Profielwerkstuk Inleiding Keuzemotivatie Samenvatting(?) Achtergrondinformatie Verslag bezoek TUDelft Verslag experimenten 4/7 1/7 2/7 Discussie Conclusie Bronnen Bijlagen: Logboek SK PO Aërosolen ‘Je moet niet zomaar gaan rommelen als je nog niet precies weet hoe het systeem in elkaar zit.’ Inleiding Klimaatverandering, misschien wel het meest besproken punt de afgelopen jaren. En op dit moment nog steeds. Wat heeft het veroorzaakt? wij? is het onze schuld? of is het gewoon een periodieke verandering van de aarde zelf. Als we gaan kijken naar de geschiedenis van de aarde is er namelijk wel vaker een verandering van het klimaat voorgekomen. Maar, helaas, is al wel bewezen dat deze opwarming van de aarde relatief wel heel snel gaat, en dat er wel meer achter zit dan alleen maar een periodieke verandering. Bijvoorbeeld is algemeen bekend dat we, als mensen, te veel broeikasgassen uitstoten waardoor we onszelf insluiten in een, op aardse grootte, broeikas. Maar.. Ik denk dat er wel meer factoren aanwezig zijn bij de klimaatverandering. Bijvoorbeeld: Wolken. Ze zijn er bijna altijd en zorgen ervoor dat wij wel ofwel geen regen hebben, wel of niet van de zon kunnen genieten en of het een zachte of frisse dag is. Dit zijn effecten van wolken op het weer, dus op korte termijn, van dag tot dag. Op het klimaat hebben de wolken vanzelfsprekend ook invloed. En dat is nu net waar nog veel over onbekend is. Vandaar mijn Profielwerkstuk. Ten eerste natuurlijk omdat ik het interessant vindt, maar ook omdat ik denk dat we ons niet alleen op het terugdringen van broeikasgassen moeten richten maar ook verder moeten kijken. Misschien zijn er wel veel invloed rijkere factoren voor de klimaatverandering. Keuzemotivatie Maart 2010, Als 5VWO’ers moesten wij gaan beginnen met onze profielwerkstukken. Al vrij snel kreeg ik ideeën en wist ik in ieder geval in welke hoek ik moest gaan zoeken. Al een lange tijd ben ik geïnteresseerd in het klimaat, en dan vooral de klimaatveranderingen. Omdat er natuurlijk veel ophef over is tegenwoordig hoorde ik er regelmatig over. Maar eigenlijk altijd alleen maar over de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen die wij als mensen dus uitstoten. Verder hoorde ik nooit iets over andere aspecten van de klimaatveranderingen. En toen begon ik me bij mezelf af te vragen, of dat dan echt de enige factoren waren, er moesten toch nog wel meer dingen meegespeeld hebben om deze opwarming van de aarde te veroorzaken. Eind vorig schooljaar en in de zomervakantie ben ik me dus gaan verdiepen in mijn interesse en vraagstukken. Na wat research op internet kwam ik een artikel tegen, genaamd ‘Wolken nog 'X-factor' bij klimaatverandering’1 en was ik meteen geïnteresseerd. Wolken en klimaatverandering, allebei erg interessant en ze hebben dus ook van alles met elkaar te maken. Ik was eruit, hier zou ik mijn profielwerkstuk over gaan doen. De invloed van wolken op de klimaatverandering. Het blijkt namelijk dat wolken veel invloed hebben op het klimaat, maar dat er nog niet genoeg over bekend is om op te houden met onderzoek. Het onderzoek naar de factor van wolken in het geheel is eigenlijk pas een aantal jaren geleden op gang gebracht. Tot die tijd waren wolken nog een geheel onbesproken factor in de klimaatverandering. Tijdens mijn periode van informatie zoeken kwam ik een idee van wetenschappers tegen op internet. Een idee om met vloten op de oceaan nevel – afkomstig van zeewater- de atmosfeer in te spuiten waardoor er wolken ontstaan. En die wolken hebben als doel meer zonlicht terug te kaatsen waardoor de aarde minder zal opwarmen. Want er is al wel bekend dat wolken zonlicht kunnen terugkaatsen, absorberen, maar ook doorlaten. Voor de opwarming van de aarde, en het tegengaan van die opwarming, zijn wolken dus van groot belang!! Nu ik deze, naar mijn idee, interessante vraagstukken/ideeën heb gevonden kon ik beginnen met informatie zoeken, deelvragen formuleren en een goed en uitvoerbaar experiment bedenken. 1 Bron: site TUDelft, http://www.tudelft.nl/live/pagina.jsp?id=f8f5823e-2d3a-4037-b15357a87fae6d66&lang=nl PWS Achtergrondinformatie Wat voor invloed hebben wolken op het klimaat? Wat zijn wolken? (ook de verschillende!) Hoe ontstaan/vervormen/verdwijnen wolken? (verdamping, turbulentie, neerslag) Welke factoren beïnvloeden het ontstaan/vervormen/verdwijnen van wolken? (temperatuur, luchtvochtigheid, wind, aërosolen) Welke invloeden hebben wolken op ons milieu? (temperatuur, vocht, menging aërosolen, klimaatverandering) Welk verband bestaat er tussen wolken en het weer? (voorspellingen) Worden wolken al in klimaatmodellen meegenomen? (voorspellingen, onbekende factor) Kunnen we wolken gaan maken om de temperatuur van de aarde weer in evenwicht te brengen? (Silver Lining, geo-engineering) Wat zijn wolken? Een wolk bestaat uit wolkendruppeltjes, kleine waterdruppels. Wolkendruppeltjes zijn gemiddeld tussen de 1-50 μm en zijn daardoor zo licht dat ze met z’n allen in de lucht blijven hangen. Kleine stof- en zoutdeeltjes vormen de condensatiekernen voor de waterdruppels. Er zijn, vooral in Nederland, ontzettend veel verschillende vormen van wolken. Hieronder een afbeelding met de tien belangrijkste wolkentypes. Voor het benoemen van wolken gebruiken we het systeem dat Luke Howard, industrieel scheikundige, in 1802 heeft geïntroduceerd. Deze namen zijn zegmaar de wolkengeslachten. Dan wordt er daarna ook nog onderverdeeld in veertien wolkensoorten en in negen wolkenvarianten. Maar daar ga ik niet verder op in. Op de volgende pagina staat ook nog een tabel met beschrijvingen van de tien ‘hoofdwolken’. Wolken kunnen volgens het systeem op drie niveaus voorkomen, het hoge(basis op of boven 6km), lage(basis beneden 2km) en middelbare niveau(basis tussen 2-6km). De cumulonimbus, ook wel extreme wolk, overlapt meestal alledrie de niveaus. De misschien wel bekendste wolken, de stapelwolken vormen één van de drie hoofdcategorieën waarin al de verschillende wolken eenvoudig kunnen worden ingedeeld. Deze categorie is de cumulus(latijn: ‘stapel’) de andere twee categorieën zijn de stratus(latijn: ‘laag’) en de cirrus(latijn: ‘plukje’). Bron: The Cloud Appreciation Society Bron: Het Weerboekje, uitgeverij Storm Dunlop Hoe ontstaan/vervormen/verdwijnen wolken? Wolken ontstaan wanneer warme, vochtige lucht gaat stijgen. Een natuurwet luidt: hoe hoger de temperatuur is hoe meer waterdamp lucht kan bevatten. Dus zodra bij ons in de troposfeer(laagste laag van de atmosfeer) de temperatuur hoog is bevindt zich er veel waterdamp. En waterdamp is lichter dan lucht, dus de waterdamp gaat stijgen. Wanneer je in de troposfeer omhoog gaat wordt de temperatuur steeds lager. Doordat de temperatuur daalt kan de lucht steeds minder waterdamp bevatten en condenseert de waterdamp tot waterdruppeltjes. Als dat er maar genoeg zijn, worden ze zichtbaar als een wolk. Het proces van wolkenvorming heeft dus alles te maken met verdampen en condenseren. Voor het condenseren van waterdamp zijn wel condensatiekernen nodig. In de vorm van kleine stof- en zoutdeeltjes. vervormen?! Eerder zei ik al dat wolkendruppeltjes een grootte hebben van 1-50 μm. Regendruppels hebben een doorsnee van 0,5 mm of meer. Voordat een wolk uitregent zijn er dus nog processen nodig waardoor de wolkendruppeltjes groeien in grootte. De druppeltjes kunnen groeien wanneer ze bevriezen doordat de temperatuur flink laag wordt. Deze kristallen zijn zwaarder dan waterdruppels en beginnen te vallen. Tijdens het dalen stijgt de temperatuur weer en smelten de kristallen tot regen. Een ander proces is groei door botsing. In een wolk zijn de wolkendruppeltjes langzaam aan het vallen. Dat gaat allemaal nog heel langzaam. Maar grote druppels vallen sneller dan kleinere, hierdoor zullen ze de kleinere inhalen, ermee botsen en door versmelting verder aangroeien. De druppels worden zo steeds groter en op een gegeven moment zijn ze zo groot dat ze als regen naar de grond vallen. Als de regendruppels nog niet groot genoeg zijn verdampen ze in de lucht tijdens het vallen en zullen ze de grond niet eens halen. Welke factoren beïnvloeden het ontstaan/vervormen/verdwijnen van wolken? Voor het ontstaan van wolken door condensatie zijn dus condensatiekernen nodig. In de atmosfeer zijn deze er gelukkig in overmaat(‘Gelukkig’ voor de vorming van wolken maar niet voor het gehele milieu!). Hoe meer condensatiekernen er in de atmosfeer zijn hoe meer druppeltjes er ontstaan. Dus bij een grootte hoeveelheid stofdeeltjes bestaan wolken uit vele kleine druppeltjes. Bij minder stofdeeltjes ontstaan er ook minder en dus grotere druppeltjes. Zo kan veel stof in de lucht er dus voor zorgen dat regen nog even uit blijft, doordat de druppels nog niet groot genoeg en dus zwaar genoeg zijn om uit te regenen. Aërosolen zijn dus van invloed op de vorming van wolken. En daarnaast beïnvloeden ze dus ook de regenval. Naast deze niet-natuurlijke aërosolen spelen ook verschillende weersomstandigheden een belangrijke rol bij de vorming van wolken. Allereerst moet de lucht natuurlijk genoeg vocht(waterdamp) bevatten. De lucht die veel waterdamp bevat stijgt op doordat waterdamp lichter is dan lucht. Zodra deze lucht met waterdamp gaat stijgen bereikt het op een gegeven moment het dauwpunt doordat de lucht naarmate het hoger komt kouder wordt. Bij het dauwpunt gaat de waterdamp condenseren en ontstaan er wolken. De vochtigheid van de lucht is dus belangrijk, maar ook de temperatuur heeft een rol in de wolkenvorming. Als het warmer is, en dan vooral als het aardoppervlak warmer is, dan wordt de lucht bij het aardoppervlak verwarmt. Warme lucht stijgt op, dus ook dan gaat de warmere lucht opstijgen totdat het zo erg afkoelt tot het dauwpunt. Wolken kunnen ook nog op andere manieren ontstaan. Bijvoorbeeld door gedwongen opstijging van lucht door heuvels of bergen. Als lucht door stroming(wind) tegen een berg(gebied) aanbotst moet de lucht wel stijgen. Als de lucht zo ver moet stijgen, en daardoor zo veel afkoelt, kan het zijn dat het het dauwpunt bereikt en dan ontstaan er dus ook wolken. Als die gevormde wolken nog verder moeten stijgen omdat ze de berg nog niet over zijn koelen ze nog meer af en worden de wolkendruppeltjes steeds zwaarder totdat ze zelfs voor de berg alweer kunnen uitregenen. Door dit effect heb je bij een berg vaak een regenkant en een kant waar het meestal droog is. Dit komt omdat er dan vaak eenzelfde wind staat en de regen dus altijd al aan die ene kant van de berg is gevallen. Aan de andere kant heerst dan regen schaduw. Naast deze gedwongen stijging door bergen kunnen er op een andere manier ook nog wolken ontstaan. Namelijk als verschillende luchtsoorten samenkomen. Met verschillende temperatuur en vochtigheidsgraad. Dit wordt ook wel een front genoemd. De koelere lucht verdringt de warmere lucht van het aardoppervlak en de warme lucht stijgt hierdoor op. Door de afkoeling van deze lucht kunnen er wolken ontstaan. Diezelfde warmte- en koufronten, waar dus verschillende luchtsoorten tegen elkaar stromen, kunnen flinke hoeveelheden regen veroorzaken. Dit komt door het verschil in temperatuur. Welke invloeden hebben wolken op ons milieu? Wolken houden natuurlijk het door ons zo geliefde zonlicht tegen! Maar daar zit nog veel meer achter. Niet alle wolken houden evenveel zonlicht tegen en dan zijn er ook nog eens allerlei ander invloeden op ons milieu. Maar allereerst over de zonnestraling. Wolken houden straling tegen, maar absorberen het ook. Hieronder staat eerst een afbeelding over de stralingsbalans van de aarde en daaronder een afbeelding ingezoomd op de stralingsbalans met betrekking tot wolken. Bron: Nasa Bron: Nasa 30% Van de zonnestraling wordt door de aarde(vooral door de atmosfeer) gereflecteerd. De andere 70% wordt dus geabsorbeerd door de atmosfeer en het aardoppervlak. In de atmosfeer wordt de straling vooral geabsorbeerd door waterdamp, koolstofdioxide en ozon. Zo’n 14% van de totale zonnestraling wordt geabsorbeerd door waterdamp. Verder absorbeert het aardoppervlak een zeer groot deel van de straling. Daardoor warmt de aarde op en gaat op haar beurt (infrarode) straling uitzenden. De straling wordt verdeeld in inkomende kortgolvige straling en uitgaande langgolvige aardse straling. De kortgolvige straling is dus de zichtbare zonnestraling(licht). Die kortgolvige straling wordt, zoals te zien is in de tweede afbeelding, goed gereflecteerd door de lagere wolken en niet goed gereflecteerd, dus doorgelaten, door de hogere bewolking. Die hogere bewolking reflecteert de langgolvige straling, die vanaf de aarde komt juist wel goed. Terwijl die langgolvige straling door de lage wolken weer goed wordt doorgelaten. Eigenlijk zijn voor de opwarming van de aarde dus juist de hoge wolken fataal. Die laten veel straling van de zon door naar de aarde en houden daarnaast, als een deken, de warmtestraling van de aarde ook nog eens bij de aarde. Daarentegen weerkaatst de lagere bewolking de straling van de zon én laat het de warmtestraling van de aarde doorgaan. Verdere verdieping Bij wolken wordt wel van optische dikte gesproken. De optische dikte is een maat voor de hoeveelheid licht die door de wolk dringt en de hoeveelheid die gereflecteerd wordt door de wolk. De optische dikte voor kortgolvige straling wordt bepaald door de dikte van de wolk, de druppelgrootte en de totale hoeveelheid wolkenwater. Doordat de lagere wolken uit veel kleine druppeltjes bestaan hebben zij een groot reflectievermogen. De hogere wolken hebben over het algemeen een kleinere optische dikte doordat ze bestaan uit minder en grotere druppels en laten dus veel kortgolvige straling door. Voor de langgolvige straling(warmte straling van de aarde) is een andere verklaring nodig. Dit verschijnsel is namelijk uit te leggen met onder andere de Wet van StefanBoltzmann: waarbij σ de constante van StefanBoltzmann is en T de temperatuur. Wanneer de temperatuur dus toeneemt zal de stralingsflux sterk toenemen(ook wel de intensiteit van de uitgezonden straling). En nu gaat het niet over reflecteren of doorlaten, maar over absorberen en weer uitstralen. Lage wolken hebben, van zichzelf, een hogere temperatuur dan de hogere wolken. Wanneer de lage wolken de warmtestraling van de aarde absorberen warmen zij op en gaan ze zelf ook warmtestraling uitzenden. Die straling wordt alle kanten op uitgezonden, dus richting het heelal, maar ook weer terug naar de aarde. Bij hogere wolken geldt hetzelfde, zij absorberen ook de warmtestraling van de aarde, en warmen daardoor ook op. Maar de hogere wolken zijn van zichzelf al veel kouder en zullen door het absorberen van de warmtestraling alsnog niet heel warm worden. Via de wet van Stefan-Boltzmann is dan dus af te leiden dat de hogere wolken met een veel lagere intensiteit straling uitzenden dan de lagere wolken die door het absorberen een hogere temperatuur bereiken. Voor het absorberen van de langgolvige straling speelt de dikte van de wolk geen grote rol, zelfs een vrij dunne wolkenlaag kan een grote hoeveelheid straling absorberen. Voor de langgolvige straling zijn de wolken dus ‘optisch dik’. Kortom, de hogere wolken absorberen de warmtestraling dus grotendeels en stralen niet veel straling uit, door hun lagere temperatuur. De lagere wolken absorberen de warmtestraling ook grotendeels maar gaan daardoor zelf ook direct een groot deel van die warmtestraling uitzenden, waardoor het dus lijkt alsof lagere wolken de warmtestraling ‘doorlaten’ en de hogere wolken de warmtestraling ‘tegenhouden’. Absorptie, verstrooiing! Menging aërosolen Naast al de voorgaande factoren van wolken op het milieu zijn wolken nog ergens anders goed voor. Wolken zorgen er voor dat stofdeeltjes in de lucht niet alleen maar in de lucht blijven hangen maar een soort kringloop vormen. Wolken ‘mengen’ de aërosolen. Bijvoorbeeld bij een vulkaanuitbarsting, wolken vormen zich om de uitgestoten stofdeeltjes heen. Wanneer de wolken dan uitregenen wordt het stof dus ook naar de oppervlak van de aarde gebracht. Het is dus wel prettig als er bij een vulkaanuitbarsting wolken aanwezig zijn. Bron: http://www.knmi.nl/satrep/synmeteo/hoofdstukken/hfst2straling.pdf Welk verband bestaat er tussen wolken en het weer? Wolken zijn afhankelijk van het weer, maar het weer is daarop ook weer afhankelijk van wolken. Wat eerst komt en wat volgt is moeilijk te zeggen. Want wolken behoren natuurlijk tot het weer. Wolken ontstaan door bepaalde weersomstandigheden, maar door wolken ontstaan natuurlijk ook weersomstandigheden. Denk aan wel of geen zon en natuurlijk regen ofwel sneeuw. Naar aanleiding van bepaalde wolken kan wel een weersverwachting worden gedaan, want dat is af te leiden van de soort wolken. Hieronder een tabel met welke weersverwachting gemaakt kan worden naar aanleiding van welke wolken. Bron: Het Weerboekje, uitgeverij Storm Dunlop Worden wolken al in klimaatmodellen meegenomen? In elk artikel dat ik via het internet had gevonden staat dat wolken een erg belangrijke factor zijn van het klimaat en dus ook de klimaatverandering. Maar dat het, helaas, nog wel een erg onbekende factor is. In een artikel van twintig jaar geleden staat het, en in artikelen van de laatste jaren staat het nog steeds. Dan denk ik, doe er wat aan! Maar goed, tot nu toe is er gelukkig al wel iets bereikt en kan ik het in ieder geval ergens over hebben. Klimaatmodellen, ze worden de laatste jaren veelvuldig bestudeerd, geanalyseerd en gemaakt. Want wat is er nu precies aan de hand met het klimaat? We zullen het allemaal graag willen weten. En wetenschappers proberen dan ook een zo goed mogelijk beeld te schetsen, een klimaatmodel. Op de klimaatverandering in het algemeen ga ik verder niet op in. Ik houd het bij de wolken. Kunnen we wolken gaan maken om de temperatuur van de aarde weer in evenwicht te brengen? Verslag bezoek TUDelft Na het lang van plan te zijn geweest had ik eind januari eindelijk een afspraak gemaakt om bij iemand van de TUDelft langs te gaan. 1 Februari om 14 uur stond de afspraak gepland. Ik keek er erg naar uit. Ik had op de site van de TUDelft zoveel interessante artikelen gelezen over wolken en over waar ze bij de TUDelft met wolken over bezig waren dat ik graag bij ze wilden gaan kijken.