to the PDF file.

advertisement
Gladiatoren-sans.indd 2
09-09-16 14:40
GLADIATOREN
HELDEN VAN HET COLOSSEUM
Annelies Koster & Stephan Mols (redactie)
Museum Het Valkhof | Uitgeverij Vantilt
Gladiatoren-sans.indd 3
09-09-16 14:40
© 2016 Uitgeverij Vantilt, Nijmegen
isbn 978 94 6004 303 1
Ontwerp: Mijke Wondergem, Baarn
Opmaak: Peter Tychon, Wijchen
Lithografie: Wilco Art Books, Amersfoort
Afbeelding omslag: Gallo-Romeins museum, Tongeren
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,
fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van de uitgever.
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten van de illustraties volgens de wettelijke bepalingen
te regelen. Zij die menen rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich tot de uitgever wenden.
Gladiatoren-sans.indd 4
09-09-16 14:40
Inhoud
Inleiding
(annelies koster & stephan mols)7
Ontstaan en ontwikkeling van de gladiatorenspelen
De oorsprong en ontwikkeling van amfitheaters
Een dag in het Colosseum
(rossella rea)15
(fik meijer)27
Crowd control in het Colosseum
(daniëlle slootjes)39
Helden in de arena, Martialis over gladiatoren
De gladiatoren
(olivier hekster)9
(vincent hunink)43
(annelies koster)53
Gladiatoren in Pompeii
(eric m. moormann)67
Vrouwelijke gladiatoren
(lotte drouen)79
Gladiatorenspelen in de Romeinse keizertijd
Het Colosseum na de oudheid
Het Nijmeegse amfitheater
(louis van den hengel)83
(stephan mols)93
(harry van enckevort)99
Gladiatorengevecht uit Maastricht
(titus a.s.m. panhuysen)105
De gladiatorenbeker van Nijmegen
(louis swinkels)109
De muurschilderingen van Maasbracht
(louis swinkels)113
Een acrobaat te paard uit Oppidum Batavorum
(christel veen)119
Noten122
Literatuur124
Illustratieverantwoording125
Over de auteurs
127
Gladiatoren-sans.indd 5
09-09-16 14:40
1 Helm van een thraex met een kam eindigend
in een griffioenkop. Op de kam konden veren
worden aangebracht. Een palmboom siert de
voorkant van de helm. Aan weerszijden zijn
buisjes waarin veren konden worden gestoken.
De roosters voor de ooggaten konden met
scharnieren worden weggeklapt. Uit de
gladiatorenschool in Pompeii, derde kwart
eerste eeuw.
Gladiatoren-sans.indd 6
09-09-16 14:40
ANNELIES KOSTER & STEPHAN MOLS
Inleiding
Gladiatoren. Helden van het Colosseum is geschreven naar aanleiding van de gelijknamige tentoonstelling in Museum Het Valkhof in Nijmegen. Het behandelt uiteenlopende aspecten van de wereld van brood en spelen, waarin gladiatoren een grote
rol speelden. Allereerst komt de herkomst van de gladiatorenspelen aan bod, in de
bijdrage van Olivier Hekster. Rossella Rea, directeur van het Colosseum, gaat in op
de architectuur van het grootste amfitheater uit de Romeinse tijd. Fik Meijer geeft
een indruk van het dagprogramma van de spelen, waarin gevechten met wilde dieren,
executies en gladiatorengevechten elkaar als in één climax opvolgden. In de bijdrage
van Daniëlle Slootjes komt de ingenieuze logistiek aan de orde die de circa 70.000 bezoekers naar en van hun plaatsen moest brengen. Over de spelen bij de inwijding van
de nieuwbouw van het Colosseum en de lof op de Flavische keizers door de dichter
Martialis gaat de bijdrage van Vincent Hunink. Annelies Koster behandelt de soorten
gladiatoren die in de arena vochten en Lotte Drouen laat zien dat het daarbij niet
alleen om mannen ging. De belangrijke vondst van een aantal wapens en onderdelen van wapenrustingen van gladiatoren vormt het onderwerp van het stuk van Eric
Moormann. Louis van den Hengel gaat in op de betekenis van gladiatorenspelen en
trekt daarbij ook een vergelijking met geweld in onze tijd. De geschiedenis van het
Colosseum na de oudheid komt aan bod in de bijdrage van Stephan Mols.
Na deze hoofdstukken volgt een aantal artikelen over amfitheaters, gladiatorenspelen en ander volksvermaak in onze streken. Harry van Enckevort behandelt het
enige amfitheater dat tot op heden uit Romeins Nederland bekend is en dat in Nijmegen heeft gelegen. Hierop volgen drie bijdragen over vondsten uit Romeins Nederland waarop gladiatoren zijn afgebeeld: Titus Panhuysen behandelt een grafsteen
met gladiatoren uit Maastricht, Louis Swinkels een versierde beker uit Nijmegen en
een wandschildering uit Maasbracht. Christel Veen laat ten slotte zien dat in een
amfitheater misschien ook ander vermaak werd vertoond in haar bijdrage over een
beeldje van een desultor, een acrobaat met paarden.
Gladiatoren-sans.indd 7
7
09-09-16 14:40
8
Gladiatoren-sans.indd 8
09-09-16 14:40
OLIVIER HEKSTER
Ontstaan en ontwikkeling van de gladiatorenspelen
‘De Romeinen organiseerden het optreden van gladiatoren, een gewoonte die ze
hadden overgenomen van de Etrusken…’ Zo schrijft Nikolaus van Damascus, de
secretaris van koning Herodes, in de tweede helft van de eerste eeuw voor Christus. Het zou inderdaad kunnen dat de gladiatorenspelen via de Etrusken naar
Rome zijn gekomen, maar er bestaat ook een andere theorie.
9
Het woord voor de trainer/eigenaar van gladiatoren was lanista, dat volgens de Etymologie van Isidorus van Sevilla (circa 560-636 n.Chr.) uit het Etruskisch komt en ‘beul’ of
‘scherprechter’ betekent.1 Dan is er nog een curieuze passage uit Ad Nationes (uit 197
n.Chr.), een schriftelijke aanval op het heidendom door de kerkvader Tertullianus. Hij
bespreekt ook de spelen in de arena:
Vaak zagen we een gecastreerde Attis, de god uit Pessinus, en een man uitgedost als Hercules, die levend werd verbrand. We moesten ook lachen om zo’n
godenspel tussen de middag: vader Dis, broer van Jupiter, voert overblijfselen
van gladiatoren af met zijn hamer, en Mercurius, met kale kop en vleugeltjes
en staf met witheet topje, test met brandijzer de levenloze lijken, of de lui die
zich voor dood houden.2
Deze beroemde passage, die mooi aangeeft hoe verweven de gladiatorenspelen
waren met de Romeinse godenwereld, laat zien dat tijdens de spelen dramatische
mythologische verhalen konden worden uitgebeeld in theatrale terechtstellingen.3
De tekst wordt vaak aangehaald ter ondersteuning van de Etruskische oorsprong van
gladiatorengevechten, door te verwijzen naar de god met de hamer die volgens Tertullianus de lijken van gladiatoren afvoerde. Die godheid wordt dan geïdentificeerd
als de Etruskische demon Charon/Charu, door een vergelijking met afbeeldingen uit
Etruskische graftombes uit de vierde eeuw v.Chr. Daarop is een ietwat sinistere figuur
Gladiatoren-sans.indd 9
09-09-16 14:40
10
met een grote hamer te ontdekken.4 Maar de koppeling met die eerdere afbeelding is
problematisch, onder meer omdat de tekst van Tertullianus zes eeuwen later geschreven is en er niet zomaar van continuïteit uitgegaan kan worden. Andere Etruskische
schilderingen, uit voornamelijk de tweede en eerste eeuw v.Chr., tonen de mysterieuze
gemaskerde Phersu. Vanwege de wreedheid van de afbeeldingen zijn ze als bewijs voor
een Etruskische origine van gladiatorenspelen gezien.5 Maar de koppeling is speculatief, en zou waarschijnlijk nooit gelegd zijn zonder de veel latere literaire verwijzingen
die hiervoor genoemd zijn. Kortom, alle expliciete verwijzingen naar een Etruskische
oorsprong van de spelen zijn literair, en lang nadat de gladiatorenspelen ontstonden opgeschreven. Daarbij hadden Romeinen de neiging om veel zaken waarvan ze
de oorsprong niet kenden aan de Etrusken toe te wijzen: ook de toga, trompetten,
een reeks religieuze rituelen en muziek zouden via de Etrusken naar Rome gekomen
zijn.6
De literaire bronnen noemen nog een andere mogelijke oorsprong voor de gladiatorenspelen: de regio Campanië. Tussen 343 en 290 v.Chr. vocht Rome daar drie
oorlogen uit tegen de Samnieten, en nog latere literaire teksten leggen de link tussen
Capua en het ontstaan van gladiatorengevechten. Volgens de eerste-eeuwse dichter
Gladiatoren-sans.indd 10
09-09-16 14:40
1 Schildering uit een graftombe in Paestum
in Zuid-Italië, rond 350 v.Chr. Duels als deze
werden ge­organiseerd bij begrafenissen
ter ere van de overledene. Links zijn twee
mannen naakt aan het boksen. Daarnaast
staat een muzikant, spelend op een dubbel­
hobo. Rechts vechten twee mannen met
werpsperen en lansen, beschermd door hun
bepantsering, bestaande uit scheenplaten,
schilden en helmen. De linker draagt ook een
borstpantser. Rechts staat de scheidsrechter
met een krans voor de overwinnaar in zijn
hand.
11
Silius Italicus was het een aloud Samnitisch gebruik om gewapende mannen te laten
vechten bij grote banketten, waarbij ‘de tafels werden bevlekt met stromen bloed’.
Er was nogal wat wrevel bij de Romeinen sinds Capua in de tweede Punische oorlog
(218-201 v.Chr.) de kant van Hannibal had gekozen, dus de betrouwbaarheid van dit
soort teksten die de decadentie van Capua benadrukken, is beperkt.7 Toch lijkt Campaanse invloed waarschijnlijker dan Etruskische. De oudste stenen amfitheaters zijn
in Campanië gevonden, en de ‘Samniet’ is het meest genoemde type gladiator tijdens
de republiek.8 Belangrijker nog zijn fresco’s met vrij expliciete gladiatorengevechten
die in graven in de buurt van de stad Paestum gevonden zijn vanaf de vierde eeuw
v.Chr.9 Dat deze fresco’s in een grafcontext zijn gevonden is niet verrassend. Die past
goed bij uit de hele oudheid bekende lijkspelen. Het was in het hele mediterrane
gebied gebruikelijk om rondom het sterven rituelen uit te voeren waarin een vorm van
bloedoffers paste, waarmee aan een gestorvene eer werd bewezen.10
Dat eerbetoon aan de overledene verklaart ook het woord munus (meervoud munera) voor dit soort lijkspelen, en voor gladiatorenspelen. Lijkspelen waren een verplichting (munus) tegenover de dode. Hoe dit soort rituele verplichtingen uiteindelijk
tot gladiatorenspelen zou leiden, blijft vooralsnog onduidelijk.
Gladiatoren-sans.indd 11
09-09-16 14:40
12
Ontwikkeling van gladiatorenspelen
Over de oorsprong van de gladiatorenspelen is veel discussie, over de introductie in
de stad Rome veel minder, hoewel ook daarvoor vooral literair bewijsmateriaal bestaat. De eerste geattesteerde gevechten vonden plaats in 264 v.Chr., kort na het begin van de eerste Punische oorlog (264-241). Het is niet gezegd dat dit ook de eerste
keer was dat er spelen in Rome werden gehouden, maar de Romeinen zagen dit als de
eerste Romeinse gladiatorengevechten. De zonen van Junius Brutus eerden toen hun
vader door een munus te houden waarin drie paar gladiatoren vochten.11 De gevechten
vonden plaats op het Forum Boarium (‘Rundermarkt’), dicht bij de Tiber. Dit was een
geschikte locatie, want er stond een oude tempel voor Hercules, een gepaste godheid
als getuige van gevechten. Waarschijnlijk nog belangrijker was dat het forum al volledig was ingericht om grote hoeveelheden bloed snel af te voeren – geen overbodige
luxe voor een veemarkt in een heet klimaat. Bij de eerste gevechten, met ‘slechts’
drie paar gladiatoren, zal de hoeveelheid bloed nog beperkt gebleven zijn. Maar in de
loop van de derde eeuw groeiden de munera in complexiteit en werden er steeds meer
gladiatoren ingezet om voorgaande gevechten te overtreffen.
Hoewel er ongetwijfeld veel gevechten zijn georganiseerd tussen 264 en 216
v.Chr., heeft de tweede literaire vermelding betrekking op 216 v.Chr. Toen zouden
er tweeëntwintig paar gladiatoren hebben gevochten tijdens de munera ter ere van
Marcus Aemilius Lepidus. Die gevechten duurden drie dagen.12 Nog later, in 174 v.Chr.
werden vrij veel gladiatorenspelen gehouden, meestal van geringe omvang.
Maar één overtrof alle andere: dat van Titus Flamininus. Hij gaf het wegens de
dood van zijn vader, vier dagen lang, met een vleesuitdeling en een maaltijd en
toneelspelen. Van een groot feest was toen het hoogtepunt dat gedurende drie
dagen vierenzeventig mensen tegen elkaar vochten.13
Of de aantallen vechtende gladiatoren kloppen, kunnen we niet achterhalen. Antieke
teksten zijn op dat gebied notoir onbetrouwbaar. Maar een stijgende lijn is hierin
onmiskenbaar en past ook bij de intense competitie onder de elite van de Romeinse
republiek. Het was belangrijk niet voor andere leden van de elite onder te doen, en
idealiter voorgangers te overtreffen. Dit gold met name rondom begrafenisrituelen,
merkt ook de Griekse politicus en historicus Polybius, die zeventien jaar als krijgsgevangene in Rome doorbracht (168/7-151 v.Chr.) op.14 De kosten voor dit soort extravaganties waren enorm. Polybius schrijft bijvoorbeeld dat toen Lucius Aemilius Paullus
Macedonicus in 160 v.Chr. stierf, zijn (inmiddels door iemand anders geadopteerde)
zoon Fabius
Gladiatoren-sans.indd 12
09-09-16 14:40
2 Zilveren tetradrachme, geslagen
in 166 v.Chr. in Antiochië door
Antiochus iv Epiphanes, koning van
Syrië (175-164 v.Chr.). Op de voorzijde: kop van Apollo met lauwerkrans;
op de keerzijde: Apollo gekleed in
een lang gewaad met offerschaal
in de rechterhand en kithara links.
De tekst verwijst naar koning Antiochus.
graag gladiatorengevechten [wilde] organiseren ter ere van zijn vader, maar
[hij] was gezien de hoge kosten die zoiets met zich meebracht niet in staat het
benodigde geld te betalen. Scipio betaalde nu de helft van de kosten uit zijn
eigen bezittingen. De totale som bedraagt, wanneer men de gevechten royaal
opzet, niet minder dan dertig talenten.
13
De extra hoge bedragen konden mensen die om politieke redenen groots wilden uitpakken in de financiële problemen brengen. Dat zou in de late republiek ook met
regelmaat gebeuren.15 De spectaculaire inflatie van de grootse opzet van de spelen
leidde bijvoorbeeld tot de spelen die Julius Caesar in 65 v.Chr. organiseerde ter herinnering aan zijn vader, die twintig jaar eerder gestorven was. Caesar zou driehonderd­
twintig paar gladiatoren in zilveren wapenrusting hebben laten vechten.16
Deze inflatie vond al ruim voor de late republiek plaats en niet alleen in Rome. Ook
in de overzeese gebiedsdelen van het Romeinse Rijk werden munera geïntroduceerd.
De Romein Scipio Africanus herdacht in 206 v.Chr. zijn vader en oom met gladiatorenspelen in Carthago Nova (Cartagena in Spanje), waarbij lokale leden van de elite
tegen elkaar gevochten zouden hebben.17
Er was competitie over wiens spelen het grootst en meest luxueus waren, en er
werd daarbij gespeeld met lokale tradities. Zo organiseerde Aemilius Paullus in het
voorjaar van 167 v.Chr. na een beslissende Romeinse overwinning in Macedonië
grootse overwinningsspelen te Amphipolis. Die kregen nadrukkelijk de vorm van
Griekse competities (agones) met een sterk Romeinse invulling. Het waren geen gladiatorengevechten of geënsceneerde jachttaferelen (venationes), maar de nadruk op
de Romeinse militaire kracht is wel zichtbaar.
Ook niet-Romeinen organiseerden gladiatorenspelen, hoewel het daarbij voornamelijk om voormalige krijgsgevangenen ging, die uiteindelijk terugkeerden naar
hun geboortegrond. Zo werd Antiochus iv Epiphanes (circa 215-164 v.Chr.) na een
Gladiatoren-sans.indd 13
09-09-16 14:40
14
gedwongen verblijf in Rome koning van de Seleuciden (Syrië). In zijn regeerperiode
introduceerde hij een aantal Romeinse gewoonten in zijn rijk, waaronder gladiatorengevechten. Antiochus legde met zijn munera een nadrukkelijke machtsclaim, en
probeerde in de organisatie van zijn gevechten te wedijveren met onder meer de Romeinse generaal Aemilius Paullus Macedonicus. Zijn spelen in september en oktober
166 v.Chr. duurden dertig dagen, en daarin zocht hij expliciet de competitie met de
spelen van Aemilius Paullus, met meer participanten en duurdere giften. Antiochus
liet zelfs speciale munten slaan om zijn spelen onder de aandacht te brengen.
En waar Paullus op Romeinse wijze Griekse spelen had georganiseerd, introduceer­
de Antiochus expliciet Romeinse elementen in zijn festival, zoals venationes en gladia­
torengevechten. Daarbij liet hij zien dat hij als koning veel meer middelen tot zijn
beschikking had dan een Romeinse generaal: hij voerde vierhonderdtachtig gladiatoren op.18
Romeinse generaals en ‘geromaniseerde’ koningen voerden op deze manier in verschillende delen van het rijk door middel van publieke spektakels een niet-militaire
strijd. Het is duidelijk dat al in de loop van de tweede eeuw v.Chr. gladiatorenspelen steeds meer een statussymbool werden, een middel waarmee machtsposities en
rijkdom konden worden uitgedrukt. De gladiatoren werden ook als typisch Romeins
opgevat. De vermeende oorsprong in Etrurië of Campanië deed daar niets aan af.
Gladiatoren-sans.indd 14
09-09-16 14:40
Download