Genesis 1:1 - God is de Beginner Middelburg, sept. 2009 Jeroen Sytsma © suggestie voor liturgie (Gereformeerd Kerkboek): V&Z / gz 159 / gebed / Lezen: Genesis 1:1-2:4, Job 38:1-8 / ps 19:1 / preek over Gen. 1:1 / gz 148 / gebed / geloofsbelijdenis + gz 123:1,2 / collecte / gz 1 / zegen Dit is de eerste preek in een serie van zeven over de scheppingsdagen. (op de beamer: 'Let goed op, er gaat iets heel bijzonders gebeuren!') Dit is het begin van de preek. En met dat ik dat zei is er iets heel bijzonders gebeurd. Een wonder. Iets bovennatuurlijks. Iets dat rechtstreeks met God te maken heeft. Ik heb ergens een begin mee gemaakt. Met het houden van deze preek namelijk. En ik doe dat ook nog eens heel doelbewust. Ik wil hier staan, ik wil hier preken, ik wil met jullie spreken over Genesis 1, wat ik nog niet eerder gedaan heb. Doelbewust aan iets nieuws beginnen. Ik kan dat als mens, omdat God mij zo gemaakt heeft. En God heeft mij zo gemaakt omdat Hij zelf de Beginner ten voeten uit is. In het begin schiep God de hemel en de aarde. Ik hoop dat tot je doordringt hoe boordevol betekenis die tien woorden zijn. Als je God zo leert kennen, dan ga je heel gespitst leven: 'Let goed op, er gaat iets heel bijzonders gebeuren!' 1. Vragen (wat de tekst niet zegt) Het zal je vast niet ontgaan zijn: dit jaar is het 200 jaar geleden dat Charles Darwin geboren werd. Hij wordt gezien als de grondlegger van de evolutietheorie. Je kunt een flinke boekenkast vullen met de publicaties van afgelopen jaar over hem zelf, zijn theorie en hoe je daar als christen tegenover moet staan. En zodra je je maar even verdiept in die wereld van geloof en wetenschap, van schepping en evolutie, dan kom je in een eindeloze en al gauw onbegrijpelijke wirwar van onderwerpen en vragen terecht. Met dit grote risico: dat de schepping voor jou vooral een probleem wordt. Iets om je hoofd over te breken. Misschien een gevaar voor je geloof. Als je vanuit heel die ingewikkelde discussie over schepping en evolutie naar de Bijbel toegaat zie je iets heel opvallends: Het scheppingsverhaal begint heel kort, maar ook heel krachtig: In het begin schiep God de hemel en de aarde. En daarmee is meteen duidelijk dat je op heel veel vragen geen antwoord zult krijgen: wanneer waarom hoe schepping uit niets wat daarvoor God er altijd? evolutie? 1 De Bijbel begint in Gen.1:1 met een veelzeggende boodschap: God heeft alles gemaakt. Maar een heleboel vragen blijven onbeantwoord. En ik denk dat dat o.a. de boodschap van deze woorden is. Mens: hier moet je het mee doen. Mens: als het gaat over het begin, over de schepping, over de Schepper: besef dan dat dat te groots is om het te bevatten. Je kunt God niet begrijpen. Hij is veel groter dan je denkt. Jij bent veel kleiner dan je denkt. Geloven = aanvaarden wat God vertelt + aanvaarden dat God veel niet vertelt. Bescheidenheid. Dat is een woord dat heel mooi past bij Gen. 1:1. En iedereen die nadenkt over schepping en evolutie mag zich die bescheidenheid aantrekken. Want evolutionisten doen soms net of ze er zelf bij waren. Maar sommige christenen hebben daar ook een handje van. Evolutionisten vergeten makkelijk hoe ongelofelijk veel raadsels er zijn rond ontstaan en ontwikkeling van het leven. Creationisten vergeten makkelijk hoe enorm veel aanwijzingen er zijn voor een mate van evolutie. Bescheidenheid. Job moest dat ook leren. Hij zat boordevol vragen naar God toe. En hij stelde ze met de vuist op tafel. Dan spreekt God: 1 En de HEER antwoordde Job vanuit een storm. Hij zei: 2 ‘Wie is het die mijn besluit bedekt onder woorden vol onverstand? 3 Sta op, Job, wapen je; ik zal je ondervragen, zeg mij wat je weet. 4 Waar was jij toen ik de aarde grondvestte? Vertel het me, als je zoveel weet. Job, was je er soms bij toe ik de wereld schiep? Niet? Zou je dan iets bescheidener willen zijn in wat je over Mij denkt te weten en wat je tegen Mij denkt te moeten zeggen? God vraagt het ook aan jou: Waar was jij toen ik de aarde grondvestte? En je antwoord moet zijn: Toen was ik er nog niet God. Maar dan mag je ook zeggen: Maar God, vandaag ben ik er wel. Ik leef en ik geloof, en dat is soms best moeilijk. Wilt U mij vandaag dan duidelijk maken wat het betekent dat U schepper bent? Vragen over het verleden, OK, maar laat mij vandaag niet in onzekerheid over wie U voor mij wilt zijn. 2. Antwoord (wat er wel staat) In het begin schiep God de hemel en de aarde. Veel vragen blijven onbeantwoord. Wat krijg je wel te horen? Je krijgt antwoord op de belangrijkste vragen die er bestaan: Waar komt alles vandaan? Wie ben ik? Waarom leef ik? Waarom is er iets en niet niets? Geen antwoord dus op de vragen hoe en wanneer, wel op de vragen: wie en waarom. En aan die antwoorden heb je iets. Want als je eens goed nadenkt over het immense heelal en over de eeuwigheid, waar blijf je dan als mens? Je verliest alle grond onder je voeten. Het heelal is zo onvoorstelbaar groot. Duizelingwekkende afstanden en hoeveelheden sterren. En daar ergens aan de rand van één van de miljoenen melkwegstelsels een planeetje van één van de miljarden sterren: planeet aarde. En op die planeet zes miljard mensen, en één daarvan ben jij. Of als je denkt aan de geschiedenis, aan de tijd. Hoe lang bestaat de aarde al niet, hoe lang zal dat nog zijn? Hoe lang duurt de eeuwigheid? Wat stellen die paar jaar dat jij er bent dan voor? Als je nadenkt over de tijd, over het heelal, dan kun je je verloren voelen. Onbetekenend. Waar is dit 2 allemaal voor? Waarom ben ik er? Tot je in die eindeloze ruimte en tijd je houvast vindt in God. Dat is de grote les van Gen 1:1. Dat immense heelal heeft God gemaakt. Die eindeloze tijd: het is een werk van God. Het heelal: God kent elke uithoek, Hij is er thuis. En met vaste hand heeft Hij er de aarde een plek in gegeven. En ze ontsnapt geen moment aan zijn aandacht. De tijd: Het is God die de dagen plant, die geschiedenis schrijft. Geen dag is voor niks, geen uur is zinloos. Met vaste hand werkt God toe naar Zijn toekomst. En met vaste hand geeft Hij mensen daarin een plaats. In het begin schiep God de hemel en de aarde. Hij maakte tijd en ruimte. Hij gaf jou daarin een plaats en Hij kent je. 3. Begin Misschien ken je Winnie the Pooh, een hele lieve maar ook wat onnozele beer die heel veel van honing houdt. Op een dag klopt hij aan bij zijn vriend konijn in de hoop dat konijn nog wat honing heeft staan. Maar konijn heeft helemaal geen zin om zijn honing aan Pooh te geven. 'Wie is daar?' roept Pooh. En konijn roept terug: 'Niemand.' Waarop Pooh peinzend zegt: 'Iemand zegt niemand.' En ook al heeft hij maar een heel klein beetje hersens, hij snapt wel dat hier iets niet klopt. Iemand zegt niemand. Met die beroemde zin van Winnie the Pooh kun je onthouden wat de belangrijkste vraag is als het gaat over schepping of evolutie. Dat is niet de vraag hoe oud de aarde is, of de vraag of we van de apen afstammen. De belangrijkste vraag is: Iemand of niemand? Is er een plan of is deze wereld toeval? Gen.1:1 gaat de discussie met de evolutietheorie niet aan op het niveau van aardlagen en fossielen. De discussie gaat veel dieper. Is er iets of iemand buiten wat we kunnen waarnemen? Kunnen we iets zeggen of weten over waarom deze wereld bestaat? Kunnen we ontdekkingen doen over zaken waar we met telescopen of DNA-technieken niet bij kunnen komen? Het antwoord van de Bijbel is voluit JA. Door de hele Bijbel heen leren we God kennen als de beginner. De schepper. Scheppen: dat is iets volkomen nieuws tot stand brengen, daar een begin mee maken. God is de beginner, de schepper. Hij heeft een onstuitbare stroom van ideeën en plannen en daar begint Hij ook mee. Die brengt Hij tot uitvoering. Daarom zeggen we dat God almachtig is: Hij kan alles wat Hij wil. God is het die met deze wereld begon. Hij staat aan het begin. Heel zijn macht en wil en visie stopte Hij in dat grote project: de schepping van hemel en aarde. En heel die schepping is dan ook doortrokken van Gods wil. Van het onkruidje in uw achtertuintje tot de blauwe vinvis in de grote oceaan; van het kiezelsteentje onder uw schoen tot de rotsen op de top van de Himalaya; van het vuur diep in de aarde, tot de onvoorstelbare hitte van ver verwijderde supersterren: Er is niets, geen molecuul, geen stofje, geen mens, geen ster die bestaat zonder dat God dat gewild heeft; zonder dat God sprak... en het was er. Ik hoop dat je iets beseft van de totaal andere kijk op het leven die je hierdoor krijgt. Mensen die zeggen dat alles toevallig is ontstaan weten vaak echt niet wat ze zeggen. Ze beseffen niet dat ze eigenlijk in een onwaarschijnlijk groot wonder geloven: dat al dat uitbundige leven toevallig zou 3 ontstaan. Ze beseffen niet wat voor doem ze over hun eigen leven uitspreken: totaal zinloos. Mensen die zeggen dat God niet bestaat, dat het leven toevallig is ontstaan. Iemand zegt dat niemand dit leven gewild heeft. Iemand zegt niemand! Winnie the Pooh zou al doorhebben dat er iets niet klopt. God is een beginner. Een schepper. Dat zien we bij het begin van alles wat bestaat, de schepping. Je kunt het ook de hele verdere geschiedenis door zien. Na de zondeval van Adam en Eva maakte God een nieuw begin. Na de zondvloed maakte God een nieuw begin. Met Abram maakte God een nieuw begin. En met Mozes, met Jozua, met David, met de terugkeer uit de ballingschap. Met Jezus maakte God het nieuwe begin. En in de komst van Jezus ligt als een belofte opgesloten een nieuw begin met jouw leven en zelfs een nieuw begin met de hele schepping: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. God is een beginner, een schepper. Zoals God dat kan, kan een mens het niet. Toch lijkt elk mens op God. God schiep de mens immers als beeld van God. God heeft iets van zijn macht, wil en visie aan de mens gegeven. Dat betekent dat je niet als een dier toevallig, instinctmatig hoeft te leven. Ook niet als een kuddedier, dat doet wat in de mode is, vindt wat de massa vindt, leeft zonder na te denken, eigenlijk geleefd wordt. God daagt je uit zelf een beginner te zijn, zelf schepper, creatief te zijn. Sommige mensen denken dat het christelijk geloof je klein en dom houdt. Dat je als christen geen ambities mag hebben. Het tegendeel is waar. Nergens ter wereld wordt de mens zo belangrijk, wordt elk leven zo uniek, bestaat er zoveel verwachting ten aanzien van iedereen, als in het licht van Gods evangelie. 4. Alles (hemel en aarde) In het begin schiep God de hemel en de aarde. Met de hemel wordt niet Gods woning bedoeld. De hemel is het heelal, het uitspansel, alles om de aarde heen. (vgl. vs 8). God schiep hemel en aarde. Daarmee wordt bedoeld: God schiep alles. Waar je ook maar kijkt, naar de aarde onder je voeten of naar de hemel boven je, van alles waarvan je als mens kunt constateren dat het er is geldt: God maakte het. Elk stofje dat hier door de kerkzaal zweeft, elk melkwegstelsel dat door het heelal raast. De tekst benadrukt dus heel sterk dat God alles gemaakt heeft. Dat betekent dat er een oneindig verschil is tussen Schepper en schepsel. De hele Bijbel benadrukt de verbondenheid van God met zijn schepping. Maar onthoud dat God zelf niet bij die schepping hoort. Dat Hij er helemaal onafhankelijk van is. God is niet gebonden aan de schepping. Niet aan plaats of tijd. Niet aan de natuurwetten. Hemel en aarde, alles is geschápen. Die paar woorden moet je proberen te beluisteren in de tijd waarin ze voor het eerst gehoord werden. Duizenden jaren geleden. Een wereld vol heidendom en afgoden. De goden waarin men geloofde waren vaak gewoon schepsels die men goddelijk krachten toeschreef. Men aanbad de zon, of een stierkalf, of de keizer. Of men geloofde wel in goden, maar die waren niet los van de schepping. Het waren goden die ook 4 moesten ook eten. Ze trouwen, plegen overspel, hebben ruzie, wonen bovenop een berg, rijden op de wolken. Kortom: goden naar mensenmaat. Goden die zelf afhankelijk zijn van de schepping, zelf een begin hebben. Tegenover al deze prutsgoden zet de Bijbel de Schepper van hemel en aarde, van alles. De almachtige God. Groter en machtiger dan je je ooit kunt voorstellen. De Schepper van elke berg, van elke zon, van alle dieren. God de beginner, die er zelf altijd geweest is. God, zonder begin of einde. Wat heerlijk om zo'n God te hebben! Alles is geschapen. Ook in onze wereld is dat een confronterend en bevrijdend zinnetje. Het botst met wat men noemt het materialisme. Het geloof dat er niks meer is dan wat je kunt vastpakken. Dat er niets is tussen hemel en aarde. Dat het afgelopen is als je dood gaat. Dat alles bestaat, gewoon omdat het bestaat. Dat de mens toevallig ontstaan is en aan niemand verantwoording schuldig is. Dat je bij gebrek aan een god maar beter in jezelf kunt geloven. Wat een armoede! De Bijbel leert je: Je bent meer dan een verzameling moleculen. God maakte alles. Wat heerlijk om zo'n God te hebben. God is Schepper: dat is ook een confrontatie met het moderne heidendom van vandaag. Mensen die menen dat hun lot in de sterren geschreven staat. Mensen moeder aarde aanbidden. Maar ook mensen die als hoogste levensmotto hebben: 'als je maar gezond bent'. Gezondheid als hoogste geluk, en dus als afgod. De Bijbel leert je: je lot ligt niet in de sterren maar bij God; moeder aarde verdient geen aanbidding, maar God de Vader. Niet gezondheid is het hoogste geluk, maar een gezonde relatie met de Schepper. 5. Leven als schepsel In het begin schiep God de hemel en de aarde. God staat aan het begin. Hij is de Schepper. En jij, jij bent een schepsel. Wat betekent dat voor je dagelijkse leven? - Je leert verder kijken dan je neus lang is. Die neus is ook door God geschapen, maar er is zoveel meer! God heeft alles gemaakt. Alle tijden en generaties. Een voor mensen immense aarde met bergen, zeeën, woestijnen, oerwouden. Een onbegrijpelijk groot heelal. Alles heeft z'n plek in Gods plan. Verder kijken dan je neus lang is. Dankbaar voor wat God deed in vroeger tijden. Betrokken op wat jouw levensstijl voor gevolgen heeft voor oerwouden aan de andere kant van deze planeet. Geen oogkleppen, maar open ogen. Want je leeft in Gods wereld. - Je leert ook dat je leven zin heeft. God maakte het! Hij wilde het. Jij past perfect in Gods plan. Misschien heb je dat zelf niet zo door. Ervaar je jezelf als nutteloos of overbodig. Heb je last van minderwaardigheidsgevoelens. Of baal je van de sleur in je leven, altijd maar weer dezelfde dingen, en je wordt er nog doodmoe van ook. Ik zei niet voor niets dat je van de Schepper kunt leren dat je leven zin heeft. In deze kapotte wereld is dat echt niet altijd je ervaring. Klamp je vast aan God, je Schepper. Vraag Hem jou duidelijk te maken hoe belangrijk je voor Hem bent. - God is de machtige Schepper. Dat is Hij ook vandaag. Zo leer je op Hem te vertrouwen. En durf je 5 van God afhankelijk te zijn. Want met dezelfde goddelijke macht waarmee Hij hemel en aarde maakte is Hij er ook voor jou. Van zo'n God heb je terecht hoge verwachtingen. Augustinus heeft zelfs gezegd dat God met jou nog iets groters wil doen dan de schepping: nl. je her-scheppen, een nieuw mens van je maken door Jezus Christus, je leven rechtvaardigen, rechtzetten. Volgens Augustinus is dat een groter werk dan de schepping, want hemel en aarde vergaan maar de rechtvaardige leeft in eeuwigheid. - God is Schepper. Alles bestaat dankzij Hem. Je komt God dus overal tegen. Als je zo naar de wereld om je heen leert kijken is de schepping een bron van genieten en aanbidding. Kijk naar de wolken, luister naar de vogels, voel de wind, ruik de zee. God is overal. Miljoenen mensen hebben de zon als god aanbeden en grote bomen heilig verklaard. Een christen aanbidt de zon niet, hij aanbidt God vanwege de zon. Een christen praat niet met bomen, hij praat met God over bomen. - God is begonnen. En dus leer je uitkijken naar de toekomst. Want God is een beginner met een doel, die ervoor zorgt dat Hij dat doel bereikt. God is begonnen en dus kun je reikhalzend uitzien naar hoe dat gaat aflopen. Denk je soms dat het saai is om christen te zijn? Laat je meeslepen door de Schepper! Voel de spanning van de voltooiing van zijn plannen. Merk hoe Hij van jou zelf een heel nieuw mens maakt. Zie hoe Hij zijn handtekening gezet heeft in de natuur om je heen. Voel de pijn om de gebrokenheid van de schepping en stel je alvast eens voor hoe goed het wordt als God zijn werk afmaakt als Jezus terug komt. God is Schepper. Hij staat aan het begin. Wij kennen het spreekwoord: een goed begin is het halve werk. God belooft: een goed begin is het hele werk. Amen 6