Valpreventie bij ouderen 1. Waarom aandacht voor vallen bij ouderen. 2. Oorzaken van vallen. A. Intrinsiek. B. Extrinsiek. 3. Gevolgen van vallen. A. Fysische. B. Psychische en sociale. C. Financieel 4. Hoe vallen voorkomen. A. Intrinsiek. B. Extrinsiek. C. Screening. 1. Waarom aandacht voor vallen bij ouderen. 28% tot 35% van de 65-plussers van de thuiswonende ouderen valt minstens 1 keer per jaar. Het risico om te vallen neemt toe met de leeftijd. In ziekenhuizen noteert men 1,4 tot 17.9 valincidenten per 1000 verpleegdagen. Bij bewoners in woonzorgcentra valt 30% tot 70% ten minste eenmaal per jaar, 15% tot 40% valt tweemaal of vaker. Bewoners met een psychogeriatrisch profiel hebben een hoger valrisico. Voor de senior betekent een valpartij vaak een confrontatie met toegenomen kwetsbaarheid. Omwille van verschillende redenen bijvoorbeeld de angst om opgenomen te worden in een rusthuis, of omdat men geen al te erge letsels heeft opgelopen, wordt slechts 20% van alle valincidenten gemeld. Dat maakt dat valpartijen bij ouderen toch nog een onderschat probleem is. 2. Oorzaken van vallen. A. Afname mobiliteit (door artrose) Spierzwakte/ krachtsverlies Chronische ziekte (Parkinson) Osteoporose Evenwichtstoornissen/ duizeligheid (bloeddrukval) Verminderd zicht/ gehoor Medicatie Voetproblemen (eelt, ingegroeide teennagels) Valangst (hoe banger, hoe groter het valrisico) B. Intrinsieke oorzaken (vanuit het lichaam, door het verouderingsproces). Extrinsieke oorzaken (oorzaken vanuit omgeving). Schoeisel (te groot, te hoge hak, kousen binnenshuis,…) Omgevingsfactoren: - binnenshuis(trappen, verlichting, tapijten, rommel,…) - buitenshuis (toegankelijkheid gebouwen, winkels met hoge drempel, oneffen voetpaden) Gebrek en niet gebruiken van hulpmiddelen 3. Gevolgen van vallen. A. Fysische gevolgen: Breuken, kneuzingen, spierletsels, hoofdletsels, snijwonden,… Vaak ook onderkoeling. Herstel duurt dikwijls lang. B. Psychische en sociale gevolgen: Ouderen kunnen zo angstig zijn om te vallen dat ze bepaalde activiteiten die nog wel kunnen, niet meer uitvoeren. Ze gaan minder bewegen en verhogen zo het risico om te vallen?. Bijkomend nemen de sociale interactie en de mobiliteit af waardoor het risico op isolatie en depressie toeneemt. Dat alles resulteert tenslotte in een daling van de levenskwaliteit. Nauw verbonden hiermee merken we een verhoogde angst voor het verlies van de onafhankelijkheid. Vele ouderen moeten na hun revalidatie van een ernstig val verhuizen naar een woonzorgcentrum, valpartijen zonder letsels behoren tot de voornaamste redenen voor opname van ouderen in woonzorgcentrum, rust en verzorgingstehuizen. C. Financiële gevolgen: De kosten van valpartijen staan in verhouding met de ernst van de valpartij. Het gaat om kosten voor medische zorgen, revalidatie en rehabilitatie, aankoop hulpstukken, woningaanpassing. 4. Hoe vallen voorkomen. A. Intrinsiek Afname mobiliteit, spierzwakte, chronische ziekten: - Blijf of word actief en fit, aandacht voor spierkracht en - - - evenwichtstraining. Intensief sporten hoeft niet, dagelijks zo’n 20 à 30 min beweging door het uitoefenen van activiteiten die u leuk vindt zoals tuinieren, huishouden, spelen met kleinkinderen, wandelen in het park, fietsen, zwemmen,… is voldoende. Naast dagdagelijkse activiteiten die de fitheid en de uithouding ten goede komen, is het aanbevolen om minstens 2 keer per week minimaal 30 min oefeningen te doen die specifiek inwerken op evenwicht, spierkracht en lenigheid. Deze oefeningen kunt u alleen of in verenigingsverband doen. Enkele voorbeelden zijn turnen, dans, Yoga en Tai Chi. Indien nodig oefenprogramma door kinesist aan huis. Osteoporose - Eet gezond om spieren en beenderen te versterken, zorg dat je voldoende calcium inneemt. Duizeligheid/ evenwichtsstoornissen - Langzaam rechtkomen vanuit zetel/bed. Voldoende eten/drinken op regelmatige tijdstippen (suikergehalte). Beperk alcoholgebruik. Evt huisartscontrole bij abnormale duizeligheid of evenwichtsproblemen. Zicht/ gehoor - Bril dragen als het nodig is, ook de juiste sterkte is belangrijk. Reinig regelmatig uw brilglazen. Regelmatig controle bij een oog- en oorarts. Controleer ook regelmatig de batterijen van oorapparaat. Medicatie - Neem uw medicatie in zoals voorgeschreven (juiste dosis, juist tijdstip…) Een dag-week-planner kan hierbij helpen. Bespreek regelmatig voorgeschreven en niet voorgeschreven medicatie met de huisarts en probeer zo veel mogelijk slaapmedicatie te vermijden. Neem slaapmedicatie enkel in vlak voor het slapengaan. (max 10à 15 min voor het slapengaan). Voetproblemen - Ga regelmatig op controle bij de pedicure. Valangst - B. Personenalarm kan helpen: meer vertrouwen om zelfstandig te blijven wonen. Aanleren hoe veilig recht te komen (komt later aan bod in praktijkgedeelte). Extrinsiek Schoeisel - Goed schoeisel is belangrijk: Gesloten schoeisel of hielriempje Lage brede hak Antislipzool (niet gladde zool maar ook niet te stroef) Kousen of blote voeten uit den boze Omgevingsfactoren - Vermijd tapijten (zowel grote tapijten als losliggende matjes) Zorg voor goede verlichting Indien mogelijk trappen vermijden, zoniet aanpassingen doen vb. leuningen, antislipstrips, traplift Gebruik hulpmiddelen zowel binnen als buitenshuis Geen losliggende snoeren op de grond Bed beneden als nodig Hogere zetel Draagbare telefoon Handgrepen in badkamer Douchestoel Probeer niet teveel dingen tegelijk te willen doen C. Screening Laat u op tijd evalueren op verhoogd valrisico Vanaf 65 jaar is het in de volgende gevallen raadzaam om uw huisarts te raadplegen: - Na een valincident - Bij loop-en/of evenwichtsproblemen of duizeligheid De huisarts zal nagaan of u een verhoogde kans loopt om (opnieuw) te vallen. Bij een verhoogd valrisico zal men een meer diepgaande evaluatie uitvoeren om u verder te helpen met specifieke valpreventiemaatregelen. Zo nodig verwijst de huisarts door naar een kinesitherapeut, ergotherapeut of thuisverpleegkundige voor verder behandeling of opvolging. Testen die kunnen uitgevoerd worden zijn: - Tinetti-test voor evaluatie evenwicht en gang - Timed-get-up-and-go-test. Naam: totaal Tinetti-test balans score gang score: instructies de persoon is gezeten op instructies de persoon staat samen een harde stoel zonder met de onderzoeker, hij stapt leuningen, de volgende in de gang, eerst aan een manœuvres worden getest gewoon tempo dan sneller ( hij gebruikt eigen hulpmid) 1.zitbalans zakt scheef of onderuit zit stabiel en veilig 0 10. inzetten v. gang onmogelijk zonder hulp mogelijk met armsteun mogelijk zonder armsteun 0 zonder aarzeling 1 passeert li standvoet niet 0 passeert li standvoet 1 komt niet los van de grond 0 komt los van de grond 1 passeert re standvoet niet 0 passeert re standvoet 1 komt niet los van de grond 0 komt los van de grond 1 1 11.paslengte en hoogte re zwaaivoet 2.rechtopstaan aarzeling of verschillende pog 0 1 li zwaaivoet 2 3.pogingen tot onmogelijk zonder hulp 0 12. pas symmetrie re en li staplengte zijn niet gelijk 0 rechtstaan mogelijk>1 poging 1 re en li staplengte zijn gelijk 1 mogelijk met 1 poging 2 4.balans in stand onstabiel 0 13. pas continuïteit passen niet continu 0 ( eerste 5'') stabiel met steun 1 passen lijken continu 1 stabiel zonder steun 2 5.balans in stand onstabiel 0 14. afwijkende gang opvallende afwijking 0 stabiel, voetafstand>10 cm 1 matige afwijking of loophulp 1 voeten gesloten, zonder steun 2 rechtuit zonder loophulp 2 0 15. romp uitgesproken rompbeweging of 0 wankelt maar herstelt 1 gebruik van loophulp stabiel 2 geen rompbeweging, 6.duwtje sternum begint te wankelen 1 gebogen knieën 7. gesloten ogen 8. 360° 9. gaan zitten rechtop zonder loophulp 2 onstabiel 0 16.voetafstand hielen uit elkaar 0 stabiel 1 hielen bijna tegen elkaar 1 onregelmatige stapjes 0 regelmatige stapjes 1 onstabiel ( wankelt) 0 stabiel 1 onveilig 0 gebruikt armen 1 veilige en vloeiende beweging 2 een score lager dan 26 wijst gewoonlijk op een probleem; hoe lager de score, hoe groter het probleem. Een score lager dan 19 wijst op een vijfvoudig risico op vallen Timed Up & Go Test Benodigdheden: Stoel met armleuning en standaardzithoogte (± 50 cm). Procedure: _ vraag aan de bewoner om volgende opdracht uit te voeren: rechtstaan van stoel, 3 m afstand wandelen, zich omdraaien, terugwandelen en opnieuw gaan zitten op de stoel. _ de bewoner draagt zijn/haar normaal schoeisel en mag, indien nodig, een hulpmiddel gebruiken; hulp van derden is niet toegestaan; de bewoner mag de test eenmaal op voorhand uitvoeren om ermee vertrouwd te geraken. _ startpositie: rug tegen leuning, armen op armleuningen en, indien nodig, hulpmiddel in de hand. _ de tijd wordt opgenomen en het gangpatroon wordt geëvalueerd. _ de test is positief indien de oudere 14 seconden of langer doet over de test, of een ongelijkmatig/onevenwichtig gangpatroon vertoont tijdens de test. _ afwijkend gangpatroon: = een ongelijkmatig/onevenwichtig gangpatroon; slentert, schuifelt of sloft; wijkt van de lijn af; onvaste, wankele stappen. _ Bij ouderen die omwille van cognitieve of fysieke redenen de test niet kunnen uitvoeren, wordt de test automatisch als positief beoordeeld. CAVE: altijd in de onmiddellijke nabijheid van de bewoner blijven! (Large, 2006; Podsiadlo, 1991)