Acta Bolanica 8 Neerlandica De 40—42 (1959) Levenscyclus Catapodium marinum A. de van (L.) Hubbard Visser {St. Laurens) 13 (â– ingekomen marinum Catapodium de van door gevonden eerst Slufter dit van mei 27 De gras. 1937. juni de Dellewal aan derde de Nederland Twee op de aan in in Nederland werd 1939 plantjes door mij op polder in Zeeuws Zwarte geïnundeerde juni viertal een het voor binnenrand jaar later, Terschelling groeiplaats 1952 ontdekt in in Pelkwijk ter en 1958) werd Hubbard) Schoute Texel in op vond Westhoff (L.) november Vlaanderen. De volgende jaren bleek mij, dat het gras over een grote oppervlakte verspreid in de Zwarte polder groeide, meestal in forse, gedrongen, flink uitgestoelde, groeiende, dat deze éénstengelige als De vraag Noordgrens 1956, de na gevallen sneeuw dus kieming hadden in de gevonden exemplaren polder deze planten één eerst mij, aan vooral niet in van overleefd de De gras geweest. en voorjaar het dan het en blootgesteld de toen gevonden. verstoven ras wind in stengeltje hier, gras werden koude afkomstig de winter en 1955/56 niet anders snijdende en rechtop- vermoeden, zaden met dit van plantjes Zwarte enkele interesseerde van éénstengelige de het mij plantjes groei en winter strenge was bij wellicht verlopen, de felle koude aan Blijkbaar de zeer dat maar areaal kleine, beschreven was hoe steeds ertussen wekte deze dan de kleine en zijn van Dit gewoonlijk in het najaar kiemt plant voorjaar kiemen leveren. in jonge met planten, plantjes. soort eenjarige doorkomt het liggende waren gekiemde zaden. Ik te besloot mogelijk gedeelte water toen, teneinde de krijgen, in verschillende van was terrein, het blootgesteld het door Westhoff Op 25 weinig klein, mei grotere planten zon wind en weer; schenen intussen merkelijk hoger. gerekt veel tezamen met en op Alle eerste begin 9 met bloei, weinig waren doch het bleef exemplaren 40 overeen en de volop alle ik de bloei, Parapholis slechts zeer Bijna alle of door groeiplaatsen temperatuur in en met kwam. waren aartjes. zij bij één stengeltje. van Nog zo een weer best doodgevroren bezocht juni van waarnemingen. van plant hiertoe het plantengroei groeiplaatsen geregend plantjes groener, kleine flink de Op koos Saginetum maritimae mijn een bloeiende Ik invloeden aan de éénstengelig doodgebrand. het had en beschreven deed ik uitgestoeld volle ten tot observeren. te waarvan vertoonden plantjes niet c.s. 1956 dat zaad van stadia en mijn veronderstelling zekerheid omtrent ontwikkelingsgang was waren aan- wat Zij groeiden strigosa (Dum.) LEVENSCYCLUS DE Sagina Hubbard, Willd. maritima armoedig juli zaad laten kende, lager nieuw een ik die op Bij een had ik aanwezig. 16 ik flinke regenval de oude ook niet opgroef, 31 30 octobcr tot stengels, (Fig. waren te plantjes weer 9 januari ook vertakte 1957 voor het nu de (Fig. van kieming de kleine, la). Zwarte november en van kon die van voor gegroeid sprietjes gebleken, groeiden 26 gemerkte aanwezigheid was was Polder 1956. een begin 1b). jaar de groeiplaats voorgaande jaren grote flink de Hubbard, c. inge- inderdaad zij te enkele van dunne de bleek (L.) zeker gekiemd. kiemplanten overal 1956; (Fig. leken is dat marinum de dat vast, gezondheid octobcr in dit door en was, volgen, heb en op zeer ik want goede nemen Om niet nog ingraven groeien oppervlakkig waren eenmaal goed voorzien. vergaan aar. aartjes de kleine Het 30 ik spruiten; dat b. kiemplanten ik in stelde toen Catopodium van 1956; maal dat 12 in al kunnen hoogste vier ten geweest, 1c). Dit beloofde dus winter Op dat zijn verloop gaan top zou zaad kiemplantjes en plantjes waar november. De hadden de de augustus, opgraven aan te augustus laatste met onderscheiden. uitstocling De 31 op waren opnieuw met het was gemerkte plaatsen Kiemplanten Op 26 kafjes ontwikkelde a. van weer marinum grassen 1. Fig. zeer groeiplaatsen merktekens volledig afgestorven alles was bezoek, noodzakelijk goed een hadden het en de verdere van bloeiende en stengeltjes enkele het het zaad goed van augustus het niet op andere vormde die mij, waarvan groene nog kieming weer Teneinde stengeltje, het volgend Bij Catapodium ik Armeria L., coronopus afgestorven voor plaatsen plaatsen kleine kiemplantjes van 41 HUBBARD geheel Het enkele na waren plaatsen die halmen, Plantago L. echter herkenbaar. aan de Op graven. (l.) MARINUM plantjes meeste waren ontsproten, dat ik zijn, de Zij volgen plantjes hadden G.Don, rubra Festuca waren goed nog Enkele maritima en vallen. kunnen te CATAPODIUM gezelschap. 12 Op VAN bezocht, was op volledig uitgestoeld, sommige het maximum aan één plant aantal had bloeiende aangetroffen volgende jaar bij niet te strenge planten. bleken de planten in rust te zijn. Ze waren 42 A. sedert november niet begin kon maart VISSER gegroeid. meer De overwinteringsstadium. DE winter opnieuw Blijkbaar worden groei in zij waren zonder verliep veel het koude en Omstreeks geconstateerd. half april begonnen de bloeistengeltjes uit te schieten. Door koude vochtigheid duurde het evenwel toch nog tot 11 juni voor de planten in volledig bloei Ze waren. weer die ik vóór 1956 verzameld had. planten Ook onderzoek de voorjaar de zowel aantal, de groeiden de op groeiing aanwezig. niet waren op, rood zeer alle eer Op als en jonge klein nog een zodat het gevolg (L.) en gunstige in zij be- ijler zonnige zeer werden de naam groot hogere schoten plaatsen bloeitijd planten “Laksteeltje” van zaad de het geen winters Dellewal door laat tegenwoordige najaar blijkbaar er beschikbaar, lage tempe- uitermate met het normale winters koude is Terschelling op de bezetter is verloren groeit het gras thans zich dat aanzien, blijven, staat behoeft vrees de in voorjaarskieming voor in de Slufter en komt Zij bevriezing bij strenge dat aangenomen, breedte bedreigd. aan en worden deze op overwintert. na vergraving van polder hun gras de kan Hubbard plant wordt hoeveelheden in dagen voortbestaan ook door niet Zwarte in de tussen langer. Door het doch onderzoek gedeelte groeiplaats De als laatstgenoemde snijdende het overal waren als haar Nederlandse zij dit van marinum zonder schade door raturen zij en of vorst aan. wijze. aan. grond Catapodium kiemt uit het de vertakte gelijke Door gingen. plaatsen vertakt, meerdere deden en de sterk zo gedurende weer flink door exemplaren, tussen ongeveer zodanige niet doch forse voorjaarszaailingen op gronde beschreven Op als verliep te planten de tot Sporadisch trof ik bracht planten vertakt, flink niet uit exemplaren winter jonge toch 1957/58 over afgelopen dat wind, zij éénstengelige weer Het groeiden waren ongunstige er in de in nog In de vrij grote deze zolang gebieden verdwijnen voor oorlog gegaan. het van bestaan. te SUMMARY Zeeuws the on these for Texel Vlaanderen. An in the Netherlands purpose of isle Hubbard (L.) marinum Catapodium Slufter a the spots the period investigation habitat in of the development of two It years. the stooled when germinates have only After were the before plants hibernate the setting winter before not one the found the preceding autumn made of from had in not young plants A Zwarte the provided flowering in the plant to they percentage from this in grows To that marks. was grown this stage small with On observed seed germinates have originated that grass, the polder maintains itself. area, was plants winter; severe. in the thoroughly are of seed able the as a to seed rule few, small spikelets. 1955/56 on the which fact it not the how that normally the of the the with into seed too of its Netherlands in the (flooded) on polder Zwarte that and stem winter exclusively, is spring, flowering severe inundated was appeared months of August/September and in found growing the the northern boundary on of the part is in and outlived marked may the be severe spots one-stemmed concluded cold. that the plants plants of