LIBERALE BEWEGING VOOR VOLKSONTWIKKELING V.Z.W. LIBERALE VERENIGING VOOR SOCIO-CULTURELE WERKING VERSLAG EDUCATIEVE OF CULTURELE ACTIVITEIT AFDELING: LVSW Brugge DATUM ACTIVITEIT: donderdag 17 september 2009 PLAATS: LM-center, Revillpark 1 te 8000 BRUGGE AANVANG en EINDE: van 14.00 uur tot 17.00 uur VERANTWOORDELIJKE: medewerkers NAAM SPREKERS: Johan Duvillier DESKUNDIGHEID SPREKERS: lesgever bij het Rode Kruis AANTAL AANWEZIGEN : 17 TITEL VAN DE ACTIVITEIT : EHBO & reanimatie KORT VERSLAG MET BETREKKING TOT DE EDUCATIEVE WAARDE VAN DE ACTIVITEIT Als veiligheidsverantwoordelijke in een garagebedrijf volgde Johan Duvillier een opleiding EHBO & reanimatie. Dankzij die cursus en de latere vervolmakingsmodules kreeg hij de smaak te pakken om les te geven in opdracht van het Rode Kruis. Dit doet hij al 15 jaar. In België doen zich jaarlijks ongeveer 10 000 hartstilstanden voor. 5 tot 10 % overleeft dit hartfalen. In staat zijn om te reanimeren vóór de komst van de hulpdiensten redt effectief levens. Een snelle reanimatie en defibrillatie binnen 2 minuten na verlies van het bewustzijn en bij een hartstilstand doet de overlevingskansen van de slachtoffers met meer dan 60 % stijgen. De voordrachtgever overloopt de verschillende stappen in de hulpverlening en toont met behulp van 3 poppen (een vrouw, een kind en een baby) hoe je als hulpverlener tewerk moet gaan : 1. Zorg voor veiligheid: niet alleen die van het slachtoffer, maar ook de veiligheid van de omstaanders en je eigen veiligheid is van belang om nog meer slachtoffers te voorkomen. Geef als hulpverlener de omstaanders een taak, zoals het verkeer regelen. Ingeval van CO-vergiftiging moeten de hulpverleners die bron eerst uitschakelen. Rode Kruis-helpers trekken altijd handschoenen aan om geen contact te hebben met het bloed van een slachtoffer. Bij een bloedend slachtoffer zorgen de hulpverleners voor een infuus, want te groot bloedverlies kan hartstilstand veroorzaken en de hersenen kunnen niet zonder zuurstof. Het lichaam bevat 1 liter bloed per 13 kg lichaamsgewicht. 2. Controleer het bewustzijn: als het slachtoffer reageert als je er luid tegen praat of hem zachtjes bij de schouders schudt en in de hand knijpt, dan is hij bij bewustzijn en is er nog hartslag. Laat hem dan liggen zoals je hem vond, want ingeval van rugletsels verergert zijn toestand door verplaatsing. Probeer te weten te komen wat er gebeurd is. Haal hulp indien nodig. Controleer het slachtoffer regelmatig. Als je het slachtoffer zelf naar het ziekenhuis wil vervoeren, leg hem dan achteraan in de wagen en zorg dat een omstaander meekomt om op het slachtoffer te passen gedurende de rit. 3. Roep om hulp: als het slachtoffer niet reageert, roep dan de hulp in van de omstaanders of passanten om de hulpdiensten te verwittigen. 112 is het algemeen nummer voor de hulpdiensten in alle Europese landen, dat je zonder geld op zak kunt opbellen of ook als je GSM geen belkrediet meer heeft. 4. Open de luchtweg: bij een bewusteloos slachtoffer verslappen alle spieren, inclusief de tongspier, waardoor de tong in de keel zakt en de luchttoevoer verspert. Geef het slachtoffer niet op, want hij hoort wat gezegd wordt, maar kan niet reageren. Kantel zijn hoofd achterover, hef de kin met je vingers op en houdt het slachtoffer zo vast. Is het slachtoffer dronken, leg hem dan in een stabiele zijligging, zodat het braaksel uit zijn mond kan vloeien. 5. Controleer de ademhaling: kijk, luister en voel gedurende maximaal 10 seconden bij de mond van het slachtoffer. Is er geen ademhaling, dan haalt het niets uit nog de hartslag te meten (opzij in de hals, in de lies of op de pols). 6. Verwittig de hulpdiensten: als niemand je komt helpen, bel dan zelf 112. Laat weten waar je bent, beschrijf kort de toestand van het slachtoffer en de omstandigheden. Zo kunnen de hulpverleners meteen inschatten wie ze op pad moeten sturen. Als er vloeistof uit het verongelukt voertuig vloeit, dan komen de civiele bescherming en de brandweer. Is het slachtoffer bewusteloos, dan snelt de MUG ter hulp. 7. Start de reanimatie tot de hulpdiensten aankomen: geef om beurten 30 hartmassages en 2 beademingen. De hartmassages doen het bloed weer circuleren en de beademingen zorgen ervoor dat de vitale delen van lichaam – hart, hersenen en longen – in leven blijven. Als je geen hulp biedt binnen 3 minuten na het stoppen van de ademhaling, dan treedt er hersenschade op. Gaat het om een drenkeling, dan gaat er meer tijd over vóór er hersenschade optreedt, wat te maken heeft met het feit dat zijn haarvaten dichtgaan, waardoor het bloed in het lichaam blijft. Maak de bovenkleding los tot de borstkas bloot is (bij vrouwen hoeft de BH niet los). Leg het slachtoffer op een vaste ondergrond (dus geen massages op een matras of in de zetel). Bij het uitvoeren van hartmassages leg je je handpalm op het borstbeen, je andere hand erover en je haakt de vingers in elkaar, waarbij de bovenste vingers de onderste optrekken. Bij een volwassene mag je de borstkas tot 5 cm indrukken (= krachtig doorduwen). Tel van 1 tot 10, van 1 tot 20 en van 1 tot 30. Los de hand niet van de huid en houd je schouders en rug loodrecht boven de borstkas. 100 massages per minuut toepassen stemt overeen met de hartslag. Bij het beademen moet het hoofd achterover hellen en de kin moet met 2 vingers worden opgelift. Knijp de neus dicht en sluit je mond goed over de mond van het slachtoffer. Blaas en kijk of de borstkas omhoog komt. Elke beademing duurt ongeveer 1 seconde. Zijn jullie met 2 om hulp te bieden, wissel elkaar dan om de 2 minuten af. Heeft het slachtoffer een pacemaker en je bent daarvan op de hoogte, dan volstaat het om te beademen. De reanimatie van een kind en een baby bestaat ook uit 30 hartmassages en 2 beademingen, maar de borstkas van het kind mag je maar 3 cm indrukken en die van de baby slechts 1 cm. Bij het kind werk je met 1 handpalm op het borstbeen, terwijl je met de andere hand het hoofdje achterover houdt. Bij de baby werk je met 3 vingers op het borstbeen. Bij beademing van de baby sluit je je mond over zijn mondje en neusje. Er gaat ook meer tijd over vóór er hersenschade bij het kind en de baby optreedt, omdat de bloedverdeling bij kinderen anders is dan bij de volwassene: in het kinderhoofd bevindt zich meer bloed dan in het hoofd van de volwassene. Om te weten wie de hulpverlener moet verwittigen ingeval van een ongeval, voer dan de naam ICE (in case of emergency) in in je GSM en het nummer van het familielid. De voordrachtgever laat zien hoe het defibrilleren werkt met de AED (= automatische externe defibrillator), een toestel dat wettelijk zal worden verplicht in alle gebouwen waar veel publiek aanwezig kan zijn. Kostprijs: 2 000 euro. 2 kleefpleisters die verbonden zijn met het toestel, veroorzaken elektrische schokken die het hart weer doen functioneren. Je steekt de stekker in het toestel en volgt de instructies op, zoals de kleefpleisters op de ontblote borst kleven. Doe dit niet op de tepel en kleef ze ver uit elkaar, wat aangeduid staat op de achterkant van de kleefpleisters. Daarna druk je de oranje knop in om een schok aan het slachtoffer toe te dienen. Raak vooral het slachtoffer niet aan, anders analyseert het toestel jouw hartslag i.p.v. die van het slachtoffer! De kleefpleisters voor volwassenen mogen niet op kinderen worden gebruikt: voor hen zijn er andere klevers voorzien. Baby’s jonger dan één jaar mogen alleen met AED worden behandeld als daarvoor een geschikt toestel voorhanden is. Volg de verdere instructies op, zoals start en stop CPR (= massages en beademing). Zodra het slachtoffer weer normaal ademt, leg je hem in stabiele zijligging. Dit gebeurt door de dichtste arm omhoog te leggen, de verste arm naar je toe te halen, de hand van die arm langs de wang te leggen, de knie van het verste been omhoog te trekken en dit been over te plooien naar de jou toe. Gaat het om een zwaarlijvige persoon, dan neem je hem bij het verste bekken. Let erop dat het hoofd achterover ligt en de mond naar beneden is gericht. Moet je iemand wegsleuren van het gelijkvloers naar buiten, leg dan de armen achter het hoofd van het slachtoffer en pak hem beet bij zijn voeten. Moet je iemand van de trappen naar beneden sleuren, kruis dan zijn benen, hurk aan het hoofd van het slachtoffer en steek dan je armen onder zijn oksels naar voren en pak zijn arm vast. Moet je iemand uit de auto sleuren, trek dan zijn benen en voeten opzij uit de auto en neem hem dan achteraan onder de oksels door mee naar buiten. Bij verstopping in de keel: meestal helpt het om het zittend slachtoffer in het midden van de rug te slaan. Ligt het slachtoffer op de grond, dan hurk je aan zijn hoofd en je duwt hem vanaf de rug omhoog met ondersteuning in de nek. Je steekt je hand onder de oksel en legt die op het borstbeen van het slachtoffer. Doe het slachtoffer voorover buigen en klop in het midden van de rug ter hoogte van de hand op het borstbeen. Lukt dit niet, dan moet je overgaan tot de buikstoot. Zoek het putje in zijn buik, leg er je vuist op en dan je andere hand erop en trek het slachtoffer omhoog naar je toe. Doe dit 5-maal. Dan duw je 5-maal op het borstbeen om de lucht in de longen naar de luchtpijp te doen komen. De buikstoot mag je niet uitvoeren bij een zwangere vrouw en bij een baby. Stel je vast dat het slachtoffer een kunstgebit heeft, neem het er dan uit. Als een kind zich verslikt, dan klop je ook in het midden van de rug en druk je op het borstbeen, maar dan zachter dan bij een volwassene. Als je een baby die zich verslikt heeft, moet helpen, dan hou je zijn hoofdje in V-vorm en draai je het kindje met de rug naar je toe, waarna je op zijn rugje klopt. Een beroerte herken je aan de verlammingsverschijnselen en bij een trombose kan het slachtoffer niet meer spreken. Stel je dit vast, dan verwittig je onmiddellijk de 112. Bij verlamming van één van de benen, slaagt de medische wereld er al in om de patiënt binnen 3 maanden weer zelfstandig te doen stappen door de hersenen te misleiden: de patiënt stapt met zijn ene been op een loopband en wordt bij het verlamde been door een kinesist ondersteund. Tussen de benen bevindt zich een spiegel. De hersenen registreren op die manier twee stappende benen. Die therapie moet echter door medicatie worden ondersteund. Een hartinfarct doet zich in rusttoestand voor, een hartangor daarentegen als het slachtoffer aan het werk is. De hartspier faalt door een klonter. Klaagt het slachtoffer over pijn in de hartstreek, plaats hem dan onmiddellijk op een stoel, want bij de minste inspanning moet het hart aan de slag. Op dat moment kan je de hartslag van het slachtoffer opzij in zijn hals meten. Heeft het slachtoffer voor het eerst last van zijn hart, dan bel je onmiddellijk 112. Is hij hartpatiënt, dan vraag je naar zijn medicatie en dien je die toe. Na afloop van de voordracht stellen enkele deelnemers nog vragen. De voordrachtgever geeft aan iedereen een geheugensteuntje mee en een checklist CPR. datum : 20/09/2009 DE ORGANISATOR