jeugdige zedendelinquenten

advertisement
JEUGDIGE
ZEDENDELINQUENTEN
- DE STAND VAN ZAKENdr. Jan Hendriks
Hoofd Jeugd De Waag Den Haag
UVA
Adviseur Harreveld
ONDERWERPEN
• Typologie
• Recidive
• Risicotaxatie
• Behandeling
MEISJES ALS DADER
• Relatief klein percentage < 5%
• Minder geweld dan bij jongens
• Veelal oppassituaties
• Soms afstraffen concurrente
• Daders vaak zelf slachtoffer van seksueel
misbruik
TYPOLOGIE
• Kindmisbruikers
• Leeftijdgenootmisbruikers
• Groepsdaders
GROEPSDADERS
• Veelal allochtone afkomst
• Meer voltooide verkrachtingen
• Relatief weinig psychopathologie
KINDMISBRUIKERS
• ‘Losers’
• Vaak gepest
• Neurotische/depressieve klachten
• Negatief zelfbeeld
• Vaker slachtoffers voor indexdelict
• Sekse slachtoffer opvallend
LEEFTIJDGENOOTMISBRUIKERS
• Vaker allochtone afkomst
• Meer geweld
• Meer verzet waargenomen
AMBULANT VERSUS NIETBEHANDELD (2005)
• N=325
• Onderscheid kindmisbruikers,
leeftijdgenootmisbruikers en groepsdaders
• 106 poliklinisch behandeld via De Waag
• 219 niet behandeld via De Waag en niet
via Harreveld
• Gemiddelde volgtijd = 8 jaar (1-18 jaar)
SLACHTOFFERSCHAP
• Schattingen varieren van 1/3 – 2/3
• Onderzoek Hendriks & Bijleveld (N=330):
<20%
• Meeste slachtoffers worden geen daders
• Slachtofferschap is van invloed op type
daderschap
KENMERKEN
• 62% Nederlandse afkomst
• gemiddelde leeftijd = 14
• 91% VMBO of lager
• 39% regelmatig tot vaak gepest
• 67% contact leeftijdgenoten slecht
DIAGNOSE
• 6% pervasieve ontwikkelingsstoornis
• 8% ADHD
GEZINSACHTERGRONDEN
• 22% licht tot ernstig geweld in gezin
• 20% pedagogische en/of emotionele
verwaarlozing
• 26% lichamelijke of geestelijke
mishandeling
• 17% zelf slachtoffer, 8% vermoedens
ALLE RECIDIVE (N=325)
Niet
behandeld
Geen
recidive
89
(41%)
Wel
130
recidive (59%)
Negatief of
neutraal
verloop
6
(29%)
Positief
verloop
15
(71%)
36
(42%)
49
(58%)
GEWELDSRECIDIVE (N=325)
Niet
behandeld
Geen
recidive
169
(77%)
Wel
50
recidive (23%)
Negatief
of
neutraal
verloop
16
(76%)
Positief
verloop
5
(24%)
10
(12%)
75
(88%)
ZEDENRECIDIVE (N=325)
Niet
behandeld
Geen
recidive
199
(91%)
Negatief of
neutraal
behandeld
17
(81%)
Wel
recidive
20
(9%)
4
(19%)
Positief
behandeld
3
(4%)
82
(96%)
SUBTYPEN EN
ZEDENRECIDIVE (N=319)
geen recidive
recidive
kindmisbruikers
92%
8%
leeftijdgenootmisbruikers
groepsdaders
91%
9%
90%
10%
RECIDIVEONDERZOEK
HARREVELD (2005)
• 10% van de totale groep recidiveert op
gebied van zeden
• (4% tijdens behandeling niet meegeteld
en 2% mogelijk)
• 15% van de obsessieven recidiveert
• 0% van de opportunisten recidiveert
• recidive na twee jaar: 70% van totale
volume
CALDWELL (2002). WHAT WE DO
NOT KNOW ABOUT JUVENILE
SEXUAL REOFFENCE RISK
• Reconviction studies: N=12
• N= 46 tot 350 (Kahn & Lafond, 1988)
• Follow up periode 20,4 tot 120 maanden
• Recidive percentage: 1.7% to 19%
Totale N van recidivisten: 158 van 1515: 10%
SAMENHANGEND MET
ZEDENRECIDIVE
• Geen of niet positief verlopen behandeling
• Eerdere zedendelicten
• Beide seksen als slachtoffer
• Verzet slachtoffer
RISICOFACTOREN
KINDMISBRUIKERS
• Weinig neurotische problematiek
• Eerdere zedendelicten
• Eerdere rechterlijke interventies
• Waargenomen verzet bij slachtoffer
• Jong slachtoffer (H)
• Slachtoffer is onbekende (H)
RISICOFACTOREN
LEEFTIJDGENOOTMISBRUIKERS
• Negatief zelfbeeld
• Speciaal onderwijs
• Gepest zijn op school
RISICOFACTOREN
GROEPSDADERS
• Geen gevonden
RISICOTAXATIE
• 2 instrumenten: J-SOAP (Prentky et al.) en
ERASOR (Worling & Curwen)
• Richten zich op de totale groep jeugdige
zedendelinquenten
• Niet gevalideerd, geen ‘cut off’ score
• Beter: risicotaxatie-instrument per
subgroep
CONCLUSIES
• Het is zinvoller om over subtypen jeugdige
zedendelinquenten te spreken dan over de
hele groep.
• Recidivepercentage op zedengebied is op
lange termijn relatief laag (rond 10%)
• Behandeling lijkt bij te dragen aan
recidivevermindering.
TRENDS
• Meer verfijnde risicotaxatie (subtype,
leeftijd)
• Sneller ambulant behandelen
• Korter behandelen
• Random toewijzen?
• Generalistisch behandelen (groepsdader)
VORMEN VAN HULPVERLENING/BEHANDELING
• 0-variant
• Taakstraf (Rutgers-Nisso/
Jeugdreclassering)
• Poliklinisch (De Waag)
• Residentieel (Harreveld/Rentray)
DE WAAG
• Onderdeel TBS-kliniek dr. H.van der
Hoevenstichting (1955)
• De Waag Utrecht 1992
• Fusie ABJ 2000
• 2006: 7 vestigingen
BEHANDELING VIA DE WAAG
•
•
•
•
•
•
•
•
Ervaring sinds 1987
Eigen methode
Onvrijwillig en ‘vrijwillig’
Korte intakeprocedure
Start: individueel traject
Vervolgtraject: veelal groepstherapie (20
maanden)
Veelal gericht op solodaders
Aandacht voor ouders
UITGANGSPUNTEN
•
•
•
•
•
•
•
•
•
No cure but control, hoewel?
Verantwoordelijkheid nemen
Inzicht krijgen in gevolgen recidiveren
Herkennen risicofactoren
Vat krijgen op cognitieve vervormingen
Gedragsalternatieven ontwikkelen
Verbeteren empathie
Verbeteren zelfbeeld
Vergroten sociale vaardigheden
OPBOUW PROGRAMMA
• Doelstellingen + evaluaties
• Gevolgen voor de dader
• Signalen voorafgaand aan het delict
• Gevolgen voor het slachtoffer
• Cognitieve vervormingen
• Gedragsalternatieven
• Sociale vaardigheden
DOELSTELLINGEN
• Concreet
• Regelmatige evaluatie
GEVOLGEN VOOR DE DADER
• Gevolgen voor contacten gezin/familie
• Gevolgen voor school/werk
• Gevolgen energie/tijd
SIGNALEN VOORAFGAANDE
AAN HET DELICT
• Geschiedenis
• Gevoeligheden
• 5 G’S:
– gebeurtenissen
– Gevoelens
– Gedachten
– Gedrag
– Goedpraters
COGNITIEVE VERVORMINGEN
• Noodzakelijk om stabiliteit te handhaven
• Noodzakelijk om te hervormen: tegengif
bieden
GEVOLGEN VOOR HET
SLACHTOFFER
• Psychische gevolgen
• Fysieke gevolgen
• Korte-termijn gevolgen
• Lange-termijn gevolgen
GEDRAGSALTERNATIEVEN
• Impulscontrole
• Agressieregulatie
• Alternatieven direct aan seksualiteit
gerelateerd
• Alternatieven indirect aan seksualiteit
gerelateerd
SOCIALE VAARDIGHEDEN
• Vooral nodig voor soloplegers en specifiek
kindmisbruikers
• Soms contraproductief (bij psychopaten)
• Geen kernmodule
TOT SLOT
• Bedankt voor jullie aandacht!
Download