PowerPoint-presentatie

advertisement
De organisatie van kansspelen
door de Nationale Loterij:
Het arrest van 10 maart 2004
Thibault Verbiest
Advocaat bij de Balies van Brussel & Parijs
Voorzitter Observatorium van de Rechten op het Internet
[email protected]
Probleemstelling
1.
Toepassing van de wet van 7 mei 1999 op de
Nationale Loterij (artikel 39 Wet 19 april 2002)
2.
Vergunning voor het exploiteren van kansspelen:
rechtstreeks of onrechtstreeks
3.
Toezicht en handhaving door de
kansspelcommissie (artikel 21 Wet 19 april 2002)
1. Toepassing Wet 7 mei 1999
De kansspelwet van 7 mei 1999 is van toepassing op de
kansspelen georganiseerd door de Nationale Loterij

Arbitragehof vernietigt art. 39 Wet 2002



Art.3 bis
« Niettegenstaande de Nationale Loterij een naamloze vennootschap van
publiek recht is, ..., oefenen de inrichtingen die kansspelen organiseren
eenzelfde activiteit uit, ongeacht of zij werken voor de Nationale Loterij of
niet »
« De kansspelen georganiseerd door de Nationale Loterij zijn
vanzelfsprekend te vergelijken met die welke vallen onder het
toepassingsgebied van de kansspelwet. »
« Bijgevolg bestaat de mogelijkheid dat voor die kansspelinrichtingen de
leeftijdsvoorwaarde,
de
bijzondere
beschermingsregelingen,
locatievoorwaarden en dergelijke meer, niet zou gelden. »
1. Toepassing Wet 7 mei 1999 (1.2)

Raad van State
«Het is onlogisch te bepalen dat kansspelen geen
kansspelen meer zijn zo gauw ze door de Nationale
Loterij georganiseerd worden. Deze spelen blijven
immers dezelfde aard behouden, ongeacht de
organisator ervan. »

Voorbereidende werken
Toepassing Wet 7 mei 1999 (1.3)

« Mter Ph. Vlaemminck
« In tegenstelling tot wat hier en daar beweerd wordt,
krijgt de Kansspelcommissie door voorliggend ontwerp
een volledige bevoegdheid.
Er is één klein onderscheid : de Nationale Loterij moet bij
de Kansspelcommissie geen vergunning aanvragen
omdat ze deze heeft krachtens de wet. Bijgevolg is het de
wetgever die in de plaats van de Kansspelcommissie aan
de Nationale Loterij haar vergunning geeft. »
Toepassing Wet 7 mei 1999 (1.4)

Minister H. Daems

« Naast de rationalisering van het beheer van de
Nationale Loterij …, kunnen …ook kansspelen worden
georganiseerd met inachtname van dezelfde regels
waaronder alle kansspelen vallen ».

« Het voorliggend ontwerp voorziet nu dat als de
Nationale Loterij kansspelen wil organiseren, zij voor die
activiteiten onderworpen wordt aan dezelfde controles
als de andere aanbieders van kansspelen. »
Toepassing Wet 7 mei 1999 (1.5)
 Onderscheid kansspel - loterij
 Art. 2 Wet 7 mei 1999:
« kansspelen »: elk spel… waarbij een ingebrachte inzet
van om het even welke aard, … en waarbij het toeval een
zelfs bijkomstig element is»
 > Definitie Hof van Cassatie
« Wat een loterij van een kansspel onderscheidt is dat bij een loterij de
winnaars louter door het lot, het toeval of enige andere kansbepaling,
waarop zij geen overwegende invloed hebben, worden aangewezen,
zonder dat zij daarbij op enige wijze actief optreden of medewerken »
Toepassing Wet 7 mei 1999 (1.6)
 Europees recht: Loterij is een « soort » kansspel
 Richtlijn elektronische handel:
« gokactiviteiten waarbij een geldbedrag wordt ingezet,
zoals loterijen en weddenschappen. »
Toepassing Wet 7 mei 1999 (1.7)
 Art. 3 Wet 1999: uitsluiting van loterijen:
 Uitzondering moet strikt worden geïnterpreteerd
 Voorbereidende werken »
« Zoals uit de toelichting van de regering (...), bedoelt men
met dit vierde punt een beperkte uitsluiting van het
toepassingsgebied van deze tekst. Door in de wettekst
expliciet op te nemen welke vorm van loterijen niet onder de
wet op de kansspelen en de kansspelinrichtingen valt,
herleidt men deze uitzonderingsbepaling tot haar essentie :
de loterijen, met name alle loterijproducten, zoals ze
geregeld zijn in de wet van 1851 en 1991, en geen andere. »
Toepassing Wet 7 mei 1999 (1.8)
functionele interpretatie van « kansspel »
 Afhankelijkheid & bescherming speler
 « Short odd loterij »: VLT - jack pot
Participatie Nationale Loterij in casino
Brussel
Voorlopig besluit

Wet van 7 mei 1999 op de kansspelen is integraal van
toepassing op de kansspelen georganiseerd door de
Nationale Loterij;

Nuance m.b.t. de « oorsprong » vergunning Nationale
Loterij;

Notie « kansspel » moet ruim worden geïnterpreteerd, notie
« loterij » strikt;

Functionele interpretatie i.f.v. afhankelijkheid/verslaving;

Vermoeden dat « short odd » spelen kansspelen zijn.
Gevolgen toepasbaarheid

Vergunning (2)



Exploitatie van een kansspel is verboden
tenzij vergunning
Rechtstreeks en onrechtstreeks
Toezicht en handhaving (3)
2. Vergunning

Art. 4 Wet 1999: algemeen verbod
« Het is verboden, onder welke vorm, op welke plaats en
op welke rechtstreekse of onrechtstreekse manier ook,
één of meer kansspelen of kansspelinrichtingen te
exploiteren tenzij die overeenkomstig deze wet zijn
toegestaan.
Niemand mag zonder voorafgaande (...) vergunning van
de kansspelcommissie een of meer kansspelen of
kansspelinrichtingen exploiteren »
Vergunning
(2.2)
Art. 2 Wet 1999:

«kansspelinrichting »; de gebouwen of plaatsen waar
één of meerdere kansspelen worden geëxploiteerd;

« exploiteren »: in werking stellen of houden,
installeren of instandhouden van één of meerdere
kansspelen of kansspelinrichtingen;
Wet van 7 mei 1999 is van toepassing op
kansspelen georganiseerd via instrumenten van de
informatiemaatschappij (SMS, internet, iDTV)
Vergunning
(2.3)
 Arbitragehof
« Bijgevolg moet worden vastgesteld dat indien de
kansspelwet de organisatie van de kansspelen via
informatiemaatschappij-instrumenten niet uitdrukkelijk
regelt, die kansspelen niet kunnen worden geacht
toegestaan te zijn. »
 Onderscheid tussen kansspelen
 rechtstreeks geëxploiteerd door de Nationale Loterij
 onrechtstreeks geëxploiteerd via « tussenpersonen »
o.a. De Post of NMBS.
Vergunning –
(2.4)

rechtstreekse exploitatie
Nationale Loterij heeft recht om « kansspelen » te
organiseren (de facto monopolie)


Vergunning rechtstreeks uit de wet: art. 3,6 en 7
Arbitragehof
« Betreffende de controle op de kansspelen georganiseerd door
de Nationale Loterij dient de kansspelcommissie geen toezicht te
houden op de vergunningen, omdat de vergunning van de
Nationale Loterij voortvloeit uit de wet. »

Mter Ph. Vlaemminck
« Er is één klein onderscheid : de Nationale Loterij moet bij
de Kansspelcommissie geen vergunning aanvragen
omdat ze deze heeft krachtens de wet. »
Vergunning –
(2.5)
onrechtstreekse exploitatie

Exploiteren van kansspelen via één of meerdere
tussenpersonen

Houden van een videoterminal (VT) is een vorm van
exploitatie

Noodzaak om bijkomende vergunning in functie van de
activiteit:

« Kansspelinrichting »: klasse (I),II of III

Personeel kansspelinrichting klasse II:klasse D

Leverancier van materiaal (VT): klasse E
Vergunning - Kansspelinrichting (2.6)

Arbitragehof maakt onderscheid tussen de
exploitatie van kansspelen BINNEN of BUITEN
een kansspelinrichting (art. 21 Wet 2002)
« De wetgever heeft ervoor geopteerd het toezicht van
kansspelcommissie
te
beperken
tot
kansspelactiviteiten van de Nationale Loterij
kansspelinrichtingen en niet uit te breiden tot
kansspelactiviteiten van de Nationale Loterij buiten
kansspelinrichtingen en de openbare loterijen :»
de
de
in
de
de
Vergunning - Kansspelinrichting
(2.7)

Art. 4 Wet 1999: algemeen verbod

Kansspel kan alleen worden georganiseerd (geëxploiteerd)
binnen een kansspelinrichting

Arbitragehof: onderscheid wordt niet (altijd) weerhouden

Minister van Justitie (Wet 2002):
« Buiten deze inrichtingen mogen aan het publiek geen
kansspelen worden aangeboden. Krachtens dit artikel
mogen in België bijgevolg geen computersites worden
gecreëerd en uitgebaat waarop kansspelen worden
aangeboden. »
Vergunning- Kansspelinrichting (2.8)




Onderscheid binnen of buiten kansspelinrichting
kan niet worden weerhouden
Indien de Nationale Loterij een kansspel
organiseert, moet dit in een kansspelinrichting
Idem instrumenten informatiemaatschappij
Verplichting om in funtie van de omstandigheden
een vergunning voor een kansspelinrichting te
bekomen


klasse II:
klasse III:
vergunning klasse B
vergunning klasse C
3. Toezicht en handhaving
 Rechtreeks toezicht door de regering
 Staat: rechter en partij
 Financiële belangen voorkeur bescherming
maatschappij & consument?
 Voorbereidende werken: (Wet 2002)
« Hij vreest echter dat de twee ministers ... kunnen
afwijken van het advies van de kansspelcommissie,
voorrang zullen geven aan overwegingen van
budgettaire aard, teneinde de Nationale Loterij toe te
laten een zo groot mogelijke omzet te realiseren»
 Marketing van Nationale Loterij
3. Toezicht en handhaving (3.1)
 De noodzaak om toezichtsbevoegdheid toe te
kennen aan een onafhankelijk & gespecialiseerd
orgaan kadert in een coherent en efficiënt
(kans)spelbeleid (« consistent gaming policy »)





Europees Hof van Justitie: Gambelli
Frankrijk: Trucy rapport:
Nederland: Brief College van Toezicht
Verenigd Koninkrijk: Gambling Commission
Artikel 86 EG Verdrag: b.v. BIPT
Toezicht en handhaving (3.2)
Kansspelcommissie heeft bevoegdheid
 « krachtlijn » van de Wet van 2002
Mter Vlaemminck: « krijgt de Kansspelcommissie door
voorliggend ontwerp een volledige bevoegdheid »
 Artikel 21 van wet 19 april 2002
 § 1:
 Kansspelcommisie is belast met de controle nadere regels
 Controle « in » kansspelinrichtingen
 § 2: geen controle bij de Nationale Loterij
Toezicht en handhaving (3.3)
 Artikel 21, §2 Wet 2002
Bepaling wordt vernietigd door Arbitragehof
 « Aangezien ingevolge artikel 21, § 2, van de wet van 19 april 2002, de
kansspelcommissie het recht niet heeft de gebouwen van de Nationale
Loterij te betreden, is het onduidelijk hoe de kansspelcommissie haar
controle efficiënt kan uitoefenen, te meer daar bepaalde spelen aan het
computersysteem van de Nationale Loterij zijn gebonden. »
 « Meer nog, door de toegang tot het gebouw te verbieden, ontneemt
de wetgever aan de kansspelcommissie de mogelijkheid controle uit te
oefenen op kansspelen die worden georganiseerd door
informatiemaatschappij-instrumenten. »
Toezicht en handhaving (3.4)
 Art. 21 §1 Wet 2002: omvang controlebevoegdheid
 Onderscheid binnen of buiten kansspelinrichting kan niet
worden weerhouden
 « belast met de controle op de naleving van de nadere
regels, vastgesteld in de uitvoeringsbesluiten »
 Spelmodaliteiten: spelduur, maximumverlies, toegang, enz.
 Omvang toezicht?
 Enkel toezicht op naleving van deze uitvoeringsbesluiten?
 Of ook naleving van de wet van 7 mei 1999?
Besluit
 Wet van 7 mei 1999 is van toepassing
 Kansspel kan alleen binnen een kansspelinrichting
worden georganiseerd
 Nationale Loterij heeft een verguning op basis van de
wet, doch dit heeft geen invloed op
 De noodzaak om andere vergunningen te
bekomen wanneer zij kansspelen onrechtstreeks
exploiteert.
 De toezichtsbevoegdheid van de
kansspelcommissie
Ik dank u voor
uw aandacht
Je vous remercie
de votre attention
Thibault Verbiest
[email protected]
Download