HOOFDSTUK 5: CYNISME

advertisement
HOOFDSTUK 5: CYNISME
EIGEN NOTITIES
Inleiding: een bende marginalen
Sociale marginaliteit: boeren, masturberen…
1. Cynisme is het hoogste (Nietzsche?)
2. Cynisme, wie zijn die mensen?
3. Wat brengt het nu nog bij?
Hondse figuren: kunikoi
Een hondenleven: leven volgens de natuur, eenvoudig, los
Bijtgraag: mensen bekeren
Tijdens een offerfeest ging een hond met het offer lopen, dit vonden ze grappig
Hondse figuren: Diogenes
Beruchte levensstijl: rondzwerven, leefde in ‘ton’, armoed
Doel: autarkeia: onafhankelijkheid, autonomie…
Prediker: sociale normen en waarden in twijfel trekken
Wedijveren in onbeschoftheid: parrèsia
Vrijmoedigheid is typerend voor alle cynici
Wedijveren in onbeschoftheid: kritische preken
Partycrashen op olympische spelen
Onderwerpen
(1) Taboes
(2) Materialistisch element (enkel lichaam)
Wedijveren in onbeschoftheid: aanstootgevend gedrag
Een exemplarisch leven = volgens de natuur
Opvattingen over natuur
1) Cf. Nietzsche
Natuur
Strijdveld, krachtmeting tussen organismen
Cynisme:
Waar eindigt dat? De sterktste wint pleit, dit is een verzwengelde
levenshouding
2) Cf. Atomisten
Natuur
Machine, standaard atomen, mechanistische visie, door botsing worden
lichamen gevormd
Epicurus:
Genieten van wat er is als het toch zo loopt (carpe diem), niet teveel
verwachten van het leven
3) Cf. Plato
Natuur
2 werelden (echte + nagebootste)
De echte filosoof moet leren sterven en afstand nemen van deze wereld om
zijn aandacht te richten op de hogere wereld
4) Cf. cynici
Natuur
Warme, hartelijke huismoeder, de weelde die ons toestaat onafhankelijk te
zijn
Leven is eenvoudig, deint mee op natuur (seizoenen)
Mens is hiertoe in staat
(a) Zonder luxe
(b) Aangepast aan de natuur
HOOFDSTUK 7: EVOLUTIEPSYCHOLOGIE
EIGEN NOTITIES
Inleiding: Darwin doordenken
Gradation: stapsgewijs
Alles is te verklaren door natuurlijke selectie
Scheppingsact bij het brein (door God) = geen natuurlijke selectie!
Inleiding: Darwin doordenken: 3 implicaties
(1) Geest is stapsgewijze versie van eerdere versies = stamboom
(2) Geest valt volledig samen met de hersenen
Natuurlijke selectie =
(a) Materialistisch substraat
(b) Genen
(3) Onderdelen van geest = adaptaties
(a) Emoties, verlangens, theoretische dingen
(b) Voordeel: boden oplossing voor problemen (bv. snuit van miereneter)
(c) Modules die fictieve voorouders tot nut waren = evolutiepsychologie
Dr. Pangloss in Santa Barbara: adaptationisme
Verschillende versies/gedaanten
Natuurlijke selecte = soort slimme ontwerper die van de menselijke geest een
wonderlijke vernufting heeft kunnen maken
Filosofen = optimistische = verwonderd over de ontwikkelingen
Natuurlijke selectie = good designism
Steven Pinker
Snelle verspreiding van gedachtegoed, kritiek, ook academisch
Dr. Pangloss in Santa Barbara: panglossianisme
PANGLOSSIANISME
Scheldnaam voor adaptionisme
Ontstaan?
Dr. Pangloss uit Candide
Alle mislukkingen en ellende van de wereld, hij wou het positieve hiervan inzien
- Syfilis: zegen zoeken voor ziekte
- Alles heeft ook een positieve kant
Alternatief voor natuurlijke selectie = blind en historisch proces
GOULD
- Hekel aan het positieve
- Veel natuurlijke dingen die het positieve tegenspreken
NATUURLIJKE SELECTIE
Natuurlijke selectie brengt problemen mee: maakt iets met wat het op dat moment
heeft
-
Elk onderdeel van de menselijke geest kan begrepen worden als adaptatie
Geest = kunst = onwaarschijnlijk wat men kan doen
Emoties, moraal
Dr. Pangloss in Santa Barbara: the adapted mind
Steentijd = pleistoceen (eindigt ongeveer 10000 jaar geleden)
Onze geest = geest die nagenoeg identiek is aan steentijd geest (= uit pleistoceen)
(a) Pleistoceen?
o Lange en stabiele periode: geest kon zich ontwikkelen
o Later snelle (door industriële revolutie) periode: menselijke geest kon
zich niet zo snel aanpassen
(b) Kloof tussen moderne wereld en die van voorouders
o Dezelfde geest
o Andere bezigheden
(c) Voorouders
o Jagen, speren maken
o Goede partner kiezen
o …
Dr. Pangloss in Santa Barbara: modules zijn
Onderdelen van de geest
(a) Functioneel: adaptief (antwoorden op problemen)
(b) Domein-specifiek: onderdelen vervullen slecht 1 taak, 1 domein
(c) Aangeboren
(d) Automatisch: niet zelf in te schakelen, men heeft niet altijd zeggenschap over
de modules (bv. racisme: onwillekeurige neiging)
(e) Ingekapseld: informatie in 1 module is niet beschikbaar voor andere modules
(f) Intransparant: informatie in modules is niet beschikbaar voor onszelf, is
ondoorzichtig
Dr. Pangloss in Santa Barbara: twee argumenten pro
Modulariteit en zelfbehoud: snel beslissing maken
Voorbeeld: ontmoeting met roofdieren (eat or be eaten)
De evolutiepsychologie en haar grenzen: de steentijd
Problemen  meerdere oplossingen: welke is het meest waarschijnlijk?
Beperkte middelen waarop men beroep kon doen
Evolutie na steentijd? Waarom zou de menselijke geest niet meer veranderd zijn?
Cultureel fenomeen kan onze genetica beïnvloeden (bv. veeteelt)
De menselijke natuur
(a) Essentie mens
o Rationaliteit
o Samenleving
(b) Leda Cosmides & John Tooby
JA
o Focus op menselijke geest
o Geest bestaat uit enkele universele, aangeboren… modules
o Alle mensen vertonen vaste set van emoties = basisemoties
(c) David L. Hull
NEE
o Species zijn geen natuurlijke soorten
o Belang van variatie
o Menselijke soort heeft geen essentie
o So you think you’re special?
o Geen unieke essentie die iedereen deelt
o Drijfveer van alle pogingen ‘wat is menselijke natuur?’
 Normatief, richtgevend concept
 Politiek concept, gevecht
 Definitie vastleggen: zodat men bepaalde groepen uitsluit van de
mensen
Voorbeelden: natuurlijke seksualiteit (kerk), autonome beslissingen
nemen (dementen)…
o
Waarom hebben we dat denken over menselijke soort nodig?
(d) Wie heeft gelijk?
HOOFDSTUK 9: INTELLIGENT DESIGN
EIGEN NOTITIES
Waarom dualisme van Descartes?
Vrijwaren van onsterfelijkheid van ziel  godslastering
Evolutiebiologie = meest verderfelijke, bedreigende wetenschap voor geloof
Intelligent Design
= creationisme
= aanvulling
= geen alternatief
= bedreven door wetenschappers
= niet evolutie, maar ontwerper is verantwoordelijk voor alle schoonheid in de wereld
Maar:
- Onreduceerbare complexiteit
- Failliet van gradualisme (alle eigenschappen komen stapsgewijs van vorige
generatie = verbetering)
- Voorbeeld: zweepstaart van E.Coli
- Er moet een ontwerper zijn die een beetje vooruit kan kijken
Kritiek
(a) ID = oude wijn in nieuwe zakken?
(b) ID = wetenschappelijke versie van ‘Argument From Design’
(c) Onopgeloste vs. onoplosbare problemen
(d) Het mysterie van de ontwerper: hoe? Waarom? Geen antwoord, dus geen
selectionistische verklaring
Darwins deïsme
Darwin vs. Wilberforce
Darwin = tegen letterlijke lezing van de Bijbel
Deïsme
- God bestaat wel, maar heeft enkel de voorwaarden gemaakt voor het leven
op aarde (= evolutie)
- God grijpt niet in en verandert niet
- De ‘in gang zetter’ van het bestaan
Dobzhansky
- Russisch orthodox christen
- Doelgerichtheid in evolutie
- Creationisme als blasfemie
God bestaat en zijn bestaan maakt enig verschil voor onze leefwereld
- No comment: geen bewijs van tegendeel
- Methodologisch naturalisme: enkel beroep op wetenschap
God is liefhebbend (theïsme), wijs (deïsme) en intelligent
Taalspelen
Geloof (spel 1) + Wetenschap (spel 2) = recepy for disaster
HOOFDSTUK 10: SEKSUELE VOORKEUREN
EIGEN NOTITIES
Het binaire denken
- Homo of hetero
- Natuur of cultuur
- Fatum of keuze
3 voorwaarden uitleggen en toepassen bij homoseksualiteit
Harde wetenschappen
- Essentialisme
- Hersendelen die specifiek zijn voor homoseksuelen (LeVay)
- Homoseksualiteit ontstaat in genetica
Zachte wetenschappen
- Sociaal-constructivisme
- Homoseksualiteit ontstaat in genetica, maar er moet iets zijn wat dit drijft,
want anders is het bij iedereen zo
Natuurlijke soorten
- Alles wat bestudeerd kan worden door natuur
Interactieve soorten
- Subgroep van sociale menselijke soorten
- Looping-effect: gedrag – theorie
- Voorbeeld: schizofrenie
HOOFDSTUK 11: LUDWIG WITTGENSTEIN
EIGEN NOTITIES
Ludwig Wittgenstein
- 12 stielen, 13 ongelukken
- 2 totaal tegengestelde theorieën
- Nieuw terrein (= taal) aangeboord die tot dan toe niet interessant genoeg
was
Taal heeft betekenis als ze een afbeelding vormt van iets dat zich voordoet in de
werkelijkheid
Wittgenstein: op zoek gaan naar logische structuur van taal (cf. Descartes)
 Eenvoud van taal
 Onderverdelen (afbreken) in logische stukken
 Indelen in proposities (= logische taal)
= geen zinnen (= spreektaal)
Voorbeeld: ‘liefde’ (propositie: onderliggende gedachte) vs. ‘ik hou van je’
(zin)
(1) Proposities (bv. geest is onsterfelijk)
(2) Onderverdelen in atomaire/elementaire proposities
(3) Namen: meest elementaire onderdelen van logische taal (bv. kat, stoel…)
Taal = wereld
- Spreektaal = logische taal
- Proposities = feiten in werkelijkheid = standen van zaken = dingen
-
Geest (namen)
Thibetaanse  Thibet (ding)
-
Propositie = weerspiegeling van feit
Betekenis = niet waarheid
Bv. P.A. belt = betekenisvol, maar niet per se waarheid
-
Afbeeldingstheorie
Structurele overeenkomst tussen proposities en feiten (bv. muziek en partituur)
Logische afspiegeling
Proposities (taal) zijn feiten (wereld): onderliggende gedachte die in zinnen zit
Taaltherapie
Spreken over geest/god… is zinloos
Wittgenstein
Mijn werk is even zinloos als andere theorieën, maar wel nuttig = ladder waarmee je
over de muur kijkt en die je kan weggooien
Onzin
- Beroep doen op afbeeldingen die niet laten zien hoe het in werkelijkheid is
- Voorbij grens gaan tussen zin en onzin
- Waarover je niet duidelijk kan spreken, moet je zwijgen. Wat gezegd wordt,
moet duidelijk gezegd worden (cf. natuurwetenschappen)
Religie, ethiek, kunst, muziek … zijn ook zinloos, maar wel heel belangrijk
Hoe in contact komen met andere wereld (= met zinvolle dingen)?
Die dingen zullen zich wel openbaar maken (cf. verschil tussen goede en slechte
literatuur: de betekenis zal zich wel tonen)
Wittgenstein 1
- Propositie/naam heeft betekenis door verwijzing naar werkelijkheid
- Wereld is mentaal doordrenkt van betekenissen
- Zinloze problemen oplossen door te laten zien hoe taal juist werkt
- Gelijkenis met Descartes wordt onderschat
Wittgenstein 2
- Niet DE betekenis, maar wel verschillende betekenissen
- Niet DE wereld (geen vat op), maar een taalspel
wereld/werkelijkheid (er zijn evenveel taalspelen als werelden)
vormt
een
Ziekte en familiegelijkenissen
Ze hebben niet allemaal eenzelfde kenmerk, maar wel familiegelijkenissen
(sommigen meer dan anderen) = prototypes: leden van verzameling die alle
eigenschappen van die verzameling in zich dragen
Ziekten volgens Wittgenstein
Geen unieke essentie tussen ziekten
Jerome Wakefield
(1) Schadelijk: altijd lijden veroorzaken bij zieke individuen
(2) Disfunctie: iets objectief misgelopen bij de ziek persoon, de geneeskunde
moet aantonen wat (genetische mutatie)
Er zijn ziekten die beiden hebben!
Wittgenstein wilde gewoon weten hoe taal werkt
Taaltherapie voor iedereen die taal gebruikt om verwarring te vermijden
Inhoudelijke verschillen
(1) Waartoe dient taal, wat is het nut?
 TRACTATUS
o Werkelijkheid beschrijven, natuurwetenschappen
 UNTERSUCHUNGEN
o Met taal kan je veel meer dan beschrijven, de functie moet zich niet
beperken
o Taalspelen
Gelijkenissen tussen ‘taal’ en ‘spel’
 Geen van beiden heeft een unieke gemene deler (= essentie)
 Alle activiteiten die op elkaar lijken, maar ze vallen niet samen (=
familiegelijkenissen: sommigen lijken meer op elkaar dan
anderen en hoe verder je uitbreidt, hoe minder gelijkenissen)
(2) Onderscheid tussen zin en onzin
 TRACTATUS
o Betekenis = verwijzing, afbeelding
 UNTERSUCHUNGEN
o Verwarring omdat verschillen niet erkend worden
o Niet functioneren, tegen de regels spelen door onwetendheid
o Betekenis = manier/context waarop/waarin je bepaalde uitspraak
doet = gebruik!
Download