International Legal Framework for Geoengineering, Managing the Risks of an Emerging Technology H. Du Samenvatting Een internationaal juridisch kader voor geo-engineering Risicomanagement bij een nieuw opkomende technologie In dit werk worden de regels en beginselen bestudeerd die in het kader van het hedendaags internationaal recht van toepassing zijn bij geo-engineering technieken en wordt een voorstel gedaan voor een kader voor het beheer van geo-engineering. Dit boek is bedoeld om de regels en beginselen te identificeren alsook ontwikkelen die de milieu- en gezondheidsrisico’s van geo-engineering activiteiten controleren zonder daarbij de bijdrage teniet te doen die geo-engineering heeft bij het voorkomen van ernstige of onomkeerbare klimaatverandering en de gevolgen daarvan. In Hoofdstuk 1 worden de internationale achtergrond en wetenschappelijke aspecten van geo-engineering behandeld. Geo-engineering is de grootschalige beïnvloeding van het klimaat op onze planeet om de antropogene opwarming van de aarde en de effecten daarvan tegen te gaan. De twee belangrijkste soorten geoengineering zijn Carbon Dioxide Removal (CDR, kooldioxide verwijdering) en Solar Radiation Management (SRM, zonnestralingsmanagement). De internationale achtergrond is dat de traditionele reductiemethoden mogelijk niet volstaan om de doelstelling te bereiken de wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot een gemiddelde temperatuurstijging van 2 °C vergeleken met pre-industriële temperatuursniveaus: nieuwe methoden zoals geoengineering zouden nodig zijn in aanvulling op de conventionele emissiereductiemethoden. In paragraaf 1.4 en 1.5 worden verschillende geo-engineering methoden en hun mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu beschreven. Hieruit blijkt duidelijk dat er een grote diversiteit is aan locaties, materialen, beginselen, haalbaarheid en effectiviteit van verschillende methoden. Aangezien dit boek over internationaal milieurecht gaat, richt het zich op technieken die ontwikkeld zijn om grensoverschrijdend (d.w.z. transnationaal) of zelfs extraterritoriaal (in de zgn. global commons) ingezet te worden, en op de technieken die grensoverschrijdende problematiek kunnen opleveren voor de verschillende geosfeer sferen alsook voor flora en fauna en het klimaatsysteem. Er worden zodoende in dit boek zes geo-engineering technieken geselecteerd voor verdere juridische analyse: ocean fertilization (de “oceaan bemestingstechniek”), ocean upwelling (de “oceaan golfstromingtechniek”) en ocean alkalinity addition (“oceaan alkaliniteitsverhoging”), alsook bioenergy with carbon capture and storage (BECCS; de techniek van bio-energie met koolstofopvang en -opslag), sulphate aerosol injection (SAI; de stratosferische/sulfaat aërosol injectietechniek) en marine cloud whitening (MCW; de “zeewolk wit-maaktechniek”). In hoofdstuk 2 worden de regels en beginselen behandeld van het hedendaags internationaal recht die mogelijk van toepassing zijn op geo-engineering in het algemeen. Ten eerste blijkt dat de klimaatveranderingsregeling van toepassing is op CDR, waarbij o.a. onder deze regeling vallen: het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering (UNFCCC), het Kyoto-protocol (KP), de Overeenkomst van Parijs (PA) en de relevante besluiten van de Conference of Parties (COP) bij het UNFCCC, alsook de Conference of the Parties serving as the meeting of the Parties bij het Kyoto-protocol (CMP). De klimaatveranderingsregeling is voornamelijk van toepassing op CDR, aangezien de het doel van het implementeren van CDR juist strookt met de uiteindelijke doelstelling van het UNFCCC. Het is daarentegen onduidelijk of de klimaatveranderingsregeling ook van toepassing is op SRM. Ten tweede blijkt dat de Convention on the Prohibition of Military or Any Hostile Use of Environmental Modification Techniques (de ENMOD Conventie) geo-engineering verbiedt wanneer het gebruikt wordt voor vijandige doeleinden en het mogelijk verstrekkende, langdurige of ernstige gevolgen heeft. Ten derde blijkt dat een preventieprincipe van toepassing is op geo-engineering waar het gaat om de preventie alsook de risicocontrole van aanzienlijke milieu- en gezondheidsschade ten gevolge van geo-engineeringsactiviteiten. Ten vierde blijkt dat het voorzorgsbeginsel van toepassing is op geo-engineering als methode om met wetenschappelijke onzekerheden om te gaan. In hoofdstuk 3 wordt nader bestudeerd hoe de regels en beginselen in het kader van het hedendaags internationaal recht van toepassing zijn op elk van de zes besproken geo-engineering technieken. Twee vragen worden uitgewerkt voor elk van de technieken: 1) de vraag of het gebruik van een specifieke techniek of van een stof in de techniek, ten behoeve van onderzoek of gebruikstoepassingen, rechtmatig is binnen de kaders van het hedendaags internationaal recht, en 2) de vraag of nadelige gevolgen van een bepaalde techniek zouden kunnen leiden tot een algeheel verbod van die techniek of sterke beperking ervan onder het hedendaags internationaal recht. Met betrekking tot zee-gerelateerde geo-engineering activiteiten, zijn het Verdrag van Londen ter voorkoming van zeeverontreiniging door het storten van afval en andere stoffen (London Convention on the Prevention of Marine pollution by Dumping of Wastes and Other Matter), het 1996 Protocol (LC / LP) en het VN-zeerechtverdrag (United Nations Convention on the Law of the Sea; UNCLOS) de belangrijkste instrumenten die de regels verschaffen omtrent de rechtmatigheid van de activiteiten en omtrent de verplichting tot bescherming en behoud van het zeemilieu. Met betrekking tot BECCS, hebben de regels die van toepassing zijn, betrekking op vier stappen: 1) het opwekken en oogsten van bio-energie, 2) de productie van energie, 3) transport van de hieruit voortkomende CO2 en 4) opslag van deze CO2. Voor SAI zijn de regels met betrekking tot de preventie van luchtverontreiniging, zeeverontreiniging, aantasting van de ozonlaag en het behoud van ecosystemen van toepassing. In hoofdstuk 4 worden de manieren bestudeerd waarop geo-engineering geregeld wordt. Multilateralisme kan hierbij beschouwd worden als de beste aanpak, aangezien het een inclusief platform biedt voor billijke deelname van staten en aangezien het een internationaal toezicht zou kunnen opleveren op geo-engineering activiteiten. Op de korte termijn kan het beheer van geo-engineering toegespitst worden op verbetering van de synergiën van wetenschappelijke instellingen, deskundigen en relevante internationale organisaties om actief deel te nemen aan een veelomvattende discussie over dit onderwerp en om de kennis van de geo-engineering technologie te vergroten. Op de middellange tot langere termijn, wanneer geo-engineering technieken eenmaal verder ontwikkeld zijn en hun rol in het bredere scala aan strategieën ter bestrijding van klimaatverandering duidelijker is, zal systematisch beheer van geo-engineering technieken mogelijk zijn. In dit kader van systematisch beheer zou het UNFCCC dan een leidende rol hebben en een groot aantal sectorale juridische instrumenten een aanvullende rol. In hoofdstuk 5 wordt een toetsingskader voor risicoanalyse voorgesteld alsook een op maat gemaakte concretisering van het voorzorgsbeginsel met als doel de risico’s van gevaarlijke klimaatsverandering af te wegen tegen geo-engineering activiteiten. Het basiscriterium voor deze afweging is om het risico op aanzienlijke schade ten gevolge van geo-engineering activiteiten te controleren en om willekeurige remming of beperking van gepaste ontwikkeling van geo-engineering te voorkomen. Het toetsingskader bestaat uit een milieueffectrapportage (MER; Environmental Impact Assessment, EIA) proces, overleg en toezicht. De op maat gemaakte concretisering van het voorzorgsbeginsel bestaat uit een flexibele drempel van het in werking stellen van het voorzorgsbeginsel, uit proportionele voorzorgsmaatregelen en uit het minderen of verschuiven van de bewijslast indien van toepassing. Er wordt geconcludeerd dat de regels en beginselen die gericht zijn op risicocontrole van aanzienlijke milieu- en gezondheidsschade ten gevolge van geo-engineeringsactiviteiten als eerste moeten worden ontwikkeld. De uitgebreide risicoanalyse en op maat gemaakte concretisering van het voorzorgsbeginsel zouden kunnen dienen als twee essentiële instrumenten om de juiste ontwikkeling van geo-engineering technieken te faciliteren.