Exoten, wat doen we ermee? 1- Een exoot, wat is dat? Een zeer actueel en steeds groter wordend probleem in Nederland, maar ook elders in de wereld, is dat van de introductie van exotische1 soorten. Sommige soorten die in een nieuwe omgeving worden geplaatst kunnen bij gebrek aan natuurlijke vijanden en/of pathogenen een overdaad aan beschikbaar voedsel extreem snel en succesvol voortplanten. Dergelijke exoten worden invasief genoemd. Daarmee bedreigen zij het bestaan van andere soorten en kunnen het systeem op ongewenste manier veranderen. Voorbeelden zijn: - Door woelgedrag in waterbodems worden nutriënten vrijgemaakt waardoor water vertroebelt. - Door concurrentie2 worden soorten uit dezelfde ecologische niche in een randniche3 gedreven, waardoor deze slechts een marginale of helemaal geen populatie kunnen handhaven. - Door predatie4 worden prooisoorten grotendeels of helemaal uitgeroeid. - Door overwoekering van watergangen word het wegmalen van water bemoeilijkt en kan het onmogelijk worden om het waterpeil op de juiste hoogte te houden. Hierdoor kan wateroverlast ontstaan. Deze voorbeelden kunnen direct aan actueel gesignaleerde en aan waterbeheer gerelateerde situaties worden verbonden: - Amerikaanse rivierkreeften graven en foerageren5 in oevers en bodems, en wervelen daarbij veel modder op en veroorzaken instabiele oevers. - Smalle waterpest doorwoekert complete watergangen, waardoor weinig ruimte overblijft voor met name de meer kwetsbare inheemse waterplantsoorten. - Oost-Europese vlokreeften prederen op de kleinere inheemse vlokreeften, waardoor deze met name in de grote rivieren nog enkel in de uiterste randen van hun voormalige leefgebied kunnen overleven. - Grote waternavel en waterteunisbloem overwoekeren in korte tijd complete watergangen, waardoor de doorstroming ernstig wordt belemmerd. Te allen tijde zal een succesvolle exoot de biodiversiteit verslechteren. De populatie exoten zelf is vaak ontstaan uit slechts enkele ontsnapte individuen, waardoor deze populatie maar een minimale genetische variatie kent, waardoor niet valt te zeggen dat het een gezonde aanvulling is op het natuurlijk systeem. Doordat weggeconcurreerde en –gepredeerde soorten ver in aantal worden gereduceerd, kan hier hetzelfde effect worden verwacht. Dergelijke populaties passen zich op lange termijn slecht aan aan veranderende omstandigheden, en kunnen de effecten een veranderende omgeving, bijvoorbeeld door klimaatverandering, moeilijk opvangen. Met name zeldzame soorten die onder de invloedsfeer van een succesvolle exoot vallen lopen het risico op korte termijn al voorgoed te verdwijnen. Naast deze effecten wordt de introductie van exoten ook als flora- en faunavervalsing beschouwd. Hoewel dit een vrij filosofische discussie kan opleveren, zijn er velen die van mening zijn dat een soort niet thuis hoort in een ecosysteem als natuurlijke barrières dit normaal niet toestaan, en dat het onwenselijk is als soorten dergelijke barrières omzeilen met behulp van de mens. Een zekerheid is dat als een exotische soort eenmaal gevestigd is, dat de soortensamenstelling van een ecosysteem permanent veranderd zal zijn, ondanks dat een natuurlijk systeem uiteindelijk wel een nieuwe balans zal vinden. Dit leidt echter, vooral op een globaal niveau, tot een verarming in soorten en biodiversiteit en globalisering van de natuur. Er is geen weg terug, dus voorkomen is beter dan genezen. 1 Exoot – Een dier- of plantensoort die niet uit eigen beweging in deze regio heeft kunnen komen, maar die zich hier wel heeft gevestigd door tussenkomst van de mens. 2 Concurrentie – De strijd tussen soorten om ruimte, voedsel, water, licht etc. 3 Niche – De ruimte en voedselbronnen die een soort binnen een ecosysteem tot zijn beschikking heeft. 4 Predatie – De jacht van één soort op de andere. 5 Foerageren – voedsel verzamelen. 2- Oorzaken van introductie Met name via tuincentra vindt er een continue instroom van exotische plantensoorten plaats. Wat betreft waterplanten, komen deze veelal in het natuurlijk systeem terecht door bewuste en onbewuste uitzettingen, en in veel mindere mate door natuurlijke uitzaaiing. Bij veel waterplanten berust de verspreiding vooral op vegetatieve voortplanting, en maar zelden op bijvoorbeeld zaadzetting. Een belangrijke bron van verspreiding op het gebied van aan waterbeheer gerelateerde exotische planten is de onwetendheid van mensen die soorten in het systeem brengen. Veelal betreft dit vijver- en aquariumplanten die uit hun bak zijn gegroeid en daarna in sloot of vaart gedumpt zijn. Veel landplanten kunnen ook door middel van zaad zichzelf vanuit tuinen gaan verspreiden, al zijn zij daar meestal minder succesvol in, enkele uitzonderingen daargelaten. Bij dieren komt er, naast het makkelijk kwijtraken, ook het “dierenwelzijn” bij kijken, als mensen overwegen wat zij moeten doen met overtollige tuin- of huisdieren. Vaak wordt gedacht dat deze dieren “fijn verder kunnen leven” als zij in de sloot worden uitgezet. Helaas wordt hierbij vergeten dat sommige dan sterven, of juist overleven en een ecosysteem kunnen ontwrichten. Naast deze manier van introductie worden dieren ook soms uitgezet met de gedachte dat ze zich kunnen vermeerderen en later worden teruggevangen om zo voor consumptie te gebruiken of als handel aan te bieden. Er is zelfs een geval bekent waarbij een persoon reptielen uitzette omdat hij dit zag als “een verrijking van onze fauna”. Tot slot kunnen dieren ook zelf ontsnappen. Een voorbeeld kan zijn dat rivierkreeften vaak als vijverschoonmakers worden aangeboden, maar dat er vervolgens niet aan gedacht wordt dat deze dieren gewoon de benen kunnen nemen. 3- Invasieve exoten in Delfland In 2010 zijn er in de routinematige bemonstering van het meetnet en de aanvullende exoteninventarisatie in Delfland 39 verschillende watergebonden exotische soorten planten en dieren gesignaleerd. Daarvan zijn er een aantal die als invasief kunnen worden aangemerkt. Tabel 1 en 2 geven een overzicht van de meest opvallende soorten. Deze tabellen zijn niet uitputtend, aangezien het lastig is om een grens te trekken wanneer een soort wel of niet als invasief kan worden aangemerkt. Nederlandse naam Dwergkroos Planten Wetenschappelijke naam Lemna minuta Grote kroosvaren Azolla filiculoides Grote waternavel Parelvederkruid Smalle waterpest Hydrocotyle ranunculoides Myriophyllum aquaticum Elodea nuttallii Waterhyacint Eichhornia crassipes Watersla Pistia stratiotes Waterteunisbloem Ludwigia grandiflora Informatie Wijd verspreid, kan massaal voorkomen en het wateroppervlak bedekken. Lijkt echter andere kroossoorten niet weg te concurreren. Wijd verspreid, kan massaal voorkomen. Vormt een dikkere en veel meer verstikkende laag dan andere kroossoorten. Komt veelvuldig voor en verdringt veel andere waterplanten. Kan massaal het wateroppervlak bedekken, sterft af in koude winters. Kan massaal het wateroppervlak bedekken, sterft af in koude winters. - Tabel 1: overzicht van invasieve exotische planten in Delfland Nederlandse naam Dieren Wetenschappelijke naam Wolhandkrab Driehoeksmossel Eriocheir sinensis Dreissena polymorpha Gevlekte Amerikaanse rivierkreeft Orconectus limosus Kaspische slijkgarnaal Chelicorophium curvispinum Quaggamossel Dreissena bugensis Reuzenvlokreeft Dikerogammarus villosus Rode Amerikaanse rivierkreeft Tijgervlokreeft Procambarus clarkii Gammarus tigrinus Informatie Komt veelvuldig voor, met name in grotere kanalen en vaarten, waar het zich op hard substraat vestigt. Verdringt andere soorten die op hard substraat leven. Wijd verspreid, maar lage aantallen. bracht als eerste de kreeftenpest mee waar onze inheemse kreeft aan ten onder ging. Komt veelvuldig voor in de grotere kanalen en rivieren. Opkomend in grotere kanalen en vaarten. Is hard bezig de eerder gekomen driehoeksmossel te verdringen. Opkomend in de grotere rivieren en kanalen. Verdringt alle andere vlokreeften. Zeer algemeen, behalve in de meer geïsoleerde wateren. Heeft daar waar hij voorkomt de inheemse vlokreeften verdrongen. Tabel 2: overzicht van invasieve exotische dieren in Delfland 4- Effecten Van de meeste soorten invasieve exoten zijn de effecten nog niet precies bekend. Wel zijn er vaak sterke vermoedens, maar blijkt dit met wetenschappelijke methodes lastig vast te stellen. Waterdieren leven veelal ook een vrij verborgen bestaan, of zijn voor een leek lastig te onderscheiden van inheemse soorten, waardoor de verspreiding van de dieren moeilijk precies valt vast te stellen. Het routinemeetnet is dan vaak de grootste bron van informatie. Daardoor kan niet altijd een precieze inschatting van de omvang van het probleem gemaakt worden. In tabel 1 en 2 staat enige informatie gegeven over het voorkomen van de soorten en enkele effecten die vastgesteld zijn. Van de soorten die momenteel het meest in de aandacht staan en waar ook het meest over bekend is, staat de informatie hieronder. - Grote waternavel - Waterteunisbloem - Parelvederkruid Deze drie soorten waterplanten hebben allen de eigenschappen dat zij snel groeien, zich kunnen vermenigvuldigen door afgebroken plantendelen, en in de oever wortelen. Doordat zij geworteld zijn en snel groeien, kunnen ze een dam van verankerd plantmateriaal creëren in een watergang. Dit kan al in het tweede jaar nadat de plant zich gevestigd heeft gebeuren. Een dergelijke dam kan het doorspoelen van een watergang sterk belemmeren, waardoor wateroverlast kan ontstaan. Naast dit kwantiteitsprobleem, kunnen dergelijke planten ook kwaliteitsproblemen met zich meebrengen. Het woekergedrag kan resulteren in een volledig afsluitende mat die de volledige watergang overdekt. Hierbij worden andere planten weggeconcurreerd, en kunnen onder water zuurstofloze situaties ontstaan, waardoor ander onderwaterleven afsterft. - Waterhyacint - Watersla Dit zijn planten die uit drijvende rozetten bestaan. Zij kunnen op voedselrijk, warm water zeer snel voortplanten, en daardoor een complete watergang overdekken. Hierdoor kunnen dezelfde kwaliteitsproblemen ontstaan als bij grote waternavel etc.. Doordat zij niet wortelen zullen zij minder snel problemen voor de doorspoeling veroorzaken. Wel kan er een ophoping ontstaan bij gemalen en duikers. Doordat zij niet winterhard zijn, sterft de populatie doorgaans volledig gedurende de winter. Indien de opwarming van het klimaat doorzet, kunnen deze planten echter een vele malen groter probleem worden. - Rode Amerikaanse rivierkreeft - Chinese wolhandkrab In voedingspatroon zijn krabben en kreeften te vergelijken. Beide zijn alleseters. Bij voorkeur wordt aas gegeten, maar bij gebrek eten ze ook andere dieren en tot slot ook planten. Er bestaan sterke vermoedens dat in hoge dichtheden deze dieren een water volledig kaal kunnen vreten. Beide komen in een deel van Delfland in zeer hoge dichtheden voor. Voor de rode Amerikaanse rivierkreeft komt daar bij dat hij de schimmelziekte kreeftenpest bij zich draagt en hij graafgedrag kan vertonen. De schimmelziekte is de reden dat de inheemse Europese rivierkreeft inmiddels bijna uitgestorven is in ons land. De rode Amerikaanse rivierkreeft heeft, evenals andere rivierkreeften, de neiging om gangen te graven in oevers. Dit gedrag wordt niet standaard vertoond, maar is inmiddels op drie verschillende plaatsen in Delfland waargenomen. Dit kan tot instabiliteit van oevers en kades leiden. Het betreft 2 locaties in Nootdorp en een plas in het Wilhelminapark in Rijswijk. Tot slot houdt specifiek de rode Amerikaanse rivierkreeft er een amfibische levenswijze op na. Bij warm en nat zomerweer gaat hij soms massaal op weg, op zoek naar nieuw habitat. Dit kan voor overlast bij ingelanden zorgen, doordat dieren tussen spelende kinderen doorlopen, huisdieren lastigvallen, of zelfs via openstaande deuren huizen binnenlopen. Een kneep met de schaar van een kreeft is pijnlijk en kan snijwonden veroorzaken. Om een indruk te krijgen om welke aantallen migrerende kreeften dit kan gaan, is in bijlage 2 een screenshot opgenomen van een filmpje, geschoten aan de Kortelandseweg in Nootdorp, waar kinderen de kreeften op het fietspad voor hun huis bij elkaar hebben geraapt. Voor alle invasieve exoten geld dat zij een invloed kunnen hebben op de soortensamenstelling van het watersysteem. Hoewel zij zelf niet beoordeeld worden, kunnen exoten daardoor op beleidsniveau invloed uitoefenen op de te behalen doelen. Exoten zijn nooit aangemerkt als doelsoort, en hebben daardoor geen invloed op scores in toetsingssystemen. Inheemse (doel)soorten die een score wel positief kunnen beïnvloeden kunnen echter weggeconcurreerd worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan STOWA en KRW-toetsingen. Hier wordt geen waarde gehecht aan de aan- of afwezigheid van exoten, maar een succesvolle exoot kan wel andere belangrijke soorten uit het systeem laten verdwijnen, waardoor de uiteindelijke toetsresultaten lager kunnen uitvallen. 5- Verspreiding Naast de informatie uit het routinematig meetnet, wordt voor de meest risicovolle exoten ook actief naar waarnemingen gezocht. Dit betreft momenteel de volgende lijst, onderverdeeld in 3 groepen: - Woekerende oeverplanten o Grote waternavel o Waterteunisbloem o Parelvederkruid - Woekerende drijfplanten o Watersla o Waterhyacint - Kreeften en krabben o Chinese wolhandkrab o Alle exotische zoetwaterkreeften In bijlage 1 zijn 3 kaarten weergegeven waarop de verspreiding van deze 3 groepen in Delfland is weergegeven. Kaart 1 Een overzicht van meldingen van rivierkreeften door burgers, instanties en eigen waarnemingen. Het betreft met name de rode Amerikaanse rivierkreeft en waarnemingen waarbij niet de precieze soort kon worden aangegeven. Kaart 2 Kaart 3 Waarschijnlijk betreft dit in bijna alle gevallen ook de rode Amerikaanse rivierkreeft, aangezien dit vooral waarnemingen zijn van dieren die zich over het land verplaatsen, en de rode Amerikaanse rivierkreeft die enige is die consequent dergelijk gedrag vertoont. De andere verlaten zelden het water. Daarnaast zijn er nog enkele waarnemingen van de gevlekte Amerikaanse rivierkreeft, 1 waarneming van de gestreepte Amerikaanse rivierkreeft en enkele oude waarnemingen van de Turkse rivierkreeft opgenomen. Kaart 2 geeft een overzicht van alle bekende locaties waar in het verleden grote waternavel, waterteunisbloem of parelvederkruid is gevonden. De meeste van deze locaties zijn geschoond, waarvan een aantal met succes. De actuele verspreiding zal dus minder zijn. Deze locaties worden echter nog minstens jaarlijks gecontroleerd. Op deze kaart zijn alle locaties opgenomen waar in het verleden watersla of waterhyacint is gevonden. Hoewel deze planten normaal een Nederlandse winter niet overleven, zijn er terugkerende locaties. Waarschijnlijk betreft dit plekken waar een ingeland ieder jaar zijn vijver schoont en het afval in de vaart gooit. 6- Bestrijding Planten Vooralsnog is bij Delfland enkel de bestrijding van enkele wortelende planten met woekerende eigenschappen vastgelegd in afspraken tussen Team WSK en Team OWW. Voor andere soorten wordt de bestrijding niet als noodzakelijk (bijvoorbeeld watersla en waterhyacint, niet winterhard) of haalbaar (bijvoorbeeld grote kroosvaren, te ver verspreid) gezien, of hebben de soorten geen te verwachten problematisch effect op de waterkwaliteit of waterkwantiteit. Hierbij worden effecten als floravervalsing en schade aan biodiversiteit buiten beschouwing gelaten. De soorten die op de lijst te bestrijden planten staan (grote waternavel, waterteunisbloem en parelvederkruid) hebben alle de eigenschappen dat zij winterhard zijn, een watergang binnen enkele jaren over grote lengtes volledig dicht kunnen woekeren en dat zij zich voort kunnen planten door fragmentatie. Met name deze laatste eigenschap kan nogal voor problemen zorgen, doordat onzorgvuldige verwijdering juist de verspreiding ten goede kan komen. Een zorgvuldige aanpak bestaat uit het handmatig verwijderen van de planten en het uitsteken van zoveel mogelijk wortels, zodat er zo min mogelijk planten(delen) achterblijven. Naderhand moeten alle losliggende/losdrijvende fragmenten weggehaald worden, en al het plantenmateriaal moet afgevoerd en gecomposteerd worden. Vervolgens moet gedurende de rest van het seizoen en ook daarop volgende jaren regelmatig worden gecontroleerd of er geen planten terug zijn gekomen. Pas als een heel jaar geen teruggroei is opgemerkt, kan een locatie als schoon worden aangemerkt. Voor planten die hier kunnen voortplanten via zaad, moet ook zorg gedragen worden dat de bestrijding plaats vindt voordat de zaadzetting voltooid is. Momenteel lijkt het er op dat deze aanpak van het verwijderen van grote waternavel en waterteunisbloem goed gaat. Bekende locaties kennen weinig teruggroei en het lukt ook om de soort permanent te verwijderen. Parelvederkruid geeft nog minder problemen. Van deze soort is nog niet vastgesteld dat bestreden populaties een jaar later kunnen terugkeren. Wat nog wel problematisch is, zijn nieuw ontdekte locaties. Deze worden nog steeds regelmatig aangetroffen, en als deze enkele jaren ongestoord kunnen ontwikkelen bestaat een groot risico dat deze zich gaan verspreiden. Het probleem ligt hier vooral in de signalering van nieuwe locaties. Slechts een beperkt aantal mensen kan de plant goed herkennen, en meestal gaan er bij anderen pas alarmbellen rinkelen als de planten tot woekerend niveau zijn uitgegroeid. Ook weten veel burgers nog niet waar ze met hun waarneming terecht kunnen als zij een verdachte/vreemde plant zien. Momenteel zijn er afspraken met de muskusrattenbestrijdingsdienst om meldingen door te geven, en is ook een deel van het veldpersoneel van onderhoud en peilbeheer op de hoogte. Er circuleren ook veldgidsen om te ondersteunen in herkenning. Dieren In tegenstelling tot planten, hebben dieren een eigenschap die bestrijding heel moeilijk kan maken: ze lopen weg. Doordat de meeste exoten die gerelateerd zijn aan het water zich onder water ophouden, is het in alle gevallen moeilijk tot onhaalbaar om met zekerheid een populatie tot het laatste voortplantende koppel uit te roeien. Gecombineerd met een zeer hoge voortplantingssnelheid, een eigenschap die altijd voorkomt bij die soorten die problemen geven en eventueel bestreden zouden moeten worden, maakt bestrijding van dieren een vrijwel onhaalbare zaak, zonder ook de rest van het watersysteem zwaar te beschadigen. Een goed voorbeeld is de Amerikaanse rivierkreeft, en dan met name de soort rode Amerikaanse rivierkreeft, die inmiddels met een grote opmars in ons gebied bezig is. Deze soort heeft vele vermoede en bevestigde negatieve effecten op het watersysteem. Zijn voortplantingssnelheid is dusdanig groot dat bestrijding zonder gif onmogelijk is. Bestrijding met gif kan wel een optie zijn, maar doordat de meest soortspecifieke giffen die beschikbaar zijn ook alle andere kreeftachtigen (vlokreeften, waterpissebedden, watervlooien etc.) aanpakken, is dit een onwenselijke methode, aangezien het watersysteem meer beschadigd zou worden door het gif dan de kreeft nu doet. Momenteel is er maar één exotische diersoort die door Delfland bestreden wordt: de muskusrat. Voorheen viel de bestrijding onder de Provincie, maar deze is recent overgedragen aan de waterschappen. Voor andere problematische soorten is bestrijding onhaalbaar of onbetaalbaar. Indien toch tot bestrijding van een diersoort wordt overgegaan, zijn er verschillende opties, waarbij het meeste succes met een combinatie daarvan kan worden behaald. Bejaging/afvangst Bij grotere dieren, zoals bijvoorbeeld de muskusrat, kan de populatie in bedwang worden gehouden of zelfs worden uitgeroeid door bejaging of afvangst. Bij kleinere dieren is de voortplantingssnelheid vaak te hoog om hier een effect mee te halen. Inzet natuurlijke vijand Het succes van veel invasieve exoten komt veelal door een gebrek aan natuurlijke vijanden. Door een vijand te introduceren kan de exotische populatie in bedwang worden gehouden. Probleem is echter dat niet altijd goed te voorspellen is of de predator daadwerkelijk de exoot effectief zal bestrijden. Ook zijn er niet altijd potentiële predatoren beschikbaar, en het introduceren van een exotische predator is te allen tijde af te raden. Vergiftiging Kan zeer effectief zijn, met name bij kleinere soorten. Er zijn echter te veel schadelijke bijeffecten om dit als goede optie te overwegen, met mogelijke uitzondering bij een zeer geïsoleerde populatie. Afdammen en droogleggen Voor soorten die niet buiten het water kunnen overleven, en zich bevinden in een poel of plas, of in een zeer beperkt stuk van een ander water, kan het volledig droogpompen en tijdelijk laten droogstaan van een watergang een vrij acute oplossing vormen. Dit is wel een zeer nadelige methode voor de overige flora en fauna. 7- Signalering nieuwe problematische exoten Er zijn tot nu toe een aantal exoten genoemd waarvan bekend is dat ze problemen kunnen opleveren. Helaas gaat de instroom van nieuwe soorten door. Het is daarom van belang om bij de les te blijven, en goed in de gaten te houden welke soorten we in de toekomst kunnen verwachten, of deze problemen kunnen veroorzaken en of er acties hiertegen moeten worden genomen. Hiertoe worden externe ontwikkelingen gevolgd. Een bron van informatie is de Werkgroep Exoten. Dit is een groep die opereert onder de overkoepelende vlag van de Werkgroep Ecologisch Waterbeheer (WEW), die op zijn beurt een kennisplatform voor alle professionele aquatische ecologen van Nederland vormt. Daarnaast worden ook banden aangehaald met ecologen van de aangrenzende waterschappen. Problemen die bij hen spelen zullen vrij eenvoudig de gebiedsgrenzen oversteken en in Delfland soortgelijke problemen veroorzaken. 8- Onderzoek Naast het volgen van externe ontwikkelingen, kan ook Delfland participeren in de kennisontwikkeling rondom exoten. Delfland heeft een meetnetwerk dat jaarlijks gegevens oplevert. Daarnaast is van bijvoorbeeld de Amerikaanse rivierkreeften al vrij veel bekend over hun verspreiding, onder andere dat Delfland één van de zwaartepunten is in de populatie van de rode Amerikaanse rivierkreeft. Tevens is Delfland 1 van de 2 waterschappen waar bevestigd is dat deze dieren graafgedrag vertonen. Om deze redenen kan onderzoek in dit gebied belangrijke resultaten opleveren. 9- Voorkomen is beter dan genezen De belangrijkste boodschap is: voorkomen is beter dan genezen. In februari 2010 is een convenant getekend door de Unie van Waterschappen en verschillende vakhandelaren, met daarin afspraken dat enkele soorten niet meer worden verhandeld en andere zullen worden voorzien van informatie en een waarschuwing over het gevaar van uitzetten. De eerste stappen voor deze voorlichting zullen geleverd worden door de Unie van Waterschappen, o.a. door afspraken over de invulling van deze voorlichting te maken met handelaren. Omdat vooralsnog weinig aan voorlichting wordt gedaan bij tuincentra en het convenant al begin 2010 is getekend, kan het nuttig zijn om te informeren bij de Unie of er inmiddels concrete plannen zijn. Maar ook Delfland kan bijdragen. Om een natuurlijk evenwicht van dieren en planten te realiseren is begrip voor nut en noodzaak en medewerking van derden nodig. Het is belangrijk dat inwoners weten dat exoten binnen de huis- en tuingrens blijven. Communicatieactiviteiten met betrekking tot exoten zijn in het programma Schoon water ondergebracht in paragraaf 5.35 „Water en natuur‟. Gedurende het jaar wordt het onderwerp meegenomen in reguliere communicatieactiviteiten. Bijvoorbeeld tijdens deelname aan (streek)evenementen, middels publicaties (bijvoorbeeld nieuwsbrief)of tijdens excursies. Daarnaast vallen hieronder activiteiten als: - Het overbrengen van beelden van een gezonde sloot - Het kweken van begrip voor nut en noodzaak waternatuur - Het laten zien dat Delfland werkt aan meer waternatuur en welk positief effect dit heeft op de leefomgeving - Het stimuleren van gemeenten en natuurorganisaties om bij te dragen aan het ontwikkelen van waternatuur. - Communicatie over (seizoensgebonden) onderhoud/reguliere werkzaamheden van Delfland (bijvoorbeeld schouw, waterkwaliteitsonderzoek). - Communicatie bij actuele gebeurtenissen zoals migratie van paling, vissterfte door zuurstofloosheid of een bijzondere melding met betrekking tot exoten. - Denk aan de inzet van social media, bijvoorbeeld fora (visforum) en Twitter. - Monitoren van issues en bekendheid geven aan Delflands standpunt over het onderwerp. Daarnaast betrokken partijen aansporen om mee te denken over een oplossing. 10- Mitigatie Zoals eerder vermeld zullen sommige soorten problemen krijgen, doordat zij door exoten uit hun eigen niche worden verdreven. Dit kan soms erg makkelijk zijn doordat watersystemen een vrij eentonige opbouw hebben. Daar waar geen natuurvriendelijke oevers zijn en waterplanten weinig ontwikkelingskansen krijgen, is veelal een slecht ontwikkelde ecologische situatie. Juist in een dergelijk onderontwikkeld systeem, met weinig verschillende niches, hebben exoten een goede kans om de overige soorten in een hoek te drijven of helemaal uit te schakelen. Door grotere variatie in systemen aan te brengen, met een grotere variatie van abiotische en biotische omstandigheden, zal het systeem waarschijnlijk op een flexibeler wijze de komst van exoten op kunnen vangen. 11- Exoten in beleid? Momenteel is van 2 andere waterschappen bekend dat exoten zijn vastgelegd in beleid. In beide gevallen betreft dit een notitie waarin enkel is vastgelegd wat het gevaar is van bepaalde exoten, welke invasieve planten worden bestreden, en welke aanpak daarvoor gebruikt moet worden. Tevens is in 2007 door het voormalige ministerie van LNV een beleidsnota invasieve exoten gepubliceerd. In deze beleidsnota wordt vrij vooruitstrevend de intentie aangegeven om binnen 2 jaar beleid te schrijven voor exoten. Dit is echter nooit verder uitgewerkt. Wel is er het Team Invasieve Exoten (TIE) opgezet. Momenteel werkt dit team vooral aan het in kaart brengen van de soorten en hun effecten. Momenteel is het niet nuttig of noodzakelijk om beleid vast te leggen over hoe Delfland moet reageren op de exotenproblematiek. Beleid op dit gebied moet vooral sturen op regulering van handel en bezit van exotische planten en dieren, aangezien dit de bron van het probleem is. Dit valt niet onder de taak van Delfland, maar is een zaak voor de rijksoverheid. Het is voor Delfland belangrijk om een goede kennis van de stand van zaken te houden, en eventuele praktijkproblemen snel op te lossen. Daarom is het belangrijk een aantal acties en maatregelen vast te leggen, welke in onderstaand overzicht zijn weergegeven. Hierbij is het vooral belangrijk in gedachten te houden dat de actie “volgen ontwikkelingen” kan leiden tot aanvullingen en wijzigingen van deze lijst, en dat het noodzakelijk kan zijn om snel en efficiënt hierop te reageren. 12- Overzicht acties en maatregelen Lopende acties: - In kaart brengen verspreiding van risicovolle exoten: o Amerikaanse rivierkreeften. o Grote waternavel, waterteunisbloem, parelvederkruid, watersla, waterhyacint. - Bestrijding: o Grote waternavel, waterteunisbloem en parelvederkruid. - Contacten onderhouden met de Unie met betrekking tot de in het convenant opgenomen acties: o Uitwisseling van verspreidingskaarten. o Aandacht besteden aan het onderwerp door middel van communicatieactiviteiten. - Volgen ontwikkelingen: o Aanwezige exoten (ook de nu nog niet gearriveerde en als niet risicovol gemarkeerde soorten). o Voorspellingen over de komst van nieuwe exoten. o Onderzoek naar effecten en aanpak van exoten. Te overwegen acties: - (Laten) uitvoeren van onderzoek naar effecten in eigen gebied o Effecten op de ecologie. o Risico‟s voor de stabiliteit van oevers door graafgedrag rivierkreeften. Bijlage 1 – Verspreidingskaarten Kaart 1: Verspreiding van alle Amerikaanse rivierkreeften, waarvan voornamelijk de rode Amerikaanse rivierkreeft, en de Chinese wolhandkrab. De waarnemingen zijn gebaseerd op meldingen van burgers, instanties en eigen waarnemingen. De vangsten van de muskusrattendienst zijn enkel van boezemwateren, waar zij met fuiken jagen. Kaart 2: Alle bekende locaties waar nu of in het verleden grote waternavel, waterteunisbloem of parelvederkruid is gevonden. Veel van deze locaties zijn inmiddels geschoond. Kaart 3: Alle bekende vindplaatsen van waterhyacint en watersla. Hoewel deze planten normaal gesproken niet de winter doorkomen, zijn er jaarlijks terugkerende locaties. Waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt door een persoon die jaarlijks zijn vijver schoont en het afvalmateriaal in de sloot gooit. Bijlage 2 – Overlast van rivierkreeften aan de Kortelandseweg in Nootdorp In augustus 2011, gedurende een warme, natte week, zijn kinderen bezig geweest met het bij elkaar rapen van kreeften die het fietspad voor hun huis overstaken. Onderstaande screenshot van een ter plekke gemaakt filmpje toont het resultaat.