PROSPECTUS FalcInvest Specialist Finance Fund FalcInvest Global Markets Fund FalcInvest Opportunities Fund De hierboven genoemde subfondsen zijn onderdeel van het FalcInvest Master Fund FALCINVEST MASTER FUND A DRESSEN Beheerder FalcInvest Fund Management B.V. Plesmanstraat 62 Postbus 1047 3900 BA Veenendaal www.falcinvest.com Accountants De Keijzer Nipius & Co Accountants B.V. Gebouw RivaPlaza Paasheuvelweg 16 Postbus 22866 1100 DJ Amsterdam- Zuidoost Bewaarder ANT Custody B.V. Claude Debussylaan 24 Postbus 11063 1001 GB Amsterdam Bank Deutsche Bank Nederland N.V. De Entree 99 Postbus 12797 1100 AT Amsterdam 2 F ALC I NVEST M ASTER F UND I NHOUD BESCHIKBARE SUBFONDSEN B ELANGRIJKE INFORMATIE FalcInvest FalcInvest FalcInvest FalcInvest pag. 4 Algemeen Registratiedocument Vergunning Klachten Verklaring van de Beheerder pag. 5 INTRODUCTIE pag. 6 B ELEGGINGSDOELSTELLING EN BELEGGINGSBELEID pag. 6 B IJZONDERE BEPALINGEN EN B ELEGGINGSRESTRICTIES pag. 8 pag. 8 Algemeen Fonds- en marktgerelateerde risico’s pag. 10 Algemeen Deelname Register van Deelnemers Wisselen van Subfonds Verzilvering van Participaties en opzegtermijn W AARDEBEPALING EN VERSLAGLEGGING pag. 11 KOSTEN EN VERGOEDINGEN pag. 11 Fondskosten Kosten Onderliggende fondsen B ELASTINGEN pag. 12 B EHEERSORGANISATIE pag. 12 Juridische structuur Investment Manager O VERIGE INFORMATIE Fund Fund Fund Fund Class A (euro) Class B (euro) Class B (US dollar) II (euro) FalcInvest Specialist Finance Fund Class A (euro) FalcInvest Specialist Finance Fund Class B (euro) FalcInvest Specialist Finance Fund Class B (US dollar) Algemeen Beleggingsbeleid Selectie van Onderliggende fondsen Beleggingsstijlen V ERHANDELING VAN PARTICIPATIES Markets Markets Markets Markets FalcInvest Opportunities Fund Class A (euro) FalcInvest Opportunities Fund Class B (euro) D EFINITIES R ISICOFACTOREN Global Global Global Global pag. 12 Hoofd- en Serieparticipaties Historische resultaten Vergadering van Deelnemers Ontbinding Voorwaarden en wijzigingen Communicatie Materiële overeenkomsten B IJLAGE Registratiedocument 3 F ALC I NVEST M ASTER F UND B ELANGRIJKE INFORMATIE behandeling genomen indien voorzien van volledige naam, adres en woonplaats gegevens. Algemeen Het FalcInvest Master Fund is per 1 september 2012 omgezet van een open-end beleggingsinstelling naar een closed-end beleggingsinstelling. Dit betekent dat er geen toetredingen meer mogelijk zijn. De facto was dit vanaf begin oktober 2008 al niet meer mogelijk omdat het FalcInvest Master Fund zowel haar inkoop als verkoop voor al haar Subfondsen heeft opgeschort. Het voor u liggende Prospectus is aangepast als gevolg van het besluit van de directie om over te gaan naar de closedend status. De belangrijkste wijzigingen zijn hierna samengevat: 1. Toe- en/of uittredingen uit een van de Subfondsen is vanaf 1 september 2012 niet meer mogelijk. U blijft Participant in het FalcInvest Master Fund voor een vastgestelde periode van 5 tot 7 jaar, tot uiterlijk 31 december 2019. Voor die tijd kunt u niet uittreden uit het Subfonds maar kan de Beheerder wel uitkeringen doen aan de participanten indien er geld beschikbaar is. 2. Er zal geen actief beleggingsbeleid meer worden gevoerd, dat is vanaf begin oktober 2008 ook niet meer het geval maar dit is nu expliciet verwoord in het voor u liggende Prospectus. Alle activiteiten van de Beheerder zijn gericht op het realiseren van een zo hoog mogelijke opbrengst voor de Deelnemers door verkoop van alle Onderliggende beleggingen. In principe is het mogelijk dat er in de toekomst weer een actief beleggingsbeleid wordt gevoerd. De Beheerder zal hiertoe pas besluiten nadat de Deelnemers daarover zijn geconsulteerd en dit besluit is bekrachtigd in een participantenvergadering. 3. In tegenstelling tot de vorige kostenstructuur, waarbij kosten afhankelijk van het fondsvermogen in rekening werden gebracht, zal worden overgegaan naar een vaste kosten structuur die er op is gericht om de noodzakelijke kosten van de beheerorganisatie te vergoeden. 4. Het document Essentiele Beleggersinformatie komt te vervallen; voor closed-end beleggingsinstellingen bestaat deze verplichting niet. 5. De assurance verklaring van de externe accountant bij het Prospectus komt te vervallen; voor closed-end beleggingsinstellingen bestaat deze verplichting niet. Verklaring van de Beheerder De Beheerder is verantwoordelijk voor de inhoud van het Prospectus. Hierbij verklaren wij dat de Beheerder, Bewaarder en het Fonds voldoen aan de bij of krachtens wet gestelde regels en dat het Prospectus voldoet aan de bij of krachtens de in Besluit Gedragstoezicht financiële onder nemingen Wft gestelde regels. FalcInvest Fund Management B.V. Veenendaal, 1 september 2012 Registratiedocument Overeenkomstig Nederlandse wet- en regelgeving heeft de Beheerder een registratiedocument gedeponeerd bij de Autoriteit Dit document is als bijlage in het Prospectus opgenomen. Vergunning De Beheerder is in het bezit van een vergunning van de Autoriteit om beleggingsinstellingen te beheren. De Beheerder dient te voldoen aan specifieke eisen ten aanzien van financiële waarborgen, administratieve organisatie, interne controle en het verstrekken van informatie aan het publiek. De functies van beheerder en bewaarder dienen gescheiden te zijn en accountantscontrole van de jaarrekening van het fonds is verplicht. In overeenstemming met de Wet dienen bestuurders van beleggingsinstellingen te voldoen aan specifieke eisen ten aanzien van deskundigheid en betrouwbaarheid. Klachten Klachten over de beleggingsinstelling kunnen, uitsluitend schriftelijk, bij de Beheerder worden ingediend en worden in 4 F ALC I NVEST M ASTER F UND D EFINITIES Voorwaarden Het geheel van informatie, bepalingen en condities zoals vermeld in dit Prospectus. Aanvullend prospectus Een aanvulling op het Prospectus dat specifieke informatie over en kenmerken van een Subfonds bevat en dat onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van het Prospectus. Wet De Wet op het financieel toezicht. Autoriteit De Autoriteit Financiële Markten die op grond van de Wet op het financieel toezicht belast is met het gedragstoezicht op en de vergunningverlening aan beheerders van beleggingsinstellingen. Beheerder De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FalcInvest Fund Management B.V. Beleggingen Hieronder worden, onder meer, begrepen aandelen, obligaties, rente-instrumenten, valuta, delfstoffen, agrarische en industriële goederen en producten, alsmede daarvan afgeleide beleggingsinstrumenten waaronder termijn -, index-, en optiecontracten, warrants en swaps. Verder wordt hieronder verstaan onderhandse, ‘over-the-counter’ en interbancaire transacties, bedrijfs-, projecten handelsfinancieringen en handelsdocumenten zoals ‘letters of credit’ en bankgaranties. Bewaarder De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ANT Custody B.V. Deelnemer Iedere natuurlijke of rechtspersoon, die Participaties in één of meerdere Subfondsen bezit. Fonds FalcInvest Master Fund. Onderliggend fonds Een beleggingsmaatschappij of beleggingsfonds of een op naam van het Fonds gestelde beleggingsrekening of financieel product waarin Subfondsen investeren t eneinde deel te nemen aan de desbetreffende beleggingsstrategie. Hieronder worden tevens begrepen (al dan niet door de Beheerder beheerde) beleggingsfondsen en gestructureerde financiële producten, die op hun beurt in Onderliggende fondsen investeren. Participaties Deelnemingsrechten in een Subfonds en fracties daarvan, berekend tot vier decimalen nauwkeurig. Participatiewaarde Het eigen vermogen van een Subfonds, gedeeld door het aantal daarin uitstaande Participaties, berekend tot vier decimalen nauwkeurig. Subfonds Een afzonderlijk geregistreerd vermogen van het Fonds, dat voor een specifieke beleggingsstrategie is bijeengebracht en waaraan bepaalde verdere kenmerken kunnen worden toegekend en waaraan alle ten behoeve van dat vermogen behaalde opbrengsten worden toegerekend, onder aftrek van alle daarop betrekking hebbende en daaraan toe te wijzen vergoedingen en kosten. 5 F ALC I NVEST M ASTER F UND I NTRODUCTIE BELEGGINGSDOELSTELLING EN BELEGGINGSBELEID Vanaf 1 september 2012 is het Fonds omgezet naar een closed-end structuur. Dit betekent dat er geen toetredingen meer mogelijk zijn. De facto was dit vanaf begin oktober 2008 al net meer mogelijk omdat het FalcInvest Master Fund zowel haar inkoop als verkoop voor al haar Subfondsen heeft opgeschort. Algemeen Als gevolg van de overgang naar een closed-end structuur is de beleggingsdoelstelling aangepast. Thans is de doelstelling van het Fonds om binnen de afgesproken termijn van 5 tot 7 jaar alle bestaande beleggingen en vorderingen tegen een zo hoog mogelijke opbrengst te verzilveren en uit te keren aan de Deelnemers. Dit betekent dat er geen actief beleggingsbeleid wordt gevoerd. Het voor u liggende Prospectus is aangepast als gevolg van het besluit van de directie om over te gaan naar de closedend status. De belangrijkste wijzigingen zijn hierna samengevat: 1. Toe- en/of uittredingen uit een van de Subfondsen is vanaf 1 september 2012 formeel niet meer mogelijk. U blijft Participant in het FalcInvest Master Fund voor een vastgestelde periode van 5 tot 7 jaar, tot uiterlijk 31 december 2019. Voor die tijd kunt u niet uittreden uit het Fonds maar kan de Beheerder wel uitkeringen doen aan de participanten indien er geld beschikbaar is. 2. Er zal geen actief beleggingsbeleid meer worden gevoerd, dat is vanaf begin oktober 2008 ook niet meer het geval maar dit is expliciet verwoord in het voor u liggende Prospectus. Alle activiteiten van de Beheerder zijn gericht op het realiseren van een zo hoog mogelijke opbrengst voor de Deelnemers door verkoop van alle Onderliggende beleggingen. 3. In tegenstelling tot de vorige kostens tructuur, waarbij kosten afhankelijk van het fondsvermogen in rekening werden gebracht, zal worden overgegaan naar een vaste kosten structuur die er op is gericht om de noodzakelijke kosten van de beheerorganisatie te vergoeden. 4. Het document Essentiele Beleggersinformatie komt te vervallen; voor closed-end beleggingsinstellingen bestaat deze verplichting niet. 5. De assurance verklaring van de externe accountant bij het Prospectus komt te vervallen; voor closed-end beleggingsinstellingen bestaat deze verplichting niet. Onderstaande cursief gemaakte tekst was van toepassing toen het Fonds nog wel een actief beleggingsbeleid voerde en zich richte op het realieren van vermogensgroei op middellange tot lange termijn. De huidige beleggingen van het Fonds zijn met onderstaande overwegingen destijds aangekocht. De middelen van de Subfondsen worden, direct of indirect, geïnvesteerd in Onderliggende fondsen die overwegend gebruik maken van niet-traditionele beleggingsstrategieën, ook wel ‘alternative investment strategies’ genoemd. Onderliggende fondsen worden geselecteerd op basis van het FalcInvest Multi-Strategie beleggingsproces, waarbij de selectie onder meer wordt bepaald door het risicoprofiel dat door de Beheerder voor ieder Subfonds is vastgesteld. Alternative investment strategies kunnen worden toegepast in aandelen- en obligatiemarkten, maar ook in onder meer rente-, valuta-, delfstoffen- en goederenmarkten. Tevens kunnen activiteiten zoals bedrijfsprojecten handelsfinancieringen tot deze strategieën worden gerekend. Anders dan traditionele beleggingsstrategieën, die overwegend passief zijn en voor hun resultaat vaak sterk afhankelijk zijn van economische groei en van koers - en prijsstijgingen, worden Alternative Investment Strategies gekenmerkt door een dynamisch gebruik van beleggingstechnieken en -instrumenten, zoals derivaten, baissetransacties en hefboomwerking. Hierdoor kunnen zij zowel van prijs- en koersstijgingen als van prijs- en koersdalingen profiteren en zijn zij doorgaans beter in staat beleggingsrisico’s te beheersen en ook bij een krimpende economie positieve rendementen te genereren. Onderstaande tekst is de tekst die van toepassing was toen het Fonds nog werd aangeboden (voor begin oktober 2008). Veel zaken zoals de paraplustructuur, de risico’s en de beschrijving van de beleggingscategorien zijn nog steeds informatief en van toepassing. Om die reden is veel tekst in het Prospectus niet aangepast maar soms cursief opgenomen. Evidente zaken die als gevolg van de structuurwijziging zijn verandert zijn wel aangepast dan wel verwijderd. Alternative investment strategies kunnen gerangschikt worden in specifieke ‘beleggingsstijlen’. De strategieën z ijn doorgaans complex en vereisen een diepgaande kennis van de markt en de beleggingsinstrumenten en/of -technieken die daarin kunnen worden toegepast. Het hoofdstuk ‘Beleggingsstijlen’ geeft een overzicht en een beknopte omschrijving van een aantal van de meest voorkomende beleggingsstijlen. Het Fonds kent een zogenoemde ‘paraplustructuur’ waarbij keuze bestaat uit Participaties van verschillende Subfondsen. Alle aan een Subfonds toe te rekenen positieve en negatieve beleggingsresultaten alsmede baten en lasten komen ten gunste respectievelijk ten laste van de Deelnemers van d at Subfonds. Iedere Deelnemer deelt naar evenredigheid van het aantal Participaties dat hij bezit, voor zover van toepassing onderverdeeld in Hoofd- en Serieparticipaties, in het resultaat van een Subfonds. Beleggingsbeleid Onderstaand beleggingsbeleid (cursief gemaakt) wordt niet actief meer gevoerd maar was van toepassing voor oktober 2008 toen nog wel actief werd belegd door het Fonds. Elk Subfonds heeft, in aanvulling op de algemene beleggingsdoelstelling van het Fonds, een eigen, specifiek beleggingsbeleid, rendementsdoelstelling en risicoprofiel. Subfondsen met een zelfde beleggingsbeleid kunnen onderling verschillen in, onder meer, basisvaluta, minimum storting en kosten en derhalve ook in onderlinge koersvorming. Verder kunnen Subfondsen verschillen in de aard en samenstelling van hun portefeuille en kunnen zij in een enkele regio of beleggingsstijl of in verschillende regio’s en beleggingsstijlen werkzaam zijn. Voor de specifieke Er zullen geen nieuwe Subfondsen meer worden toe gevoegd aan het Fonds. De referentievaluta van het Fonds is de euro en de jaarrekening van het Fonds wordt in euro opgesteld. 6 F ALC I NVEST M ASTER F UND kenmerken en doelstellingen van een Subfonds wordt verwezen naar het desbetreffende Aanvullend prospectus. Currency trading Dit omvat de wereldwijde handel in valuta, gebaseerd op kortstondige veranderingen in onderlinge valutaverhoudingen en/of lange termijn fluctuaties welke ontstaan door macro economische ontwikkelingen. Door deel te nemen aan één of meer Subfondsen krijgen professionele en particuliere beleggers op indirecte en doeltreffende wijze toegang tot een breed scala alternative investment strategies. Zij kunnen daarbij kiezen voor Subfondsen die het beste aansluiten bij hun risicoprofiel of waarvan de beleggingsstijl of combinatie van beleggings stijlen diversificatie biedt voor een reeds bestaande beleggingsportefeuille. Emerging Markets Hierbij wordt geïnvesteerd in aandelen, obligaties of handelsvorderingen van bedrijven of schuldpapier va n overheden uit geografische regio’s of landen met opkomende economieën. Koersen van investeringen in deze markten laten vaak een andere ontwikkeling zien, dan wel vindt die ontwikkeling in andere perioden plaats, dan in meer efficiënte westerse markten. Selectie van Onderliggende fondsen Onderstaande selectiemethodiek (cursief gemaakt) was van toepassing voor oktober 2008 toen nog wel actief werd belegd door het Fonds. Thans vinden er geen nieuwe beleggingen meer plaats. Event driven Hierbij is het doel te profiteren van koersontwikkelingen en/of koersinefficiënties die teweeg worden gebracht door (verwachte) gebeurtenissen. Deze stijl is weer onder te verdelen in de substijlen risicoarbitrage (overnames en acquisities) en speciale situaties (noodlijdende ondernemingen/reorganisaties/faillissementen). Onderliggende fondsen worden beoordeeld op basis van hun potentie om onder uiteenlopende omstandigheden positieve beleggingsresultaten te genereren en niet in hoeverre zij in staat zijn een index te volgen. Zij worden geselecteerd na zorgvuldig onderzoek naar en analyse van de achtergrond van de desbetreffende vermogensbeheerders, hun ervaring, integriteit, beleggingsfilosofie, besluitvormingsproces en behaalde resultaten. Daarbij wordt tevens beoordeeld in hoeverre de strategie een bijdrage levert aan het rendement, de stabiliteit en/of diversificatie van het desbetreffende Subfonds. Verder wordt de werkwijze van de vermogensbeheerders, de tijdigheid en accuratesse van rapportages en zaken als transparantie, risicobeheer en interne controle beoordeeld. Ook wordt de (juridische) structuur van Onderliggende fondsen en de organisatie daarvan onderzocht. Bovenstaande onderzoeken worden gedeeltelijk uitgevoerd ten kantore van de vermogensbeheerders. Fixed income arbitrage Hierbij tracht men te profiteren van prijsonevenwichtigheden tussen gerelateerde rente-instrumenten. De meeste handelaren zijn mondiaal actief en he bben als doel regelmatige inkomsten te genereren bij een laag risico. Men richt zich onder meer op arbitrage in rente swaps, yield curves, Amerikaanse en niet-Amerikaanse staatsobligaties en hypotheekpandbrieven. Global macro Hierbij wordt belegd op basis van mondiale macroeconomische ontwikkelingen. Handelaren nemen long en short posities in belangrijke kapitaal- en derivatenmarkten in. De posities weerspiegelen hun mening over de richting van de markt op grond van belangrijke economische ontwikkelingen en/of bijzondere gebeurtenissen. De portefeuilles kunnen aandelen, obligaties, valuta, goederen of derivaten hiervan bevatten. De meeste portefeuilles zijn wereldwijd belegd in zowel ontwikkelde als opkomende markten. Nadat Onderliggend fondsen zijn gecontracteerd worden hu n resultaten doorlopend beoordeeld en vindt regelmatig overleg met de desbetreffende vermogensbeheerder plaats. Beleggingsstijlen Onderstaand overzicht van niet-traditionele beleggingsstijlen is bedoeld als algemene informatie. Bovendien groeit het aantal beleggingsstijlen gestaag. Voor zover zij pas ten in desbetreffende beleggingsbeleid hebben Subfondsen voor oktober 2008 gebruik gemaakt van één of meer van deze stijlen. Long/Short Equity Hierbij worden portefeuilles samengesteld van long en/of short posities in aandelen van een grote verscheidenheid aan ondernemingen. Het doel is niet om marktneutraal te zijn, maar te profiteren van ontwikkelingen door van positie te veranderen, bijvoorbeeld van groeiaandelen naar dividend betalende aandelen, van klein naar middelgroot en groot en van een per saldo long naar een per saldo short positie. Handelaren gebruiken hierbij dikwijls termijncontracten en opties om risico’s af te dekken. De focus kan economisch/geografisch zijn (bijvoorbeeld long Amerikaanse aandelen en short Europese aandelen) of op een specifieke sector gericht (bijvoorbeeld long en short in farmacie, gezondheidszorg, voedingsindustrie, etc.) Collateralised Commercial Finance Hierbij worden leningen verstrekt tegen onderpan d van uiteenlopende vermogensbestanddelen. Voorbeelden hiervan zijn financiering van debiteuren, voorraden en onroerend goed. Renteontvangsten vormen de belangrijkste inkomsten, die soms kunnen worden aangevuld met beleggingsspecifieke opbrengsten. Convertible arbitrage Hierbij worden posities in aandelen en obligaties gecombineerd. In het algemeen wordt enerzijds long gegaan in converteerbare obligaties en anderzijds short gegaan in de aandelen en/of opties op de aandelen van hetzelfde bedrijf. Hierbij wordt geanticipeerd op een gunstigere waardeverhouding tussen de bestanddelen van de positie. Tegelijkertijd wordt de hoofdsom tegen negatieve marktfluctuaties beschermd. Managed futures Hierbij wordt door middel van termijncontracten (wereldwijd) belegd in onder meer obligatie- en rentemarkten, valuta, aandelenindices en goederenmarkten. In het algemeen werken de vermogensbeheerders of op basis van uitvoerig geteste systematische modellen of op basis van persoonlijke inschatting van kansen en risico’s, die per transactie kan verschillen. 7 F ALC I NVEST M ASTER F UND RISICOFACTOREN Market Neutral Algemeen Deelname in het Fonds brengt financiële risico’s met zich mee. Deelnemers kan geen zekerheid worden gegeven dat de beleggingsdoelstellingen van het Fonds, de Subfondsen of de Onderliggende fondsen worden gerealiseerd. Hierbij tracht men bepaalde prijsinefficiënties te gelde te maken door zowel koop- als verkoopposities in te nemen in (portefeuilles van) aandelen. Meestal gebeurt dit binnen eenzelfde sector en in gelijke proporties. Kenmerkend voor deze stijl is het feit dat ze slechts minimaal beïnvloed wordt door de richting van aandelenmarkten. De waardeontwikkeling van Participaties is, onder meer, afhankelijk van ontwikkelingen op de financiële markten en de keuzes die op grond van het beleggingsbeleid worden gemaakt. Alle risico's voortvloeiende uit transacties die namens het Fonds worden uitgevoerd, worden door de Deelnemers gedragen en alle resultaten van het Fonds behoren de Deelnemers toe. De waarde van Participaties kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor toekomstige resultaten. BIJZONDERE BEPALINGEN EN BELEGGINGSRESTRICTIES Onderstaande bijzondere bepalingen en beleggingsrestricties (cursief gemaakt) waren van toepassing voor oktober 2008 toen nog wel actief werd belegd door het Fonds. Thans vinden er geen nieuwe beleggingen meer plaats. In het algemeen zijn er geen restricties ten aanzien van het soort en type Onderliggende fondsen of Beleggingen waarin het Fonds kan investeren. Indien 20% of meer van het fondsvermogen in een Onderliggend fonds wordt geïnvesteerd zal informatie over dat fonds en daarop betrekking hebbende kosten en de verdeling daarvan worden toegelicht in het (half)jaarverslag van het Fonds. Daarnaast kan er sprake zijn van waardedaling als gevolg van inflatie, het onttrekken van gelden die het rendement te boven gaan en door andere externe factoren, zoals het op de Deelnemer van toepassing zijnde belastingregime. Bij beëindiging van deelname kan de waarde minder zijn dan u heeft ingelegd. Indien de aankoop van Participaties is gefinancierd met geleend geld dan houdt u, in dat geval, tevens een restschuld over. Bij niet-gefinancierde deelnamen zijn de risico’s voor Deelnemers begrensd tot maximaal de waarde van hun deelname, ongeacht de mate waarin door het Fonds gebruik wordt gemaakt van leningen (zie ook ‘Bijzondere bepalingen en beleggingsrestricties’). De Beheerder is bevoegd om naast Onderliggende fondsen van andere vermogensbeheerorganisaties ook Onderliggende fondsen te selecteren die door de Beheerder zelf of door een gelieerde vermogensbeheerder worden beheerd, voor zover dit past binnen de doelstelling en het beleggingsbeleid van het Fonds. Voor zover de Beheerder invloed kan uitoefenen op het beleggingsbeleid of de strategie van Onderliggende fondsen geschiedt dat alleen in het belang van de Deelnemers. Het Fonds mag geen leningen verstrekken of ten aanzien van derden garanties afgeven. Het succes van de door Onderliggende fondsen gevoerde beleggingsstrategieën is grotendeels afhankelijk van het juist kunnen inschatten van de toekomstige richting van prijsbewegingen. Er kan geen zekerheid worden gegeven dat die strategieën succesvol zullen zijn of dat de beleggingsdoelstellingen van Onderliggende fondsen, en daarmee die van het Fonds en van de Subfondsen, worden gerealiseerd, terwijl ook geen voorstelling wordt gedaan dat in het verleden door Onderliggende fondsen of door Subfondsen behaalde resultaten een indicatie vor men voor toekomstige resultaten. Tenminste 10% van het vermogen van het Fonds wordt aangehouden in de vorm van liquiditeiten, waardepapieren, ‘certificates of deposit’, korte of middellange termijn renteapieren, deposito’s, beursgenoteerde effecten of tijdelijke kredietfaciliteiten. Fonds- en marktgerelateerde risico’s De genoemde risico’s zijn nog steeds van toepassing dan wel hebben zich feitelijk voorgedaan. Het overzicht is niet aangepast per 1 september 2012 omdat de onderstaande opsomming nog grotendeels van toepassing is. De middelen van een Subfonds kunnen door de Beheerder om praktische en economische redenen geheel of gedeeltelijk ‘gepooled’ worden met de middelen van andere Subfondsen die in hetzelfde Onderliggende fonds investeren. De middelen worden dan collectief geïnvesteerd en de resultaten worden naar evenredigheid over de Subfondsen verdeeld. Onderstaand overzicht is bedoeld om een beeld te geven van de risico’s waarmee het Fonds van tijd tot tijd te maken kan krijgen. Het overzicht is niet limitatief en het wordt dan ook niet uitgesloten dat andere, niet genoemde risico’s zullen optreden. De Beheerder is bevoegd tot twee maal het vermogen van het Fonds leningen aan te gaan met als doel een hefboom effect (‘leverage’) te creëren om het beleggingsvolume van Subfondsen te vergroten en/of om tijdelijke liquiditeit te verkrijgen teneinde verzilvering van Participaties mogelijk te maken. Beleggen in Onderliggende fondsen De Beheerder kan de bijzondere bepalingen van tijd tot tijd wijzigen of nadere beleggingsrestricties vaststellen, onder meer als dit wordt opgelegd door wet- en regelgeving in jurisdicties waar Participaties van het Fonds worden aangeboden. Voor zover van toepassing zullen Deelnemers van wijzigingen op de hoogte worden gebracht (zie ook ‘Overige informatie - Voorwaarden en wijzigingen’). Investeringen in Onderliggende fondsen vinden doorgaans plaats via inschrijving op deelnemingsrechten bij de daartoe aangestelde uitgevende instellingen en niet via gereglemen teerde, regelmatig functionerende markten of beurzen. Hoewel getracht wordt Onderliggende fondsen te selecteren die de mogelijkheid bieden deelnemingsrechten binnen een redelijke termijn te verzilveren, kan verzilvering onder bepaalde omstandigheden beperkt zijn of aan gro tere restricties onderworpen dan die voor het desbetreffende Subfonds. 8 F ALC I NVEST M ASTER F UND Daarnaast is er, in algemene zin, geen secundaire markt voor deelnemingsrechten in Onderliggende fondsen. Er kan dan ook geen zekerheid worden gegeven dat Onderliggende fondsen te allen tijde in staat zullen zijn tegemoet te komen aan verzoeken tot verzilvering op het moment dat dit gevraagd wordt of dat verzilvering tegen een redelijke prijs of zonder kosten kan plaatsvinden. Deze restrictie kan de verhandelbaarheid van Participaties alsmede de Participatiewaarde beïnvloeden. - de bestaande liquiditeitsvoorzieningen zijn reeds volledig benut, en/of; - de omvang van de verzoeken tot terugbetaling vereisen een snellere liquidatie van beleggingen uit Onderliggende fondsen, wat de Participatiewaarde negatief kan beïnvloeden en/of; - de opzegtermijn van Onderliggende fondsen sluiten niet voldoende aan bij die van het Fonds of Subfonds en/of; - de Beheerder acht de kosten voor het liquideren van beleggingen uit Onderliggende fondsen onredelijk. Teneinde een zo gunstig mogelijke fiscale behandeling van hun winsten te bewerkstelligen zijn Onderliggende fondsen vaak gevestigd in landen met een gunstig belastingsregime, waar soms minder of geen toezicht op dergelijke instellingen aanwezig is. Hoewel de Beheerder zich, in voorkomende gevallen, ervan zal vergewissen dat andere voorzieningen zijn getroffen om de belangen van Deelnemers te beschermen, kan dergelijke bescherming minder effectief blijken dan bij (strikter) toezicht door een toezichthouder op de activiteiten van het Onderliggend fonds. Daarnaast worden aan Onderliggend fondsen in dergelijke landen doorgaans minder zware eisen gesteld ten aanzien van openbaarmaking van gegevens en informatieverstrekk ing. Als gevolg daarvan kan publieke informatie over Onderliggende fondsen, hun bezittingen en resultaten in mindere mate beschikbaar zijn. Opschorten van de waardebepaling van Participaties en opschorten van de verhandeling van Participaties De waardebepaling van Participaties kan in bepaalde omstan digheden tijdelijk wordt opgeschort, waardoor Deelnemers niet in staat zijn Participaties te royeren of te verzilveren op het moment dat zij dat zouden willen. Onderstaand volgen enkele voorbeelden van omstandigheden die tot opschorting van de waardebepaling kunnen leiden. - Het Fonds is voor de waardebepaling van Participaties afhankelijk van onder meer prijsinformatie van derden en koersinformatie van Onderliggende fondsen. Het niet (tijdig) beschikbaar zijn van deze informatie kan leiden tot vertraging in de waardebepaling van Participaties. - Beurzen waarop en/of banken waarmee gehandeld wordt kunnen door, onder meer, marktregels, handelsomstandigheden of het wegvallen van communicatielijnen (moeten) besluiten tot opschorten van de handel in de effecten waarin zij een markt onderhouden. Hierdoor kunnen On derliggende fondsen beperkt worden in hun mogelijkheden posities naar vrije keuze te liquideren, wat tot verlies kan leiden of tot vertraging in de afwikkeling van transacties. Bij het waarderen van Onderliggende fondsen wordt voor namelijk afgegaan op onafhankelijke informatie van derden. Als deze informatie achteraf onvolledig of onjuist blijkt te zijn, kan dit de Participatiewaarde nadelig beïnvloeden. Leverage De Beheerder en sommige Onderliggende fondsen kunnen gebruik maken van ‘leverage’ (hefboomwerking) om de om vang van de beleggingsactiviteiten te vergroten. Als gevolg daarvan kan de gezamenlijke waarde van de posities die door Onderliggende fondsen worden aangehouden het vermogen van het desbetreffende Subfonds overtreffen. Het gebruik van leverage kan de winstpotentie maar ook de volatiliteit van de Participatiewaarde, en daarmee ook het risico van verlies, van het desbetreffende Subfonds vergroten. Alle kos ten en verplichtingen die hieruit voortvloeien, waaronder het stellen van zekerheden, komen ten laste van het Subfonds. - Volatiliteit of gebrek aan liquiditeit kunnen de handel in Beleggingen belemmeren en verliezen veroorzaken. Het gevolg kan zijn dat Beleggingen niet voldoende snel kunnen worden verkocht en/of dat de opbrengs t daarvan lager kan zijn dan bij voldoende liquiditeit het geval zou zijn geweest. Tevens kan dit de vaststelling van de Participatiewaarde verhinderen en dientengevolge de inname en uitgifte van Participaties. Opschorting van de waardebepaling van Participaties en opschorting van de verhandeling van Participaties geschiedt in het belang van alle Deelnemers. Hoewel de Beheerder op de meeste omstandigheden die tot opschorting kunnen leiden geen invloed kan uitoefenen, zal hij er in voorkomende gevallen naar streven de duur van de opschorting van de waardebepaling dan wel uitbetaling van Participaties zo beperkt mogelijk te houden. Derden-risico Sommige Onderliggende fondsen maken gebruik van makelaars of bewaarders die niet dezelfde kredietwaardigheid hebben als een bank, wat tot een verhoogd risico voor het desbetreffende Subfonds kan leiden. Daarnaast, en in tegenstelling tot bewaarbanken in meer gereguleerde landen, voeren deze makelaars of bewaarders slechts bewaaractiviteiten uit zonder daarbij enige toezichthoudende verplichtingen te hebben. Bij onderhandse transacties zijn banken of andere financiële instellingen tegenpartij van het Onderliggend fonds, in plaats van een beurs. Indien een tegenpartij in gebreke blijft loopt het desbetreffende Subfonds extra risico. Gedeeltelijke verzilvering van Participaties omstandigheden zoals genoemd onder ‘ Liquiditeitsbeperkingen’ en ‘ Opschorten van de waardebepaling van Participaties en opschorten van de verhandeling van Participaties’ is de Beheerder bevoegd om, gedurende een In periode die hij nodig acht, slechts gedeeltelijke verzilvering van Participaties toe te staan, teneinde een ordelijk liquida tie van beleggingen in Onderliggende fondsen mogelijk te maken en te voorkomen dat Deelnemers die geen Participaties verzilveren worden benadeeld. Om alle Deelnemers naar evenredigheid toegang te laten houden tot de beschikbare liquiditeit van een Subfonds kan de Beheerder besluiten Onderliggende fondsen waarvoor op enig moment liquiditeitrestricties gelden voor de duur van die restricties Liquiditeitsbeperkingen Niettegenstaande de liquiditeitsvoorzieningen zoals genoemd in ‘Bijzondere bepalingen en beleggingsrestricties’, kunnen bepaalde omstandigheden zich voordoen waardoor niet (geheel) aan verzoeken tot terugbetaling op een specifieke Maandelijkse verslagdatum kan worden voldaan. Voorbeelden daarvan zijn: 9 F ALC I NVEST M ASTER F UND onder te brengen in een afzonderlijk Subfonds met een eigen Participatiewaarde. De Deelnemers krijgen daarin dan een deelname naar rato van de op dat moment vastgestelde waarde van hun belegging in het oorspronkelijke Subfonds. onderworpen aan de vorderingen crediteuren van het Fonds. van de algemene VERHANDELING VAN PARTICIPATIES Verhandelen van Beleggingen De mogelijkheid om Beleggingen te verhandelen kan als gevolg van marktomstandigheden, concentratie van beleggingen, maatregelen van beurzen of van overheidswege zijn of worden beperkt. De prijs van Beleggingen kan op het moment van handelen worden beïnvloed door de mate van beschikbaarheid. Beleggingen van Onderliggende fondsen kunnen onderhands of op basis van ‘private placement’ worden geplaatst, waardoor de waarde daarvan minder goed kan worden bepaald. Verder kan het moeilijk of onmogelijk zijn Beleggingen te liquideren, terwijl zij ook aan minder en/of ander toezicht onderworpen kunnen zijn dan Beleggingen die via een beurs plaatsvinden. Voor Beleggingen in bepaalde regio’s of sectoren, zoals opkomende landen en/of markten, kunnen grotere en andere risico’s gelden dan voor Beleggingen in meer ontwikkelde regio’s en/of markten, zoals beperktere liquiditeit, grotere prijsschommelingen, valutarestricties, wijzigingen in politiek en/of economisch beleid en veranderende internationale verhoudingen. Algemeen De Beheerder is bevoegd de inkoop van Participaties op te schorten. Begin oktober 2008 heeft de Beheerder dit besluit in het belang van de zittende participanten moeten nemen. Deelname Deelname is niet meer mogelijk vanaf begin oktober 2008. Register van Deelnemers De Beheerder houdt een register met de namen en adressen van alle Deelnemers van het Fonds, alsmede een specificatie van het aantal Participaties dat ieder van hen in de Subfondsen bezit en de datum van uitgifte of inname. Uitsluitend het register dient als bewijs van deelname in het Fonds en van mutaties in het aantal door de Deelnemer gehouden Participaties, tenzij de onjuistheid van de informatie daarin kan worden aangetoo nd. Voor zover de bevestiging van deelname, of latere overzichten met gegevens van deelname, andere gegevens bevatten dan het register, prevaleert het register. Overschrijding van beleggingsrestricties Door uiteenlopende omstandigheden, zoals koersverloop, valuta- of marktontwikkelingen of liquiditeitsbeperkingen, is het mogelijk dat beleggingsrestricties worden overschreden. Indien zo’n situatie zich voordoet, zal de Beheerder, binnen de mogelijkheden die hem ter beschikking staan, maatregelen nemen om de overschrijding zo snel mogeli jk teniet te doen. Hoewel zij zich daarbij zullen laten leiden door het belang van de Deelnemers, kan geen zekerheid worden gegeven dat uit de overschrijding of het beëindigen daarvan geen verlies voor het desbetreffende Subfonds kan ontstaan. Onder verwijzing naar de onder ‘Verhandelen van Participaties - Algemeen’ beschreven situaties is de Beheerder bevoegd deelnamen in het Fonds zonder nader overleg met de desbetreffende Deelnemers en/of opgaaf van redenen te beëindigen. Wisselen van Subfonds Deelnemers kunnen na de omzetting naar closed-end per 1 september 2012 niet meer wisselen van Subfonds. De facto was dit vanaf begin oktober 2008 al niet meer mogelijk. Verzilvering van Participaties en opzegtermijn Omdat het fonds per 1 september 2012 is omgezet naar een closed-end structuur vervalt formeel de verplichting van de Beheerder om Participaties in te kopen. Na de opschorting per begin oktober 2008 is deze verplichting al feitelijk niet meer van toepassing op het Fonds. Valutarisico De basisvaluta van Onderliggende fondsen kan afwijken van de basisvaluta van een Subfonds. Dit basisvalutarisico wordt, waar van toepassing, door de Beheerder door middel van bijvoorbeeld valutaswaps zoveel mogelijk afgedekt, waarbij de kosten voor rekening komen van het desbetreffende Subfonds. De Beheerder zal uitkeringen aan de Deelnemers doen zodra voldoende liquiditeiten aanwezig zijn. Een voorgenomen besluit tot uitkering van liquiditeiten zal worden genomen in overleg met de Bewaarder waarna dit besluit wordt besproken en voorgelegd in de jaarlijkse vergadering van deelnemers. Deelnemers kunnen de bijschrijving op hun rekening in december van het betreffende jaar verwachten. Risico’s tussen Subfondsen onderling Binnen de structuur van een paraplufonds (zie ‘Juridische structuur) vormt het in subfondsen aanwezige vermogen geen afgescheiden vermogen, hetgeen betekent dat het vermogen van een subfonds in theorie kan worden aangesproken indien er een tekort ontstaat in één van de andere subfondsen van het paraplufonds. Door de wijze waarop de investeringen van de Subfondsen plaatsvinden acht de Beheerder het risico dat een Subfonds aansp rakelijk zal worden gesteld voor een tekort in enig ander Subfonds beperkt. Participaties zijn persoonsgebonden en mogen niet worden verhandeld. Zij kunnen enkel aan familieleden in de rechte lijn worden overgedragen. Bij faillissement van een Deelnemer vervallen alle rechten aan de desbetreffende wettelijke vertegenwoordiger. De rechten van de Deelnemers zijn vastgelegd in de Voorwaarden. Resultaten voor enig Subfonds hebben geen invloed op de resultaten en waarde van enig ander Subfonds, uitgezonderd in geval van insolvabiliteit van één of meerdere Subfondsen. Deelnemers hebben geen belang in enig deel van het vermogen van het Fonds anders dan het vermogen van het Subfonds waarin zij deelnemen. Alle aan een Subfonds toebehorende middelen zijn, in geval van liquidatie, 10 F ALC I NVEST M ASTER F UND WAARDEBEPALING EN VERSLAGLEGGING Kosten Onderliggende fondsen Onderliggende fondsen zijn voorheen geselecteerd op basis van de bijdrage die zij konden leveren aan de beleggingsdoelstelling, het rendement, de stabiliteit en/of diversificatie van het desbetreffende Subfonds. In het algemeen zijn er geen kosten verbonden aan het deelnemen of beëindigen van deelname in Onderliggende fondsen. Sommige Onderliggende fondsen kunnen kosten in rekening brengen indien onttrekkingen plaatsvinden binnen een bepaalde initiële deelnameperiode of als onttrekkingen een bepaald bedrag of percentage van de deelname overstijgen. Inmiddels zijn voor alle onderliggende fondsen verkooporders ingelegd tegen de geldende (verkoop)voorwaarden. In het algemeen berekenen Onderliggende fondsen een beheersvergoeding tussen 0% en 3% van het vermogen dat zij beheren en een resultaatafhankelijke vergoeding tussen 0% en 25% van de netto vermogensgroei. Resultaatafhankelijke vergoedingen zijn uiteraard niet meer van toepassing, de beheersvergoeding in sommige gevallen wel. Beheerders van Onderliggende fondsen kunnen de door hen berekende kosten aanwenden voor betaling van parti jen die gelden bij hen introduceren. Na afloop van iedere maand wordt door de Beheerder een overzicht opgesteld met daarin, onder meer, het vermogen van het Fonds en van ieder Subfonds, de totale waarde en samenstelling van de beleggingen alsmede het verloop van het aantal uitstaande Participaties. Vermogen, zoals hiervoor genoemd, is het vermogen zoals op de voorgaande verslagdatum is bepaald en alle daarmee gedurende de maand behaalde (gerealiseerde en ongerealiseerde) beleggingsresultaten, vermeerderd met alle sindsdien ingelegde gelden en eventuele netto renteopbrengsten en verminderd met alle sindsdien gedane onttrekkingen en op de verslagperiode betrekking hebbende kosten en vergoedingen. Onderliggende fondsen worden gewaardeerd tegen de laatst bekende intrinsieke waarde waarbij de Beheerder op grond van hem bekende informatie de mogelijkheid heeft deze waarde naar beneden bij te stellen (afwaarderen). Indien de waarde niet tijdig bekend is, dan zal die in redelijkheid worden bepaald op basis van koersen die door de Beheerder representatief worden geacht. Alle overige balansposten worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Het boekjaar van het Fonds loopt van 1 januari tot en met 31 december. Jaarlijks wordt per 30 juni en 31 december een halfjaarverslag respectievelijk jaarverslag opgesteld dat binnen twee, respectievelijk vier maanden na dato op de website van de Beheerder zal worden gepubliceerd, dan wel kosteloos aan Deelnemers en kandidaat-deelnemers beschikbaar wordt gesteld. De verslagen bevatten de gecon solideerde Winst- en Verliesrekening en Balans van het Fonds, de Participatiewaarde en aantal uitstaande Participa ties van ieder Subfonds, waar van toepassing onderverdeeld in Hoofd- en Serieparticipaties, alsmede een overzicht van alle betaalde of nog verschuldigde kosten. Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Verder zal de Beheerder in de (half)jaarverslagen melding maken van wijzigingen die overeenkomstig de Voorwaarden in het Fonds zijn aangebracht. Indien een Subfonds belegt in een Onderliggend fonds dat gelieerd is aan de Beheerder, dan zal de inkoop en verkoop van deelnemingsrechten van en deelname in dat fonds plaatsvinden tegen de intrinsieke waarde, zonder a an- of verkoopkosten. De intrinsieke waarde wordt bepaald door de Beheerder en Bewaarder. Door het desbetreffende Onderliggende fonds aan de Beheerder of een daaraan gelieerde partij betaalde vergoedingen zullen in het (half)jaarverslag van het Fonds worde n vermeld. De Beheerder kan besluiten bepaalde vergoedingen of een deel daarvan aan het Fonds te restitueren. Alle kosten van het Fonds zullen, aan de hand van onder meer de kostenratio (‘Total Expense Ratio’) in het (half)jaarverslag worden toegelicht. Het jaarverslag bevat een vergelijkend resultatenoverzicht van de laatste drie jaar en zal voldoen aan de geldende regelgeving opgenomen in het Besluit Gedragstoezic ht financiële ondernemingen Wft, het Besluit van 18 juli 1995 houdende wijziging van het Besluit modellen jaarrekening, de richtlijn voor Beleggingsinstellingen van de Raad voor de Jaarverslaggeving en Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek 2. De jaarrekening wordt gecontroleerd door de accountant van het Fonds en de accountantsverklaring inzake de getrouwheid van de verantwoording wordt opgenomen in het jaarverslag. KOSTEN EN VERGOEDINGEN Fondskosten De kostenstructuur is gewijzigd per 1 oktober 2012. Er wordt met ingang van de overgang naar de closed-end structuur gewerkt met een vaste (minimale) kostenstructuur zodat de beheerorganisatie met een minimale bezetting en met minimale middelen de belangen van de Deelnemers zo goed mogelijk kan waarborgen. Ieder Subfonds wordt belast met de daarop van toepassing zijnde beheerskosten en vergoedingen, zoals vermeld in het desbetreffende Aanvullend prospectus. 11 F ALC I NVEST M ASTER F UND BELASTINGEN Voor verdere informatie over het beheer en de bewaring van het Fonds wordt verwezen naar het Registratiedocument dat als bijlage bij het Prospectus is gevoegd. Het Fonds is 'fiscaal transparant', wat wil zeggen dat de fiscus als het ware door het Fonds heen kijkt naar de achterliggende Deelnemers. Op basis van huidige wet - en regelgeving in Nederland is het Fonds noch over h aar vermogen noch over het behaalde resultaat belasting verschuldigd. OVERIGE INFORMATIE Hoofd- en Serieparticipaties Bij Subfondsen met Hoofd- en Serieparticipaties wordt alleen de Participatiewaarde van Hoofdparticipaties gepubliceerd. De fiscale behandeling van deelnamen in het Fonds kan per Deelnemer verschillen, mede afhankelijk van staatsburger schap, domicilie of land van vestiging en kan onderhevig zijn aan tussentijdse wijziging. Kandidaat-deelnemers wordt geadviseerd met betrekking tot een deelname in het Fonds een belastingdeskundige te raadplegen. Historische resultaten Gedurende haar bestaan heeft het Fonds diverse wijzigingen ondergaan, onder meer ten aanzien van structuur, beleggingsstrategie, beleggingsbeleid en kosten. De huidige paraplustructuur kwam in 2004 tot stand, samen met de introductie van de meeste Subfondsen. De ontwikkeling van het fondsvermogen en de rendementen van het Fonds over de laatste drie jaar zijn vermeld in de (half)jaarverslagen. Voor in Nederland woonachtige natuurlijke personen kunnen deelnamen in het Fonds onderworpen zijn aan Vermogensrendementsheffing. Vergadering van Deelnemers Binnen tien maanden na afloop van elk kalenderjaar wordt een algemene vergadering van Deelnemers bijeen geroepen. Deze vergadering is informeel en informatief van aard en wordt gehouden om aan Deelnemers verslag uit te brengen over de activiteiten en de ontwikkeling van het Fonds in het voorafgaande jaar en om de jaarrekening te presenteren en toe te lichten. De oproep voor de vergadering zal tenminste 14 dagen vóór de desbetreffende datum geschieden per advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad of aan het adres van iedere Deelnemer, alsmede op de website van de Beheerder. De Beheerder zal de vergadering voorzitten. De Deelnemers hebben geen stemrecht. Over de agenda van de vergadering wordt derhalve niet gestemd. BEHEERSORGANISATIE Juridische structuur Het Fonds is een ‘beleggingsfonds voor gemene rekening’ dat op 1 januari 1983 is opgericht. Het Fonds is per 1 september 2012 omgezet van een open-end structuur naar en closedend structuur. Dit betekent ondermeerdat Deelnemers niet meer kunnen uittreden. Dit was door de opschorting feitelijk al niet meer mogelijk per begin oktober 2008 (zie ‘Risicofactoren’). Het Fonds is gevestigd ten kantore van de Beheerder en wordt overeenkomstig de Voorwaarden beheerd door de Beheerder en de Bewaarder. De activiteiten van het Fonds worden voor 5 tot 7 jaar aangegaan en eindigen uiterlijk per 31 december 2019. Op het Prospectus en eventuele aanvullingen daarop is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Eventuele geschillen zullen worden voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechtbank. Behoudens de jaarlijkse algemene vergadering van Deelnemers zal een vergadering van Deelnemers alleen bijeen worden geroepen in geval van ontbinding van het Fonds (zie hierna) of bij vervanging van de Beheerder of de Bewaarder (zie ‘Registratiedocument’). Ontbinding Het Fonds zal slechts worden ontbonden indien, bij vervanging van de Beheerder of de Bewaarder, geen vervangende partij wordt gevonden of in de situatie dat het vermogen is gedaald tot een niveau waarop voortzetting van de activiteiten, naar het oordeel van de Beheerder, niet langer mogelijk is. Dit zal per jaar worden beoordeeld, uiterlijk in de maand november van ieder boekjaar. In dat geval zal de Beheerder de Deelnemers schriftelijk op de hoogte stellen van het voornemen het Fonds te ontbinden en zal hij dienaangaande een deelnemersvergadering bijeen roepen, welke zal worden gehouden binnen vier weken na verzending van de aankondiging. Organisatorisch heeft het Fonds de vorm van een ‘paraplufonds’. Paraplufondsen hebben als kenmerk dat de daarin aanwezige subfondsen in theorie met hun gezamenlijke vermogen aansprakelijk zijn voor eventuele tekorten die in één of meer subfondsen ontstaan (zie ook ‘Fonds en marktgerelateerde risico’s - Risico’s tussen Subfondsen onderling’). De Beheerder voert tevens het beheer over een aantal andere beleggingsfondsen. Voor actuele informatie over deze fondsen wordt verwezen naar de website van de Beheerder. Investment Manager De Beheerder voert het beleggingsbeleid van de subfondsen uit. Binnen de doelstellingen van het desbetreffende beleggingsbeleid en de vigerende richtlijnen worden Onderliggende fondsen geselecteerd. De Beheerder ziet er met name op toe dat de investeringen van de Subfondsen worden uitgevoerd overeenkomstig de restricties die van tijd tot tijd voor de Subfondsen gelden. Bij ontbinding van het Fonds zal de Beheerder een extra accountantsonderzoek gelasten en daarover verantwoording afleggen aan de Deelnemers, voordat hij opdracht geeft tot uitbetaling. Uitbetaling zal eerst worden uitgevoerd nadat de Bewaarder met de inhoud van het accountantsrapport akkoord is gegaan. De betaalbaarstelling en samenstelling van uitkeringen alsmede de wijze van betaalbaarstelling zal worden bekendgemaakt per advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad of aan het adres van iedere Deelnemer alsmede op de website van de Beheerder. De Beheerder voert voor die Subfondsen waarvoor dit van toepassing is, het beleid uit dat het valutarisico voor de Subfondsen minimaliseert. Voorwaarden en wijzigingen De Nederlandstalige versie van het Prospectus heeft voor rang boven enige andere versie, samenvatting of publicatie. 12 F ALC I NVEST M ASTER F UND Een voorstel tot wijziging van de Voorwaarden zal gezamenlijk door de Beheerder en de Bewaarder worden gedaan en zal worden bekendgemaakt per advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad of aan het adres van iedere Deelnemer alsmede op de website van de Beheerder en zal tevens op de website worden toegelicht. Gelijktijdig met de bekendmaking van het voorstel tot wijziging zal deze aan de toezichthouder worden gemeld. De wijziging van de Voor waarden zal door de Beheerder worden bekendgemaakt per advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagbla d of aan het adres van iedere Deelnemer alsmede op de website van de Beheerder en zal tevens op de website worden toegelicht. Gelijktijdig met de bekendmaking van de wijziging van de Voorwaarden zal deze aan de toezichthouder worden gemeld. Communicatie Alle mededelingen die overeenkomstig deze Voorwaarden gedaan moeten worden, zullen schriftelijk gedaan worden aan het adres van de Deelnemer zoals dat in het deelnemers register is vermeld, of een zodanig ander adres dat de Deelnemer heeft opgegeven, en aan de kantooradressen van de Beheerder en de Bewaarder. Alle mededelingen aan de Deelnemers, hetzij per post, telegram, fax, koerier of anderszins gedaan, worden geacht persoonlijk te zijn afgeleverd en ingeval van postverzending binnen vier dagen na verzending te zijn ontvangen. Materiële overeenkomsten De volgende materiële overeenkomsten hebben betrekking op de activiteiten van het Fonds en worden relevant geacht: a. een overeenkomst tussen de Beheerder en de Bewaarder inzake de voorwaarden van beheer en bewaring; b. overeenkomsten tussen de Beheerder en de Onderliggende fondsen die van tijd tot tijd ten behoeve van Subfondsen zijn gecontracteerd, inzake de uitvoering van de door de desbetreffende vermogens beheerder geformuleerde beleggingsstrategie. NB. Vanaf 1 september 2012 wordt er geen actief beleggingsbeleid meer uitgevoerd; Wijziging van de Voorwaarden waardoor rechten of zekerheden van de Deelnemers worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd, dan wel wijzigingen in het beleggingsbeleid worden eerst van kracht een maand nadat zij bekend zijn gemaakt. Deze Voorwaarden, alsmede de documenten waarnaar hierin verwezen wordt of die hiervan deel uitmaken, treden in de plaats van alle voorgaande, schriftelijk of mondeling gemaakte afspraken tussen de Beheerder en de Bewaarder en de Deelnemers, voor zover zij betrekking hebben op het leveren van diensten door de Beheerder en de Bewaarder, welke afspraken met instemming van de partijen en de Deelnemers niet langer toepasselijk worden geacht. Bovengenoemde overeenkomsten liggen ter inzage op het kantooradres van de Beheerder. Verzoeken daartoe kunnen gericht worden aan de Beheerder, die zich het recht voorbehoudt om inzage te weigeren, uitgezonderd gevallen waarin de wet inzage verplicht stelt. In alle zaken waarin deze Voorwaarden niet voorzien, zullen de Beheerder en de Bewaarder onderling tot nadere regelingen komen. Behoudens bij vervanging van partijen zijn deze Voorwaarden niet overdraagbaar aan derden. Aanspraken van Deelnemers op betaling onder deze Voorwaarden vervallen twintig jaar nadat de betaling verschuldigd werd of zoveel eerder als de wet voorschrijft. 13 PROSPECTUS MF 01092012 1.0