Praktijkleerplan Julia Machielsen Student MANP-GGZ, cohort 2009 Studentnummer 1571450 1 Inleiding Voor je ligt mijn praktijkleerplan in het kader van de opleiding MANP-GGZ 2009-2011. Vertrekpunt van dit plan zijn het algemene competentieprofiel van de Verpleegkundig Specialist, de competenties voor het gekozen specialisme en de competenties voor het indiceren en uitvoeren van voorbehouden handelingen, zoals beschreven in de modulehandleiding Praktijkleren MANP 2009 – 2011. Uit de competentiebeoordeling zoals ik die in september 2009 in overleg met mijn mentor gemaakt heb, komt naar voren dat mijn leerdoelen liggen binnen de competentiegebieden klinisch handelen, kennis en wetenschap en competentie organisatie. Deze competentiegebieden zijn dan ook in onderstaand stuk terug te vinden. De leerdoelen zoals in dit praktijkleerplan geformuleerd zijn niet statisch, maar worden naar aanleiding van vier beoordelingsmomenten per jaar, in overleg met mijn mentor bijgesteld. Mijn werkpraktijk is als volgt te omschrijven. Ik ben werkzaam in het UMC-Utrecht, binnen de divisie Hersenen op de afdeling Volwassenenpsychiatrie als verpleegkundig specialist i.o. Mijn werkzaamheden zijn verdeeld over 2 zorglijnen, te weten 1. Zorglijn A1, de Stemmenpoli De Stemmenpoli richt zich op patiënten die, ondanks eerdere behandeling, blijvend last hebben van stemmen die hun dagelijks leven verstoren en/of ontwrichten. In de meeste gevallen zijn dit patiënten met de diagnose schizofrenie. Het aanbod is aanvullend op de reguliere behandeling en in principe voor de duur van 3 tot 6 maanden. Gedurende die periode komen patiënten 1 dag per week naar het UMC-U. Het aanbod bestaat uit onderdelen psycho-educatie, contact met lotgenoten, individuele coaching, cognitieve gedragstherapie en psychomotore therapie. Een aantal patiënten komt ook in aanmerking voor deelname aan het TMSonderzoek waarin met behulp van magnetische straling geprobeerd wordt de aanwezigheid van stemmen terug te dringen. Binnen de Stemmenpoli begeleid ik de basisgroep waarin patiënten met elkaar ervaringen uitwisselen en elkaar ondersteunen, ik geef individuele begeleiding en coaching aan patiënten op het gebied van coping en verzorg enkele onderdelen psycho-educatie. Ik werk hierbij in een multidisciplinair team, bestaande uit een psychiater, arts-assistent, 2 psychologen en een psychomotorisch therapeut. 2. Zorglijn A3, patiënten met psychotische stoornissen. Binnen Zorglijn A3 bied ik zelfstandig begeleiding aan 4 patiënten met schizofrenie die woonachtig zijn op een wooncomplex in Almere. Een maal per maand ga ik op huisbezoek. In samenwerking met hun familieleden en de begeleiders van het wooncomplex trachten we de kwaliteit van leven en zorg van deze groep patiënten zo hoog mogelijk te houden. Ik werk hierbij samen met hun behandelaar, de psychiater van zorglijn A3. Binnen de (deeltijd)kliniek van A3 coördineer en verzorg ik de vervolgcursus psychoeducatie over eerste psychose aan de groep patiënten die binnen de zorglijn in behandeling zijn. 2 Een dag per week besteed ik aan staftaken, allen gericht op verpleegkundige innovatie en het bevorderen van de kwaliteit van zorg zoals deze door de verpleegkundige beroepsgroep geboden wordt. Mijn mentor is Tim van Nesselrooij, nurse practioner binnen de Consultatieve Psychiatrie. Werkbegeleiding wordt geboden door Iris Sommer, psychiater binnen zorglijn A1 en haar arts-assistent. Voor wat betreft het lichamelijk onderzoek zal eveneens werkbegeleiding geboden worden door Alike Visser, huisarts te Maarssenbroek. 3 Competentie klinisch handelen Binnen het desbetreffende specialisme past de verpleegkundig specialist het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal waar mogelijk evidence-based toe. Hierbij maakt zij gebruik van een combinatie van verpleegkundige en medische methodieken. Daarnaast kan zij zelfstandig voorbehouden handelingen indiceren en uitvoeren. Vanuit de zorgvraag van de patiënt integreert de verpleegkundig specialist cure en care met als doel de bevordering van de continuïteit en kwaliteit van de verpleegkundige zorg en de medische behandeling, het vermogen tot zelfmanagement van de patiënt en de kwaliteit van leven. Leerdoel 1 Onderdeel: Lichamelijk onderzoek en diagnostiek Mijn specialisme voor wat betreft het lichamelijk onderzoek betreft patiënten met (chronisch) psychotische klachten danwel schizofrenie. Bij hen is vaak sprake van comorbiditeit op lichamelijk terrein. Deze aandoeningen worden vaak niet ontdekt, door onder meer een afwijkende klachtenpresentatie en verminderd adequaat hulpvraaggedrag. Veel mensen met schizofrenie hebben minder gezonde leefgewoonten: slechte voedingsgewoonten, misbruik van alcohol, drugs en tabak. Ook het gebruik van anti-psychotica kan aanleiding zijn tot het ontstaan van lichamelijke aandoeningen (Trimbos, MDR schizofrenie,2008) Veel voorkomende somatische problemen bij deze doelgroep zijn: Het metabool syndroom, een clustering van cardiovasculaire en metabole risicofactoren waaronder: - abdominale obesitas - dyslipidemie - diabetes mellitus type 2 Patiënten met schizofrenie en het metabool syndroom hebben een drie keer zo hoge kans op coronaire hartziekten of een (hersen)infarct en een twee keer zo hoge mortaliteit als de algemene populatie. (Scheepers-Hoeks ea, 2008) Bewegingsstoornissen tgv medicatiegebruik Leerdoel: In september 2010 ben ik in staat binnen mijn eigen specialisme een technisch adequaat, systematisch en gericht lichamelijk onderzoek te verrichten waarbij ik afwijkingen en symptomen kan herkennen en mijn bevindingen juist kan benoemen en beschrijven. Acties: Binnen de module lichamelijk onderzoek en diagnostiek op de HU het hele onderzoek (probleembeschrijving, anamnese en lichamelijk onderzoek) oefenen in een subgroep In een stage bij de huisarts meekijken/luisteren/voelen en oefenen van het doen van lichamelijk onderzoek, zowel in de brede zin als meer toegespitst op metabole stoornissen en hart- en vaatziekten. Meelopen met de psychiater/arts-assistent van de stemmenpoli bij het doen van intakes en hierin meekijken/luisteren/voelen en oefenen van lichamelijk 4 onderzoek, waarbij vooral aandacht is voor metabole stoornissen en bewegingsstoornissen tgv medicatiegebruik. In beide stages wil ik aandacht besteden aan interpretatie van labonderzoek. Met name bij gebruik van het antipsychoticum clozapine wordt regelmatig bloedonderzoek gedaan. Ik wil leren herkennen wanneer waardes afwijkend zijn. Het zelfde geldt voor het herkennen van een afwijkende glucosespiegel in het geval van diabetes. Bewijsstukken: Maart 2010: Praktijktoets lichamelijk onderzoek: binnen 30 minuten een compleet lichamelijk onderzoek kunnen verrichten (DVD opname op HU) Juni 2010: twee oefenverslagen voldaan September 2010: Korte klinische beoordeling aan de hand van integratief patiëntenbetoog 3. Leerdoel 2 Onderdeel coaching en cognitieve gedragstherapie Patiënten van de Stemmenpoli hebben ieder een eigen behandelaar die individuele gesprekken met hen voert. Als verpleegkundig specialist voer ik zelfstandig gesprekken met de aan mij toegewezen patiënten op het gebied van coping en persoonlijke ondersteuning. Deze gesprekken zijn er op gericht het hebben van stemmen acceptabeler en hanteerbaarder te maken voor patiënten in hun dagelijks leven. Ik wil verdieping brengen in het aanreiken van copingstrategieën en meer gebruik maken van onderdelen van CGT. Leerdoel: In maart 2011 ben ik in staat zelfstandig individuele begeleiding te bieden aan patiënten van de Stemmenpoli waarbij ik hen coach in copingstrategieën en gebruik maak van enkele vaardigheden op het gebied van de cognitieve gedragstherapie. Acties: Zelfstandig afnemen van het stemmeninterview, waarmee de problematiek van de patiënt geïnventariseerd wordt. Bestuderen literatuur over copingstrategieën en Gedachten Uitpluizen, een cognitief gedragstherapeutische methode om mensen met wanen of hallucinaties beter te leren met de psychotische verschijnselen om te gaan. In overleg met de psycholoog een keuze maken voor vaardigheden die geoefend gaan worden. Met begeleiding van de psycholoog inoefenen van vaardigheden in de begeleiding van individuele patiënten. Bewijsstukken: Maart 2011:Korte klinische beoordeling aan de hand van integratief patiëntbetoog 4. Verslag over een door mij ingebrachte patiënt in de supervisie geboden aan het team van de Stemmenpoli door Rob van Grunsven, psychotherapeut. 5 Leerdoel 3 Onderdeel medicamenteuze interventies Leerdoel: In juni 2010 heb ik voldoende kennis van farmacotherapie om voorstellen te kunnen doen voor psychiatrische medicamenteuze interventies. Ik ben in staat zelfstandig controles te indiceren en te monitoren die van belang zijn voor het gebruik van het antipsychoticum clozapine. Acties: Volgen en afronden van de module farmacotherapie Onderzoeken van de aan mij toegewezen patiënten welke medicatie ze gebruiken en wat mogelijke bijwerkingen zijn. Nagaan bij patiënten welk effect de voorgeschreven medicatie heeft op hun klachtenpatroon Voorstellen doen aan de behandelend psychiater over het te voeren medicatiebeleid. Bewijsstukken: Juni 2010: kennistoets farmacotherapie met succes afgerond Juni 2010: Korte klinische beoordeling aan de hand van integratief patiëntbetoog 2. Leerdoel 4 Onderdeel psychiatrisch onderzoek Leerdoel: In februari 2010 ben ik in staat onder supervisie psychiatrisch onderzoek te verrichten tijdens de intake van patiënten van de stemmenpoli, waarbij ik psychiatrische symptomen kan herkennen, mijn bevindingen schriftelijk kan weergeven en tot een werkdiagnose kan komen. Acties: Bestuderen van literatuur over het afnemen van psychiatrisch onderzoek (Hengeveld en Schudel) Meekijken met psychiater/arts-assistent wanneer deze psychiatrisch onderzoek verricht. Uitvoeren van psychiatrisch onderzoek, volgens de methode die binnen de afdeling gebruikt wordt en verzorgen verslaglegging onder supervisie van psychiater/arts-assistent. Bewijsstukken: Februari 2010; Korte klinische beoordeling aan de hand van integratief patiëntbetoog 1. 6 Competentie Kennis en wetenschap De verpleegkundig specialist bevordert de ontwikkeling en verdieping van wetenschappelijk vakkennis door middel van praktijkonderzoek en innovatieprojecten. Leerdoel 5 Onderdeel Ontwerpgericht onderzoek Leerdoel: In juni 2011 heb ik een Best Practice onderzoek afgerond. Hierin zal ik me richten op de effecten van behandeling binnen de Stemmenpoli en waar nodig komen met voorstellen tot verbetering. Naast de objectieve gegevens die naar voren komen uit afgenomen klachtenlijsten bij patiënten, ben ik benieuwd naar hoe patiënten de diverse onderdelen van het aanbod van de Stemmenpoli ervaren hebben. Acties: Formuleren van een onderzoeksvraag en deze voorleggen aan mijn werkbegeleider en mijn mentor. Uitvoeren onderzoek Doen van verslaglegging Bewijsstukken: Juni 2011: Verslag Best Practice onderzoek. Competentie Organisatie De verpleegkundig specialist stelt prioriteiten en weet een balans te vinden tussen alle aspecten van de functie: patiëntenzorg, organisatie van de zorg, onderwijs en onderzoek. Leerdoel 6 Onderdeel: De verpleegkundig specialist stelt prioriteiten en weet een balans te vinden tussen alle aspecten van de functie: patiëntenzorg, organisatie van de zorg, alsook onderwijs en onderzoek. Leerdoel: In januari 2010 heb ik mijn werkzaamheden dermate herschikt dat ik overzicht heb in mijn takenpakket. In januari 2011 ben ik in staat een zorgvuldige afweging te maken welke taken op mijn terrein van verpleegkundig specialist liggen en welke taken bij andere beroepsgroepen/medewerkers horen. Tevens kan ik hier mijn grenzen in aangeven. Acties: Herschikken van werkzaamheden is onderdeel mentorgesprekken Na januari 2010 zal in de mentorgesprekken vast onderdeel worden hoe me als verpleegkundig specialist te profileren en welke taken hier wel en niet bijhoren. Bewijsstukken: Verslagen mentorgesprekken 7