Lesvoorbereiding Onderbouw (groep 1/2/3) Zakelijke gegevens Naam student: A B Stageschool: Iselinge klas: VR2 Mentor/mentrix: Datum: 16 december 2014 Aantal leerlingen: 24 Tijd: 9.15 – 10.00 uur Groep: 1/2a Inhoudelijke gegevens: N.B. bij een speelwerkles (groep ½) of circuitles (groep 3) worden alle inhoudelijke gegevens tot en met de lesdoelen per activiteit ingevuld. Noteer bij de speelwerkles ook welke activiteit extra aandacht of begeleiding van de leerkracht krijgt. Componenten van de les (of deelactiviteit) Beginsituatie van de leerlingen op verschillende niveaus: Over de gehele les (extra aanvullingen zijn bij de activiteit zelf terug te vinden): - De leerlingen kennen de organisatie- en werkvormen. Het werken in groepjes zal voor de leerlingen nog wat wennen zijn. In de speelwerkles zijn ze wel gewend om samen te werken maar er is nog niet eerder een circuitles gegeven in de groep. Groep 2 heeft al wel eens geoefend met een circuitles bij Juf Mieke. - Het digibord wordt dagelijkse ingezet bij deze groep. - De leerlingen werken elke speelwerkles met de timetimer. De leerlingen kunnen op deze manier zelf de tijd in de gaten houden. - D, D, en T hebben een korte concentratieboog. Je moet hun aandacht richt op deze leerlingen om vervolgens de vraag te stellen of de opdracht te geven. - Y, S, F, J, en L hebben moeite met het volgen van een verhaal, de visuele ondersteuning is voor deze leerlingen belangrijk. - De leerlingen weten dat zij hun vinger op moeten steken om iets te zeggen als we werken met de hele groep. 1. Kerstfeest met Kikker Ontwikkelingsgebied: Taal Leerlijn: Beginnende geletterdheid Tussendoel: Verhaalbegrip Activiteit: De leerlingen luisteren naar het prentenboek dat voor gelezen wordt door de leerkracht. Het prentenboek gaat over Kikker en zijn vriendjes. Zij gaan kerstfeest vieren. Ze maken een lekker diner en zij zetten een kerstboom. Rol van de leerkracht: Leidend Organisatievorm: De leerlingen zitten op de grond voor het digibord. Materiaalgebruik: Digibord met het prentenboek ‘Kerstfeest met Kikker’. Tafel met kerstboom en een gedekte tafel. Werkwijze loopronde: N.v.t. Beginsituatie: - De leerlingen worden vaker voor gelezen door de leerkracht. Lesdoelen op verschillende niveaus (gebaseerd op het tussendoel): proces-/productdoelen; kennis-, vaardigheids-, vormingsdoelen: Niveau 1: Procesdoelen Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen Productdoelen De leerlingen kunnen vertellen welke dieren in het verhaal kerst vieren. De leerlingen oefenen met het stil blijven zitten op de plek op de grond tijdens het luisteren naar een verhaal. Vormingsdoelen Niveau 2: Procesdoelen Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen Productdoelen De leerlingen kunnen vertellen wat kerst is en wat er bij kerst hoort zoals kerstballen en een kerstboom. Ook kunnen zijn verklaren waarom sommige situaties uit het boek zo gaan en waarom. De leerlingen oefenen met het stil blijven zitten op de plek op de grond tijdens het luisteren naar een verhaal. Vormingsdoelen 2. Kerstmemorie Ontwikkelingsgebied: Cognitieve ontwikkeling Leerlijn: Verschillen / vergelijken Tussendoel: Waarnemen van verschillende afbeeldingen rondom kerst Activiteit: De leerlingen werken in groepjes van 4 en zij maken een memorie met plaatjes van de kerst. Om de beurt mogen zij twee kaartjes omdraaien om te kijken of deze bij elkaar horen. Als ze bij elkaar horen mogen zij nog een keertje. Degene met de meeste memories heeft gewonnen. Het spel kan herhaald worden tot de tijd voorbij is. Rol van de leerkracht: Begeleiden Organisatievorm: 2x4 leerlingen in tafelgroepje Materiaalgebruik: Memorie met kaartjes van de kerst Werkwijze loopronde: Tafelgroep 1 tot met tafelgroep 6 met de klok mee. Beginsituatie: - De leerlingen kennen de regels van een memorie en zij kunnen het spel spelen zonder begeleiding. - De leerlingen werken samen met elkaar en iedereen is om de beurt aan de beurt. - De leerlingen hebben al vaker in kleine groepjes gewerkt bijvoorbeeld bij een speelwerkles. Lesdoelen op verschillende niveaus (gebaseerd op het tussendoel): proces-/productdoelen; kennis-, vaardigheids-, vormingsdoelen: Niveau1: Procesdoelen Productdoelen Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen Vormingsdoelen De leerlingen oefenen met het bij elkaar zoeken van 2 plaatjes door te vergelijken en/of verschillen te ontdekken. De leerlingen oefenen met het in samenwerken en het werken in een circuitles. Niveau 2: Procesdoelen Kennisdoelen Productdoelen De leerlingen kunnen tijdens de activiteit vertellen waarom de plaatjes bij elkaar horen. Ze vertellen daarbij waar ze op gelet hebben bijvoorbeeld ze zijn allebei groen met kerstballen in de boom. Vaardigheidsdoelen Vormingsdoelen De leerlingen oefenen met het in samenwerken en het werken in een circuitles. 3. Kerstboom Ontwikkelingsgebied: Rekenen Leerlijn: Waarnemen van kleuren Tussendoel: Waarnemen van verschillende kleuren door middel van een spel met gekleurde kerstballen Activiteit: De leerlingen hebben allemaal een kaart met een kerstboom voor zich. In de boom hangen ballen in de kleuren: geel, oranje, paars, blauw, rood en groen. De leerlingen gooien met een kleurendobbelsteen en mogen de kerstballen in de boom gaan hangen. Als zij geel hebben gegooid hangen zij deze kleur in de kerstboom. Dit doen zij tot de eerst kerstboom helemaal gevuld is met de kerstballen. Daarna begint het spel opnieuw. Rol van de leerkracht: Begeleiden Organisatievorm: 2x4 leerlingen in tafelgroepje Materiaalgebruik: 4 kaarten met kerstboom, gekleurde kerstballen en kleurendobbelsteen Werkwijze loopronde: Tafelgroep 1 tot met tafelgroep 6 met de klok mee. Beginsituatie: - De leerlingen hebben al eens eerder gewerkt met de verschillende kleuren: geel, oranje, paars, blauw, rood en groen binnen het thema ‘de bakker’. - De leerlingen weten wat een kerstboom is en dat er in de kerstboom kerstballen komen om deze te versieren. - De leerlingen hebben al vaker in kleine groepjes gewerkt bijvoorbeeld bij een speelwerkles. Lesdoelen op verschillende niveaus (gebaseerd op het tussendoel): proces-/productdoelen; kennis-, vaardigheids-, vormingsdoelen: Niveau1: Kennisdoelen Procesdoelen De leerlingen oefenen om de kleuren oranje, groen en paars om deze te onthouden en benoemen. Vaardigheidsdoelen Vormingsdoelen Productdoelen De leerlingen kennen de kleuren geel, rood en blauw. De leerlingen kunnen met een dobbelsteen gooien. De leerlingen oefenen met het in samenwerken en het werken in een circuitles. Niveau 2: Procesdoelen Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen Vormingsdoelen Productdoelen De leerlingen kennen de kleuren geel, rood, blauw, groen, oranje en paars. De leerlingen kunnen met een dobbelsteen gooien en de koppeling maken dat zij een zelfde kleur kerstbal in de boom mogen hangen. De leerlingen oefenen met het in samenwerken en het werken in een circuitles. 4. Sneeuwpop Ontwikkelingsgebied: Rekenen Leerlijn: Visuele discriminatie Tussendoel: Vergelijken en verschillen herkennen Activiteit: De leerlingen krijgen kaartjes met sneeuwpoppen voor zich. Bij elke sneeuwpop moeten zij hetzelfde kaartje zoeken en zij kijken wat er ontbreekt bij de sneeuwpop. Dit kan een sjaal zijn of de neus van de sneeuwpop. De leerlingen wisselen onderling met de kaartjes om verschillende sneeuwpoppen compleet te maken. Rol van de leerkracht: Begeleiden Organisatievorm: 2x4 leerlingen in tafelgroepje Materiaalgebruik: Kaartje sneeuwpoppen met onderdelen zoals sjaal, knopen, tak, lijf etc. Werkwijze loopronde: Tafelgroep 1 tot met tafelgroep 6 met de klok mee Beginsituatie: - De leerlingen hebben al vaker gewerkt met opdrachten waarin visuele discriminatie naar voren kwam. Bijvoorbeeld op het digibord met letters en plaatjes met elkaar vergelijken. Het compleet maken van de sneeuwpop zal voor hen nieuw zijn. - De leerlingen hebben al vaker in kleine groepjes gewerkt bijvoorbeeld bij een speelwerkles. Lesdoelen op verschillende niveaus (gebaseerd op het tussendoel): proces-/productdoelen; kennis-, vaardigheids-, vormingsdoelen: Niveau 1: Procesdoelen Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen Vormingsdoelen Productdoelen De leerlingen kunnen vertellen wat er weg is bij een sneeuwpop door te vergelijken en de verschillen te ontdekken. De leerlingen oefenen met het vergelijken van plaatjes. De leerlingen oefenen met het in samenwerken en het werken in een circuitles. Niveau 2: Procesdoelen Productdoelen Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen Vormingsdoelen De leerlingen kunnen vertellen wat er weg is bij de sneeuwpop en zij kunnen de handeling verrichten om de sneeuwpop compleet te maken. De leerlingen oefenen met het in samenwerken en het werken in een circuitles. Doelen Persoonlijk leerdoel (gericht op competenties): - Tijdens deze les wil ik mijn begeleidingstijd zo organiseren dat ik bij alle groepjes ondersteuning kan bieden en de leerlingen vragen kan stellen, passend bij de activiteit, om te controleren of de leerlingen de lesdoelen hebben bereikt. Dit doe ik door mijn looprondes effectief te gebruiken en bij elk groepje even een minuut stil te staan om hen te helpen en te observeren (Organisatorisch competent, competentie 63). Lesfase Tijd Didactische route (wat doen de kinderen?) leerstof Inleiding leerling Organisatie en hulpmiddelen Zien jullie deze mooie gedekte tafel? Deze is van Kikker. Hebben jullie thuis ook wel eens zo’n mooie gedekte tafel? Waarvoor? Wanneer? Organisatie: De leerlingen zitten op de grond voor het digibord. Stilteteken Klappen – handen vast leefwereld 1’ X De leerlingen kijken naar de gedekte tafel van Kikker en beantwoorden de vraag van de leerkracht. 5’ X De leerlingen luisteren naar de leerkracht die een prentenboek voorleest. 4’ Interventies van de leerkracht X De leerlingen kijken en luisteren naar de uitleg van de leerkracht over de verschillende activiteiten. De leerlingen gaan naar de tafel die de leerkracht hen toewijst. Ik begin met het voorlezen van het prentenboek ‘Kerstfeest met Kikker’. Waar ging het verhaal over? Wanneer/wat is het kerst? Wie vierde er kerst in het verhaal? Ik leg de activiteiten uit. De Kerstmemorie, kerstbomen met kerstballen en de sneeuwpoppen laten ik aan de leerlingen zien. Ik deel de leerlingen in groepjes van 4 leerlingen in en geef aan waar in elke groep zij mogen gaan zitten. Ik wijs een teamkapitein en deze leerlingen mogen de spullen wisselen met een ander groepje, als de tijd om is. Hulpmiddelen: Digibord met prentenboek ‘Kerstfeest met Kikker’ Een gedekte tafel met een kerstboom. Kern Afsluiting 9’ X De leerlingen werken samen aan de activiteiten in groepjes van 4. 1’ X De teamkapiteins wisselen de materialen. 9’ X De leerlingen werken samen aan de activiteiten in groepjes van 4. 1’ X De teamkapiteins wisselen de materialen. 8’ X De leerlingen werken samen aan de activiteiten in groepjes van 4. 2’ X De teamkapiteins leggen de materialen onder het digibord op het trapje. 3’ X De leerlingen vertellen hoe zij hebben gewerkt en wat zij hebben geleerd. 2’ X De leerlingen maken een kring en gaan zitten op een vaste plaats. Ik loop rond om de leerlingen te begeleiden en te ondersteunen waar dit nodig is. De tijd zit er op. De teamkapiteins gaan de materialen wisselen. Dit doen wij met de klok mee. Het bovenstaan herhaalt zich als de tijd weer voorbij is. Wat hebben we vandaag gedaan? Wat heb je geleerd? Hoe hebben jullie gewerkt? Wat vond je leuk aan de les? Tips/tops? Voor het eten en drinken gaan wij een kring maken. Per tafelgroepje mag je in de kring komen zitten op je vaste plek. Organisatie: De leerlingen werken in 6 groepjes van 4 leerlingen. De leerkracht loopt hulprondes en zij geeft aan wanneer deze gelopen wordt. Stilteteken Klappen – handen vast Hulpmiddelen: Timetimer op het digibord Kerstmemorie Kerstbomen met kerstballen Sneeuwpoppen Organisatie: De teamkapiteins leggen de materialen op het trapje onder het digibord. De leerlingen gaan op hun eigen plekje zitten. Stilteteken Klappen – handen vast Organisatie: De leerlingen zitten in hun tafelgroepje. De leerlingen gaan in de kring zitten. Stilteteken Klappen – handen vast Hulpmiddelen: Stoelen Hoe evalueer je met de leerlingen (per activiteit) de resultaten? Beschrijf ook of dit individueel, per tafelgroep of klassikaal wordt gedaan Tijdens de les observeer ik de leerlingen als zij werken in de groepjes en de verschillende activiteiten uitvoeren om te kijken hoe zij werken en hoe het samenwerken verloopt. In de afsluiting van de les bespreek ik klassikaal met de leerlingen wat zij hebben gedaan vandaag, wat geleerd, hoe gewerkt en wat zij van de les vonden.