Blog 4: Het plantagelandschap Deze gravure (afb

advertisement
Blog 4: Het plantagelandschap
Deze gravure (afb. 1) komt uit de Franse uitgave
van John Gabriel Stedmans Narrative of a five
years expedition against the revolted Negroes of
Surinam (1798). We zien een plattegrond van een
(wellicht fictieve) koffieplantage. Een register
vertelt de lezer dat het huis van de directeur of
eigenaar aan de rivier ligt, dat de slavenverblijven
verder op het terrein staan en dat je een kanaal
over moet steken om bij de landbouwgronden te
komen. Degenen die geen reis naar de kolonie
wilden of konden ondernemen, leerden van
Stedman op deze manier hoe het
plantagelandschap van Suriname er uit zag.
Het verbeelden van de plantage als een logisch
geordend systeem was iets dat regelmatig
voorkwam in de visualisatie van de koloniën. Het
was onderdeel van een lange traditie van
cartografie, waarmee de kolonisten een nieuw
gebied in kaart brachten. Kaarten waren niet
alleen materiele informatieverschaffers, maar
functioneerden tegelijkertijd als symbolisch
instrument voor koloniale expansie. Met behulp
van lijnen en grenzen werd het koloniale
Afb. 1 Plaat nummer XXXXIII uit J.G. Stedman, Voyage à Surinam et
landschap gereduceerd tot een schema. De enige dans l’intérieur de la Guyane (1798). Gravure op papier.
Tropenmuseum, inv.nr. 3728-544b-40, Amsterdam.
aanwijzing voor de aanwezigheid van slaven op
de plattegrond van Stedman is een nummer: 12. Maisons des negres.
Laten we nu naar een tekening van Huygens kijken, voorzien van de met pen beschreven titel Suiker
Plantage aan de Suriname. We bevinden ons als toeschouwer op het water, alsof wij in een eigen
boot zitten. Vlakbij zijn andere vaartuigen; een pondo (links), korjaal (centraal) en een tentboot. We
zijn op de rivier de Suriname, in deze periode een belangrijke transportweg voor de aan- en
doorvoer van koloniale producten als suiker, koffie en cacao. Voor de verbouw van deze producten
was water nodig, en plantage-eigenaren bouwden hun plantages dan ook het liefst zo dicht mogelijk
aan de rivier.
Op de tekening zien wij een aantal plantagegebouwen. De schoorstenen verraden dat het om een
suikerplantage gaat: de stoom die nodig was om de suiker te verwerken kon hierdoor ontsnappen.
Maar wat zien we verder van de plantage? Eigenlijk niks. We zien geen plantagegronden met
suikerriet, noch mensen aan het werk op deze plantagegronden. De figuren op het water zijn
waarschijnlijk slaven (zij roeiden de tentboot van de plantage-eigenaar voort), maar zij hebben
weinig te maken met wat er op de suikerplantage daarachter gebeurt. Zou dit bewust zijn?
We kunnen stellen dat Huygens ons hier een plantagelandschap aan de hand van gebouwen
presenteert. Hij materialiseert hiermee een georganiseerd proces dat in werkelijkheid gestoeld was
op arbeid. Hoewel zijn tekening in tegenstelling tot de plattegrond van Stedman meer is dan alleen
een schematische weergave van de plantage, hebben zij met elkaar gemeen dat wat zij níet
verbeelden: die lichamen die op de plantagevelden arbeid verrichten om het voortbestaan ervan te
garanderen. Dit is echter niet uitzonderlijk, maar gebeurt in de achttiende en negentiende eeuw in
de visualisatie van de koloniën zeer vaak.
Afb. 2 Hendrik Huygens, Suiker Plantage aan de Suriname (ca. 1850). Potlood en gewassen pen op papier.
Tropenmuseum, inv.nr. 6464-4, Amsterdam.
Download