Opdrachten 4.3 Vraagstuk 1 De manager van een fabriek die kozijnen, salontafels en deuren maakt, geeft jou (assistent to the manager) de opdracht om de kosten en de productie van de afdeling kozijn in kaart te brengen. Na enkele maanden kom jij met de volgende gegevens (productie van één dag): Hoeveelheid arbeiders Aantal kozijnen 3 4 5 6 7 8 9 690 1080 1470 1800 2030 2120 2025 Marginale productie Arbeidsproductiviteit Totale arbeidskosten a) Vul de onderstaande tabel in. Een werknemer kost € 1.000 per dag. b) Geef een reden waarom jij met 3 werknemers begint in plaats van 1 of 2? c) Leg met behulp van de wet van de toe- en afnemende meeropbrengsten de bovenstaande tabel uit. d) Geef een heldere analyse hoeveel jij zou adviseren over het aantal te produceren kozijnen. Neem mee in jouw analyse de verschillende doelstellingen die de manager kan hebben. Vraagstuk 2 In het bij vraagstuk 1 genoemde bedrijf is de divisie salontafels het ‘zorgenkindje’. De manager vraagt jouw dit onderdeel van het bedrijf onder de loep te nemen omdat volgens de manager de kosten de spuigaten uitlopen. Na onderzoek kom jij met de volgende gegevens: Produ ctie Variab ele kosten 0 1 2 0 500 800 3 4 5 6 7 8 1000 1150 1350 1650 2000 2500 9 10 3500 5000 De constante kosten bedragen € 1.000 De maximale productiecapaciteit is 10 stuks a) Stel aan de hand van de bovenstaande gegevens de eerste 5 kolommen in de onderstaande tabel op: Produ ctie in eenhe den 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Constante kosten Varia bele kosten Totale Margi gemid kosnale delde ten kosconst. ten kost gemid delde var. kost. gemid Prijs delde totale kost. Totale Margi- Mono winst nale polie opbr. MO 0 450 350 250 150 50 -50 -150 -250 -350 -450 Als we de totale constante kosten en de totale variabele kosten delen door de productie ontstaan de constante en variabele kosten per eenheid product. b) Vul de kolommen 6, 7 en 8 in. Bij volledige mededinging is de prijs voor de aanbieder gegeven: de producent is in dit geval een ‘hoeveelheidsaanpasser’. c) Wat wordt met een hoeveelheidsaanpasser bedoeld? d) Stel dat de prijs van een salontafel € 500 bedraagt. Vul de rest van de tabel in. e) Welke hoeveelheid zal de onderneming aanbieden als het bedrijf winstmaximaliserend is? Stel de ondernemer maakt een salontafel die uniek is. De ondernemer is dus een monopolist op de markt van deze specifieke salontafels. De laatste kolom geeft aan de marginale opbrengst van deze monopolist. f) Hoeveel biedt de monopolist aan als hij winst maximaliserend is? g) Hoeveel biedt de monopolist aan als hij omzetmaximaliserend is? h) Wat kan een reden zijn dat de onderneming streeft naar een maximale omzet in plaats van een maximale winst? i) Leg uit waarom de aanbieder onder volledige mededinging meer aanbiedt dan wanneer de onderneming een monopolist is. j) Is er bij een deze monopolist sprake van welvaartsverlies? Leg uit. Vraagstuk 3 De OPEC-landen proberen samen afspraken te maken over de totale productie productieomvang en de prijs van aardolie. Neem aan dat door de OPEC (Organisatie van Olie-producerende landen) een prijs van 15 dollar per vat (159 liter) en een productieplafond van 18 miljoen vaten per dag wordt vastgesteld. Ga er tevens van uit dat de totale vraag naar aardolie kan worden weergegeven door de functie: P = -3 Qv + 69 waarbij P = prijs in dollars per vat Qv = hoeveelheid in miljoen vaten per dag a) Hoe ziet de aanbodcurve van vaten olie eruit, als de OPEC het aanbod vaststelt op 18 miljoen vaten per dag. b) Bereken de prijs van aardolie in dollars per vat, als de OPEC het aanbod vastelt op 18 miljoen vaten per dag. c) Bereken de verandering van de inkomsten per dag van de OPEC als het aanbod verkleind wordt tot 17 miljoen vaten per dag. d) Maak via een berekening duidelijk dat de onder vraag c gevraagde inkomstenverandering gespecificeerd kan worden in twee onderdelen, namelijk: een toename veroorzaakt door een hogere prijs en een afname veroorzaakt door een lagere afzet. e) Bepaal de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid bij een aanbod van 18 miljoen vaten per dag (afgerond in 3 decimalen) Vraagstuk 4 Medicam BV brengt een crème op de markt onder de naam Pêcha. Na jarenlange research heeft men ontdekt dat bepaalde stoffen uit de perzikpit gebruikt kan worden om de menselijke huid soepel te houden. De productiemethode is erg ingewikkeld en bij toeval ontdekt. De eigenschappen van het product slaan erg aan bij de consument en zijn zo uniek dat het product geen concurrentie ondervindt van andere huidcrèmes. a) De invloed van deze producent op de prijsvorming op de inkoopmarkt is wezenlijk anders dan de invloed op de prijsvorming op de verkoopmarkt. Geef een verklaring voor het verschil in invloed. De crème wordt aangeboden in potjes van 50 gram. Per potje heeft Medicam BV 3 kg perziken nodig om aan voldoende pitten te komen. Na het ontpitten resteert 2 kilo vruchtvlees dat verkocht wordt aan een producent van vruchtendrank. De inkoopprijs van perziken is constant en bedraagt € 2,00 per potje, en het vruchtvlees levert steeds €1,00 per kilogram op. De overige variabele kosten zijn telkens € 2,00 per kilo; de constante kosten € 2.400.000,00 per jaar. De vraagfunctie is p = -3q + 12 waarbij q de gevraagde hoeveelheid X 1.000.000 potjes en p de prijs in guldens per potje voorstelt. b) Teken in bovenstaande grafiek de vraagfunctie, de MO-curve en de MK-curve. (neem een halve centimeter voor elke euro, neem twee centimeter voor elke miljoen potjes) c) Bereken de maximale totale winst. d) Zal deze monopolist meer of minder potjes Pêcha aanbieden als de prijs van het vruchtvlees hoger wordt dan €1,00 per kilogram? Motiveer uw antwoord. e) Bereken de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid die maximale winst oplevert. f) Bij welke combinatie van prijs en hoeveelheid heeft deze monopolist de grootste omzet? Uit een in opdracht van Medicam BV door NHL-studenten voor het leerbedrijf uitgevoerd marktonderzoek is gebleken dat een grote groep consumenten de unieke werking van de crème niet kent. Tevens vreest men dat een concurrent werkt aan de ontwikkeling van substituten. Daarom overweegt Medicam BV een reclamecampagne op touw te zetten. De totale kosten van deze campagne zullen € 800.000 bedragen. Het resultaat zal dan zijn dat de gevraagde hoeveelheid bij elke prijs met 25% stijgen (ceteris paribus) g) Teken in de grafiek de nieuwe verwachte vraagcurve. h) Bereken of de reclamecampagne tot een hogere maximale totale winst zal leiden. In de praktijk zullen monopolisten bij het op de markt brengen van een nieuw product een andere prijs hanteren dan de prijs die hoort bij maximale winst of maximale omzet. i) Geef hiervoor een verklaring. Doelstellingen van het hoofdstuk Na het bestuderen van dit hoofdstuk ben jij in staat: Uit te leggen wat toe- en afnemende meeropbrengst inhoudt Inzicht te hebben in de samenhang tussen productie en kosten Onderscheid te maken tussen variabele en constante kosten Het begrijpen van het begrip ‘marginaal’ Aan te geven bij welke productieomvang een aanbieder bij volkomen concurrentie maximale winst behaalt Uit te leggen waarom de totale winst maximaal is wanneer MO = MK Aan te geven bij welke prijs en productieomvang een monopolist maximale winst behaalt Aan te geven wat de essentie van het oligopolie is De mededingingswetgeving bespreken De samenhang te bespreken tussen de fase van de levenscyclusvan een product, de mate van concentratie, de mate van concurrentie en de winstmarge