Technische informatie 1.308 | Offsetinkten | Algemene informatie | 021115 LICHTECHTHEID VAN DRUKINKTEN Wat verstaat men onder lichtechtheid? Het reeds in 1965 gemaakte Normvoorschrift ISO 12 040 "Testen van drukwerk en drukinkten voor de grafische industrie" (te verkrijgen bij Beuth-Vertrieb GmbH, Berlin 30, Köln,Frankfurt/Main) onderscheidt duidelijk de test en beoordeling van de lichtechtheid van: A. drukwerk, dat in een willekeurig grafisch proces op een willekeurig materiaal zonder vastgestelde eisen vervaardigd is en B. drukinkten, waarvoor volgens ISO 2834 gedefinieerde drukproeven vervaardigd zijn. Onder de lichtechtheid van drukwerk verstaat men hun weerstandsvermogen tegen de inwerking van licht zonder directe invloed van het weer. Onder de lichtechtheid van drukinkten verstaat men het weerstandsvermogen van een norm-drukproef volgens ISO 2834 tegen de inwerking van licht zonder directe invloed van het weer. Vervaardigen van een norm-drukproef De lichtechtheidsaanduiding, die de drukker op het inhoudsetiket vindt, heeft betrekking op een norm-drukproef van de betreffende inkt. Een norm-drukproef is een op een vooraf bepaalde bedrukstof met een daarvoor vastgelegde inktopdracht gemaakte afdruk. Als bedrukstof is een witte, lichtechte, hout- en optische witmaker vrije, tweezijdig gestreken kunstdrukpapier (APCO II/II, papierfabriek Scheufelen), volgens ISO 2834, voorgeschreven. De gebruikte inktlaagdikte is 1,5 gram per m². Hoe worden de lichtechtheidstreden vastgesteld ? De lichtechtheid wordt alleen voor volvlak bepaald. Hiervoor wordt de drukproef tezamen met een lichtechtheids- maatstaf aan daglicht blootgesteld. Lichtechtheidsproefapparaten met Xenonhogedruklampen als stralingsbron leveren bij korte proefnemingen resultaten, die de belichting door daglicht dicht benaderen. De lichtechtheidswaarde wordt bepaald, wanneer men vaststelt, welke trede van de lichtechtheidsmaatstaf zich gelijktijdig met de drukproef duidelijk veranderd heeft. De lichtechtheidsmaatstaf bestaat uit een scala van 8 blauwe, in hun lichtechtheid gegradeerde monsterkleuren op wol, daardoor ook wel wolschaal genoemd. De daaruit voortvloeiende lichtechtheidstreden worden als volgt aangeduid : 1 2 3 4 = = = = zeer gering gering matig redelijk goed 5 6 7 8 = = = = goed zeer goed uitstekend uitmuntend 1 Technische informatie 1.308 | Offsetinkten | Algemene informatie | 021115 Wat betekenen de lichtechtheidstreden? Wat kan men nu in praktijk met deze lichtechtheidsaanduidingen aanvangen? Hoe kan men deze m.b.t. het drukwerk gebruiken? Men wil immers slechts weten of het geproduceerde drukwerk in de praktijk stand houdt. Daarvoor behoeft men o.a. een voorstelling, aan hoeveel dagen of weken daglichtinwerking een bepaalde lichtechtheidstrede voldoet, waarbij o.a. jaargetijde en geografische ligging van doorslaggevende betekenis zijn. Volgende tabel biedt enig houvast : Lichtechtheidstreden Zomer Winter Trede Trede Trede Trede Trede Trede 4–8 2–3 3–5 6–8 3–4 meer 2 2 4 5 7 3 4 5 6 7 8 dagen weken weken weken maanden dan 1,5 jaar – – – – – 4 3 5 6 9 weken maanden maanden maanden maanden De pigmenten bepalen de lichtechtheid Slechts weinig anorganische pigmenten bezitten een praktisch onbegrensde lichtechtheid. Alle organische en talrijke anorganische pigmenten veranderen onder de invloed van licht meer of minder sterk en snel. Daarbij wordt deze verandering o.a. door de chemische constitutie, de concentratie, de natuurkundige toestandsvorm van het pigment (korrelgroteverdeling en kristalmodificatie) en niet in de laatste plaats door het omhullende bindmiddel beïnvloed. De afbraak in de pigmentkristallen gebeurt niet plotseling, doch langzamerhand en uit zich, afhankelijk van de ontleding, in een meer of minder snel verbleken van de kleur, in een donker worden of een verdonkering met daarna vervalen. Bijgevolg is de lichtechtheid het beste door een kromme weer te geven, die de veranderingen van de kleurmetrische waarden van de druk in vergelijking met de ingestraalde energie weergeeft. Helaas is het vastleggen van zo'n belichtingskromme erg omslachtig en ook heden ten dage nog problematisch. Zodoende is men nog altijd op het vergelijk met de wolschaal aangewezen, maar men moet zich wel bedenken, dat daarbij geprobeerd wordt, een kromme door één enkel meetpunt te karakteriseren. Pigmenten met een hogere bestandheid zijn in de regel erg duur. Alleen al op grond hiervan moet men in de praktijk overwegen, welke lichtechtheid men voor zijn drukwerk werkelijk nodig heeft. In veel gevallen, waarbij het op een hoge stabiliteit van de kleur niet zo precies aankomt, kan een prijstechnisch gunstigere inkt met een relatief lagere lichtechtheid meestal wel aan het doel voldoen, zolang deze maar lang genoeg zichtbaar blijft en niet al te grote veranderingen vertoont. 2 Technische informatie 1.308 | Offsetinkten | Algemene informatie | 021115 Lichtechtheidsaanduidingen bij mengkleuren Doordat de lichtechtheidsproeven geruime tijd in beslag nemen, kunnen bindende opgaven op de bliketiketten in het algemeen alleen bij standaard- en voorraadinkten gemaakt worden. Bij nieuw uitgewerkte- en mengkleuren wordt de lichtechtheidswaarde "ongeveer" aangegeven, welke gebaseerd is op onze lichtechtheidsproeven van de daarin voorkomende kleurpigmenten. Waar moet de drukker op letten ? - Bij het vertalen van de lichtechtheidstreden in de praktijk moet men er ook op letten, dat een reeks van afwijkingen van norm-voorwaarden de bestandheid van het drukwerk beïnvloeden : een weinig lichtbestendige, houthoudende bedrukstof zal bijvoorbeeld snel vergelen, en het heeft dan bijvoorbeeld weinig zin een uitmuntende lichtechte blauwe inkt in te zetten, als de pigmenten door het licht weliswaar niet worden aangetast, maar door het gele papier de optische indruk naar groen geven. Hoe belangrijk dus de keuze van de bedrukstof ook in dit geval is, wordt hiermee duidelijk. Lichtechtheid van drukinkten - Verder zal de in de norm-voorschriften genoemde inktopdracht in de praktijk niet altijd haalbaar zijn. De inktlaagdikte zal sterk verschillen, afhankelijk van de bedrukstof en de drukvorm. Een hogere inktlaagdikte dan in de norm aangegeven, veroorzaakt een toename van de lichtechtheid van het drukwerk, daar er meer pigmentdelen per oppervlakte-eenheid aanwezig zijn en deze aan de vernietigende werking van het licht langer weerstand kunnen bieden. Op gelijke wijze werkt een geconcentreerde drukinkt. Omgekeerd wordt door een te geringe inktopdracht of door het lichter maken van de kleur met dek- of transparantwit de lichtechtheid meestal verminderd. Ook wordt de in volvlak vastgestelde lichtechtheidstrede in raster vaak niet bereikt. - Lakkering of laminering kan voor de lichtechtheid van het drukwerk zeker voordelig zijn. - Worden twee of meer drukinkten met verschillende lichtechtheden gemengd, dan wordt de laagste niet door de hoogste verbeterd, doch de hogere altijd verlaagd. Dit betekent dat in een menging de inkt met de laagste lichtechtheid de uiteindelijke lichtechtheid van het gemengde bepaald. - Bij toevoeging van transparantwit neemt de lichtechtheid af. Als vuistregel kan daarbij de volgende samenhang worden aangenomen: Toevoeging van transparantwit Vermindering van de lichtechtheid met: 1:1 1:3 1 trede 2 treden 3 Technische informatie 1.308 | Offsetinkten | Algemene informatie | 021115 Nota bene: bij nog sterkere versnijding met mengwit/transparantwit zal behalve de verslechtering van de lichtechtheid onvermijdbaar zijn dat de kleur door het latere vergelen van de vernis verandert. Dus zelfs als men lichtechte pigmenten gebruikt bij een kleur met bijvoorbeeld volgens Pantone waaier 5 gram kleur per kg en de rest mengwit, zal de eindkleur niet lichtecht zijn door de versnijding met mengwit en de vergeling! De hierboven genoemde beschouwingen moeten in de praktijk helpen de voor een bepaald doel geschikte drukinkt uit te kiezen, respectievelijk een oordeel over de vermoedelijke lichtechtheid van het drukwerk geven. Men moet wel bedenken dat de eis voor een hogere lichtechtheid het gebruik van veel duurdere pigmenten met zich meebrengt, welke in de prijs van de inkt tot uiting komt. Daarbij moeten vaak bij zeer hoge eisen concessies gedaan worden aan het exact overeenstemmen van de kleur met het drukvoorbeeld, zoals ook bij andere echtheden regelmatig het geval is. Bijzondere lichtechte inkten, bijvoorbeeld voor affiches, zijn verkrijgbaar. Als 4-kleurenschaal welke de norm benadert bevelen wij aan : Geel Magenta Cyaan Zwart 41AP400 42AP400 43QF250 49QF250 (WS (WS (WS (WS 6) 6) 8) 8) Deze technische informatie geeft de huidige stand van onze kennis weer. Zij geeft kennis en adviseert. Enige verantwoordelijkheid m.b.t. te juistheid kan daaruit niet afgeleid worden. Veranderingen, die tot vooruitgang leiden, blijven voorbehouden. hubergroup Benelux bv . Bolderweg 33 . Postbus 30140 . 1303 AC Almere . E-mail: [email protected] . www.hubergroup.nl Tel. +31(0) 36 529 01 17 / +32(0) 9 230 67 19 . Fax +31(0) 36 532 64 54 / +32(0) 9 231 75 57 4