De Middeleeuwen De Middeleeuwen Een beeld van de tijd Politieke ontwikkeling: Politieke ontwikkeling: voor 500‐1500 na •Romeinen •Middeleeuwen Midd l •Renaissance Renaissance • Stammen o.a. de Germanen 500‐700 • Karolingische tijd (Karel de Grote) 700‐900 a o g sc e t jd ( a e de G ote) 00 900 • Noormannen rond 900 Noormannen rond 900 • Romaanse tijd 900‐1100 Romaanse tijd 900‐1100 • Kruistochten (rond 1100) K i t ht ( d 1100) • Gotiek 1100‐1500 Gotiek 1100 1500 • Ontdekkingsreizen rond en na 1500 Karel de Grote Karel de Grote • Koning der Franken In 800 tot keizer van het Westen gekroond. Hij is overleden na een kort ziekbed (vermoedelijk longontsteking) en is begraven in de kort ziekbed (vermoedelijk longontsteking) en is begraven in de dom van Aken. • Geen portretten. Lengte van 1,93 m, rossig haar, snor, buikje • Karel heeft het Frankische Rijk verder uitgebreid en tot grotere bloei gebracht. • Doordat maar een van zijn zoons, Lodewijk de Vrome, hem D d ij L d ijk d V h overleefde kon hij het rijk ongedeeld nalaten. • De ambitie om Karel de Grote na te volgen was een van de De ambitie om Karel de Grote na te volgen was een van de belangrijke factoren in de middeleeuwse geschiedenis van Frankrijk en Duitsland. Lodewijk de Vrome Lodewijk de Vrome Verdeelde het rijk over zijn 3 zonen: • West Europa: Karel de Kale • Midden Europa: Lotharius Midd E L th i • Oost Europa: Lodewijk de Duitser Hij week af van het Salische recht. ‐> regeling over het rijk. Onvoldoende autoriteit en politiek talent: regeling flopte. Burgeroorlogen tussen West Europa en Oost Europa en de inval van de Noormannen leidde tot een twee deling. Noormannen leidde tot een twee deling. Hiermee werd de basis gelegd voor de staatkundige verdeling van E Europa in het latere Frankrijk, Duitsland en Italië. i h tl t F k ijk D it l d It lië Sociaal/Economische ontwikkeling: Sociaal/Economische ontwikkeling: Kerk / Geestelijkheid Adel (Koning, keizer, hertog) Burgerij / Bourgeoisie (handel en handwerk) Boeren Rover, rondtrekkenden, Rover rondtrekkenden bedelaars (Robin Hood) Leenheer (Koning) (leende grond uit, bruikleen) Leenman Feodaal stelsel Feodaal stelsel Hier zat de echte macht (Ridder, graaf, hertog) (Verpachtte de grond) Pachtboeren Groot verschil tussen rijk en arm. Groot verschil tussen rijk en arm De rijken waren de opdrachtgevers van kunstenaars. G d di t Godsdienst Christendom Islam Christendom: Paus (wereld macht) Kardinalen (Land) Bisschoppen h (kerkprovincies, bisdom) Priester (parochie) Inleiding in kunst & Cultuur in kunst & Cultuur Jaartal 1000 : de wereld vergaat Deugdig (goed): hemel Zondig (slecht): hel Bedevaartsreizen ‐Santiago de Compostella (Spanje) ‐Bedevaartroutes via Engeland d l d Robin Hood Nam geld van Pelgrims De eerste kloosters ontstaan langs deze routes. Deze worden gebouwd in Romaanse stijl d b d l Kloosterlingen: Paters, monniken, nonnen “Ora et labora” = Bid en Werk Deden ook dienst als scholen, weeshuizen etc weeshuizen etc. 7 vakken / 7 vrije consten: Trivium (grammatica), Logica (redeneerkunst), Rhetorica (welsprekenheid), Quadrivium (rekenkunde), ( ) Geometica (meetkunde), Astronomie (sterrenkunde), M i ( Musica (muziek). i k) De aller besten mochten theologica (godgeleerdheid) studeren (godgeleerdheid) studeren. Bijbel: Oude testament Nieuwe testament Bijbel: Oude testament, Nieuwe testament Heilsgeschiedenis (ontstaan van de mens) van de mens) Jezus Christus Apocalyps (einde van de wereld) Liniaire geschiedenis Kunst & Cultuur Kunst & Cultuur • V Vroege middeleeuwen 500‐800 idd l 500 800 Karolingische stijlperiode • De De volle/hoge middeleeuwen 800 volle/hoge middeleeuwen 800‐900 900 Romaanse stijlperiode, Gotische stijlperiode Gotische stijlperiode • De late middeleeuwen 1100‐1500 Architectuur ROMAANS: Armoede, kuisheid, gehoorzaamheid Plattegrond gebasseerd op cruci fix (kruis) Opbouw van een kerk 1: Viering (toren) 2: Middenschip/beuk p/ 3: Zijbeuken 4: Dwarsbeuk 5: Koor 6 K 6: Kooromgang 7: Koorkapellen 8: Zijkapellen Romaanse Abdij van Cluny 1: Viering (toren) 2 Midd 2: Middenschip/beuk hi /b k 3: Zijbeuken 4: Dwarsbeuk 5: Koor 6: Kooromgang 7: Koorkapellen 8: Zijkapellen Horizontaal Architectuur ROMAANS: • Zwaar, lomp • Dikke muren • Donker (door de kleine ramen) • Rondboog • Horinzontaal • Tongewelf: een gewelf dat over de gehele lengte dezelfde vorm heeft en waarvan de dwarsdoorsnede een halve cirkel vormt, zodat het gewelf een halve cilinder vormt Gemetseld Soms ook van hout een halve cilinder vormt. Gemetseld. Soms ook van hout. Later vervangen door: • Kruisgewelf: het gewelf ontstaat als twee gelijke tongewelven elkaar snijden. De lijnen van de twee halve cilinders treffen elkaar in het midden, zodat een kruisvorm ontstaat. De gewelfkappen zijn de dragende elementen. Zij geleiden de druk naar een muur of pilaar. Architectuur Dom van Spiers (Duitsland) Architectuur Kapiteel Architectuur Abdij van Cluny, Frankrijk Abdij van Cluny Architectuur Abdij van Cluny Houten tongewelf Kruisgewelf Abdij van Cluny Kapiteel Architectuur Romaans: vooral klooster kerken 900‐1100 Gotisch: Stads kerken 1100‐1400 Na 1000 n. Chr. verging de wereld niet (Apocalyps). Mensen kregen hoop specdialiseerden zich in een ambacht Mensen kregen hoop, specdialiseerden zich in een ambacht. Settelden zich rond handelsroutes. Meer en meer mensen gingen daar wonen: Er kwamen steden Meer en meer mensen gingen daar wonen: Er kwamen steden. Er ontstond grote kerkenbouw. De Romaanse kerken waren te lomp en Er ontstond grote kerkenbouw. De Romaanse kerken waren te lomp en te zwaar om uit te vergroten en dus kwam de Gotiek. Architectuur Gotisch: • Dunne muren • Dunne pilaren • Grote ramen : Glas‐in‐lood • Spitsbogen • Verticaal: Verticale compositie • Veel versiering Architectuur Kruisribgewelf: Een type gewelf op een vierhoekige basis met de ribben als dragende elementen. De ribben en de bogen worden eerst gebouwd. Daarna wordt de ruimte tussen de ribben opgevuld met metselwerk. Door de draagkracht is het mogelijk steeds lichtere en hogere gebouwen te bouwen. Lichter: minder druk. Lichter: minder druk. Notre Dame, Parijs, Frankrijk Architectuur Architectuur Architectuur Architectuur Architectuur Architectuur Architectuur Architectuur Architectuur De dom,Utrecht De dom,Utrecht De dom,Utrecht Beeldende kunst 3D Decoratief, en herinneren aan: • Voorbije zaken ( h l (verhalen en denkbeelden) d kb ld ) • Heden Heden (deugden en zeden) • Toekomst (straffen en beloningen) Façade Notre Dame Romaanse beeldhouwkunst: • • • • • • Strak, stijf, levenloos Gesloten Eenvoudig, vereenvoudigd Z d Zonder stofuitdrukking f i d kki Symbolisch Plat Timpaan De kloosterkerk van Sainte Foy Christus als triomfator. Bronzen paneel van de S.Zeno in Verona (12e eeuw). Gotische beeldhouwkunst: Levendig Opener Realistisch weergegeven M Met stofuitdrukking f i d kki (natuurlijke plooivouw) • 3D/Ruimtelijk • Symbolisch • • • • • N Natuursteen, (eiken)hout t t ( ik )h t Beschilderd: POLYCHROMEREN De kloosterkerk van Sainte Foy Kathedraal van Amiens, Frankrijk ‐ Hout Symboliek Madonna met Kind – Michelangelo g (Onze Lieve Vrouwenkerk te Brugge, Belgie) Pi t Michelangelo Pieta – Mi h l l Dode Jezus Christus met Maria Sint Pieter ‐ Rome Pieta ‐ Annibale Carracci, Kunsthistorisch museum te Wenen Beeldende kunst 2D In boeken (bijbel) Op muren: Fresco Op muren: Fresco Kenmerken • Plat • Heel ritmisch • Geabstraheerd Romaans Fresco Gourdon Kerk in Engeland In boeken (bijbel) ‐> MINIATUREN Minioem = rood (veel gebruikt door monniken die werkten in de werkplaats van het (veel gebruikt door monniken die werkten in de werkplaats van het klooster, scriptorium) Kenmerken • Plat • Heel ritmisch • Geabstraheerd Versierde beginletter Fresco: Schilderen op vochtig medium, zoals nog nat , g pleisterwerk. Tekenen met houtskool. Natte kalklaag aanbrengen. Fresco aanbrengen. De kleuren worden dof en vaag. Rouwen om Christus ‐ Giotto di Bondone (1267‐1337) Kapel in Padova,Italie Majesta St. Joan Church Spain c 1100 c. 1100 Toegepaste kunst g p Gebruikskunst. • Edelsmeetkunst • Glas‐in‐lood • Tapisserie Edelsmeedkunst Vooral gebruikt in de kerk T h i k Technieken: • Cloisonné (werken met emaille, gesmolten glas) • Inzetten van edelstenen In etten van edelstenen • Filigrain (kantwerk in metaal) Kwamen vaak voor in reliekhouder. Relikwie: een “doosje” met iets van een heilige er in” C t t idd l h ili Contactmiddel ‐> heilige ‐> god d Cloisonné (werken met emaille, gesmolten glas) Inzetten van edelstenen Filigrain (kantwerk in metaal) Toegepaste kunst g p Glas‐in‐lood (gotisch) • Versiering • Verhalen afbeelden • Sfeer • Bescherming TTechniek: h i k • Ontwerp op papier • Ware grootte in karton Ware grootte in karton • Losknippen van onderdelen Delen nasnijden in blank glas • Delen nasnijden in blank glas • Delen brandschilderen met oxyden (roest) p • Delen omranden met loodstrip • Delen samenvoegen (solderen) tot het raam. Architectuur