Exoten, wat doen we ermee?

advertisement
Exoten, wat doen we ermee?
1- Een exoot, wat is dat?
Een zeer actueel en steeds groter wordend probleem in Nederland, maar ook elders in de
wereld, is dat van de introductie van exotische1 soorten. Sommige soorten die in een nieuwe
omgeving worden geplaatst kunnen bij gebrek aan natuurlijke vijanden en/of pathogenen een
overdaad aan beschikbaar voedsel extreem snel en succesvol voortplanten. Dergelijke exoten
worden invasief genoemd. Daarmee bedreigen zij het bestaan van andere soorten en kunnen
het systeem op ongewenste manier veranderen. Voorbeelden zijn:
- Door woelgedrag in waterbodems worden nutriënten vrijgemaakt waardoor water
vertroebelt.
- Door concurrentie2 worden soorten uit dezelfde ecologische niche in een randniche3 gedreven, waardoor deze slechts een marginale of helemaal geen populatie
kunnen handhaven.
- Door predatie4 worden prooisoorten grotendeels of helemaal uitgeroeid.
- Door overwoekering van watergangen word het wegmalen van water bemoeilijkt
en kan het onmogelijk worden om het waterpeil op de juiste hoogte te houden.
Hierdoor kan wateroverlast ontstaan.
Deze voorbeelden kunnen direct aan actueel gesignaleerde en aan waterbeheer gerelateerde
situaties worden verbonden:
- Amerikaanse rivierkreeften graven en foerageren5 in oevers en bodems, en
wervelen daarbij veel modder op en veroorzaken instabiele oevers.
- Smalle waterpest doorwoekert complete watergangen, waardoor weinig ruimte
overblijft voor met name de meer kwetsbare inheemse waterplantsoorten.
- Oost-Europese vlokreeften prederen op de kleinere inheemse vlokreeften,
waardoor deze met name in de grote rivieren nog enkel in de uiterste randen van
hun voormalige leefgebied kunnen overleven.
- Grote waternavel en waterteunisbloem overwoekeren in korte tijd complete
watergangen, waardoor de doorstroming ernstig wordt belemmerd.
Te allen tijde zal een succesvolle exoot de biodiversiteit verslechteren. De populatie exoten
zelf is vaak ontstaan uit slechts enkele ontsnapte individuen, waardoor deze populatie maar
een minimale genetische variatie kent, waardoor niet valt te zeggen dat het een gezonde
aanvulling is op het natuurlijk systeem. Doordat weggeconcurreerde en –gepredeerde soorten
ver in aantal worden gereduceerd, kan hier hetzelfde effect worden verwacht. Dergelijke
populaties passen zich op lange termijn slecht aan aan veranderende omstandigheden, en
kunnen de effecten een veranderende omgeving, bijvoorbeeld door klimaatverandering,
moeilijk opvangen. Met name zeldzame soorten die onder de invloedsfeer van een succesvolle
exoot vallen lopen het risico op korte termijn al voorgoed te verdwijnen.
Naast deze effecten wordt de introductie van exoten ook als flora- en faunavervalsing
beschouwd. Hoewel dit een vrij filosofische discussie kan opleveren, zijn er velen die van
mening zijn dat een soort niet thuis hoort in een ecosysteem als natuurlijke barrières dit
normaal niet toestaan, en dat het onwenselijk is als soorten dergelijke barrières omzeilen met
behulp van de mens. Een zekerheid is dat als een exotische soort eenmaal gevestigd is, dat
de soortensamenstelling van een ecosysteem permanent veranderd zal zijn, ondanks dat een
natuurlijk systeem uiteindelijk wel een nieuwe balans zal vinden. Dit leidt echter, vooral op
een globaal niveau, tot een verarming in soorten en biodiversiteit en globalisering van de
natuur.
Er is geen weg terug, dus voorkomen is beter dan genezen.
1
Exoot – Een dier- of plantensoort die niet uit eigen beweging in deze regio heeft kunnen komen, maar die
zich hier wel heeft gevestigd door tussenkomst van de mens.
2
Concurrentie – De strijd tussen soorten om ruimte, voedsel, water, licht etc.
3
Niche – De ruimte en voedselbronnen die een soort binnen een ecosysteem tot zijn beschikking heeft.
4
Predatie – De jacht van één soort op de andere.
5
Foerageren – voedsel verzamelen.
2- Oorzaken van introductie
Met name via tuincentra vindt er een continue instroom van exotische plantensoorten plaats.
Wat betreft waterplanten, komen deze veelal in het natuurlijk systeem terecht door bewuste
en onbewuste uitzettingen, en in veel mindere mate door natuurlijke uitzaaiing. Bij veel
waterplanten berust de verspreiding vooral op vegetatieve voortplanting, en maar zelden op
bijvoorbeeld zaadzetting. Een belangrijke bron van verspreiding op het gebied van aan
waterbeheer gerelateerde exotische planten is de onwetendheid van mensen die soorten in
het systeem brengen. Veelal betreft dit vijver- en aquariumplanten die uit hun bak zijn
gegroeid en daarna in sloot of vaart gedumpt zijn.
Veel landplanten kunnen ook door middel van zaad zichzelf vanuit tuinen gaan verspreiden, al
zijn zij daar meestal minder succesvol in, enkele uitzonderingen daargelaten.
Bij dieren komt er, naast het makkelijk kwijtraken, ook het “dierenwelzijn” bij kijken, als
mensen overwegen wat zij moeten doen met overtollige tuin- of huisdieren. Vaak wordt
gedacht dat deze dieren “fijn verder kunnen leven” als zij in de sloot worden uitgezet. Helaas
wordt hierbij vergeten dat sommige dan sterven, of juist overleven en een ecosysteem
kunnen ontwrichten.
Naast deze manier van introductie worden dieren ook soms uitgezet met de gedachte dat ze
zich kunnen vermeerderen en later worden teruggevangen om zo voor consumptie te
gebruiken of als handel aan te bieden. Er is zelfs een geval bekent waarbij een persoon
reptielen uitzette omdat hij dit zag als “een verrijking van onze fauna”.
Tot slot kunnen dieren ook zelf ontsnappen. Een voorbeeld kan zijn dat rivierkreeften vaak als
vijverschoonmakers worden aangeboden, maar dat er vervolgens niet aan gedacht wordt dat
deze dieren gewoon de benen kunnen nemen.
3- Invasieve exoten in Delfland
In 2010 zijn er in de routinematige bemonstering van het meetnet en de aanvullende
exoteninventarisatie in Delfland 39 verschillende watergebonden exotische soorten planten en
dieren gesignaleerd. Daarvan zijn er een aantal die als invasief kunnen worden aangemerkt.
Tabel 1 en 2 geven een overzicht van de meest opvallende soorten. Deze tabellen zijn niet
uitputtend, aangezien het lastig is om een grens te trekken wanneer een soort wel of niet als
invasief kan worden aangemerkt.
Nederlandse naam
Dwergkroos
Planten
Wetenschappelijke naam
Lemna minuta
Grote kroosvaren
Azolla filiculoides
Grote waternavel
Parelvederkruid
Smalle waterpest
Hydrocotyle ranunculoides
Myriophyllum aquaticum
Elodea nuttallii
Waterhyacint
Eichhornia crassipes
Watersla
Pistia stratiotes
Waterteunisbloem
Ludwigia grandiflora
Informatie
Wijd verspreid, kan massaal voorkomen en het
wateroppervlak bedekken. Lijkt echter andere
kroossoorten niet weg te concurreren.
Wijd verspreid, kan massaal voorkomen. Vormt
een dikkere en veel meer verstikkende laag
dan andere kroossoorten.
Komt veelvuldig voor en verdringt veel andere
waterplanten.
Kan massaal het wateroppervlak bedekken,
sterft af in koude winters.
Kan massaal het wateroppervlak bedekken,
sterft af in koude winters.
-
Tabel 1: overzicht van invasieve exotische planten in Delfland
Nederlandse naam
Dieren
Wetenschappelijke naam
Wolhandkrab
Driehoeksmossel
Eriocheir sinensis
Dreissena polymorpha
Gevlekte Amerikaanse
rivierkreeft
Orconectus limosus
Kaspische slijkgarnaal
Chelicorophium curvispinum
Quaggamossel
Dreissena bugensis
Reuzenvlokreeft
Dikerogammarus villosus
Rode Amerikaanse
rivierkreeft
Tijgervlokreeft
Procambarus clarkii
Gammarus tigrinus
Informatie
Komt veelvuldig voor, met name in grotere
kanalen en vaarten, waar het zich op hard
substraat vestigt. Verdringt andere soorten die
op hard substraat leven.
Wijd verspreid, maar lage aantallen. bracht als
eerste de kreeftenpest mee waar onze
inheemse kreeft aan ten onder ging.
Komt veelvuldig voor in de grotere kanalen en
rivieren.
Opkomend in grotere kanalen en vaarten. Is
hard bezig de eerder gekomen
driehoeksmossel te verdringen.
Opkomend in de grotere rivieren en kanalen.
Verdringt alle andere vlokreeften.
Zeer algemeen, behalve in de meer geïsoleerde
wateren. Heeft daar waar hij voorkomt de
inheemse vlokreeften verdrongen.
Tabel 2: overzicht van invasieve exotische dieren in Delfland
4- Effecten
Van de meeste soorten invasieve exoten zijn de effecten nog niet precies bekend. Wel zijn er
vaak sterke vermoedens, maar blijkt dit met wetenschappelijke methodes lastig vast te
stellen. Waterdieren leven veelal ook een vrij verborgen bestaan, of zijn voor een leek lastig
te onderscheiden van inheemse soorten, waardoor de verspreiding van de dieren moeilijk
precies valt vast te stellen. Het routinemeetnet is dan vaak de grootste bron van informatie.
Daardoor kan niet altijd een precieze inschatting van de omvang van het probleem gemaakt
worden.
In tabel 1 en 2 staat enige informatie gegeven over het voorkomen van de soorten en enkele
effecten die vastgesteld zijn. Van de soorten die momenteel het meest in de aandacht staan
en waar ook het meest over bekend is, staat de informatie hieronder.
- Grote waternavel
- Waterteunisbloem
- Parelvederkruid
Deze drie soorten waterplanten hebben allen de eigenschappen dat
zij snel groeien, zich kunnen vermenigvuldigen door afgebroken
plantendelen, en in de oever wortelen. Doordat zij geworteld zijn
en snel groeien, kunnen ze een dam van verankerd plantmateriaal
creëren in een watergang. Dit kan al in het tweede jaar nadat de
plant zich gevestigd heeft gebeuren. Een dergelijke dam kan het
doorspoelen van een watergang sterk belemmeren, waardoor
wateroverlast kan ontstaan.
Naast dit kwantiteitsprobleem, kunnen dergelijke planten ook
kwaliteitsproblemen met zich meebrengen. Het woekergedrag kan
resulteren in een volledig afsluitende mat die de volledige
watergang overdekt. Hierbij worden andere planten
weggeconcurreerd, en kunnen onder water zuurstofloze situaties
ontstaan, waardoor ander onderwaterleven afsterft.
- Waterhyacint
- Watersla
Dit zijn planten die uit drijvende rozetten bestaan. Zij kunnen op
voedselrijk, warm water zeer snel voortplanten, en daardoor een
complete watergang overdekken. Hierdoor kunnen dezelfde
kwaliteitsproblemen ontstaan als bij grote waternavel etc.. Doordat
zij niet wortelen zullen zij minder snel problemen voor de
doorspoeling veroorzaken. Wel kan er een ophoping ontstaan bij
gemalen en duikers. Doordat zij niet winterhard zijn, sterft de
populatie doorgaans volledig gedurende de winter. Indien de
opwarming van het klimaat doorzet, kunnen deze planten echter
een vele malen groter probleem worden.
- Rode Amerikaanse
rivierkreeft
- Chinese wolhandkrab
In voedingspatroon zijn krabben en kreeften te vergelijken. Beide
zijn alleseters. Bij voorkeur wordt aas gegeten, maar bij gebrek
eten ze ook andere dieren en tot slot ook planten. Er bestaan
sterke vermoedens dat in hoge dichtheden deze dieren een water
volledig kaal kunnen vreten. Beide komen in een deel van Delfland
in zeer hoge dichtheden voor.
Voor de rode Amerikaanse rivierkreeft komt daar bij dat hij de
schimmelziekte kreeftenpest bij zich draagt en hij graafgedrag kan
vertonen. De schimmelziekte is de reden dat de inheemse
Europese rivierkreeft inmiddels bijna uitgestorven is in ons land.
De rode Amerikaanse rivierkreeft heeft, evenals andere
rivierkreeften, de neiging om gangen te graven in oevers. Dit
gedrag wordt niet standaard vertoond, maar is inmiddels op drie
verschillende plaatsen in Delfland waargenomen. Dit kan tot
instabiliteit van oevers en kades leiden. Het betreft 2 locaties in
Nootdorp en een plas in het Wilhelminapark in Rijswijk.
Tot slot houdt specifiek de rode Amerikaanse rivierkreeft er een
amfibische levenswijze op na. Bij warm en nat zomerweer gaat hij
soms massaal op weg, op zoek naar nieuw habitat. Dit kan voor
overlast bij ingelanden zorgen, doordat dieren tussen spelende
kinderen doorlopen, huisdieren lastigvallen, of zelfs via
openstaande deuren huizen binnenlopen. Een kneep met de schaar
van een kreeft is pijnlijk en kan snijwonden veroorzaken. Om een
indruk te krijgen om welke aantallen migrerende kreeften dit kan
gaan, is in bijlage 2 een screenshot opgenomen van een filmpje,
geschoten aan de Kortelandseweg in Nootdorp, waar kinderen de
kreeften op het fietspad voor hun huis bij elkaar hebben geraapt.
Voor alle invasieve exoten geld dat zij een invloed kunnen hebben op de soortensamenstelling
van het watersysteem. Hoewel zij zelf niet beoordeeld worden, kunnen exoten daardoor op
beleidsniveau invloed uitoefenen op de te behalen doelen. Exoten zijn nooit aangemerkt als
doelsoort, en hebben daardoor geen invloed op scores in toetsingssystemen. Inheemse
(doel)soorten die een score wel positief kunnen beïnvloeden kunnen echter weggeconcurreerd
worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan STOWA en KRW-toetsingen. Hier wordt geen waarde
gehecht aan de aan- of afwezigheid van exoten, maar een succesvolle exoot kan wel andere
belangrijke soorten uit het systeem laten verdwijnen, waardoor de uiteindelijke
toetsresultaten lager kunnen uitvallen.
5- Verspreiding
Naast de informatie uit het routinematig meetnet, wordt voor de meest risicovolle exoten ook
actief naar waarnemingen gezocht. Dit betreft momenteel de volgende lijst, onderverdeeld in
3 groepen:
- Woekerende oeverplanten
o Grote waternavel
o Waterteunisbloem
o Parelvederkruid
- Woekerende drijfplanten
o Watersla
o Waterhyacint
- Kreeften en krabben
o Chinese wolhandkrab
o Alle exotische zoetwaterkreeften
In bijlage 1 zijn 3 kaarten weergegeven waarop de verspreiding van deze 3 groepen in
Delfland is weergegeven.
Kaart 1
Een overzicht van meldingen van rivierkreeften door burgers, instanties en
eigen waarnemingen. Het betreft met name de rode Amerikaanse rivierkreeft
en waarnemingen waarbij niet de precieze soort kon worden aangegeven.
Kaart 2
Kaart 3
Waarschijnlijk betreft dit in bijna alle gevallen ook de rode Amerikaanse
rivierkreeft, aangezien dit vooral waarnemingen zijn van dieren die zich over
het land verplaatsen, en de rode Amerikaanse rivierkreeft die enige is die
consequent dergelijk gedrag vertoont. De andere verlaten zelden het water.
Daarnaast zijn er nog enkele waarnemingen van de gevlekte Amerikaanse
rivierkreeft, 1 waarneming van de gestreepte Amerikaanse rivierkreeft en
enkele oude waarnemingen van de Turkse rivierkreeft opgenomen.
Kaart 2 geeft een overzicht van alle bekende locaties waar in het verleden
grote waternavel, waterteunisbloem of parelvederkruid is gevonden. De meeste
van deze locaties zijn geschoond, waarvan een aantal met succes. De actuele
verspreiding zal dus minder zijn. Deze locaties worden echter nog minstens
jaarlijks gecontroleerd.
Op deze kaart zijn alle locaties opgenomen waar in het verleden watersla of
waterhyacint is gevonden. Hoewel deze planten normaal een Nederlandse
winter niet overleven, zijn er terugkerende locaties. Waarschijnlijk betreft dit
plekken waar een ingeland ieder jaar zijn vijver schoont en het afval in de
vaart gooit.
6- Bestrijding
Planten
Vooralsnog is bij Delfland enkel de bestrijding van enkele wortelende planten met woekerende
eigenschappen vastgelegd in afspraken tussen Team WSK en Team OWW. Voor andere
soorten wordt de bestrijding niet als noodzakelijk (bijvoorbeeld watersla en waterhyacint, niet
winterhard) of haalbaar (bijvoorbeeld grote kroosvaren, te ver verspreid) gezien, of hebben
de soorten geen te verwachten problematisch effect op de waterkwaliteit of waterkwantiteit.
Hierbij worden effecten als floravervalsing en schade aan biodiversiteit buiten beschouwing
gelaten.
De soorten die op de lijst te bestrijden planten staan (grote waternavel, waterteunisbloem en
parelvederkruid) hebben alle de eigenschappen dat zij winterhard zijn, een watergang binnen
enkele jaren over grote lengtes volledig dicht kunnen woekeren en dat zij zich voort kunnen
planten door fragmentatie. Met name deze laatste eigenschap kan nogal voor problemen
zorgen, doordat onzorgvuldige verwijdering juist de verspreiding ten goede kan komen.
Een zorgvuldige aanpak bestaat uit het handmatig verwijderen van de planten en het
uitsteken van zoveel mogelijk wortels, zodat er zo min mogelijk planten(delen) achterblijven.
Naderhand moeten alle losliggende/losdrijvende fragmenten weggehaald worden, en al het
plantenmateriaal moet afgevoerd en gecomposteerd worden. Vervolgens moet gedurende de
rest van het seizoen en ook daarop volgende jaren regelmatig worden gecontroleerd of er
geen planten terug zijn gekomen. Pas als een heel jaar geen teruggroei is opgemerkt, kan
een locatie als schoon worden aangemerkt.
Voor planten die hier kunnen voortplanten via zaad, moet ook zorg gedragen worden dat de
bestrijding plaats vindt voordat de zaadzetting voltooid is.
Momenteel lijkt het er op dat deze aanpak van het verwijderen van grote waternavel en
waterteunisbloem goed gaat. Bekende locaties kennen weinig teruggroei en het lukt ook om
de soort permanent te verwijderen. Parelvederkruid geeft nog minder problemen. Van deze
soort is nog niet vastgesteld dat bestreden populaties een jaar later kunnen terugkeren.
Wat nog wel problematisch is, zijn nieuw ontdekte locaties. Deze worden nog steeds
regelmatig aangetroffen, en als deze enkele jaren ongestoord kunnen ontwikkelen bestaat
een groot risico dat deze zich gaan verspreiden.
Het probleem ligt hier vooral in de signalering van nieuwe locaties. Slechts een beperkt aantal
mensen kan de plant goed herkennen, en meestal gaan er bij anderen pas alarmbellen
rinkelen als de planten tot woekerend niveau zijn uitgegroeid. Ook weten veel burgers nog
niet waar ze met hun waarneming terecht kunnen als zij een verdachte/vreemde plant zien.
Momenteel zijn er afspraken met de muskusrattenbestrijdingsdienst om meldingen door te
geven, en is ook een deel van het veldpersoneel van onderhoud en peilbeheer op de hoogte.
Er circuleren ook veldgidsen om te ondersteunen in herkenning.
Dieren
In tegenstelling tot planten, hebben dieren een eigenschap die bestrijding heel moeilijk kan
maken: ze lopen weg. Doordat de meeste exoten die gerelateerd zijn aan het water zich
onder water ophouden, is het in alle gevallen moeilijk tot onhaalbaar om met zekerheid een
populatie tot het laatste voortplantende koppel uit te roeien. Gecombineerd met een zeer
hoge voortplantingssnelheid, een eigenschap die altijd voorkomt bij die soorten die problemen
geven en eventueel bestreden zouden moeten worden, maakt bestrijding van dieren een
vrijwel onhaalbare zaak, zonder ook de rest van het watersysteem zwaar te beschadigen.
Een goed voorbeeld is de Amerikaanse rivierkreeft, en dan met name de soort rode
Amerikaanse rivierkreeft, die inmiddels met een grote opmars in ons gebied bezig is. Deze
soort heeft vele vermoede en bevestigde negatieve effecten op het watersysteem. Zijn
voortplantingssnelheid is dusdanig groot dat bestrijding zonder gif onmogelijk is. Bestrijding
met gif kan wel een optie zijn, maar doordat de meest soortspecifieke giffen die beschikbaar
zijn ook alle andere kreeftachtigen (vlokreeften, waterpissebedden, watervlooien etc.)
aanpakken, is dit een onwenselijke methode, aangezien het watersysteem meer beschadigd
zou worden door het gif dan de kreeft nu doet.
Momenteel is er maar één exotische diersoort die door Delfland bestreden wordt: de
muskusrat. Voorheen viel de bestrijding onder de Provincie, maar deze is recent
overgedragen aan de waterschappen.
Voor andere problematische soorten is bestrijding onhaalbaar of onbetaalbaar.
Indien toch tot bestrijding van een diersoort wordt overgegaan, zijn er verschillende opties,
waarbij het meeste succes met een combinatie daarvan kan worden behaald.
Bejaging/afvangst
Bij grotere dieren, zoals bijvoorbeeld de muskusrat, kan de
populatie in bedwang worden gehouden of zelfs worden
uitgeroeid door bejaging of afvangst. Bij kleinere dieren is de
voortplantingssnelheid vaak te hoog om hier een effect mee te
halen.
Inzet natuurlijke vijand
Het succes van veel invasieve exoten komt veelal door een
gebrek aan natuurlijke vijanden. Door een vijand te introduceren
kan de exotische populatie in bedwang worden gehouden.
Probleem is echter dat niet altijd goed te voorspellen is of de
predator daadwerkelijk de exoot effectief zal bestrijden. Ook zijn
er niet altijd potentiële predatoren beschikbaar, en het
introduceren van een exotische predator is te allen tijde af te
raden.
Vergiftiging
Kan zeer effectief zijn, met name bij kleinere soorten. Er zijn
echter te veel schadelijke bijeffecten om dit als goede optie te
overwegen, met mogelijke uitzondering bij een zeer geïsoleerde
populatie.
Afdammen en droogleggen
Voor soorten die niet buiten het water kunnen overleven, en zich
bevinden in een poel of plas, of in een zeer beperkt stuk van een
ander water, kan het volledig droogpompen en tijdelijk laten
droogstaan van een watergang een vrij acute oplossing vormen.
Dit is wel een zeer nadelige methode voor de overige flora en
fauna.
7- Signalering nieuwe problematische exoten
Er zijn tot nu toe een aantal exoten genoemd waarvan bekend is dat ze problemen kunnen
opleveren. Helaas gaat de instroom van nieuwe soorten door. Het is daarom van belang om
bij de les te blijven, en goed in de gaten te houden welke soorten we in de toekomst kunnen
verwachten, of deze problemen kunnen veroorzaken en of er acties hiertegen moeten worden
genomen.
Hiertoe worden externe ontwikkelingen gevolgd. Een bron van informatie is de Werkgroep
Exoten. Dit is een groep die opereert onder de overkoepelende vlag van de Werkgroep
Ecologisch Waterbeheer (WEW), die op zijn beurt een kennisplatform voor alle professionele
aquatische ecologen van Nederland vormt.
Daarnaast worden ook banden aangehaald met ecologen van de aangrenzende
waterschappen. Problemen die bij hen spelen zullen vrij eenvoudig de gebiedsgrenzen
oversteken en in Delfland soortgelijke problemen veroorzaken.
8- Onderzoek
Naast het volgen van externe ontwikkelingen, kan ook Delfland participeren in de
kennisontwikkeling rondom exoten. Delfland heeft een meetnetwerk dat jaarlijks gegevens
oplevert. Daarnaast is van bijvoorbeeld de Amerikaanse rivierkreeften al vrij veel bekend over
hun verspreiding, onder andere dat Delfland één van de zwaartepunten is in de populatie van
de rode Amerikaanse rivierkreeft. Tevens is Delfland 1 van de 2 waterschappen waar
bevestigd is dat deze dieren graafgedrag vertonen. Om deze redenen kan onderzoek in dit
gebied belangrijke resultaten opleveren.
9- Voorkomen is beter dan genezen
De belangrijkste boodschap is: voorkomen is beter dan genezen.
In februari 2010 is een convenant getekend door de Unie van Waterschappen en verschillende
vakhandelaren, met daarin afspraken dat enkele soorten niet meer worden verhandeld en
andere zullen worden voorzien van informatie en een waarschuwing over het gevaar van
uitzetten. De eerste stappen voor deze voorlichting zullen geleverd worden door de Unie van
Waterschappen, o.a. door afspraken over de invulling van deze voorlichting te maken met
handelaren.
Omdat vooralsnog weinig aan voorlichting wordt gedaan bij tuincentra en het convenant al
begin 2010 is getekend, kan het nuttig zijn om te informeren bij de Unie of er inmiddels
concrete plannen zijn.
Maar ook Delfland kan bijdragen. Om een natuurlijk evenwicht van dieren en planten te
realiseren is begrip voor nut en noodzaak en medewerking van derden nodig. Het is belangrijk
dat inwoners weten dat exoten binnen de huis- en tuingrens blijven.
Communicatieactiviteiten met betrekking tot exoten zijn in het programma Schoon water
ondergebracht in paragraaf 5.35 „Water en natuur‟.
Gedurende het jaar wordt het onderwerp meegenomen in reguliere communicatieactiviteiten.
Bijvoorbeeld tijdens deelname aan (streek)evenementen, middels publicaties (bijvoorbeeld
nieuwsbrief)of tijdens excursies. Daarnaast vallen hieronder activiteiten als:
- Het overbrengen van beelden van een gezonde sloot
- Het kweken van begrip voor nut en noodzaak waternatuur
- Het laten zien dat Delfland werkt aan meer waternatuur en welk positief effect dit
heeft op de leefomgeving
- Het stimuleren van gemeenten en natuurorganisaties om bij te dragen aan het
ontwikkelen van waternatuur.
- Communicatie over (seizoensgebonden) onderhoud/reguliere werkzaamheden van
Delfland (bijvoorbeeld schouw, waterkwaliteitsonderzoek).
- Communicatie bij actuele gebeurtenissen zoals migratie van paling, vissterfte door
zuurstofloosheid of een bijzondere melding met betrekking tot exoten.
- Denk aan de inzet van social media, bijvoorbeeld fora (visforum) en Twitter.
- Monitoren van issues en bekendheid geven aan Delflands standpunt over het
onderwerp. Daarnaast betrokken partijen aansporen om mee te denken over een
oplossing.
10-
Mitigatie
Zoals eerder vermeld zullen sommige soorten problemen krijgen, doordat zij door exoten uit
hun eigen niche worden verdreven. Dit kan soms erg makkelijk zijn doordat watersystemen
een vrij eentonige opbouw hebben. Daar waar geen natuurvriendelijke oevers zijn en
waterplanten weinig ontwikkelingskansen krijgen, is veelal een slecht ontwikkelde ecologische
situatie. Juist in een dergelijk onderontwikkeld systeem, met weinig verschillende niches,
hebben exoten een goede kans om de overige soorten in een hoek te drijven of helemaal uit
te schakelen. Door grotere variatie in systemen aan te brengen, met een grotere variatie van
abiotische en biotische omstandigheden, zal het systeem waarschijnlijk op een flexibeler wijze
de komst van exoten op kunnen vangen.
11-
Exoten in beleid?
Momenteel is van 2 andere waterschappen bekend dat exoten zijn vastgelegd in beleid. In
beide gevallen betreft dit een notitie waarin enkel is vastgelegd wat het gevaar is van
bepaalde exoten, welke invasieve planten worden bestreden, en welke aanpak daarvoor
gebruikt moet worden.
Tevens is in 2007 door het voormalige ministerie van LNV een beleidsnota invasieve exoten
gepubliceerd. In deze beleidsnota wordt vrij vooruitstrevend de intentie aangegeven om
binnen 2 jaar beleid te schrijven voor exoten. Dit is echter nooit verder uitgewerkt. Wel is er
het Team Invasieve Exoten (TIE) opgezet. Momenteel werkt dit team vooral aan het in kaart
brengen van de soorten en hun effecten.
Momenteel is het niet nuttig of noodzakelijk om beleid vast te leggen over hoe Delfland moet
reageren op de exotenproblematiek. Beleid op dit gebied moet vooral sturen op regulering
van handel en bezit van exotische planten en dieren, aangezien dit de bron van het probleem
is. Dit valt niet onder de taak van Delfland, maar is een zaak voor de rijksoverheid.
Het is voor Delfland belangrijk om een goede kennis van de stand van zaken te houden, en
eventuele praktijkproblemen snel op te lossen. Daarom is het belangrijk een aantal acties en
maatregelen vast te leggen, welke in onderstaand overzicht zijn weergegeven. Hierbij is het
vooral belangrijk in gedachten te houden dat de actie “volgen ontwikkelingen” kan leiden tot
aanvullingen en wijzigingen van deze lijst, en dat het noodzakelijk kan zijn om snel en
efficiënt hierop te reageren.
12-
Overzicht acties en maatregelen
Lopende acties:
- In kaart brengen verspreiding van risicovolle exoten:
o Amerikaanse rivierkreeften.
o Grote waternavel, waterteunisbloem, parelvederkruid, watersla,
waterhyacint.
- Bestrijding:
o Grote waternavel, waterteunisbloem en parelvederkruid.
- Contacten onderhouden met de Unie met betrekking tot de in het convenant
opgenomen acties:
o Uitwisseling van verspreidingskaarten.
o Aandacht besteden aan het onderwerp door middel van
communicatieactiviteiten.
- Volgen ontwikkelingen:
o Aanwezige exoten (ook de nu nog niet gearriveerde en als niet risicovol
gemarkeerde soorten).
o Voorspellingen over de komst van nieuwe exoten.
o Onderzoek naar effecten en aanpak van exoten.
Te overwegen acties:
- (Laten) uitvoeren van onderzoek naar effecten in eigen gebied
o Effecten op de ecologie.
o Risico‟s voor de stabiliteit van oevers door graafgedrag rivierkreeften.
Bijlage 1 – Verspreidingskaarten
Kaart 1: Verspreiding van alle Amerikaanse rivierkreeften, waarvan voornamelijk de rode
Amerikaanse rivierkreeft, en de Chinese wolhandkrab. De waarnemingen zijn gebaseerd op
meldingen van burgers, instanties en eigen waarnemingen. De vangsten van de
muskusrattendienst zijn enkel van boezemwateren, waar zij met fuiken jagen.
Kaart 2: Alle bekende locaties waar nu of in het verleden grote waternavel, waterteunisbloem
of parelvederkruid is gevonden. Veel van deze locaties zijn inmiddels geschoond.
Kaart 3: Alle bekende vindplaatsen van waterhyacint en watersla. Hoewel deze planten
normaal gesproken niet de winter doorkomen, zijn er jaarlijks terugkerende locaties.
Waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt door een persoon die jaarlijks zijn vijver schoont en het
afvalmateriaal in de sloot gooit.
Bijlage 2 – Overlast van rivierkreeften aan de Kortelandseweg in Nootdorp
In augustus 2011, gedurende een warme, natte week, zijn kinderen bezig geweest met het bij
elkaar rapen van kreeften die het fietspad voor hun huis overstaken. Onderstaande
screenshot van een ter plekke gemaakt filmpje toont het resultaat.
Download