expiratoir longvolume (het volume lucht in de long aan het eind van een spontane uitademing) = TLC –IC BF Ademfrequentie MPT Metronome-Paced Tachypnea Indicatie De IC kan gemeten worden in rust en na MPT als surrogaat voor dynamische hyperinflatie. Er kan worden gekozen om te meten voor en na bronchodilatatie. Contra-indicatie Geen. Let wel op risicopatiënten en de algemene gesteldheid van de patiënt. Zie ook richtlijn “voorbereiding en afhandeling longfunctieonderzoek” Benodigdheden6 - Meetapparatuur waarop een rustige spirometrie geblazen kan worden - Timer - Metronoom - Set van mondstuk, neusklem en filter Voorbereiding - Alle te gebruiken apparaten dienen geijkt te zijn. Uitvoering2,5,6 Instructie aan de patiënt: Vertel dat er eerst ‘normaal’ geademd moet worden en wanneer erom gevraagd wordt zo diep mogelijk ingeademd dient te worden en vervolgens weer helemaal uit. Daarna wordt door middel van een metronoom een frequentie aangegeven die 2 keer zo hoog is als de rust ademfrequentie. Probeer dit ademtempo vol te houden. Na 20 seconden wordt weer gevraagd zo diep mogelijk in te ademen en vervolgens weer helemaal uit. Eventueel wordt deze test gedaan voor en na bronchodilatatie. IC-meting in rust:6 - Laat de patiënt het mondstuk in de mond nemen en zet de neusklem op de neus. - Start het spirometrie programma. - Laat de patiënt normaal ademen en wacht tot er een stabiel ademniveau bereikt is (dit duurt ongeveer 20 seconden) Registreer 4 goede ademteugen voorafgaand aan de IC-manoeuvre. Vraag de patiënt vervolgens om zonder hapering maximaal in te ademen (tot TLCniveau) Laat de patiënt uitademen tot onder FRC-niveau (anders wordt de IC niet berekend, mogelijk afhankelijk van de gebruikte apparatuur) Pas indien nodig de getrokken meetlijnen aan. Leg de TLC-lijn op de top van de eerste IC. Voer de meting in triplo uit, nogmaals herhalen als de IC waarden niet binnen 10% herhaalbaarheid vallen. Bereken de gemiddelde IC van ten minste drie aanvaardbare manoeuvres tijdens rustademhaling. Noteer de gemiddelde ademfrequentie en het gemiddelde teugvolume. IC-meting tijdens MPT:2,5 Let op: Het teugvolume mag tijdens de MPT-meting niet kleiner worden dan tijdens de rustademhaling. - De patiënt gaat nu op het ritme van de metronoom ademen. Als de timer afloopt een ICmanoeuvre uitvoeren. - Stel de metronoom in op een frequentie die 2x hoger is dan de normale rustademhaling (gemiddelde ademfrequentie in rust). Stel de timer in op 20 seconden. - Laat de patiënt het mondstuk in de mond nemen en zet de neusklem op - Laat de patiënt enkele teugen rustig ademen en start dan gelijktijdig de metronoom en de timer en laat de patiënt in het tempo van de metronoom ademen. - Registreer na 15 seconden 4 goede ademteugen en laat 5 seconden daarna een ICmanoeuvre uitvoeren. Laat de patiënt weer uitademen tot onder FRC-niveau. - Indien de ademfrequentie 2x de rustfrequentie is, en er maximaal (tot TLC-niveau) is ingeademd en het teugvolume niet kleiner is dan het teugvolume bij ‘normaal’ ademen, kan de curve geaccepteerd worden. - Pas, indien nodig, de getrokken meetlijnen aan. De FRC-lijn zal in de meeste gevallen oplopen t.g.v. het dynamisch hyperinfleren. Als het FRC-niveau na 20 seconden MPT nog niet stabiel was, leg de lijn dan tussen de EELV’s van de laatste 2 ademteugen. - Meting wederom in triplo uitvoeren (binnen 10% herhaalbaarheid) na minimaal 1 minuut rust. Let op met hyperinflatie, indien nodig langer wachten. Als het niet lukt om 3 goede metingen te krijgen, kan worden volstaan met 2 metingen waarvan de IC binnen 10% herhaalbaarheid valt. - Bereken de gemiddelde IC tijdens MPT. Afhandeling - Controleer of alle meetgegevens zijn opgeslagen. - Rapporteer de gemiddelde IC in rust en tijdens MPT. Zo nodig ook na bronchodilatatie. Interpretatie van meetgegevens5: Een daling < 10% in IC t.o.v. rustmeting: niet verdacht voor dynamische hyperinflatie (DH) bij inspanning Een daling ≥ 10% in IC t.o.v. rustmeting: verdacht voor DH bij inspanning. Als er voor medicatie sprake is van DH en na toediening van bronchodilatatie niet meer, dan dit benoemen. Referenties 1. O’Donnel DE, Webb KA, Exertional breathlessness in patients with chronic airflow limitation; the rol of hyperinflation. Am Rev Respir Dis 1993; 148: 1351-1357 2. Arthur F.Gelb, MD, FCCP: Simplified-detection of dynamic hyperinflation. CHEST 2004; 126: 1855-1860 3. Geld AF. Tiotropium and simplified detection of dynamic hyperinflation. CHEST 2007; 131: 690-5 4. Dolmage TE. Repeatability of Inspiratory Capacity during incremental excercise in patients with severe COPD. CHEST 2002; 121: 708-14 5. A.J.M.C. Lahaije et Al, Diagnostic accuracy of metronome-paced tachypnea to detect dynamic hyperinflation. Clin Physiol Funct Imaging (2013) 33, pp62–69 6. ATS/ERS taskforce “standardisation of spirometrie” 2005 Auteurs J. Jacobs, R Knuever Geautoriseerd door NVLA Commissie Kwaliteitsbeheersing