Samenvatting wijzer door de natuur groep 8 Hoofdstuk 5 Weer of geen weer Weerbericht: voorspelling van het weer Gegevens die het weer bepalen: Temperatuur: minimum temp. laagste temp. van die dag en maximum temp. hoogste temp. van die dag, vriespunt: nul graden celsius Luchtdruk: hoge luchtdruk vaak mooi weer en lage luchtdruk vaak regen en wind Luchtvochtigheid Windrichting: richting waar de wind vandaan komt Windsnelheid Bewolking Neerslag: bijv. regen, sneeuw, hagel, ijzel, dauw, rijp, mist Klimaat: weersomstandigheden in een bepaald gebied over een periode van ongeveer 30 jaar. Zeeklimaat: de zee heeft veel invloed op ons weer Landklimaat: de zee heeft veel minder invloed op het weer, koude winters en hete zomers KNMI: Koninklijk Meteorologisch Instituut zorgen voor weersverwachtingen Kringloop van het water door opwarming door de zon van zeewater verdampt het water water verdampt en stijgt met warme lucht op stijgende lucht koelt af en door de kou gaat de waterdamp weer condenseren en de kleine waterdruppeltjes vormen wolken (wolken ontstaan boven in stijgende lucht!) neerslag valt als druppels groot en zwaar zijn water komt via rivieren weer in zee kringloop is rond Neerslag: Begint hoog in de lucht altijd als sneeuw!! Pas in warmere lucht smelten de vlokken en wordt het regen. Als lucht niet warmer is dan 0 graden celsius valt er sneeuw Bij hele koude regendruppels bevriezen de druppels op koude ondergrond tot ijzel Hagel ontstaat in zware buien, ook in de wolk is het dan stormachtig. In de wolk groeien de ijskristallen uit tot hagel. Wolken: Cirrus- of vezelwolken Cumulus- of stapelwolken Stratus- of gelaagde wolken Onweer: Ontstaat bij grote temp.verschillen in de lucht Wolken die dan ontstaan worden elektrisch geladen Bliksemflitsen ontstaan door heen en weer schieten van elektrische vonken in de wolken, van wolk tot wolk of van wolk naar aarde en terug Lucht rond de flits tot 30.000 graden celsius Donder is het ‘ontploffen’ van die hete lucht Donder altijd na de bliksem 3 tellen tussen bliksem en donder: onweer ongeveer 1 km. ver weg Luchtdruk: Lucht drukt van alle kanten op jou en je omgeving Wordt gemeten door een barometer Zon verwarmt aarde, warme lucht stijgt op: er ontstaat een gebied met lage luchtdruk Lucht stroomt vanuit een hoge luchtdrukgebied naar een lage luchtdrukgebied Wind: Windrichting is de richting waar de wind vandaan komt Windkracht gemeten in Beaufort Seizoenen: Deel van het jaar met bepaalde kenmerken Elk seizoen heeft bepaald weertype, bepaalde zonnestand en daglengte Temperatuur op aarde: Lucht rond de aarde bestaat uit zuurstof en stikstof Daarnaast ook andere gassen, broeikasgassen nl. waterdamp en kooldioxide Broeikasgassen laten zonnestralen ongehinderd door Warmte die aarde vervolgens uitstraalt wordt door broeikasgassen voor een deel tegengehouden Daardoor is gemiddelde temp. op aarde 15 graden celsius Zonder broeikasgassen zouden er geen planten, dieren en mensen kunnen leven op aarde (te koud) Broeikaseffect Door luchtvervuiling (industrie, verkeer) ontstaan nog meer gassen die warmte tegenhouden temp. op aarde stijgt er verdampt meer water waterdamp houdt ook warmte vast Door broeikaseffect kan zeeniveau stijgen door smelten van ijskappen Door broeikaseffect ook verandering van klimaat op aarde Verdampen: Condenseren: water wordt waterdamp waterdamp wordt water (of kleine waterdruppeltjes)