NOTA DOMICILIERING MET PLDA- AANGIFTEN A. Beknopte uiteenzetting van de voorlopige procedure die inzake domiciliëring met PLDA-aangiften zal worden toegepast totdat de werkwijze voorzien in de omzendbrief PLDA integraal kan toepassing vinden Inleiding 1. De hierna beknopt uiteengezette werkwijze verschilt essentieel met de in de omzendbrief PLDA nr. D.D. 273.416 van 1 mei 2007 uiteengezette werkwijze op het gebied van de kennisgeving, de wachttijd en het tijdstip waarop de PLDA-aangifte moet worden ingestuurd. Totdat in de toekomst het PLDA-systeem zal worden aangepast in de zin dat de aangifte type Z automatisch voor de verificatieverrichtingen op de computerschermen van de bevoegde verificatiedienst verschijnt moet in de praktijk de kennisgeving van de zending nog op de klassieke wijze geschieden. Algemeen 2. De aandacht wordt erop gevestigd dat voor de domiciliëring de inschrijving in de administratie verplicht is zoniet kan geen domiciliëring worden toegepast. Enkel aanvullende aangiften type Z, al dan niet met globaal karakter, voorafgegaan door de voormelde inschrijving in de administratie bij wijze van voorlopige aangiften zijn mogelijk in het kader van die vereenvoudiging met uitsluiting van ander types van aangiften. 3. De voorlopige aangifte geschiedt door inschrijving in de administratie, waarvoor twee mogelijkheden bestaan, nl.: - inschrijving in het register van de vergunninghouder of hetgeen ter vervanging van het register werd goedgekeurd (computerbestand, kopie van de doorvoeraangifte, etc.) samen met de handelsdocumenten waarop de noodzakelijke gegevens voor de aangifte zijn vermeld en de goederen moeten in de commerciële boekhouding van de onderneming kunnen worden gevolgd, ofwel; - inschrijving gebeurt in een geïntegreerde douaneboekhouding erkend door de bevoegde IWECC. Hierna volgt de beknopte uiteenzetting van de procedure die bij invoer en bij uitvoer met gebruikmaking van PLDA voor de domiciliëring zal worden gevolgd. Voorlopige aangifte 4. De aangifte van de goederen begint met een inschrijving in de administratie of in geïntegreerde douaneboekhouding van de vergunninghouder. Zowel voor de inschrijving in de administratie als in de geïntegreerde douaneboekhouding van de vergunninghouder zijn dezelfde gegevens vereist, nl. de gegevens die vroeger voorzien waren voor de vereenvoudigde aangifte in de domiciliëring zie de §§ 68 (bij vertrek) en 115 (bij aankomst) van het schema inzake de in de BLEU erkende “toegelaten afzenders” en “toegelaten geadresseerden”. Na het tijdstip van de kennisgeving mag aan de inschrijving in het geheel niets meer worden gewijzigd zonder het medeweten van de bevoegde verificatiedienst. 1 5. Uiterlijk op het ogenblik van de kennisgeving moeten de goederen die het voorwerp uitmaken van de aangifte zijn ingeschreven en zijn aangebracht in de instellingen vermeld in de vergunning domiciliëring. Kennisgeving en wachttijd 6. Indien geen NCTS-bericht van aankomst of een NCTS-aangifte kan worden ingestuurd, moet, tot nader order, de kennisgeving per fax, zoniet per telefoon of eventueel per e-mail plaatsvinden. Voor de kennisgeving per fax geldt de bevestiging van de verzending als bewijs van kennisgeving voor de vergunninghouder. Voor de kennisgeving per e-mail geldt de leesbevestiging van de verificatiedienst als bewijs van kennisgeving. Van zodra het bewijs van kennisgeving voor handen is bij de vergunninghouder begint de wachttijd voor de aangifte betreffende de zending te lopen. De kennisgeving moet telefonisch plaatsvinden wanneer niet anders mogelijk is. Voor de zendingen waarvoor een NCTS-bericht van aankomst of een NCTS-aangifte kan worden ingestuurd verandert er niets op gebied van de wachttijd. 7. De kennisgeving per fax, per e-mail of desgevallend per telefoon, moet plaatsvinden volgens de regels voorzien in de vergunning voor manuele aangiften (bij aankomst in principe 1 uur voor het begin van het lossen of bij vertrek bij het begin van het laden). Zo vrijstelling van kennisgeving is toegestaan door de Centrale Administratie of de zendingen geschieden volgens een vooraf bij de douane ingediend los- of laadplan, dan hoeft er geen kennisgeving plaats te vinden. 8. Tijdens de wachttijd kunnen de voorlopige aangiften of de reeds aanvaarde PLDAaangiften type Z door de aangewezen verificatiedienst worden geselecteerd voor verificatie en kunnen de ambtenaren van de verificatiedienst ter plaatse komen of beslist de bevoegde verificatiedienst gewoon ter plaatse te komen voor de verificatie in geval van vrijstelling van kennisgeving. De goederen en de voorlopige aangifte met zijn bescheiden moeten gedurende al die tijd ter beschikking blijven voor die eventuele verificatie. Wanneer het begin van de wachttijd bepaald wordt door het insturen van een NCTS-bericht van aankomst of van een NCTS-aangifte dan varieert de in de vergunning bepaalde wachttijd, naar gelang van het geval, van een paar minuten tot een half uur. In dit geval kan de wachttijd ook op nul zijn bepaald indien de selectie voor de verificatie op een alternatieve wijze plaatsvindt (bijv. voor express-koerierbedrijven). De wachttijd moet ook steeds worden doorlopen binnen de uren dat door de vergunninghouder overeenkomstig zijn vergunning domiciliëring mag worden gewerkt. 9. De voorafgaande kennisgeving van 12 uur voor het vertrek van de met aanspraak op landbouwrestitutie ten uitvoer aangegeven goederen moet evenwel steeds plaatsvinden. De voor fysieke verificatie geselecteerde goederen moeten speciaal worden gevolgd. Fysieke verificatie 10. De verificatiedienst besluit op basis van de ontvangen kennisgeving al dan niet over te gaan tot de fysieke verificatie. Wanneer een zending die reeds het voorwerp uitmaakt van een aanvullende PLDA-aangifte type Z voor verificatie werd geselecteerd gebeurt de verificatie, naar gelang van het geval, door vergelijking van die PLDA-aangifte met de inschrijving in de administratie (register of vervangende inschrijving, commerciële documenten met gegevens en andere bescheiden bij de aangifte) en de goederen of met de gegevens van de geïntegreerde 2 douaneboekhouding en de goederen. Wanneer de PLDA-aangifte nog niet voor handen is geschiedt de fysieke verificatie gewoon op basis van de voorlopige aangifte en de goederen. 11. Wanneer een zending louter op basis van de kennisgeving werd geselecteerd, waarvoor dus enkel een voorlopige aangifte werd verricht, omdat bijvoorbeeld later een aanvullende globalisatieaangifte type Z mag worden ingediend, kan uiteraard slechts die voorlopige aangifte worden vergeleken met de goederen. Kleine verschillen worden dan op een uittrekstel van die geïntegreerde douaneboekhouding of rechtstreeks in de administratie (in het register of vervangende stukken, zoniet op de handelsdocumenten) geacteerd. Voor de grote verschillen moet de voorlopige aangifte in overeenstemming met de vaststellingen worden gebracht en moet een PLDA-aangifte type Z met de correcte gegevens worden ingestuurd; de vaststellingen worden vervolgens ingebracht bij het certificaat van verificatie van die PLDA-aangifte. De grote verschillen worden met een geschildossier afgehandeld. 12. Als de PLDA-aangifte werd aanvaard maar nog niet vrijgegeven worden kleine verschillen na goedkeuring van de vergunninghouder door de douane ingestuurd. Grote verschillen moeten het voorwerp uitmaken van een door de aangever opgestelde elektronische regularisatieaangifte die de initiële aangifte vervangt. De vaststellingen worden in het certificaat van verificatie van de initiële aangifte ingeschreven. De grote verschillen worden eveneens met een geschildossier afgehandeld. 13. Wanneer de aangiften type Z reeds door het PLDA-systeem zijn vrijgegeven worden de kleine en grote verschillen behandeld als a posteriori vaststellingen. Daartoe worden de vaststellingen op een outprint van de PLDA-aangifte aangetekend terwijl de aangever een manuele regularisatieaangifte opstelt die door de verificatiedienst moet worden aanvaard alvorens de goederen in principe mogen worden vrijgegeven. Die manuele regularisatieaangiften worden vervolgens door de ambtenaren van het hulpkantoor ingezonden in PLDA. De grote verschillen worden in dit geval eveneens met een geschildossier afgehandeld. PLDA-aangifte type Z per zending (transactiegewijs) 14. Indien in de vergunning domiciliëring of vereenvoudiging bij vertrek of bij aankomst geen globalisatie is toegestaan moet, voor iedere zending bij invoer waarvoor een voorlopige aangifte domiciliëring al dan niet gevolgd door een kennisgeving aan de verificatiedienst is geschied, binnen de 24 uur na de kennisgeving of na de voorlopige aangifte indien geen kennisgeving is geschied, een aanvullende PLDA-aangifte type Z worden ingediend. Wanneer voor de zendingen bij uitvoer geen globalisatie is toegestaan moet de aanvullende PLDA-aangifte type Z na de voorlopige aangifte, maar voor het tijdstip van de kennisgeving, worden ingestuurd. In deze kennisgeving moet o.m. het MRN van de aanvaarde PLDAaangifte type Z worden vermeld. De bij de aangifte te voegen bescheiden moeten beschikbaar zijn op het ogenblik van het inzenden van de aangifte. Voor de zendingen bij uitvoer waarvoor de globalisatie niet is toegestaan komt de ECS-procedure in werking. 15. Voor de vergunninghouders die zich verbinden om tegelijkertijd met de kennisgeving de PLDA-aangifte type Z in te sturen wordt overwogen geen zekerheidstelling meer te eisen en op de bij de aangifte te voegen bescheiden enkel naar de PLDA-aangiften te doen verwijzen. De houders van een geïntegreerde douaneboekhouding en de AEO-gecertificeerde 3 vergunninghouders hebben tot 48 uur de tijd om na de voorlopige aangifte de PLDA-aangifte type Z in te sturen. Vrijgave van de zending 16. De zending wordt beschouwd als vrijgegeven wanneer de wachttijd is verstreken en de verificatiedienst niet is tussengekomen. Dit geldt voor alle zendingen die in het kader van de domiciliëring worden behandeld. De vrijgave die door het PLDA-systeem wordt medegedeeld heeft voor het naleven van de wachttijd geen gevolgen. Wanneer de verificatiedienst op een of andere wijze is tussengekomen verwerft hij het zeggenschap over het tijdstip van de vrijgave van de zending. De aanvullende PLDA-globalisatie aangifte 17. Als vervolg op de voorlopige aangiften die tijdens de globalisatieperiode werden verricht moet binnen de voorgeschreven termijn een aanvullende PLDA-globalisatieaangifte worden ingestuurd. Deze aangifte vindt plaats met onmiddellijke vrijgave van de goederen en eventuele controle a posteriori. Tegelijkertijd met de PLDA-aangifte zal verplichtend een XML-opgave met de vereiste gegevens betreffende de zendingen moeten worden ingestuurd. Bij uitvoer zal een globale aangifte type Z slechts mogelijk zijn wanneer voor de zending een NCTS-aangifte of een andere aangifte waarvoor het export control system (ECS) niet geldt wordt opgesteld. Bezorgen van de bijlagen op het douanekantoor en a posteriori controle 18. De bijlagen van de PLDA-aangiften die zonder gebruikmaking van de globalisatie werden ingediend moeten, tenzij de vergunninghouder domiciliëring over een vergunning zelfarchivering beschikt, ten laatste de donderdag van iedere week volgend op de week van aangifte worden bezorgd op het hulpkantoor waarvan de vergunninghouder afhangt. 19. Op basis van de door de verificatiedienst gehanteerde risicoanalyse worden de PLDAaangiften (globalisatie en andere) op documenten gecontroleerd. Voor de vergunninghouder met geïntegreerde douaneboekhouding wordt de controle ter plaatse bij de vergunninghouder en eens per maand georganiseerd. Belangrijke opmerkingen Beperkte toepassing van het stelsel van de tijdelijke opslag bij de beëindiging van de NCTS-regeling in het kader van de domiciliëring 20. Bij aankomst van de goederen in de instellingen van de toegelaten geadresseerde kan het stelsel van de tijdelijke opslag (maximaal gedurende twintig dagen) slechts toepassing vinden onder twee voorwaarden, nl: - de vergunninghouder domiciliëring bekwam van de bevoegde gewestelijke directie een vergunning voor tijdelijke opslag in zijn instellingen, hetgeen inhoudt dat voor de aanzuivering van dit stelsel voor andere bestemmingen dan NCTS geen vereenvoudiging kan worden toegestaan; 4 - de goederen die onder dit stelsel van tijdelijke opslag terechtkomen worden verder vervoerd onder de NCTS-regeling. Uitzonderingen op die regel kunnen alleen om gegronde controleerbare redenen voor AEOgecertificeerde vergunninghouders worden overwogen. Verdere publicaties in verband met de toepassing van PLDA in het kader van de domiciliëring 21. De Centrale Administratie bereidt thans onverwijld een omzendbrief vereenvoudigde procedure bij vertrek en bij aankomst (domiciliëring) voor waarin de zogenaamde voorlopige procedure in detail wordt uitgewerkt. De bepalingen van de laatstgenoemde omzendbrief zullen de bepalingen in de omzendbrief PLDA nr. D.D. 273.416 betreffende de domiciliëring omzeggens volledig opheffen. 5 B. Aanzuivering van clear-off NCTS door PLDA-aangiften type Z 22. De NCTS-aangiften moeten voor het ogenblik door de douane manueel worden afgeschreven omdat de automatische afschrijving niet meer mogelijk is gezien, volgens de toelichting op het enig document, in vak 40 van de PLDA-aangifte bij aangifte voor domiciliëring moet worden verwezen naar de inschrijving van de zending in de administratie van de vergunninghouder dit in plaats van naar de NCTS-aangifte waarmede de goederen naar de vergunninghouder werden gebracht. 23. Schikkingen werden reeds getroffen om bijkomend in de programmering van het PLDAsysteem te voorzien dat de NCTS-aangifte in vak 44 moeten worden opgenomen, zodat de aanzuivering van de clear-off NCTS met naleving van de communautaire reglementering en voortaan automatisch kan geschieden. De aanpassing van het computerprogramma kan evenwel om allerlei redenen nog geruime tijd in beslag nemen. 24. Omdat de manuele aanzuivering, mede wegens de andere moeilijkheden waarmede de inwerkingtreding van het PLDA-systeem gepaard gaat, een te grote werklast betekent voor de betreffende douanediensten, wordt hierbij toegestaan dat in vak 40 van de in het kader van de domiciliëring verrichte PLDA-aangifte de voor de afschrijving van de clear-off NCTS voorziene gegevens worden ingebracht zolang dat de aanpassing van het operationele computerprogramma in de voormelde zin nog niet heeft plaatsgevonden. Die voor de aanzuivering van de clear-off NCTS-aangiften in vak 40 van de PLDA-aangifte in te brengen gegevens zijn achtereenvolgens: - de code Z - de codes 820, 821 of 822 - het MRN - het artikelnummer Bijvoorbeeld: Z-820-123456789012345678-1 25. Deze tijdelijke maatregel, in het belang van de douanediensten en de vergunninghouders domiciliëring die PLDA-aangiften indienen ter zuivering van NCTS-aangiften, wordt onmiddellijk van kracht en zal met voorafgaande bekendmaking van de dag van opheffing worden opgeheven. Onderhavige maatregel vervangt vanaf nu de overgangsmaatregel die tevoren in verband met de aanzuivering van de NCTS-aangiften door PLDA-aangiften in het kader van de domiciliëring op de website van PLDA werd gepubliceerd. Gratiën Capiau Directeur, dienstchef 6 7