Hoe moet het verder met de straatverlichting?

advertisement
straatverlichting
special energie
Hoe moet het
verder met de
straatverlichting?
Minder energieverbruik maar toch beter verlichte straten,
pleinen en wijken: voor gemeenten is dit een dubbele uitdaging.
Waarmee halen ze het meeste effect? Met de lichtbron, de
globale behandeling van infrastructuur en techniek of vooral
met het concept en de planning op lange termijn?
tekst j. philippe cols beeld gf
I
n de eerste plaats is licht voor mensen bedoeld. Perceptie
en tijdsgeest wegen daarom zwaar door. Zo zijn mensen
vandaag niet meer zo gelukkig met het gelige licht van de
hogedruk-natriumlichtbronnen, terwijl zij zich daar enkele
decennia terug goed bij voelden. Dat is het gevolg van de ontwikkelingen binnen onze cultuur. Maar wordt led vandaag
maatschappelijk aanvaard? Ook hier blijft een spanning bestaan tussen de behoefte aan innovatie en de beleving van de
nieuwe soort licht. Bovendien is die nieuwste lichtbron nu nog
niet performant genoeg om alle verlichtingsfuncties aan te
kunnen, al heeft ze voor fietsroutes al veel potentieel.
“
Het gebruik van ledlantaarns op wegen waar
hoge snelheidslimieten gelden is een nieuw
concept. Het was dus belangrijk gebruikersopinies
over de veiligheidsperceptie in te zamelen. 81
procent van de geïnterviewden vond dat de
nieuwe verlichting de weg veiliger maakt.
Led is nieuw
Het Duitse Kaiserslautern besliste in 2009 vijfduizend HPMercury-vapor-lampen systematisch door ledverlichting te
vervangen. Deze vervangingsoperatie spreidt de stad over de
jaren 2009 tot 2012. Ze kost 2,5 miljoen euro (500 euro per
lamp). Jaarlijks wordt 840.500 KWh energie bespaard (zeventig procent minder verbruik) en wordt er 501 ton minder CO2
uitgestoten. De terugverdientijd is geschat op tien jaar. De
bestaande palen en armaturen zijn nog in goede staat en kunnen dus in gebruik blijven. Ook de ondergrondse kabel is nog
in prima staat. Voor deze operatie ontving Kaiserslautern de
tweede prijs in een Duitse nationale competitie voor energiezuinige straatverlichting.
31 procent van de openbare verlichting in het Verenigd Koninkrijk is meer dan dertig jaar oud en de meerderheid van
de lampen zijn oude lagedruk-natriumlampen (SOX). Deze
stralen een oranjekleurig licht uit en hebben een beperkte
lichtverspreiding. In de gemeente St. Helens zou een energievermindering van gemiddeld veertig procent een besparing
opleveren van ongeveer 500.000 euro per jaar en een vermindering van de CO2-uitstoot met 2490 ton. Daarom heeft de
gemeenteraad van St. Helens een proefproject met ledstraatverlichting opgezet met Philips Verlichting op de Tithebarnweg in Garswood. Deze semilandelijke weg van een kilometer
verbindt een residentiële wijk met een belangrijke autosnelweg
en een industriële site. Je mag er tot 96 km/u rijden. De oorspronkelijke verlichting van deze straat bestond hoofdzakelijk uit lagedruk-natriumlampen van 90W, in de vroege jaren
tachtig geplaatst op betonnen palen van acht meter hoog die
intussen in slechte staat verkeren. In een joint-venture plaatste
Philips Verlichting twintig nieuwe koolstofneutrale SpeedStar
ledlantaarns, op stalen masten van tien meter hoog. Door de
verbeterde lichtstroom van de leds zijn er minder lantaarns
nodig om de vereiste verlichtingsniveaus en dito lichtspreiding
op het wegoppervlak te verkrijgen.
Dankzij de overstap naar ledlantaarns is het energieverbruik
bij normale exploitatie met 21 procent afgenomen. Bovendien
werden de lantaarns uitgerust met het Philips Dynadimmerbesturingsmechanisme, waarmee de verlichting tussen middernacht en zes uur ’s ochtends tot 66 procent van de normale
lichtoutput wordt teruggebracht. Met dit bijkomende dimsysteem wordt een energiebesparing van 36 procent gerealiseerd,
waardoor jaarlijks alleen al in dit proefproject 1,2 ton koolstof
minder wordt uitgestoten. Dankzij de langere levensduur van
Lokaal I 16 september 2011 I 43
special energie
straatverlichting
de ledlichtbron zal de gemeente ook kunnen rekenen op een
aanzienlijke vermindering van de onderhoudskosten. ‘Volgens
ons was dit de eerste volledige demonstratie van de SpeedStarlantaarn in de wereld. De kwaliteit van de verlichting is aanzienlijk verbeterd en dat is een groot voordeel voor automobilisten. Andere voertuigen en voetgangers zijn nu veel beter
zichtbaar op de weg,’ zegt Rory Lingham, technisch directeur
van St. Helens. Het gebruik van ledlantaarns op wegen waar
hoge snelheidslimieten gelden is een nieuw concept. Het was
In het masterplan voor een gemeente
of een wijk spelen zowel belevingsfactoren
(kleurtemperatuur bijvoorbeeld) als functionele
en technische aspecten een rol.
dus belangrijk gebruikersopinies over de veiligheidsperceptie in te zamelen. Er werden 117 interviews afgenomen met
mensen die gebruikmaakten van de weg. 84 procent van de
geïnterviewden vond de nieuwe verlichting beter terwijl 81
procent ermee instemde dat de nieuwe verlichting de weg
veiliger maakt. Deze positieve resultaten hebben het vertrouwen in de prestaties van ledlantaarns aan hoofdverkeerswegen
doen toenemen.
Tegelijk maakte St. Helens ook een kosten-batenanalyse op
straat- en buurtniveau tussen de hogedruk-natriumlampen
(NAHP-SON), CosmoPolis (CPO) en led, telkens met drie besturingssystemen: de standaard fotocel, het zelfdimsysteem en
het meer gesofisticeerde control & monitoring system. Wat opvalt, is dat de verschillen in investeringskosten tussen de voorgestelde installaties met telkens één van de drie lichtbronnen
niet meer dan een kleine tien procent uitmaken, wanneer hetzelfde besturingssysteem aangehouden wordt. Voor beheer en
onderhoud liggen de cijfers veel verder uit elkaar: SON-NAHP
blijft de voordeligste, terwijl CPO drie maal meer middelen
vraagt en led op jaarbasis bijna twee keer zo duur uitvalt. Wat
verbruik betreft is het net andersom: led is de zuinigste oplossing, CPO blijft in de buurt met vijf procent meer verbruik,
terwijl NAHP-SON een kleine twintig procent meer energie
nodig heeft.
Globale werkwijze
Terwijl de ledoplossingen in onze buurlanden grote besparingen opleveren, is dat bij ons veel minder het geval. Volgens
Koen Putteman en Sven Penninck van Eandis komt dat door
de bestaande infrastructuur: ‘In Duitsland bijvoorbeeld kan de
netbeheerder meteen van kwikdamplampen (HPL), een verouderde technologie, naar led overschakelen. Bij overschakeling
van hogedruk-natriumlampen (NAHP-SON) naar led, zoals
in België, is de besparing een heel stuk minder.’ Om die reden
gaat Eandis meteen over naar de globale werkwijze. In het masterplan voor een gemeente of een wijk spelen zowel belevings-
44 I 16 september 2011 I Lokaal
factoren (kleurtemperatuur bijvoorbeeld) als functionele en
technische aspecten een rol. Qua perceptie voelt het licht van
de led vaak veel koeler aan dan dat van ontladingslampen zoals CPO of CDO. Bovendien veroorzaken ledarmaturen nog te
vaak verblinding.
Omdat Gent er als duurzame stad naar streeft tegen 2020
twintig procent te besparen op de energie voor stadsverlichting, maakte de stad een lichtplan op. Philip De Roo, projectleider lichtplan Gent, benadrukt het belang van deze planmatige werkwijze. Naast de stedenbouwkundige en architecturale
verbetering van de publieke verlichting wegen de economische
en milieu-aspecten ook zwaar door. Dit planproces biedt de
stad de mogelijkheid over de jaren heen strategische keuzes
te maken. In een eerste fase (lichtplan I) werd de binnenstad
onder handen genomen. Dit project loopt sinds 1998 en werpt
al duidelijk vruchten af. Bij het bezoek aan de verlichte binnenstad valt vooral de sfeervolle architecturale verlichting op.
Hoewel de impact op het avondlijk stadsbeeld groot is, vertegenwoordigt deze niet meer dan een goede vijf procent van
de totale energiekosten. Maar het potentieel is nog bijzonder
groot. Sinds 2009 loopt ook lichtplan II waarbij de hele stadsrand betrokken wordt. Ondertussen werden REG-projecten
op de rails gezet: een voor hoofdwegen en gewestwegen (van
1998 tot 2005) en een voor de openbare verlichting (2010-2013).
Al deze inspanningen passen in het klimaatplan Gent 2020.
Om het streefdoel, één vijfde minder verbruik voor de openbare verlichting, te bereiken moet licht op sommige plaatsen
volledig herdacht worden, terwijl op andere locaties vervanging van de bovengrondse installatie volstaat. De investering
in bijvoorbeeld nieuwe armaturen, ombouw van bestaande
toestellen, integratie van meer performante lichtbronnen
met elektronische voorschakelapparatuur wordt geraamd op
3,4 miljoen euro. ‘Door de gerealiseerde energiebesparing ligt
de terugverdientijd voor deze operatie op iets minder dan zes
jaar,’ zegt Jo De Coninck, technisch adviseur dienst Wegen en
verantwoordelijke voor REG.
De ervaring van Gent leert dat een dergelijke ambitieuze
operatie uiteindelijk niet kan slagen zonder duidelijke planning. Daarin vormen lichtplan en REG-acties één geheel. Door
de juiste technieken op een specifieke plek toe te passen kan er
veel energie bespaard worden. De kwaliteit van de installatie
zal bovendien net genoeg licht geven om de ruimte aangenaam
en op een efficiënte manier te verlichten. Juist verlichten vermijdt lichtvervuiling en verblinding, past zich intelligent aan
de behoeften van het tijdstip aan. Deze aanpak kan niet tot
stand komen zonder grondige studie en reflectie.
Onderzoek naar lichtbronnen
In het kader van hun onderzoek naar efficiëntere lichtbronnen
benadrukt Maarten ten Houten van Philips dat duurzaamheid
voor het bedrijf geen louter technisch begrip is: ‘Het sociale
aspect, de effecten van licht op het milieu en de economische
voordelen zijn minstens even belangrijk. Vandaar dat de com-
binatie van een performante lichtbron met het juiste toestel
voor een betere kwaliteit van de lichtomgeving van rijweg of
plein zal zorgen. Niet alleen verhoogt dat de veiligheid, maar
mensen krijgen door aangenaam licht ook een goed gevoel binnen hun vertrouwde ruimte. Met de nieuwste ontwikkelingen
giftige stoffen bestaan heeft invloed op de recyclagemogelijkheden. Beide factoren, lager verbruik en recyclage, maken de
economische component uit.
J. Philippe Cols is hoofdredacteur van Stad en Landschap
Deze tekst is gebaseerd op de lezingen op de studiedag van In-
Juist verlichten vermijdt lichtvervuiling
en verblinding, past zich intelligent aan de
behoeften van het tijdstip aan.
in de led zou de aard van het licht zelfs parallel kunnen lopen
met de natuurlijke veranderingen binnen de dag- en nachtcyclus (kleurtemperatuurverschillen van zonsondergang tot
zonsopgang bijvoorbeeld). Dat de belasting op het milieu bij
lager energieverbruik vermindert hoeft geen betoog, maar dat
de producten zelf (lampen en armaturen) uit zo min mogelijk
terleuven op 23 juni 2011. Interleuven doet mee aan het project
BLISS, Better Lighting in Sustainable Streets, dat gesteund
wordt door Europa (Interreg IVB North Western Europe) en
waarin Interleuven met St. Helens, Eindhoven en Kaiserslautern op zoek gaat naar energievriendelijke toepassingen voor
publieke verlichting. De nieuwe technologieën voor publieke
verlichting die ze tot half 2013 uittesten, moeten energieverbruik en CO2-uitstoot verlagen. Tegelijk moeten zij ook
kosteneffectief zijn en vooral ook door de burgers geaccepteerd
worden vanuit het oogpunt veiligheid (ongevallen, veiligheidsgevoel, perceptie).
www.bliss-streetlab.eu of www.interleuven.be
EINDHOVEN - De Nederlandse Lichtstad dankt haar imago aan het
bedrijf Philips. Ondertussen is dit de toptechnologieregio Brainport
die zich de slimste regio ter wereld van 2011 mag noemen. Licht
blijft ook op gemeentelijk niveau een belangrijke rol spelen, een
van de nieuwste projecten is dat van de dynamische verlichting
Velddoornweg.
D
e Velddoornweg is een verbindingsweg door landelijk gebied.
‘We hebben gezocht naar verlichting met respect voor de groene hoofdstructuur,’ vertelt projectleider Sjors van
de Zanden. ‘Dat betekent zo min mogelijk
lichtvervuiling en zo min mogelijk overlast
voor de dieren in het gebied. Die twee vereisten combineren we met een laag energieverbruik en oog voor veiligheid, comfort
en een aangename sfeer voor de gebruikers van de weg. Uiteindelijk hebben we
gekozen voor groene ledverlichting. Over
een lengte van één kilometer verlichten
38 armaturen de weg alleen op momenten
dat het nodig is. Het dynamische systeem
zorgt ervoor dat de lampen aangaan als de
weg gebruikt wordt. De lampen zijn uitge-
Groene leds verlichten met respect voor flora en fauna,
alleen waar en wanneer het nodig is.
rust met een draadloos radiofrequent systeem waardoor iedere lamp afzonderlijk te
bedienen is.’
Het systeem is pas begin september opgeleverd. ‘Nu gaan we experimenteren met
de techniek en met verschillende niveaus
van lichtsterkte. Ook de ervaringen en beleving van de gebruikers worden onderzocht.
Eindhoven kiest er als laboratoriumstad
nadrukkelijk voor om niet enkel volledig
ontwikkelde producten toe te passen. Het
biedt op die manier bedrijven en onderzoekers de kans producten en ideeën “in het
echt” te testen en te verfijnen. Uiteraard
altijd binnen reële marges ten aanzien van
de veiligheid,’ zegt Sjors van de Zanden.
De verlichting op de Velddoornweg is
groen. Niet omdat dit mooi kleurt bij de
landelijke omgeving maar omdat uit onderzoek is gebleken dat het menselijk oog
bij een laag lichtniveau bij groen licht het
beste ziet. ‘Meer zicht bij minder licht’
luidt de slagzin van het bedrijf dat de lampen maakt. Daarnaast blijken dieren minder last van groen licht te hebben dan van
wit licht.
‘We zijn ambitieus in Eindhoven maar
alles heeft een prijs. Gelukkig maken subsidies het soms mogelijk ook in tijden van
laagconjunctuur te blijven zoeken naar
goede kwaliteit in de juiste verhouding tot
duurzaamheid en energiebesparing. We
zoeken altijd naar een optimale mix maar
nooit ten koste van de sociale veiligheid,’
besluit van de Zanden.
MVB
Lokaal I 16 september 2011 I 45
gf
Groen licht houdt rekening
met flora en fauna
Download