motiveren

advertisement
MOTIVEREN
Lt. De Groeve Luk
Wat is motiveren?

Gedragbeïnvloeding in de positieve zin


enthousiast maken
stimuleren om doelgericht inspanningen te leveren
stimuleren om prestaties te leveren

dus: productief, veilig en gewenst gedrag

ook toekomstig meermaals te herhalen

Basisprincipes
De chef staat op zijn strepen

Behandelen en beschouwen als
onvolwassen en luie wezens
gebrek aan zelfstandigheid

geen blijk van vertrouwen

frustratie en gedimotiveerdheid

Dwang als motivatie - instrument






Werkt niet meer
kwaliteit werk zakt
betrokkenheid is laag
ongenoegen
hoog ziekteverzuim
lage opkomst bij activiteiten
Bij brandweer:


Op lange termijn is het destructief
enkel verantwoord in crisissituaties voor
eenheid in bevel en snelle
interventieuitvoering
Wat wel?





Horizontale organisatie
overleg
delegeren
ondergeschikten = mondige meedenkende
gemotiveerde en creatieve medewerkers
leiders = coaches
Factoren die motivatie gunstig
beïnvloeden










Communiceren
delegeren
streven naar optimale haalbaarheid
prestatienormen
zelfstandigheid
doelgerichtheid
erkenning
voorbeeldgedrag en imitatie
structuur en betekenis
feedback
Communiceren


Twee - richtingen verkeer: informatie
meedelen en geven van instructies +
actief luisteren naar wat de
medewerkers te vertellen hebben
betere informatie = betere motivatie =
meer belangstelling = meer
betrokkenheid
Delegeren





Moet leiden naar sneller uitvoeren van
taken
op termijn meer betrokkenheid
op termijn meer vakbekwaamheid
op termijn hogere kwaliteit
komt tegemoet aan wens tot meer
zeggenschap en het zich nuttig voelen
Streven naar optimale
haalbaarheid




Overbrugbare maar toch voldoende
grote afstand tussen de opdracht en het
te verwachten resultaat
te kleine uitdaging = te weinig spanning
te grote uitdaging = vrees voor
mislukking (faalangst)
capaciteiten moeten goed gekend zijn
Prestatienormen


Is datgene wat men binnen de job dient
te bereiken
moet opgenomen zijn in de
functiebeschrijvingen en de
functieprofielen van de organisatie
Prestatienormen





Intern: die men zichzelf oplegt
extern: opgelegd door de organisatie
absoluut extern: vastgelegd bij contract
relatieve: in vergelijking met prestaties
van anderen
regelmatige evaluatie werkt motiverend
Zelfstandigheid

Motivatie groeit naarmate men meer
ruimte krijgt voor eigen inbreng

wel rekening houden met de optimale
haalbaarheid
Doelgerichtheid

Doel moet goed bekend zijn om de
motivatie te bevorderen
Erkenning

Waarderen en loven voor wat goed
gedaan is

voortdurende kritiek is te vermijden en
leidt tot onzekerheid en twijfel
Voorbeeldgedrag en imitatie

Zelf als voorbeeld gedragen

visie hebben en geloofwaardig overkomen
fierheid en liefde voor de job
streng zijn voor zichzelf
rechtschapen en eerlijk zijn
voorbeeld geven
moeilijke beslissing niet uit de weg gaan





Structuur en betekenis



Plaatsen van de opdracht binnen de
juiste context
duidelijke structuur = duidelijkheid
losse structuur = onduidelijkheid
Feedback



Verstrekken van informatie over de
resultaten van de actie
laat zelf - evaluatie toe
laat bijsturingen toe
Beproefde motivatieregels




Inspraak
Afstemmen op menselijke maat
Werkoverleg
belonen
Motivatie en arbeidsvoldoening






Neem duidelijke beslissingen
beperk controle - stimuleer zelfcontrole
voldoende verantwoordelijkheid geven
waardeer de bijdrage
specialisaties voor specialisten
teamgeest stimuleren
Inhoudelijk




Waarom
boeiend
inspraak
laten afhandelen
Erkenning





Geen favoritisme
geef antwoord op vragen
ruimte voor inspraak
ervaring laten opdoen
feedback en waardering
Download