prospectus - Belfort Group

advertisement
PROSPECTUS
FalcInvest Specialist Finance Fund
FalcInvest Global Markets Fund
FalcInvest Opportunities Fund
De hierboven genoemde subfondsen zijn onderdeel van het FalcInvest Master Fund
FALCINVEST MASTER FUND
A DRESSEN
Beheerder
FalcInvest Fund Management B.V.
Plesmanstraat 62
Postbus 1047
3900 BA Veenendaal
www.falcinvest.com
Accountants
De Keijzer Nipius & Co Accountants B.V.
Gebouw RivaPlaza
Paasheuvelweg 16
Postbus 22866
1100 DJ Amsterdam- Zuidoost
Bewaarder
ANT Custody B.V.
Claude Debussylaan 24
Postbus 11063
1001 GB Amsterdam
Bank
Deutsche Bank Nederland N.V.
De Entree 99
Postbus 12797
1100 AT Amsterdam
2
F ALC I NVEST M ASTER F UND
I NHOUD
BESCHIKBARE SUBFONDSEN
B ELANGRIJKE INFORMATIE
FalcInvest
FalcInvest
FalcInvest
FalcInvest
pag. 4
Algemeen
Registratiedocument
Vergunning
Klachten
Verklaring van de Beheerder
pag. 5
INTRODUCTIE
pag. 6
B ELEGGINGSDOELSTELLING EN BELEGGINGSBELEID
pag. 6
B IJZONDERE BEPALINGEN EN B ELEGGINGSRESTRICTIES pag. 8
pag. 8
Algemeen
Fonds- en marktgerelateerde risico’s
pag. 10
Algemeen
Deelname
Register van Deelnemers
Wisselen van Subfonds
Verzilvering van Participaties en opzegtermijn
W AARDEBEPALING EN VERSLAGLEGGING
pag. 11
KOSTEN EN VERGOEDINGEN
pag. 11
Fondskosten
Kosten Onderliggende fondsen
B ELASTINGEN
pag. 12
B EHEERSORGANISATIE
pag. 12
Juridische structuur
Investment Manager
O VERIGE INFORMATIE
Fund
Fund
Fund
Fund
Class A (euro)
Class B (euro)
Class B (US dollar)
II (euro)
FalcInvest Specialist Finance Fund Class A (euro)
FalcInvest Specialist Finance Fund Class B (euro)
FalcInvest Specialist Finance Fund Class B (US dollar)
Algemeen
Beleggingsbeleid
Selectie van Onderliggende fondsen
Beleggingsstijlen
V ERHANDELING VAN PARTICIPATIES
Markets
Markets
Markets
Markets
FalcInvest Opportunities Fund Class A (euro)
FalcInvest Opportunities Fund Class B (euro)
D EFINITIES
R ISICOFACTOREN
Global
Global
Global
Global
pag. 12
Hoofd- en Serieparticipaties
Historische resultaten
Vergadering van Deelnemers
Ontbinding
Voorwaarden en wijzigingen
Communicatie
Materiële overeenkomsten
B IJLAGE
Registratiedocument
3
F ALC I NVEST M ASTER F UND
B ELANGRIJKE INFORMATIE
behandeling genomen indien voorzien van volledige naam,
adres en woonplaats gegevens.
Algemeen
Het FalcInvest Master Fund is per 1 september 2012 omgezet
van een open-end beleggingsinstelling naar een closed-end
beleggingsinstelling. Dit betekent dat er geen toetredingen
meer mogelijk zijn. De facto was dit vanaf begin oktober
2008 al niet meer mogelijk omdat het FalcInvest Master Fund
zowel haar inkoop als verkoop voor al haar Subfondsen heeft
opgeschort.
Het voor u liggende Prospectus is aangepast als gevolg van
het besluit van de directie om over te gaan naar de closedend status. De belangrijkste wijzigingen zijn hierna
samengevat:
1. Toe- en/of uittredingen uit een van de Subfondsen is
vanaf 1 september 2012 niet meer mogelijk. U blijft
Participant in het FalcInvest Master Fund voor een
vastgestelde periode van 5 tot 7 jaar, tot uiterlijk 31
december 2019. Voor die tijd kunt u niet uittreden uit het
Subfonds maar kan de Beheerder wel uitkeringen doen aan
de participanten indien er geld beschikbaar is.
2. Er zal geen actief beleggingsbeleid meer worden gevoerd,
dat is vanaf begin oktober 2008 ook niet meer het geval
maar dit is nu expliciet verwoord in het voor u liggende
Prospectus. Alle activiteiten van de Beheerder zijn gericht op
het realiseren van een zo hoog mogelijke opbrengst voor de
Deelnemers
door
verkoop
van
alle
Onderliggende
beleggingen.
In principe is het mogelijk dat er in de toekomst weer een
actief beleggingsbeleid wordt gevoerd. De Beheerder zal
hiertoe pas besluiten nadat de Deelnemers daarover zijn
geconsulteerd en dit besluit is bekrachtigd in een
participantenvergadering.
3. In tegenstelling tot de vorige kostenstructuur, waarbij
kosten afhankelijk van het fondsvermogen in rekening
werden gebracht, zal worden overgegaan naar een vaste
kosten structuur die er op is gericht om de noodzakelijke
kosten van de beheerorganisatie te vergoeden.
4. Het document Essentiele Beleggersinformatie komt te
vervallen; voor closed-end beleggingsinstellingen bestaat
deze verplichting niet.
5. De assurance verklaring van de externe accountant bij het
Prospectus
komt
te
vervallen;
voor
closed-end
beleggingsinstellingen bestaat deze verplichting niet.
Verklaring van de Beheerder
De Beheerder is verantwoordelijk voor de inhoud van het
Prospectus. Hierbij verklaren wij dat de Beheerder,
Bewaarder en het Fonds voldoen aan de bij of krachtens wet
gestelde regels en dat het Prospectus voldoet aan de bij of
krachtens de in Besluit Gedragstoezicht financiële onder nemingen Wft gestelde regels.
FalcInvest Fund Management B.V.
Veenendaal, 1 september 2012
Registratiedocument
Overeenkomstig Nederlandse wet- en regelgeving heeft de
Beheerder een registratiedocument gedeponeerd bij de
Autoriteit Dit document is als bijlage in het Prospectus
opgenomen.
Vergunning
De Beheerder is in het bezit van een vergunning van de
Autoriteit om beleggingsinstellingen te beheren. De
Beheerder dient te voldoen aan specifieke eisen ten aanzien
van financiële waarborgen, administratieve organisatie,
interne controle en het verstrekken van informatie aan het
publiek. De functies van beheerder en bewaarder dienen
gescheiden te zijn en accountantscontrole van de
jaarrekening van het fonds is verplicht. In overeenstemming
met de Wet dienen bestuurders van beleggingsinstellingen te
voldoen aan specifieke eisen ten aanzien van deskundigheid
en betrouwbaarheid.
Klachten
Klachten over de beleggingsinstelling kunnen, uitsluitend
schriftelijk, bij de Beheerder worden ingediend en worden in
4
F ALC I NVEST M ASTER F UND
D EFINITIES
Voorwaarden
Het geheel van informatie, bepalingen en condities zoals
vermeld in dit Prospectus.
Aanvullend prospectus
Een aanvulling op het Prospectus dat specifieke informatie
over en kenmerken van een Subfonds bevat en dat
onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van het Prospectus.
Wet
De Wet op het financieel toezicht.
Autoriteit
De Autoriteit Financiële Markten die op grond van de Wet op
het financieel toezicht belast is met het gedragstoezicht op
en
de
vergunningverlening
aan
beheerders
van
beleggingsinstellingen.
Beheerder
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FalcInvest Fund Management B.V.
Beleggingen
Hieronder worden, onder meer, begrepen aandelen,
obligaties, rente-instrumenten, valuta, delfstoffen, agrarische
en industriële goederen en producten, alsmede daarvan
afgeleide beleggingsinstrumenten waaronder termijn -, index-,
en optiecontracten, warrants en swaps. Verder wordt
hieronder verstaan onderhandse, ‘over-the-counter’ en
interbancaire
transacties,
bedrijfs-,
projecten
handelsfinancieringen en handelsdocumenten zoals ‘letters of
credit’ en bankgaranties.
Bewaarder
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ANT Custody B.V.
Deelnemer
Iedere natuurlijke of rechtspersoon, die Participaties in één
of meerdere Subfondsen bezit.
Fonds
FalcInvest Master Fund.
Onderliggend fonds
Een beleggingsmaatschappij of beleggingsfonds of een op
naam van het Fonds gestelde beleggingsrekening of
financieel product waarin Subfondsen investeren t eneinde
deel te nemen aan de desbetreffende beleggingsstrategie.
Hieronder worden tevens begrepen (al dan niet door de
Beheerder beheerde) beleggingsfondsen en gestructureerde
financiële producten, die op hun beurt in Onderliggende
fondsen investeren.
Participaties
Deelnemingsrechten in een Subfonds en fracties daarvan,
berekend tot vier decimalen nauwkeurig.
Participatiewaarde
Het eigen vermogen van een Subfonds, gedeeld door het
aantal daarin uitstaande Participaties, berekend tot vier
decimalen nauwkeurig.
Subfonds
Een afzonderlijk geregistreerd vermogen van het Fonds, dat
voor een specifieke beleggingsstrategie is bijeengebracht en
waaraan bepaalde verdere kenmerken kunnen worden
toegekend en waaraan alle ten behoeve van dat vermogen
behaalde opbrengsten worden toegerekend, onder aftrek van
alle daarop betrekking hebbende en daaraan toe te wijzen
vergoedingen en kosten.
5
F ALC I NVEST M ASTER F UND
I NTRODUCTIE
BELEGGINGSDOELSTELLING EN BELEGGINGSBELEID
Vanaf 1 september 2012 is het Fonds omgezet naar een
closed-end structuur. Dit betekent dat er geen toetredingen
meer mogelijk zijn. De facto was dit vanaf begin oktober
2008 al net meer mogelijk omdat het FalcInvest Master Fund
zowel haar inkoop als verkoop voor al haar Subfondsen heeft
opgeschort.
Algemeen
Als gevolg van de overgang naar een closed-end structuur is
de beleggingsdoelstelling aangepast. Thans is de doelstelling
van het Fonds om binnen de afgesproken termijn van 5 tot 7
jaar alle bestaande beleggingen en vorderingen tegen een zo
hoog mogelijke opbrengst te verzilveren en uit te keren aan
de Deelnemers. Dit betekent dat er geen actief
beleggingsbeleid wordt gevoerd.
Het voor u liggende Prospectus is aangepast als gevolg van
het besluit van de directie om over te gaan naar de closedend status. De belangrijkste wijzigingen zijn hierna
samengevat:
1. Toe- en/of uittredingen uit een van de Subfondsen is
vanaf 1 september 2012 formeel niet meer mogelijk. U blijft
Participant in het FalcInvest Master Fund voor een
vastgestelde periode van 5 tot 7 jaar, tot uiterlijk 31
december 2019. Voor die tijd kunt u niet uittreden uit het
Fonds maar kan de Beheerder wel uitkeringen doen aan de
participanten indien er geld beschikbaar is.
2. Er zal geen actief beleggingsbeleid meer worden gevoerd,
dat is vanaf begin oktober 2008 ook niet meer het geval
maar dit is expliciet verwoord in het voor u liggende
Prospectus. Alle activiteiten van de Beheerder zijn gericht op
het realiseren van een zo hoog mogelijke opbrengst voor de
Deelnemers
door
verkoop
van
alle
Onderliggende
beleggingen.
3. In tegenstelling tot de vorige kostens tructuur, waarbij
kosten afhankelijk van het fondsvermogen in rekening
werden gebracht, zal worden overgegaan naar een vaste
kosten structuur die er op is gericht om de noodzakelijke
kosten van de beheerorganisatie te vergoeden.
4. Het document Essentiele Beleggersinformatie komt te
vervallen; voor closed-end beleggingsinstellingen bestaat
deze verplichting niet.
5. De assurance verklaring van de externe accountant bij het
Prospectus
komt
te
vervallen;
voor
closed-end
beleggingsinstellingen bestaat deze verplichting niet.
Onderstaande cursief gemaakte tekst was van toepassing
toen het Fonds nog wel een actief beleggingsbeleid voerde
en zich richte op het realieren van vermogensgroei op
middellange tot lange termijn. De huidige beleggingen van
het Fonds zijn met onderstaande overwegingen destijds
aangekocht.
De middelen van de Subfondsen worden, direct of indirect,
geïnvesteerd in Onderliggende fondsen die overwegend
gebruik maken van niet-traditionele beleggingsstrategieën,
ook wel ‘alternative investment strategies’ genoemd.
Onderliggende fondsen worden geselecteerd op basis van het
FalcInvest Multi-Strategie beleggingsproces, waarbij de
selectie onder meer wordt bepaald door het risicoprofiel dat
door de Beheerder voor ieder Subfonds is vastgesteld.
Alternative investment strategies kunnen worden toegepast
in aandelen- en obligatiemarkten, maar ook in onder meer
rente-, valuta-, delfstoffen- en goederenmarkten. Tevens
kunnen
activiteiten
zoals
bedrijfsprojecten
handelsfinancieringen tot deze strategieën worden gerekend.
Anders
dan
traditionele
beleggingsstrategieën,
die
overwegend passief zijn en voor hun resultaat vaak sterk
afhankelijk zijn van economische groei en van koers - en
prijsstijgingen, worden Alternative Investment Strategies
gekenmerkt
door
een
dynamisch
gebruik
van
beleggingstechnieken en -instrumenten, zoals derivaten,
baissetransacties en hefboomwerking. Hierdoor kunnen zij
zowel van prijs- en koersstijgingen als van prijs- en
koersdalingen profiteren en zijn zij doorgaans beter in staat
beleggingsrisico’s te beheersen en ook bij een krimpende
economie positieve rendementen te genereren.
Onderstaande tekst is de tekst die van toepassing was toen
het Fonds nog werd aangeboden (voor begin oktober 2008).
Veel zaken zoals de paraplustructuur, de risico’s en de
beschrijving van de beleggingscategorien zijn nog steeds
informatief en van toepassing. Om die reden is veel tekst in
het Prospectus niet aangepast maar soms cursief
opgenomen. Evidente zaken die als gevolg van de
structuurwijziging zijn verandert zijn wel aangepast dan wel
verwijderd.
Alternative investment strategies kunnen gerangschikt
worden in specifieke ‘beleggingsstijlen’. De strategieën z ijn
doorgaans complex en vereisen een diepgaande kennis van
de markt en de beleggingsinstrumenten en/of -technieken die
daarin
kunnen
worden
toegepast.
Het
hoofdstuk
‘Beleggingsstijlen’ geeft een overzicht en een beknopte
omschrijving van een aantal van de meest voorkomende
beleggingsstijlen.
Het Fonds kent een zogenoemde ‘paraplustructuur’ waarbij
keuze bestaat uit Participaties van verschillende Subfondsen.
Alle aan een Subfonds toe te rekenen positieve en negatieve
beleggingsresultaten alsmede baten en lasten komen ten
gunste respectievelijk ten laste van de Deelnemers van d at
Subfonds. Iedere Deelnemer deelt naar evenredigheid van
het aantal Participaties dat hij bezit, voor zover van
toepassing onderverdeeld in Hoofd- en Serieparticipaties, in
het resultaat van een Subfonds.
Beleggingsbeleid
Onderstaand beleggingsbeleid (cursief gemaakt) wordt niet
actief meer gevoerd maar was van toepassing voor oktober
2008 toen nog wel actief werd belegd door het Fonds.
Elk Subfonds heeft, in aanvulling op de algemene beleggingsdoelstelling van het Fonds, een eigen, specifiek
beleggingsbeleid, rendementsdoelstelling en risicoprofiel.
Subfondsen met een zelfde beleggingsbeleid kunnen
onderling verschillen in, onder meer, basisvaluta, minimum
storting en kosten en derhalve ook in onderlinge
koersvorming. Verder kunnen Subfondsen verschillen in de
aard en samenstelling van hun portefeuille en kunnen zij in
een enkele regio of beleggingsstijl of in verschillende regio’s
en beleggingsstijlen werkzaam zijn. Voor de specifieke
Er zullen geen nieuwe Subfondsen meer worden toe gevoegd
aan het Fonds.
De referentievaluta van het Fonds is de euro en de
jaarrekening van het Fonds wordt in euro opgesteld.
6
F ALC I NVEST M ASTER F UND
kenmerken en doelstellingen van een Subfonds wordt
verwezen naar het desbetreffende Aanvullend prospectus.
Currency trading
Dit omvat de wereldwijde handel in valuta, gebaseerd op
kortstondige veranderingen in onderlinge valutaverhoudingen
en/of lange termijn fluctuaties welke ontstaan door macro economische ontwikkelingen.
Door deel te nemen aan één of meer Subfondsen krijgen
professionele en particuliere beleggers op indirecte en
doeltreffende wijze toegang tot een breed scala alternative
investment strategies. Zij kunnen daarbij kiezen voor
Subfondsen die het beste aansluiten bij hun risicoprofiel of
waarvan de beleggingsstijl of combinatie van beleggings stijlen diversificatie biedt voor een reeds bestaande
beleggingsportefeuille.
Emerging Markets
Hierbij wordt geïnvesteerd in aandelen, obligaties of
handelsvorderingen van bedrijven of schuldpapier va n
overheden uit geografische regio’s of landen met opkomende
economieën. Koersen van investeringen in deze markten
laten vaak een andere ontwikkeling zien, dan wel vindt die
ontwikkeling in andere perioden plaats, dan in meer
efficiënte westerse markten.
Selectie van Onderliggende fondsen
Onderstaande selectiemethodiek (cursief gemaakt) was van
toepassing voor oktober 2008 toen nog wel actief werd
belegd door het Fonds. Thans vinden er geen nieuwe
beleggingen meer plaats.
Event driven
Hierbij is het doel te profiteren van koersontwikkelingen
en/of koersinefficiënties die teweeg worden gebracht door
(verwachte) gebeurtenissen. Deze stijl is weer onder te
verdelen in de substijlen risicoarbitrage (overnames en
acquisities)
en
speciale
situaties
(noodlijdende
ondernemingen/reorganisaties/faillissementen).
Onderliggende fondsen worden beoordeeld op basis van hun
potentie om onder uiteenlopende omstandigheden positieve
beleggingsresultaten te genereren en niet in hoeverre zij in
staat zijn een index te volgen.
Zij worden geselecteerd na zorgvuldig onderzoek naar en
analyse van de achtergrond van de desbetreffende
vermogensbeheerders, hun ervaring, integriteit, beleggingsfilosofie, besluitvormingsproces en behaalde resultaten.
Daarbij wordt tevens beoordeeld in hoeverre de strategie een
bijdrage levert aan het rendement, de stabiliteit en/of
diversificatie van het desbetreffende Subfonds. Verder wordt
de werkwijze van de vermogensbeheerders, de tijdigheid en
accuratesse van rapportages en zaken als transparantie,
risicobeheer en interne controle beoordeeld. Ook wordt de
(juridische) structuur van Onderliggende fondsen en de
organisatie daarvan onderzocht. Bovenstaande onderzoeken
worden gedeeltelijk uitgevoerd ten kantore van de
vermogensbeheerders.
Fixed income arbitrage
Hierbij tracht men te profiteren van prijsonevenwichtigheden
tussen
gerelateerde
rente-instrumenten.
De
meeste
handelaren zijn mondiaal actief en he bben als doel
regelmatige inkomsten te genereren bij een laag risico. Men
richt zich onder meer op arbitrage in rente swaps, yield
curves, Amerikaanse en niet-Amerikaanse staatsobligaties en
hypotheekpandbrieven.
Global macro
Hierbij wordt belegd op basis van mondiale macroeconomische ontwikkelingen. Handelaren nemen long en
short posities in belangrijke kapitaal- en derivatenmarkten in.
De posities weerspiegelen hun mening over de richting van
de
markt
op
grond
van
belangrijke
economische
ontwikkelingen
en/of
bijzondere
gebeurtenissen.
De
portefeuilles kunnen aandelen, obligaties, valuta, goederen
of derivaten hiervan bevatten. De meeste portefeuilles zijn
wereldwijd belegd in zowel ontwikkelde als opkomende
markten.
Nadat Onderliggend fondsen zijn gecontracteerd worden hu n
resultaten doorlopend beoordeeld en vindt regelmatig
overleg met de desbetreffende vermogensbeheerder plaats.
Beleggingsstijlen
Onderstaand overzicht van niet-traditionele beleggingsstijlen
is bedoeld als algemene informatie. Bovendien groeit het
aantal beleggingsstijlen gestaag. Voor zover zij pas ten in
desbetreffende beleggingsbeleid hebben Subfondsen voor
oktober 2008 gebruik gemaakt van één of meer van deze
stijlen.
Long/Short Equity
Hierbij worden portefeuilles samengesteld van long en/of
short posities in aandelen van een grote verscheidenheid aan
ondernemingen. Het doel is niet om marktneutraal te zijn,
maar te profiteren van ontwikkelingen door van positie te
veranderen, bijvoorbeeld van groeiaandelen naar dividend
betalende aandelen, van klein naar middelgroot en groot en
van een per saldo long naar een per saldo short positie.
Handelaren gebruiken hierbij dikwijls termijncontracten en
opties om risico’s af te dekken. De focus kan
economisch/geografisch zijn (bijvoorbeeld long Amerikaanse
aandelen en short Europese aandelen) of op een specifieke
sector gericht (bijvoorbeeld long en short in farmacie,
gezondheidszorg, voedingsindustrie, etc.)
Collateralised Commercial Finance
Hierbij worden leningen verstrekt tegen onderpan d van
uiteenlopende vermogensbestanddelen. Voorbeelden hiervan
zijn financiering van debiteuren, voorraden en onroerend
goed. Renteontvangsten vormen de belangrijkste inkomsten,
die soms kunnen worden aangevuld met beleggingsspecifieke
opbrengsten.
Convertible arbitrage
Hierbij worden posities in aandelen en obligaties
gecombineerd. In het algemeen wordt enerzijds long gegaan
in converteerbare obligaties en anderzijds short gegaan in de
aandelen en/of opties op de aandelen van hetzelfde bedrijf.
Hierbij
wordt
geanticipeerd
op
een
gunstigere
waardeverhouding tussen de bestanddelen van de positie.
Tegelijkertijd
wordt
de
hoofdsom
tegen
negatieve
marktfluctuaties beschermd.
Managed futures
Hierbij wordt door middel van termijncontracten (wereldwijd)
belegd in onder meer obligatie- en rentemarkten, valuta,
aandelenindices en goederenmarkten. In het algemeen
werken de vermogensbeheerders of op basis van uitvoerig
geteste systematische modellen of op basis van persoonlijke
inschatting van kansen en risico’s, die per transactie kan
verschillen.
7
F ALC I NVEST M ASTER F UND
RISICOFACTOREN
Market Neutral
Algemeen
Deelname in het Fonds brengt financiële risico’s met zich
mee. Deelnemers kan geen zekerheid worden gegeven dat de
beleggingsdoelstellingen van het Fonds, de Subfondsen of de
Onderliggende fondsen worden gerealiseerd.
Hierbij tracht men bepaalde prijsinefficiënties te gelde te
maken door zowel koop- als verkoopposities in te nemen in
(portefeuilles van) aandelen. Meestal gebeurt dit binnen
eenzelfde sector en in gelijke proporties. Kenmerkend voor
deze stijl is het feit dat ze slechts minimaal beïnvloed wordt
door de richting van aandelenmarkten.
De waardeontwikkeling van Participaties is, onder meer,
afhankelijk van ontwikkelingen op de financiële markten en
de keuzes die op grond van het beleggingsbeleid worden
gemaakt. Alle risico's voortvloeiende uit transacties die
namens het Fonds worden uitgevoerd, worden door de
Deelnemers gedragen en alle resultaten van het Fonds
behoren de Deelnemers toe. De waarde van Participaties kan
fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen
garantie voor toekomstige resultaten.
BIJZONDERE BEPALINGEN EN BELEGGINGSRESTRICTIES
Onderstaande bijzondere bepalingen en beleggingsrestricties
(cursief gemaakt) waren van toepassing voor oktober 2008
toen nog wel actief werd belegd door het Fonds. Thans
vinden er geen nieuwe beleggingen meer plaats.
In het algemeen zijn er geen restricties ten aanzien van het
soort en type Onderliggende fondsen of Beleggingen waarin
het Fonds kan investeren. Indien 20% of meer van het
fondsvermogen
in
een
Onderliggend
fonds
wordt
geïnvesteerd zal informatie over dat fonds en daarop
betrekking hebbende kosten en de verdeling daarvan worden
toegelicht in het (half)jaarverslag van het Fonds.
Daarnaast kan er sprake zijn van waardedaling als gevolg
van inflatie, het onttrekken van gelden die het rendement te
boven gaan en door andere externe factoren, zoals het op de
Deelnemer van toepassing zijnde belastingregime.
Bij beëindiging van deelname kan de waarde minder zijn dan
u heeft ingelegd. Indien de aankoop van Participaties is
gefinancierd met geleend geld dan houdt u, in dat geval,
tevens een restschuld over. Bij niet-gefinancierde deelnamen
zijn de risico’s voor Deelnemers begrensd tot maximaal de
waarde van hun deelname, ongeacht de mate waarin door
het Fonds gebruik wordt gemaakt van leningen (zie ook
‘Bijzondere bepalingen en beleggingsrestricties’).
De Beheerder is bevoegd om naast Onderliggende fondsen
van andere vermogensbeheerorganisaties ook Onderliggende
fondsen te selecteren die door de Beheerder zelf of door een
gelieerde vermogensbeheerder worden beheerd, voor zover
dit past binnen de doelstelling en het beleggingsbeleid van
het Fonds. Voor zover de Beheerder invloed kan uitoefenen
op het beleggingsbeleid of de strategie van Onderliggende
fondsen geschiedt dat alleen in het belang van de
Deelnemers.
Het Fonds mag geen leningen verstrekken of ten aanzien van
derden garanties afgeven.
Het succes van de door Onderliggende fondsen gevoerde
beleggingsstrategieën is grotendeels afhankelijk van het juist
kunnen inschatten van de toekomstige richting van prijsbewegingen. Er kan geen zekerheid worden gegeven dat die
strategieën
succesvol
zullen
zijn
of
dat
de
beleggingsdoelstellingen van Onderliggende fondsen, en
daarmee die van het Fonds en van de Subfondsen, worden
gerealiseerd, terwijl ook geen voorstelling wordt gedaan dat
in het verleden door Onderliggende fondsen of door
Subfondsen behaalde resultaten een indicatie vor men voor
toekomstige resultaten.
Tenminste 10% van het vermogen van het Fonds wordt
aangehouden in de vorm van liquiditeiten, waardepapieren,
‘certificates of deposit’, korte of middellange termijn renteapieren, deposito’s, beursgenoteerde effecten of tijdelijke
kredietfaciliteiten.
Fonds- en marktgerelateerde risico’s
De genoemde risico’s zijn nog steeds van toepassing dan wel
hebben zich feitelijk voorgedaan. Het overzicht is niet
aangepast per 1 september 2012 omdat de onderstaande
opsomming nog grotendeels van toepassing is.
De middelen van een Subfonds kunnen door de Beheerder
om praktische en economische redenen geheel of gedeeltelijk
‘gepooled’ worden met de middelen van andere Subfondsen
die in hetzelfde Onderliggende fonds investeren. De middelen
worden dan collectief geïnvesteerd en de resultaten worden
naar evenredigheid over de Subfondsen verdeeld.
Onderstaand overzicht is bedoeld om een beeld te geven van
de risico’s waarmee het Fonds van tijd tot tijd te maken kan
krijgen. Het overzicht is niet limitatief en het wordt dan ook
niet uitgesloten dat andere, niet genoemde risico’s zullen
optreden.
De Beheerder is bevoegd tot twee maal het vermogen van
het Fonds leningen aan te gaan met als doel een hefboom effect (‘leverage’) te creëren om het beleggingsvolume van
Subfondsen te vergroten en/of om tijdelijke liquiditeit te
verkrijgen teneinde verzilvering van Participaties mogelijk te
maken.
Beleggen in Onderliggende fondsen
De Beheerder kan de bijzondere bepalingen van tijd tot tijd
wijzigen of nadere beleggingsrestricties vaststellen, onder
meer als dit wordt opgelegd door wet- en regelgeving in
jurisdicties waar Participaties van het Fonds worden
aangeboden. Voor zover van toepassing zullen Deelnemers
van wijzigingen op de hoogte worden gebracht (zie ook
‘Overige informatie - Voorwaarden en wijzigingen’).
Investeringen in Onderliggende fondsen vinden doorgaans
plaats via inschrijving op deelnemingsrechten bij de daartoe
aangestelde uitgevende instellingen en niet via gereglemen teerde, regelmatig functionerende markten of beurzen.
Hoewel getracht wordt Onderliggende fondsen te selecteren
die de mogelijkheid bieden deelnemingsrechten binnen een
redelijke termijn te verzilveren, kan verzilvering onder
bepaalde omstandigheden beperkt zijn of aan gro tere restricties onderworpen dan die voor het desbetreffende Subfonds.
8
F ALC I NVEST M ASTER F UND
Daarnaast is er, in algemene zin, geen secundaire markt voor
deelnemingsrechten in Onderliggende fondsen. Er kan dan
ook geen zekerheid worden gegeven dat Onderliggende
fondsen te allen tijde in staat zullen zijn tegemoet te komen
aan verzoeken tot verzilvering op het moment dat dit
gevraagd wordt of dat verzilvering tegen een redelijke prijs
of zonder kosten kan plaatsvinden. Deze restrictie kan de
verhandelbaarheid
van
Participaties
alsmede
de
Participatiewaarde beïnvloeden.
- de bestaande liquiditeitsvoorzieningen zijn reeds volledig
benut, en/of;
- de omvang van de verzoeken tot terugbetaling vereisen
een snellere liquidatie van beleggingen uit Onderliggende
fondsen, wat de Participatiewaarde negatief kan
beïnvloeden en/of;
- de opzegtermijn van Onderliggende fondsen sluiten niet
voldoende aan bij die van het Fonds of Subfonds en/of;
- de Beheerder acht de kosten voor het liquideren van
beleggingen uit Onderliggende fondsen onredelijk.
Teneinde een zo gunstig mogelijke fiscale behandeling van
hun winsten te bewerkstelligen zijn Onderliggende fondsen
vaak gevestigd in landen met een gunstig belastingsregime,
waar soms minder of geen toezicht op dergelijke instellingen
aanwezig is. Hoewel de Beheerder zich, in voorkomende
gevallen, ervan zal vergewissen dat andere voorzieningen
zijn getroffen om de belangen van Deelnemers te
beschermen, kan dergelijke bescherming minder effectief
blijken dan bij (strikter) toezicht door een toezichthouder op
de activiteiten van het Onderliggend fonds. Daarnaast
worden aan Onderliggend fondsen in dergelijke landen
doorgaans minder zware eisen gesteld ten aanzien van
openbaarmaking van gegevens en informatieverstrekk ing. Als
gevolg daarvan kan publieke informatie over Onderliggende
fondsen, hun bezittingen en resultaten in mindere mate
beschikbaar zijn.
Opschorten van de waardebepaling van Participaties en
opschorten van de verhandeling van Participaties
De waardebepaling van Participaties kan in bepaalde omstan digheden tijdelijk wordt opgeschort, waardoor Deelnemers
niet in staat zijn Participaties te royeren of te verzilveren op
het moment dat zij dat zouden willen. Onderstaand volgen
enkele voorbeelden van omstandigheden die tot opschorting
van de waardebepaling kunnen leiden.
- Het Fonds is voor de waardebepaling van Participaties
afhankelijk van onder meer prijsinformatie van derden en
koersinformatie van Onderliggende fondsen. Het niet
(tijdig) beschikbaar zijn van deze informatie kan leiden tot
vertraging in de waardebepaling van Participaties.
- Beurzen waarop en/of banken waarmee gehandeld wordt
kunnen door, onder meer, marktregels, handelsomstandigheden of het wegvallen van communicatielijnen (moeten)
besluiten tot opschorten van de handel in de effecten
waarin zij een markt onderhouden. Hierdoor kunnen On derliggende fondsen beperkt worden in hun mogelijkheden
posities naar vrije keuze te liquideren, wat tot verlies kan
leiden of tot vertraging in de afwikkeling van transacties.
Bij het waarderen van Onderliggende fondsen wordt voor namelijk afgegaan op onafhankelijke informatie van derden.
Als deze informatie achteraf onvolledig of onjuist blijkt te
zijn, kan dit de Participatiewaarde nadelig beïnvloeden.
Leverage
De Beheerder en sommige Onderliggende fondsen kunnen
gebruik maken van ‘leverage’ (hefboomwerking) om de om vang van de beleggingsactiviteiten te vergroten. Als gevolg
daarvan kan de gezamenlijke waarde van de posities die door
Onderliggende fondsen worden aangehouden het vermogen
van het desbetreffende Subfonds overtreffen. Het gebruik
van leverage kan de winstpotentie maar ook de volatiliteit
van de Participatiewaarde, en daarmee ook het risico van
verlies, van het desbetreffende Subfonds vergroten. Alle kos ten en verplichtingen die hieruit voortvloeien, waaronder het
stellen van zekerheden, komen ten laste van het Subfonds.
- Volatiliteit of gebrek aan liquiditeit kunnen de handel in
Beleggingen belemmeren en verliezen veroorzaken. Het
gevolg kan zijn dat Beleggingen niet voldoende snel
kunnen worden verkocht en/of dat de opbrengs t daarvan
lager kan zijn dan bij voldoende liquiditeit het geval zou
zijn geweest. Tevens kan dit de vaststelling van de
Participatiewaarde verhinderen en dientengevolge de
inname en uitgifte van Participaties.
Opschorting van de waardebepaling van Participaties en
opschorting van de verhandeling van Participaties geschiedt
in het belang van alle Deelnemers. Hoewel de Beheerder op
de meeste omstandigheden die tot opschorting kunnen leiden
geen invloed kan uitoefenen, zal hij er in voorkomende
gevallen naar streven de duur van de opschorting van de
waardebepaling dan wel uitbetaling van Participaties zo
beperkt mogelijk te houden.
Derden-risico
Sommige Onderliggende fondsen maken gebruik van
makelaars
of
bewaarders
die
niet
dezelfde
kredietwaardigheid hebben als een bank, wat tot een
verhoogd risico voor het desbetreffende Subfonds kan leiden.
Daarnaast, en in tegenstelling tot bewaarbanken in meer
gereguleerde landen, voeren deze makelaars of bewaarders
slechts
bewaaractiviteiten
uit
zonder
daarbij enige
toezichthoudende verplichtingen te hebben. Bij onderhandse
transacties zijn banken of andere financiële instellingen
tegenpartij van het Onderliggend fonds, in plaats van een
beurs. Indien een tegenpartij in gebreke blijft loopt het
desbetreffende Subfonds extra risico.
Gedeeltelijke verzilvering van Participaties
omstandigheden zoals genoemd onder ‘ Liquiditeitsbeperkingen’ en ‘ Opschorten van de waardebepaling van
Participaties en opschorten van de verhandeling van
Participaties’ is de Beheerder bevoegd om, gedurende een
In
periode die hij nodig acht, slechts gedeeltelijke verzilvering
van Participaties toe te staan, teneinde een ordelijk liquida tie
van beleggingen in Onderliggende fondsen mogelijk te maken
en te voorkomen dat Deelnemers die geen Participaties
verzilveren worden benadeeld. Om alle Deelnemers naar
evenredigheid toegang te laten houden tot de beschikbare
liquiditeit van een Subfonds kan de Beheerder besluiten
Onderliggende
fondsen
waarvoor
op
enig
moment
liquiditeitrestricties gelden voor de duur van die restricties
Liquiditeitsbeperkingen
Niettegenstaande de liquiditeitsvoorzieningen zoals genoemd
in ‘Bijzondere bepalingen en beleggingsrestricties’, kunnen
bepaalde omstandigheden zich voordoen waardoor niet
(geheel) aan verzoeken tot terugbetaling op een specifieke
Maandelijkse verslagdatum kan worden voldaan. Voorbeelden
daarvan zijn:
9
F ALC I NVEST M ASTER F UND
onder te brengen in een afzonderlijk Subfonds met een eigen
Participatiewaarde. De Deelnemers krijgen daarin dan een
deelname naar rato van de op dat moment vastgestelde
waarde van hun belegging in het oorspronkelijke Subfonds.
onderworpen aan de vorderingen
crediteuren van het Fonds.
van
de
algemene
VERHANDELING VAN PARTICIPATIES
Verhandelen van Beleggingen
De mogelijkheid om Beleggingen te verhandelen kan als
gevolg
van
marktomstandigheden,
concentratie
van
beleggingen, maatregelen van beurzen of van overheidswege
zijn of worden beperkt. De prijs van Beleggingen kan op het
moment van handelen worden beïnvloed door de mate van
beschikbaarheid. Beleggingen van Onderliggende fondsen
kunnen onderhands of op basis van ‘private placement’
worden geplaatst, waardoor de waarde daarvan minder goed
kan worden bepaald. Verder kan het moeilijk of onmogelijk
zijn Beleggingen te liquideren, terwijl zij ook aan minder
en/of ander toezicht onderworpen kunnen zijn dan
Beleggingen die via een beurs plaatsvinden. Voor
Beleggingen in bepaalde regio’s of sectoren, zoals
opkomende landen en/of markten, kunnen grotere en andere
risico’s gelden dan voor Beleggingen in meer ontwikkelde
regio’s en/of markten, zoals beperktere liquiditeit, grotere
prijsschommelingen, valutarestricties, wijzigingen in politiek
en/of economisch beleid en veranderende internationale
verhoudingen.
Algemeen
De Beheerder is bevoegd de inkoop van Participaties op te
schorten. Begin oktober 2008 heeft de Beheerder dit besluit
in het belang van de zittende participanten moeten nemen.
Deelname
Deelname is niet meer mogelijk vanaf begin oktober 2008.
Register van Deelnemers
De Beheerder houdt een register met de namen en adressen
van alle Deelnemers van het Fonds, alsmede een specificatie
van het aantal Participaties dat ieder van hen in de
Subfondsen bezit en de datum van uitgifte of inname.
Uitsluitend het register dient als bewijs van deelname in het
Fonds en van mutaties in het aantal door de Deelnemer
gehouden Participaties, tenzij de onjuistheid van de
informatie daarin kan worden aangetoo nd. Voor zover de
bevestiging van deelname, of latere overzichten met
gegevens van deelname, andere gegevens bevatten dan het
register, prevaleert het register.
Overschrijding van beleggingsrestricties
Door uiteenlopende omstandigheden, zoals koersverloop,
valuta- of marktontwikkelingen of liquiditeitsbeperkingen, is
het mogelijk dat beleggingsrestricties worden overschreden.
Indien zo’n situatie zich voordoet, zal de Beheerder, binnen
de mogelijkheden die hem ter beschikking staan,
maatregelen nemen om de overschrijding zo snel mogeli jk
teniet te doen. Hoewel zij zich daarbij zullen laten leiden
door het belang van de Deelnemers, kan geen zekerheid
worden gegeven dat uit de overschrijding of het beëindigen
daarvan geen verlies voor het desbetreffende Subfonds kan
ontstaan.
Onder verwijzing naar de onder ‘Verhandelen van
Participaties - Algemeen’ beschreven situaties is de
Beheerder bevoegd deelnamen in het Fonds zonder nader
overleg met de desbetreffende Deelnemers en/of opgaaf van
redenen te beëindigen.
Wisselen van Subfonds
Deelnemers kunnen na de omzetting naar closed-end per 1
september 2012 niet meer wisselen van Subfonds. De facto
was dit vanaf begin oktober 2008 al niet meer mogelijk.
Verzilvering van Participaties en opzegtermijn
Omdat het fonds per 1 september 2012 is omgezet naar een
closed-end structuur vervalt formeel de verplichting van de
Beheerder om Participaties in te kopen. Na de opschorting
per begin oktober 2008 is deze verplichting al feitelijk niet
meer van toepassing op het Fonds.
Valutarisico
De basisvaluta van Onderliggende fondsen kan afwijken van
de basisvaluta van een Subfonds. Dit basisvalutarisico wordt,
waar van toepassing, door de Beheerder door middel van
bijvoorbeeld valutaswaps zoveel mogelijk afgedekt, waarbij
de kosten voor rekening komen van het desbetreffende
Subfonds.
De Beheerder zal uitkeringen aan de Deelnemers doen zodra
voldoende liquiditeiten aanwezig zijn. Een voorgenomen
besluit tot uitkering van liquiditeiten zal worden genomen in
overleg met de Bewaarder waarna dit besluit wordt
besproken en voorgelegd in de jaarlijkse vergadering van
deelnemers. Deelnemers kunnen de bijschrijving op hun
rekening in december van het betreffende jaar verwachten.
Risico’s tussen Subfondsen onderling
Binnen de structuur van een paraplufonds (zie ‘Juridische
structuur) vormt het in subfondsen aanwezige vermogen
geen afgescheiden vermogen, hetgeen betekent dat het
vermogen van een subfonds in theorie kan worden
aangesproken indien er een tekort ontstaat in één van de
andere subfondsen van het paraplufonds. Door de wijze
waarop de investeringen van de Subfondsen plaatsvinden
acht de Beheerder het risico dat een Subfonds aansp rakelijk
zal worden gesteld voor een tekort in enig ander Subfonds
beperkt.
Participaties zijn persoonsgebonden en mogen niet worden
verhandeld. Zij kunnen enkel aan familieleden in de rechte
lijn worden overgedragen. Bij faillissement van een
Deelnemer vervallen alle rechten aan de desbetreffende
wettelijke vertegenwoordiger. De rechten van de Deelnemers
zijn vastgelegd in de Voorwaarden.
Resultaten voor enig Subfonds hebben geen invloed op de
resultaten en waarde van enig ander Subfonds, uitgezonderd
in geval van insolvabiliteit van één of meerdere Subfondsen.
Deelnemers hebben geen belang in enig deel van het
vermogen van het Fonds anders dan het vermogen van het
Subfonds waarin zij deelnemen. Alle aan een Subfonds
toebehorende middelen zijn, in geval van liquidatie,
10
F ALC I NVEST M ASTER F UND
WAARDEBEPALING EN VERSLAGLEGGING
Kosten Onderliggende fondsen
Onderliggende fondsen zijn voorheen geselecteerd op basis
van de bijdrage die zij konden leveren aan de
beleggingsdoelstelling, het rendement, de stabiliteit en/of
diversificatie van het desbetreffende Subfonds.
In het algemeen zijn er geen kosten verbonden aan het
deelnemen of beëindigen van deelname in Onderliggende
fondsen. Sommige Onderliggende fondsen kunnen kosten in
rekening brengen indien onttrekkingen plaatsvinden binnen
een bepaalde initiële deelnameperiode of als onttrekkingen
een bepaald bedrag of percentage van de deelname
overstijgen. Inmiddels zijn voor alle onderliggende fondsen
verkooporders
ingelegd
tegen
de
geldende
(verkoop)voorwaarden.
In het algemeen berekenen Onderliggende fondsen een
beheersvergoeding tussen 0% en 3% van het vermogen dat
zij beheren en een resultaatafhankelijke vergoeding tussen
0%
en
25%
van
de
netto
vermogensgroei.
Resultaatafhankelijke vergoedingen zijn uiteraard niet meer
van toepassing, de beheersvergoeding in sommige gevallen
wel. Beheerders van Onderliggende fondsen kunnen de door
hen berekende kosten aanwenden voor betaling van parti jen
die gelden bij hen introduceren.
Na afloop van iedere maand wordt door de Beheerder een
overzicht opgesteld met daarin, onder meer, het vermogen
van het Fonds en van ieder Subfonds, de totale waarde en
samenstelling van de beleggingen alsmede het verloop van
het aantal uitstaande Participaties. Vermogen, zoals hiervoor
genoemd, is het vermogen zoals op de voorgaande
verslagdatum is bepaald en alle daarmee gedurende de
maand
behaalde
(gerealiseerde
en
ongerealiseerde)
beleggingsresultaten, vermeerderd met alle sindsdien
ingelegde gelden en eventuele netto renteopbrengsten en
verminderd met alle sindsdien gedane onttrekkingen en op
de
verslagperiode
betrekking
hebbende
kosten
en
vergoedingen.
Onderliggende fondsen worden gewaardeerd tegen de laatst
bekende intrinsieke waarde waarbij de Beheerder op grond
van hem bekende informatie de mogelijkheid heeft deze
waarde naar beneden bij te stellen (afwaarderen). Indien de
waarde niet tijdig bekend is, dan zal die in redelijkheid
worden bepaald op basis van koersen die door de Beheerder
representatief worden geacht. Alle overige balansposten
worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Het boekjaar van het Fonds loopt van 1 januari tot en met 31
december. Jaarlijks wordt per 30 juni en 31 december een
halfjaarverslag respectievelijk jaarverslag opgesteld dat
binnen twee, respectievelijk vier maanden na dato op de
website van de Beheerder zal worden gepubliceerd, dan wel
kosteloos
aan
Deelnemers
en
kandidaat-deelnemers
beschikbaar wordt gesteld. De verslagen bevatten de gecon solideerde Winst- en Verliesrekening en Balans van het
Fonds, de Participatiewaarde en aantal uitstaande Participa ties van ieder Subfonds, waar van toepassing onderverdeeld
in Hoofd- en Serieparticipaties, alsmede een overzicht van
alle betaalde of nog verschuldigde kosten. Baten en lasten
worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking
hebben. Verder zal de Beheerder in de (half)jaarverslagen
melding maken van wijzigingen die overeenkomstig de
Voorwaarden in het Fonds zijn aangebracht.
Indien een Subfonds belegt in een Onderliggend fonds dat
gelieerd is aan de Beheerder, dan zal de inkoop en verkoop
van deelnemingsrechten van en deelname in dat fonds
plaatsvinden tegen de intrinsieke waarde, zonder a an- of
verkoopkosten. De intrinsieke waarde wordt bepaald door de
Beheerder
en Bewaarder.
Door
het desbetreffende
Onderliggende fonds aan de Beheerder of een daaraan
gelieerde partij betaalde vergoedingen zullen in het
(half)jaarverslag van het Fonds worde n vermeld. De
Beheerder kan besluiten bepaalde vergoedingen of een deel
daarvan aan het Fonds te restitueren.
Alle kosten van het Fonds zullen, aan de hand van onder
meer de kostenratio (‘Total Expense Ratio’) in het
(half)jaarverslag worden toegelicht.
Het jaarverslag bevat een vergelijkend resultatenoverzicht
van de laatste drie jaar en zal voldoen aan de geldende
regelgeving opgenomen in het Besluit Gedragstoezic ht
financiële ondernemingen Wft, het Besluit van 18 juli 1995
houdende wijziging van het Besluit modellen jaarrekening, de
richtlijn voor Beleggingsinstellingen van de Raad voor de
Jaarverslaggeving en Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek 2.
De jaarrekening wordt gecontroleerd door de accountant van
het Fonds en de accountantsverklaring inzake de
getrouwheid van de verantwoording wordt opgenomen in het
jaarverslag.
KOSTEN EN VERGOEDINGEN
Fondskosten
De kostenstructuur is gewijzigd per 1 oktober 2012. Er wordt
met ingang van de overgang naar de closed-end structuur
gewerkt met een vaste (minimale) kostenstructuur zodat de
beheerorganisatie met een minimale bezetting en met
minimale middelen de belangen van de Deelnemers zo goed
mogelijk kan waarborgen.
Ieder Subfonds wordt belast met de daarop van toepassing
zijnde beheerskosten en vergoedingen, zoals vermeld in het
desbetreffende Aanvullend prospectus.
11
F ALC I NVEST M ASTER F UND
BELASTINGEN
Voor verdere informatie over het beheer en de bewaring van
het Fonds wordt verwezen naar het Registratiedocument dat
als bijlage bij het Prospectus is gevoegd.
Het Fonds is 'fiscaal transparant', wat wil zeggen dat de
fiscus als het ware door het Fonds heen kijkt naar de
achterliggende Deelnemers. Op basis van huidige wet - en
regelgeving in Nederland is het Fonds noch over h aar vermogen noch over het behaalde resultaat belasting verschuldigd.
OVERIGE INFORMATIE
Hoofd- en Serieparticipaties
Bij Subfondsen met Hoofd- en Serieparticipaties wordt alleen
de Participatiewaarde van Hoofdparticipaties gepubliceerd.
De fiscale behandeling van deelnamen in het Fonds kan per
Deelnemer verschillen, mede afhankelijk van staatsburger schap, domicilie of land van vestiging en kan onderhevig zijn
aan tussentijdse wijziging. Kandidaat-deelnemers wordt
geadviseerd met betrekking tot een deelname in het Fonds
een belastingdeskundige te raadplegen.
Historische resultaten
Gedurende haar bestaan heeft het Fonds diverse wijzigingen
ondergaan, onder meer ten aanzien van structuur,
beleggingsstrategie, beleggingsbeleid en kosten. De huidige
paraplustructuur kwam in 2004 tot stand, samen met de
introductie van de meeste Subfondsen. De ontwikkeling van
het fondsvermogen en de rendementen van het Fonds over
de laatste drie jaar zijn vermeld in de (half)jaarverslagen.
Voor in Nederland woonachtige natuurlijke personen kunnen
deelnamen
in
het
Fonds
onderworpen
zijn
aan
Vermogensrendementsheffing.
Vergadering van Deelnemers
Binnen tien maanden na afloop van elk kalenderjaar wordt
een algemene vergadering van Deelnemers bijeen geroepen.
Deze vergadering is informeel en informatief van aard en
wordt gehouden om aan Deelnemers verslag uit te brengen
over de activiteiten en de ontwikkeling van het Fonds in het
voorafgaande jaar en om de jaarrekening te presenteren en
toe te lichten. De oproep voor de vergadering zal tenminste
14 dagen vóór de desbetreffende datum geschieden per
advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad of
aan het adres van iedere Deelnemer, alsmede op de website
van de Beheerder. De Beheerder zal de vergadering
voorzitten. De Deelnemers hebben geen stemrecht. Over de
agenda van de vergadering wordt derhalve niet gestemd.
BEHEERSORGANISATIE
Juridische structuur
Het Fonds is een ‘beleggingsfonds voor gemene rekening’ dat
op 1 januari 1983 is opgericht. Het Fonds is per 1 september
2012 omgezet van een open-end structuur naar en closedend structuur. Dit betekent ondermeerdat Deelnemers niet
meer kunnen uittreden. Dit was door de opschorting feitelijk
al niet meer mogelijk per begin oktober 2008 (zie
‘Risicofactoren’).
Het Fonds is gevestigd ten kantore van de Beheerder en
wordt overeenkomstig de Voorwaarden beheerd door de
Beheerder en de Bewaarder. De activiteiten van het Fonds
worden voor 5 tot 7 jaar aangegaan en eindigen uiterlijk per
31 december 2019. Op het Prospectus en eventuele
aanvullingen daarop is uitsluitend Nederlands recht van
toepassing. Eventuele geschillen zullen worden voorgelegd
aan de bevoegde Nederlandse rechtbank.
Behoudens de jaarlijkse algemene vergadering van
Deelnemers zal een vergadering van Deelnemers alleen
bijeen worden geroepen in geval van ontbinding van het
Fonds (zie hierna) of bij vervanging van de Beheerder of de
Bewaarder (zie ‘Registratiedocument’).
Ontbinding
Het Fonds zal slechts worden ontbonden indien, bij
vervanging van de Beheerder of de Bewaarder, geen
vervangende partij wordt gevonden of in de situatie dat het
vermogen is gedaald tot een niveau waarop voortzetting van
de activiteiten, naar het oordeel van de Beheerder, niet
langer mogelijk is. Dit zal per jaar worden beoordeeld,
uiterlijk in de maand november van ieder boekjaar. In dat
geval zal de Beheerder de Deelnemers schriftelijk op de
hoogte stellen van het voornemen het Fonds te ontbinden en
zal hij dienaangaande een deelnemersvergadering bijeen
roepen, welke zal worden gehouden binnen vier weken na
verzending van de aankondiging.
Organisatorisch heeft het Fonds de vorm van een
‘paraplufonds’. Paraplufondsen hebben als kenmerk dat de
daarin aanwezige subfondsen in theorie met hun
gezamenlijke vermogen aansprakelijk zijn voor eventuele
tekorten die in één of meer subfondsen ontstaan (zie ook
‘Fonds en marktgerelateerde risico’s - Risico’s tussen
Subfondsen onderling’).
De Beheerder voert tevens het beheer over een aantal
andere beleggingsfondsen. Voor actuele informatie over deze
fondsen wordt verwezen naar de website van de Beheerder.
Investment Manager
De Beheerder voert het beleggingsbeleid van de subfondsen
uit. Binnen de doelstellingen van het desbetreffende
beleggingsbeleid en de vigerende richtlijnen worden
Onderliggende fondsen geselecteerd. De Beheerder ziet er
met name op toe dat de investeringen van de Subfondsen
worden uitgevoerd overeenkomstig de restricties die van tijd
tot tijd voor de Subfondsen gelden.
Bij ontbinding van het Fonds zal de Beheerder een extra
accountantsonderzoek gelasten en daarover verantwoording
afleggen aan de Deelnemers, voordat hij opdracht geeft tot
uitbetaling. Uitbetaling zal eerst worden uitgevoerd nadat de
Bewaarder met de inhoud van het accountantsrapport
akkoord is gegaan. De betaalbaarstelling en samenstelling
van uitkeringen alsmede de wijze van betaalbaarstelling zal
worden bekendgemaakt per advertentie in een landelijk
verspreid Nederlands dagblad of aan het adres van iedere
Deelnemer alsmede op de website van de Beheerder.
De Beheerder voert voor die Subfondsen waarvoor dit van
toepassing is, het beleid uit dat het valutarisico voor de
Subfondsen minimaliseert.
Voorwaarden en wijzigingen
De Nederlandstalige versie van het Prospectus heeft voor rang boven enige andere versie, samenvatting of publicatie.
12
F ALC I NVEST M ASTER F UND
Een voorstel tot wijziging van de Voorwaarden zal gezamenlijk door de Beheerder en de Bewaarder worden gedaan en
zal worden bekendgemaakt per advertentie in een landelijk
verspreid Nederlands dagblad of aan het adres van iedere
Deelnemer alsmede op de website van de Beheerder en zal
tevens op de website worden toegelicht. Gelijktijdig met de
bekendmaking van het voorstel tot wijziging zal deze aan de
toezichthouder worden gemeld. De wijziging van de Voor waarden zal door de Beheerder worden bekendgemaakt per
advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagbla d of
aan het adres van iedere Deelnemer alsmede op de website
van de Beheerder en zal tevens op de website worden
toegelicht. Gelijktijdig met de bekendmaking van de wijziging
van de Voorwaarden zal deze aan de toezichthouder worden
gemeld.
Communicatie
Alle mededelingen die overeenkomstig deze Voorwaarden
gedaan moeten worden, zullen schriftelijk gedaan worden
aan het adres van de Deelnemer zoals dat in het deelnemers register is vermeld, of een zodanig ander adres dat de
Deelnemer heeft opgegeven, en aan de kantooradressen van
de Beheerder en de Bewaarder.
Alle mededelingen aan de Deelnemers, hetzij per post,
telegram, fax, koerier of anderszins gedaan, worden geacht
persoonlijk te zijn afgeleverd en ingeval van postverzending
binnen vier dagen na verzending te zijn ontvangen.
Materiële overeenkomsten
De volgende materiële overeenkomsten hebben betrekking
op de activiteiten van het Fonds en worden relevant geacht:
a.
een overeenkomst tussen de Beheerder en de
Bewaarder inzake de voorwaarden van beheer en
bewaring;
b.
overeenkomsten
tussen
de
Beheerder
en
de
Onderliggende fondsen die van tijd tot tijd ten behoeve
van Subfondsen zijn gecontracteerd, inzake de
uitvoering van de door de desbetreffende vermogens beheerder geformuleerde beleggingsstrategie. NB.
Vanaf 1 september 2012 wordt er geen actief
beleggingsbeleid meer uitgevoerd;
Wijziging van de Voorwaarden waardoor rechten of
zekerheden van de Deelnemers worden verminderd of lasten
aan hen worden opgelegd, dan wel wijzigingen in het
beleggingsbeleid worden eerst van kracht een maand nadat
zij bekend zijn gemaakt.
Deze Voorwaarden, alsmede de documenten waarnaar hierin
verwezen wordt of die hiervan deel uitmaken, treden in de
plaats van alle voorgaande, schriftelijk of mondeling
gemaakte afspraken tussen de Beheerder en de Bewaarder
en de Deelnemers, voor zover zij betrekking hebben op het
leveren van diensten door de Beheerder en de Bewaarder,
welke afspraken met instemming van de partijen en de
Deelnemers niet langer toepasselijk worden geacht.
Bovengenoemde overeenkomsten liggen ter inzage op het
kantooradres van de Beheerder. Verzoeken daartoe kunnen
gericht worden aan de Beheerder, die zich het recht
voorbehoudt om inzage te weigeren, uitgezonderd gevallen
waarin de wet inzage verplicht stelt.
In alle zaken waarin deze Voorwaarden niet voorzien, zullen
de Beheerder en de Bewaarder onderling tot nadere
regelingen komen.
Behoudens bij vervanging van partijen zijn deze Voorwaarden
niet overdraagbaar aan derden.
Aanspraken van Deelnemers op betaling onder deze
Voorwaarden vervallen twintig jaar nadat de betaling
verschuldigd werd of zoveel eerder als de wet voorschrijft.
13
PROSPECTUS MF 01092012 1.0
Download